Vanuatu
12 t/m 31 juli 2017
Eindelijk het hoofddoel van onze reis: VANUATU. Captain Cook, de eerste Europeaan die dit gebied bezocht, noemde de eilanden de Nieuwe Hebriden. De eilanden deden hem denken aan de westelijk van Schotland gelegen Hebriden eilanden. Pas enkele jaren geleden is de naam veranderd in Vanuatu. Vanuatu is één van de minder bezochte eilanden groepen in de Pacific. Reden hiervan is meer de onbekendheid en moeilijke bereikbaarheid dan gebrek aan bezienswaardigheden.
Vanuatu werd in 2006 benoemd tot het gelukkigste land om te leven uit een lijst van 178 landen. Het heeft de hoogste Happy Planet Index. Vorig jaar stond Nederland op 18.
Omdat het erg ver vliegen is, bezoeken we ook een paar andere landen in de omgeving. We vliegen aan op Fiji, daarna gaan we Samoa en hierna nog naar Tonga.
Woensdag 12 juli Naar Port Vila, Tanna (Vanuatu)
We moeten vroeg op voor de vlucht naar Vanuatu. Onze vakantie begint nu echt????. Tenslotte zijn we in de Pacific, omdat we hier naar toe wilden.
Vanuatu zal ook totaal afwijken van Fiji, Samoa en Tonga.
We zijn weer erg vroeg op het vliegveld. Volgende keer moeten we dat maar proberen te veranderen. Drie kwartier na onze vlucht vertrekken vliegtuigen naar Australië. We pikken zo de mensen uit de wachtenden, die daar naar toe gaan: blond en dik.
Het is bijna drie uur vliegen en we zetten de klok weer een uur terug. Negen uur tijdsverschil met Nederland. We worden ook hier met een muziekbandje onthaald. Geen schelpenketting dit keer, we hebben er al zes, en gelukkig ook geen bloemenkrans.
We zijn snel overal door en halen geld. 1000 VUV, Vanuatu vatu = € 8,50. We hebben gelezen, dat je alleen op het vliegveld van Port Vila geld kunt pinnen en in Santo. Je moet overal contant betalen. Creditcards worden bijna nergens geaccepteerd.
We kopen meteen ook een simkaart voor VUV 3.500, € 30. Hiermee kunnen we drie weken internetten in Vanuatu. Martijn heeft een mobiele hotspot op zijn telefoon gemaakt, zodat Lia op haar tablet ook kan internetten.
We checken meteen in voor de vlucht naar Tanna-island, die over een paar uur vertrekt. Voor het eerst in weken drinken we goede, lekkere koffie.
Het valt ons op, dat op Samoa alle vrouwen lang haar hebben, op Fiji en Vanuatu niet. Hier hebben ze kroeskoppen.
Hier rijdt men rechts, spreekt men Frans. Daar rijdt men links en spreekt Engels. Bislama is de nationale taal, een soort Pidgin, een linking taal, die goed te begrijpen is. Het is een soort plat Engels.
We moeten lang wachten op de verbindingsvlucht. Die slechts 40 minuten vliegen is.
We worden niet verwacht. Gelukkig zijn er twee andere gasten voor ons resort, maar die zijn al vertrokken. Iemand belt en de auto komt terug. Het resort ligt op loopafstand van de vulkaan. Er is voor ons een boomhut geboekt, maar die is bezet.
Het resort is erg basic. Op zich niet erg. Maar van de enige douche (voor tien huisjes) ontbreekt doucheknop, er steekt een buis van tien centimeter uit de muur waaronder je niet kunt douchen, de kraan van de enige wasbak zit los en zit zo laag, dat je je handen er niet eens onder kunt wassen, de enige wc loopt door.
We vragen een extra deken voor de nacht. Zo warm is het niet en op het bed ligt slechts een hele dunne.
