Samoa
3 t/m 11 juli 2017
Ons hoofddoel is Vanuatu. We zijn eerst van Nederland naar Fiji gevlogen, omdat dat centraal ligt en doen nu Samoa aan (zie het reisverslag Fiji voor het verslag).
SAMOA is een Polynesische archipel, de eilanden werden vroeger ook wel de Navigator-eilanden genoemd. De hagelwitte stranden, blauwe zee, de vele palmbomen en het contrast met het zwarte lava maken Samoa bijna buitenaards. Maar wat een vakantie op Samoa werkelijk waard maakt, is het traditionele Polynesische leven!
Maandag 3 juli Van Fiji naar Upolu, Matatufu (Samoa)
Het is bijna drie uur vliegen, 1 uur tijdsverschil met Fiji, 11 uur met Nederland.
We zijn snel door de douane, de bagage is nog sneller en wacht al op ons. We worden opgewacht door twee mensen, een met de auto en een met vouchers voor de veerpont. We krijgen alweer een bloemenkrans. We pinnen geld. 100 tala is € 35. Het wordt aangegeven als WST, West Samoa Tala, soms ook als $sat.
Terwijl we geld halen, wordt het Samoaanse rijbewijs geregeld, dat hier verplicht is. Kost iets van € 7. Een internationaal rijbewijs is hier niet voor nodig.
Het is zeer rustig op weg. Wat taxi’s en een paar prachtige bussen. Hier wordt gerekend in mijlen. Pas sinds 2009 rijdt men hier links. Het asfalt is slecht, meestal. Sommige stukken zijn opnieuw geasfalteerd. We steken het eiland dwars over en zien kleine dorpjes. Elk huis lijkt een eigen ceremoniehal te hebben, open met pilaren, vaak groter dan het huis zelf. Overal staan veel bloemen en kleurige planten, beetje motregen. Kinderen spelen rugby op straat. Erg groen. Eenvoudige huisjes soms met rieten dak meestal met golfplaat. Kleine loopvogeltjes rennen de weg over. Lage rijen rode planten staan langs de weg bij huizen. Zien er mooi uit.
We zitten in het Saletoga Sands Resort in het zuiden van Upolu. We krijgen een huisje, huis kunnen we beter zeggen, dat volgens het resort ‘Ocean View Villa' heet. Dan mag je volgens ons toch uitzicht op zee verwachten? Nou ja, als we heel eerlijk zijn: als we buiten op het terras gaan stáán, zien we tussen alle bomen door een stukje water ter grootte van een postzegel. De villa is prachtig. Ruim, schoon, binnendouche, grote buitendouche.
We gaan eerst maar even lunchen. Het druilt ondertussen wat harder en het ontbijt in het vliegtuig was wel lekker, een broodje kaas, maar had niet de kwantiteit van de ontbijten van afgelopen dagen. We eten sandwiches met een plaatselijk biertje. Smaakt prima. Het is even wennen aan het voor ons nieuwe geld. We zijn 68 tala kwijt, bijna € 25.
Wat ons op valt, is, dat op Fiji iedereen Nederland kent, weet waar het ligt, er van alles over kan vertellen; hier heeft niemand er ooit van gehoord.
Happy hour. Bier kost WST 5 in plaats van 9, € 1,75, wijn WST 10, € 3,50. Leuke prijzen. Dit is ten minste een happy hour, niet zoals in Fiji, een dollar, € 0,50, goedkoper, maar € 1,50 per flesje.
Water kun je ook hier uit de kraan drinken.
We zitten heerlijk buiten onder een afdakje in het café. Er staat een grote hoge tafel, die helemaal vol met mensen zit. Soms regent het, soms is het droog. De temperatuur is altijd hetzelfde. Warm.
Het diner wordt met gitaristen en zangers/-essen opgeluisterd. Ze zingen moderne westerse liedjes in een Samoaanse stijl. Het heeft wel wat. Het leven is goedkoper dan op Fiji. Zowel het eten als de drank.
Een mevrouw van het resort heeft zulke tatoeages op haar benen, dat het lijkt alsof ze kniekousen aan heeft. Heel bijzonder.
Het is hier weer heel vochtig, ook als het niet regent. ’s Middags hebben we wat kleding uitgespoeld en te drogen gelegd, ’s Avonds als we terug komen, is het nog net zo nat. We leggen alles onder de fan en zien morgen wel wat er van gekomen is
Dinsdag 4 juli Upolu, Matatufu
Het wasje heeft de hele nacht onder de fan gehangen en is nog niet droog. Kun je nagaan.