De hele dag en nacht horen we de Yasur-vulkaan rommelen. Het lijkt op de donder na een bliksemschicht. Om de vijf minuten is er een eruptie.
Donderdag 13 juli Tanna
Goed ontbijt met gebakken ei en bananenkoekjes.
Na het ontbijt gaan we wandelen richting de lavavelden. Twee vrouwen van het hotel gaan ook die richting in, zij gaan naar het taro-festival. Of wij mee mogen? Why not. Dus we lopen een uur over smalle paadjes, steken rivieren over, lopen door gras. Soms trekken we onze schoenen en sokken uit, soms springen we van steen tot steen over een riviertje. Het is een stukje bergop, waarbij we de plaatselijke vrouwen er uit lopen en dan zijn we er. Een veld in een dorpje is met twee enorme lianen kruislings verbonden in de toppen van de bomen. Daaraan zijn de mooiste taro-wortels gebonden. Binnen een hek ligt een enorme stapel van die wortels, kunstig opgebouwd in de vorm van een schip. Er is net een rondleiding bezig. ‘Onze vrouwen' kunnen ons niet vertellen waar dat over gaat. Die taro wordt geruild met producten van de mensen uit West-Tanna. We mogen overal rondkijken. Jammer, dat er vandaag niet gedanst wordt.
Het is ook een uur terug lopen. Dat is voor de mensen hier heel gewoon: twee uur lopen om ergens een half uurtje te zijn.
De mensen hier klagen, dat het momenteel erg koud is.
Van de luchtvaartmaatschappij krijgen we drie wijzigingen door. Het zijn alleen tijdwijzigingen. De een wat later, de ander wat vroeger en de derde een stukje om vliegen. We waren daarvoor vooraf al gewaarschuwd. Wel prettig, dat we daar mailtjes over krijgen.
’s Middags lopen we in een half uur naar de asvlakte. Het is een onverharde weg, maar wel een doorgaande. De meeste mensen lopen hier alles; we komen een enkele auto tegen. Bij de Yasur-vulkaan gaan we op de grond zitten en staren naar de vulkaan. Om de paar minuten horen we gerommel en zien we rook opstijgen. Soms vliegen er stenen hoog boven uit.
Soms komt er iemand langs; iedereen zwaait, een enkeling maakt een praatje.
Aan het einde van de middag gaan we naar de vulkaan zelf. Om vier uur is het verzamelen. Er is een man of zeventig. Er staan kleine blokken hout waar we op gaan zitten en iedereen zit achter een bord met de naam van het land waar men vandaan komt. Wij zijn de enige Nederlanders. Eerst wordt er toestemming gevraagd aan de leider van de bevolkingsgroep die hier woont. Die komt er en dan wordt er gedanst. Maar eerst krijgen we weer een bloemenslinger omgehangen. Een groep mannen en vrouwen dansen in klederdracht een paar dansen. De vrouwen hebben mooie beschilderde gezichten. Ze hebben er veel plezier in.
Met meerdere trucks worden we naar boven gereden en dan moeten we nog vijf minuten lopen. Iedereen schrikt regelmatig van het gerommel, dat hier heel hard klinkt, en het licht trillen van de grond. Zolang het licht is, zien we voornamelijk wolken met wat kleine stukjes rood gesteente. De lucht kleurt ondertussen mooi boven de donkere rand. Het is vrij winderig op de kant. De mensen van hier dragen allemaal dikke plastic jassen. Wij kunnen die ook lenen, maar zo erg is het ook weer niet. Van alle gasten is er slechts eentje die dat ook doet.
Als het donker wordt, zien we enorme ladingen rood gloeiende stenen ophoog geblazen worden. Een machtig gezicht. De vulkaan heeft vandaag activiteit twee op een schaal van vijf. We zien meer dan genoeg.
Als we terug zijn bij het hotel, zien we een prachtige sterrenhemel. Duizenden en nog eens duizenden schitteren er aan de hemel.
Vrijdag 14 juli Tanna
We zijn vroeg op. Dat krijg je als vroeg naar bed gaat. We slapen elke nacht lang. Veel langer dan thuis.
Vandaag komt dat mooi uit, want om half acht staat men al voor onze deur met de vraag of we met de anderen om 8:00 uur willen vertrekken. Wij vinden dat een beetje vroeg. We gaan vandaag naar het Evergreen Resort dicht bij het vliegveld. Die anderen moeten daar naar toe en moeten op tijd zijn voor hun vlucht. We kunnen later opgehaald worden, maar als we horen, dat die anderen eerst naar een Yakel-dorp gaan, willen wij wel mee. De eigenaar vraagt hiervoor VUV 1000 p.p. voor het vervoer en dat vinden wij wel wat veel. Voor zes mensen krijgt hij dus VUV 6000, € 50 voor een klein stukje omrijden. We beseffen echter, dat als we vanuit Evergreen Resort zo’n tochtje willen maken, we veel duurder uit zullen zijn. Dus we gaan toch maar mee.
We gaan eerst ontbijten, dat vandaag kariger is dan gisteren, geen bananenbroodjes, geen eieren.
‘Kastom’ is een manier van leven in de Yakel-dorpen. Sinds de 18de eeuw deden Britse en Franse missionarissen verwoede pogingen om de lokale bevolking te bekeren tot het Christendom. Op veel eilanden lukte dat ook. Ook Tanna was een tijd christelijk, maar een deel van de bevolking wilde liever terug naar hun traditionele levensstijl. De bewoners van Tanna trokken dieper de jungle in, waar ze hun oeroude cultuur weer oppakten. Deze zogenaamde Kastom villages leven volgens oude sociale gewoontes en taboes. Zo zijn de verschillende taken van mannen en vrouwen duidelijk verdeeld. Zowel mannen en vrouwen hebben geheime dansen, die niet door het andere geslacht mogen worden gezien. Maar de bewoners van de Kastom villages stralen een enorme dosis levensgeluk uit. Ze zijn volmaakt één met de natuur om hen heen en leven zonder luxe of zorgen.
Die anderen vier gaan in de auto zitten; voor ons, de bijrijder en de mevrouw van het hotel rest de open achterbak. Daar staat een geriefelijke bank en we zitten prima. We hebben mooi uitzicht en het is zonnig. Over een smalle slechte weg, die op geen enkele kaart voor komt, rijden we het binnenland in. Na een poosje komen we bij een dorpje, dat niet veel meer is dan een paar huisjes. De goegemeente wacht ons op hun traditionele kledij. Iedereen draagt rieten rokjes en de vrouwen ook een rieten bovenstukje. De vrouwen hebben beschilderde gezichten de mannen hebben bladeren op het hoofd. We worden toegesproken en alweer omhangen met een slinger. De mannen krijgen een handje en Lia een zodanige knuffel van een mevrouw, dat op haar neus en beide wangen dezelfde strepen zitten dan op die van die andere vrouw.
De vrouwen gaan dansen waar met name de hele kleintjes aandoenlijk hun best doen om de ouderen te kopiëren. Later dansen de mannen mee. De mannen tonen hoe ze met twintig centimeter grote bladeren een bedje kunnen maken zonder knopen of wat dan ook, waarop kleine kinderen liggend gedragen kunnen worden. Binnen drie minuten kunnen ze vuur maken. We krijgen op een plantenblaadje een hapje gebakken taro waar gedroogde kokoskruimels over gestrooid is. Erg Leuk.
Op de weg naar het vliegveld gaat het mis. Het gaat regenen. En niet zo zachtjes ook. We worden zeiknat en hebben het hartstikke koud. Dat duurt totdat we bijna aan de westkant van Tanna zijn gekomen. Het wordt weer droog en door de wind, beginnen de eerste stukjes al weer snel te drogen.