Het regent soms. In de verte zien we kleine stukjes blauwe lucht.
Er zitten hier veel gezinnen met veel kinderen, geen backpackers. Het Engels, dat de meeste mensen spreken klinkt zeer Brits. De meeste zullen uit Australië en Nieuw-Zeeland komen. Ook het ontbijt is meer Brits: muffins, scones, cakes, cornflakes. Van alles zijn veel verschillende soorten; het is erg uitgebreid.
Ondertussen regent het alleen maar harder. Beetje jammer, want nu is er eigenlijk niets te doen. Sightseeing over het eiland heeft niet veel zin, wandelen al helemaal niet.
Het gaat steeds harder regenen. Het giet. Met bakken komt het uit de lucht. We zitten lekker buiten op onze veranda onder een afdak in lekkere stoelen.
Tegen twaalven barst er een complete wolkbreuk los. We halen de kussens van het terras maar binnen, want alles wordt nat, terwijl de villa toch best een groot afdak heeft en het water loodrecht naar beneden valt.
Het blijft de hele dag regenen. Soms zachter, dan hard en soms heel hard. Soms wordt het lichter aan de hemel, maar dat zit telkens aan de verkeerde kant. Niet de lucht die onze kant op komt. Het is een totaal verregende dag. Het is hier droge tijd van april t/m oktober….
Uit pure ellende gaan we vroeg naar de bar. Nu breekt de lucht wat. We zien wat blauw, maar het blijft regenen.
’s Avonds wordt het eindelijk droog en zien we veel sterren. Er staat een ring om de maan. Mooi.
We ontmoeten een Nederlandse vrouw die in Melbourne woont.
Prima eten hebben ze hier.
De hele nacht regent het. We horen een paar enorme klappen onweer en harde regen.
Woensdag 5 juli Upolu, Matatufu
Het regent nog steeds. Soms hard, soms wat minder. Als het wat minder is, gaan we ontbijten. Lekker supervers bruin brood hebben ze. En dan nog die grote keuze Engelse gerechten. En lekker fruit in allerlei soorten.
We zijn langzamerhand bang, dat we niets van Samoa te zien krijgen. Met dit weer kun je niets. Er is één beetje plaats in het land, maar daar gaan we over een weekje naar toe.
Tegen het middaguur klaart het eindelijk op. We gaan snorkelen. Martijn haalt een masker op, gratis, omdat het zijne niet lekker zit. Het onderwaterzicht valt wat tegen. Het water is vrij troebel door de vele regen en de modderstromen die daarmee gepaard zijn gegaan. Daarna gaan we zwemmen in het zwembad. Even dan, want de poolbar lonkt. We móeten daar gewoon een biertje gaan drinken. Wat wil een mens nog meer.
In de tuinen van het resort zitten kleurrijke vogeltjes, sommige knalrood, zwarte hagedissen, lieveheersbeestjes, roofzuchtige grote mieren die op kleine mieren jagen, slakken, libellen. Het ziet er allemaal prachtig uit.
’s Avonds is er een fiafia, een traditionele dansavond. Eerst is er een buffet. Zodra dat open gaat, stuift iedereen er op af. We eten eerst een toetje, want bij het dessertbuffet staat niemand en wachten tot er bij de andere tafel geen rij meer is.
Het zingen en dansen wordt uitgevoerd door een groep van ongeveer 15 mensen. Prachtig getatoeëerde mannen en vrouwen. Een klein meisje is het dansen nog aan het leren. Grappig. Er staat een schaal kava die aan sommige mensen aangeboden wordt. Lia krijgt ook een kommetje. De hele groep is erg enthousiast. Het ziet er allemaal prachtig uit.
Daarna schuiven we aan bij het Nederlands stel met drie kinderen die al jaren in Australië woont. Gezellig.
Donderdag 6 juli Naar Savai’i, Fagamalo
Na het ontbijt rijden we naar de Mulifanua Wharf aan de noordwestkant van het eiland om naar Savai'i te gaan. Dat is het grootste eiland van Samoa. De weg wordt voornamelijk gebruikt door varkens, honden en loopvogeltjes. De kinderen die we tegen komen, zwaaien allemaal naar ons.
Het is mooi weer. Warm en vochtig.
Het is niet druk bij de veerpont; een paar vrachtwagens, twee personenauto’s en wat lopende mensen. De boot vaart niet op Samoaanse tijd: tien uur vertrek is tien uur vertrek. We zitten op een bankje in de schaduw. Na vijf kwartier zijn we aan de overkant. We besluiten om eerst de Afu-A-Au-waterval te bekijken. We betalen samen WST 10 toegang. Het is niet bijzonder, maar als je er zou willen zwemmen, is er wel een lekkere pool.
Met enige moeite vinden we de afslag naar Pulemelei Mound, een piramide gebouwd tussen 1100 en 1400 v.Chr. Het weggetje ziet er zo slecht uit, dat we dat met deze auto niet aandurven.
We rijden naar ons hotel, Le Lagoto Resort in Fagamalo aan de noordkant van het eiland. Savai'i ziet er zo op het eerste oog een beetje hetzelfde uit als Upolu. De wegen, de weg moet ik eigenlijk zeggen, is wel een stuk beter. Er staan heel veel kerken en nog veel meer van die festivalhuizen. Soms tien, twaalf naast elkaar. De meeste zijn leeg, in een enkele staan wat meubels en in een paar hangt de was te drogen.
Het is half bewolkt en buiten is het 31° in de schaduw.
Ook nu staat ons huisje in een tuin. We hebben veel ruimte, een veranda met ligstoelen en gelukkig de nodige schaduw. Het is een klein complex met maar tien huisjes. Een zwembad, restaurant, bar en het rif voor de deur maken het plaatje af.
We relaxen. Zoals we deze weken al zo veel hebben gedaan. Bij de bar is het lastig om een plekje uit de zon te vinden. We slepen met een tafeltje en stoelen, totdat we in de schaduw van een grote plant zitten.
We zien een prachtige zonsondergang. In de verte zien we een paar enorme onweerswolken fel verlicht worden door de laatste zonnestralen. Le Lagoto, zoals deze tent heet, betekent ‘mooie zonsondergang’, een passende naam.
Hier is op donderdagavond fiafia. Ook nu eerst een buffet. Alle tafels zijn bezet en volgens ons is er heel wat plaatselijke bevolking. Het eten is erg goed en voor de verandering drinken we een fles Nieuw-Zeelandse wijn. Die kost omgerekend € 20.
De show is ook hier prachtig; een beetje hetzelfde als de vorige. Met name de tatoeages van de mannen zijn mooi. Als het bedankje wordt uitgesproken, valt er ineens een regenbui. Net zo plotseling stopt die ook weer. Na afloop van de fiafia wordt er gedanst. Een klein meisje staat meteen op de vloer. Lia gaat met haar dansen.
Er blijven nogal wat lokale mensen aan de bar hangen. Gezellig.
Vrijdag 7 juli Savai’i, Fagamalo
Het heeft vannacht wel wat geregend en we hebben de stoelen niet onder het afdak gezet, zodat de kussens zeiknat zijn. Maar de zon schijnt en ze drogen snel. Het is blauw met wat wolkjes en uit het niets valt er af en toe een buitje. Dan verschijnt er een mooie regenboog boven zee.
Er zitten kleine heremietkreeftjes, sommige niet groter dan een centimeter, hagedissen met een lange blauwe staart, grote kleurige vlinders. En drie kleine zwarte biggetjes.
Tijdens het snorkelen worden we aangevallen door twee vissen, allebei zo’n vijftien centimeter lang. Ze zullen wel aan het nestelen zijn en dat willen doen zonder pottenkijkers.
Men eet hier vroeg. 18:00 uur is heel gewoon.
Soms zien we erg donkere lucht en valt er een buitje. Links zie je grijze, vooruit blauwe en rechts witte lucht. Dat ziet er vreemd uit.
Ze schenken hier mooie cocktails.
De zonsondergang is bijzonder raar. Het is helemaal bewolkt waar de zon ondergaat. En dan is er net één klein gaatje waar de zon door komt. We zien een rode bol omgeven door donkere lucht. Heel apart.
Voor het diner zijn onder het afdak alle tafels bezet en wij laten er eentje buiten langs de zeekant dekken. Het is helemaal helder, veel sterren en een bijna volle maan. Volgens ons hebben wij het beste plekje. Ze zijn echter wel vergeten de stoelen droog te wrijven, waardoor we allebei een natte kont hebben. Maar dat droogt ook weer snel.