We stoppen in Lenakel bij de markt. Onder een enorme boom liggen kleurrijke groente en fruit. Het ene kennen we, het andere niet. Het ziet er allemaal erg goed uit. De kleine sinaasappels worden kunstig op een stok gebonden. Overal staan rieten mandjes en tassen met vruchten en groenten. Nergens is plastic te bekennen. Ook valt het ons op, dat er niemand rookt. Mooie markt. Ook hier is iedereen bijzonder vriendelijk. Daar kunnen ze bij ons nog heel wat van leren.
We hadden in plaats van Evergreen Resort graag in Lenakel gezeten, maar veel hotels zijn daar gesloten, omdat er onenigheid is over wie de eigenaar van de grond is.
We rijden niet over de asfaltweg naar het vliegveld, maar over het strand. Wel zo leuk. We zien veel supersmalle vissersbootjes liggen met een drijver er naast. In zo’n bootje kun je alleen maar staan.
We hebben de eigenaar van Oasis Jungle nog niet betaald voor de extra kilometers. Er staan al nieuwe gasten op hem te wachten, wat hem een reden geeft om druk te zijn en ons geen gedag te hoeven zeggen. Hij vraagt niet om het geld en dat is maar goed ook, want hij had het niet gekregen.
Het Evergreen Resort ziet er gezellig uit. Het ligt pal aan zee, gratis snorkels, gratis wifi. We krijgen een tuinhuisje. Hartstikke leuk. We zijn vooral weer blij met de badkamer. Op zich hebben we geen problemen met gedeeld sanitair, maar dan moet er wel voldoende en werkende douches en wc’s zijn.
We hebben een veranda die men zo beplant heeft, dat we de buren niet zien.
Happy hour, twee voor de prijs van één, één uur lang.
Mooie zonsondergang.
Het is hier wat frisser, het waait meer. ’s Avonds is het ‘slechts' een graad of 20. Voor ons voelt dat koud aan en vragen een extra deken voor de nacht. De dekens die ze hier hebben, zijn erg dun, maar met twee van die dingen, is het genoeg.
Sterren. Als eerste zien we de planeten Jupiter en Mercurius. Handig zo’n sterrenkaart op het tablet.
Zaterdag 15 juli Tanna
We vragen advies voor de beste snorkelplaatsen. Dat blijkt hier voor de deur, of een goede kilometer lopen verderop bij de Blue Cave. Daar moet je echter VUV 1500 toegang betalen tot het strand en dus om te kunnen snorkelen. In een zee die volgens ons van iedereen is. Kom je over zee, wat alleen per boot kan, dan kunnen ze je niet laten betalen. Het moet niet gekker worden.
We halen gratis snorkels en flippers op. We snorkelen voor de deur. Dat kan alleen bij hoog water vanwege het rif. Er is een soort zwemgeul aangebracht om de zee op te kunnen zwemmen. Prachtig rif ligt er. Ook mooie vissen, alleen niet zo veel.
’s Middags wandelen we anderhalf uur naar het noorden en nemen meteen een kijkje bij Blue Cave. Dat ziet er niet anders uit dan bij ons. We zien veel mooi gekleurde vlinders, rode vogeltjes, kleine kruipbeestjes.
In de tuin van het resort staan veel bloeiende planten waaronder lotusbloemen.
Het weer is soms zonnig, soms bewolkt, altijd droog, best wat wind, niet zo heel warm.
Tegen de avond zien we de zon mooi op het water schijnen, dat daardoor een gouden gloed krijgt. Er staan een paar vissers die zwart tegen de lucht afsteken. Een mooi gezicht.
Zondag 16 juli Tanna
Nog een rustige dag. We hadden de diverse activiteiten over de verschillende dagen gepland, maar we hebben alles eergisteren al gedaan. Het scheelt ons wel een hoop geld. Zo'n excursie naar een Yakel-dorp kost al snel VUV 7000 per persoon, ruim € 60.