Er is geen fan in onze villa en zetten we de airco aan. 25° vinden we wel genoeg. Kouder hoeft niet, want dan wordt het verschil met buiten te groot. We wennen al wel aan de warmte en slapen met die 25° gewoon onder een dekbed.
Zaterdag 8 juli Savai’i, Fagamalo
Na het ontbijt gaan we een stukje lopen. De politieagent staat voor zijn kantoor naar iedereen te zwaaien die langs komt. Dat is niet veel. Er rijden wat taxi’s en een enkele personenauto. Iedereen rijdt vrij langzaam.
We maken een praatje met de agent, die nog nooit van Nederland gehoord heeft. Op onze vraag vertelt hij, dat de grote gebouwen langs de weg familiehuizen zijn. Iedere familie heeft zo’n huis. Omdat hier erg aan tradities gehangen wordt, worden ze regelmatig gebruikt voor ‘wat men moet doen', zoals de agent het zegt. Minstens vier keer per jaar komt familie vanuit de hele wereld terug voor zo’n bijeenkomst. Met Kerstmis is het altijd volle bak.
We zien een bord met de weg naar het schildpaddenresort en besluiten daar te gaan kijken. In een plas zitten vrij grote schildpadden die gevoederd kunnen worden. We moeten toegang betalen, samen WST 14, maar we hebben alleen briefjes van WST 50 en zij hebben niet genoeg wisselgeld. We beloven ergens te gaan wisselen en terug te komen.
We lopen wat harder terug naar het resort, want we zien een regenbui aankomen. Zodra we onder ons afdak staan, begint het te regenen. Precies op tijd.
De balie kan gelukkig een biljet klein maken en we brengen het geld weg.
Rond het middaguur is het eb. Dan staat het water zo laag, dat er niet gesnorkeld kan worden. Tegen vieren kan het weer. Het water is vandaag wat helderder dan gisteren. We zien geen vissen, die we nog niet eerder gezien hebben. Wel weer die twee die ons ook vandaag aanvallen. Gelukkig zijn ze maar klein.
Er viel maar een klein buitje vanmiddag. Het is nu helemaal helder en we zien de zon in de zee zakken. Nu bij een heldere hemel.
Er werkt hier een hele goede kok in het restaurant. Wat we ook eten, het is overheerlijk.
Zondag 9 juli Naar Upolu, Apia
Zondag is hier nog een echte traditionele rustdag. Alles is dicht behalve de kerk. Daar gaan we dan maar naar toe. Deze zit halfvol met zowel ouderen als jongeren. De mannen dragen een witte wikkelrok tot op de kuiten, een wit overhemd, een riem en een stropdas. Sommige stemmig zwart, maar we zien ook een lichtgevende fel groene. De ouderen en de jongeren dragen hetzelfde. De vrouwen hebben zo’n zelfde witte wikkelrok, maar dan tot op de grond, een witte jurk met korte mouwen tot op de knieën er over heen. Het haar opgestoken met een grote glimmende speld en een grote witte hoed. Allemaal zijn ze blootsvoets of dragen ze teenslippers. De kleine meisjes dragen witte kanten jurkjes tot op de knie. De meeste mensen, met name alle vrouwen, zijn erg dik. De jeugd (nog) niet. De meeste mannen zitten in de linker beuk, de vrouwen in de rechter.
De dienst is in het Samoaans, met af en toe een paar strofen Engels voor de paar toeristen die er zijn. Er wordt enthousiast en erg luid meegezongen. Door iedereen. De dienst, een soort christelijke, duurt een uur. Op tijd komen, hoeft blijkbaar niet. Na een half uur komen er nog mensen binnen. Martijn krijgt een hand van zijn buurman. Veel mensen wapperen met een rieten waaier, terwijl het plafond vol hangt met werkende ventilatoren. Kleine kinderen rennen heen en weer. Ze worden tot stilte gemaand met een snoepje of een hand voor de mond. Als het te erg wordt, neemt de moeder of een oudere zus het kind even mee naar buiten. Het was Martijn’s eerste kerkdienst ooit, afgezien van zijn doop, waar hij zich niets van kan herinneren.