We zoeken weer een paar snorkels en flippers op en gaan snorkelen. Het water is vandaag een stuk kalmer dan gisteren, waardoor het water helderder is en de hele onderwaterwereld nog mooier.
Het is vandaag overwegend bewolkt en het waait redelijk hard. Wij vinden het frisjes en volgens de thermometer is het 25°…
Overal waar we komen, zitten vreemde figuren waar we ons over verwonderen. Wat hebben we hier? Naast ons huisje zit een man en een vrouw, waarvan de man zijn mond niet kan houden. Hij heeft een indringende luide stem. Hij begint met iedereen gesprekken, behalve gelukkig met ons. Tijdens het eerste avondeten bestelde zijn vrouw wat, terwijl hij een glas, gratis, heet water vroeg, waarin hij zijn eigen meegebrachte theebuiltje dompelde. Als diner at hij stiekem een zelf meegebracht zakje borrelnootjes op en vertelde het personeel, dat hij geen honger had. Tijdens het ontbijt waarbij hij alleen kwam, ging hij aan een tafel zitten die gedekt was voor vijf personen. Toen het personeel hem fijntjes naar een tafel voor twee personen verwees, vroeg hij wanneer híj dan eens aan een tafel met mooi uitzicht mocht zitten. De lul. Omdat er geen papaja op de fruitschaal lag, vroeg hij of het geen seizoen daarvoor was. Fransen probeerden hij over te halen tot een gesprek door het Franse woord baguette te laten vallen. Waarschijnlijk het enige Franse woord, dat hij kent. Wij proberen hem zo veel mogelijk te ontwijken en lopen met een grote boog om hem heen. Mocht hij alsnog ons aanspreken, dan verstaan wij ineens geen Engels meer.
We proosten vandaag op moeders Post. We drinken niet zoveel biertjes als de jaren, dat ze oud geworden is: 91 jaar!
Een redelijke zonsondergang, waarbij we de zon in het water zien zakken.
Maandag 17 juli Naar Port Vila op Efate
Vandaag gaan we terug naar Efate, het hoofdeiland waar Port Vila ligt, de hoofdstad van Vanuatu. Een uur voor vertrek moeten we op het vliegveld zijn, dat slechts op een paar minuten rijden ligt. Het inchecken gebeurt helemaal handmatig.
Een kwartier voor vertrek vragen we ons af of we nog op tijd zullen vertrekken, want er is nog niemand ingestapt. Maar alles gaat volgens planning en we komen na veertig minuten vliegen in de hoofdstad aan. Ook hier worden we niet verwacht en is er niemand die ons op haalt. We bellen naar het motel en zij regelen uiteindelijk de transfer, terwijl een of andere organisatie dat had moeten doen. Zij regelen het geld onderling wel, zeggen ze.
Als we toch moeten wachten, pinnen we bij de internationale kant meteen geld voor de rest van de reis in Vanuatu. Het is wel vreemd, dat we zomaar tweemaal het volgens ons maximale bedrag achter elkaar kunnen pinnen. Op Tanna zijn er geen ATM's. In de stad Port Vila blijken er een heleboel te zijn.
We zitten in het Travellers Budget Motel, midden in de stad. Aardige mensen, goede kamer, prima douche, gratis wifi.
We krijgen een tijdverandering van de vlucht van morgenochtend door.
Port Vila is het eerste echte stadje waar we komen waar ook nog wat te beleven is. Het leeft. Talloze kroegjes, restaurants, markten, veel mensen op straat.
We vinden de plaatselijke brouwerij en drinken er een pint. Er zit een goede muzikant te spelen en te zingen. Daarna lopen we terug naar het motel voor een douche.
Het dichtstbijzijnde restaurant, El Lookout, heeft Franse invloeden: blauwschimmelkaassaus.
Er ligt een grote cruiseboot in de haven. Die komt uit Brisbane, heeft onderweg Nieuw-Caledonië aangedaan en gaat nu weer terug naar Australië.