In het hotel gaan we afrekenen en nemen afscheid van het vriendelijk personeel. We worden omhelsd.
Dan gaan we op weg naar Apia op het andere eiland, Upolu. Apia is de hoofdstad van Samoa. Een wereldstad met wel 37.000 inwoners. Dus stel je er niet te veel van voor. De bevolking van het platteland schijnt het overweldigend te vinden.
We rijden langs de zwarte lavavelden, het gevolg van de eruptie van vulkaan Matavanu in 1905.
Een familiehuis zit helemaal vol met mensen. Ook een andere kerk die we onderweg zien. Er is werkelijk geen auto op de weg. In de 55 kilometer die we rijden, zien we vier auto's. Het schijnt gebruikelijk te zijn om na de kerkdienst met de hele familie te eten en rond te hangen. Het is overal uitgestorven.
De weg is prachtig. Veel kleurige planten in de berm, daarachter palmbomen en dan de blauwgroene zee. Een plaatje.
Het is druk bij de Salelologa Ferry Wharf. Anderhalf uur van te voren zitten er al heel wat mensen te wachten. Ze worden met bussen tegelijk aangevoerd. Veel mannen met tatoeages op armen en soms benen, vrouwen alleen op de benen. Veel mannen dragen ook halskettingen.
De boot gaat om 14:00 uur en om 12:45 uur gaat het kaartloket open waar meteen een hele rij ontstaat. Wij hebben gelukkig al kaartjes. Het is dit keer de grote ferry. We staan als zesde in de rij, maar op een manier die ons ontgaat, staan we ineens vooraan bij het oprijden van de boot. En dan zijn we er straks als eerste af.
Stipt op tijd vertrekken we. En stipt op tijd komt hij op Upolu aan na vijf kwartier. En we rijden er als eerste af. Net voor alle los lopende mensen, die daardoor de boel ophouden.
Het is nog 35 kilometer rijden nar Apia. De meeste auto’s rijden met een slakkengangetje. Die halen misschien net de 40 km/uur. Sjonge jonge, dat schiet niet op. Zouden het zondagsrijders zijn?
We zitten in een gezellig hotel, Amanaki Hotel. Het bier is hier goedkoop. Een tapbier kost slechts WST 5, € 1,75. Een glas, dat evenveel bier bevat als een flesje is even duur. Nergens heeft men bierviltjes en worden servetjes gebruikt.
De vrouwen zijn zó dik. Veel mannen ook. Niet alle mannen, wel alle vrouwen, en ook veel kinderen. Mijn hemel, wat moet dat later worden.
De mensen eten heel vroeg. 17:15 uur. Een vrouw betaalt met een soort checks, zoals wij vroeger ook hadden; zo een met een souche.
Op de kamer staat dat restaurant en bar op zondag sluiten om 12: 00 uur. Dat blijkt alleen voor de lunch. Daarna gaat het weer open. Het is er druk met plaatselijke bevolking. Bij het inchecken hebben we auto op de gastenparkeerplaats gezet. Dat moet eigenlijk op de eigen plaats achter het gebouw. Dat doen we dan maar. Er is verder helemaal niemand. Maar het wordt steeds drukker, veel auto's, taxi's. Veel mensen met kinderen. Veel blanken, Australiërs. Veel gereserveerde tafels. Lekkere muziek, niet te hard. Een ober heeft een echt Kim Jong-un-kapsel.
Er zit een familie, de vrouw drinkt wijn, de kinderen fris, de man bier, die neemt daarna een glas wijn én een biertje. Twee mannen bestellen telkens vier biertjes. Later drie bier en een glas rode wijn. Na het eten gaan ze weer verder met vier bier. Er is geen happy hour. Een stel bestelt een tafel voor zes. Zij bestellen drank en eten. Als de andere vier arriveren, hebben zij met z’n tweeën al gegeten, terwijl de rest nog moet beginnen. Gezellig.
De ‘vier bier' bestellen nog vier bier met z’n tweeën. Iedereen neemt het overgebleven eten in een doggybag mee naar huis. Een stel bestelt gewoon twee dozen doggybags. Zij is zó dik. Zodra de dozen komen, begint zij er uit te vreten. Zodra de man betaald heeft, verdwijnen ze met de auto.
Wij zitten iedereen te bekijken en hebben heel wat commentaar. We vragen ons af wat de mensen van ons denken.
De ‘vier bier' bestellen weer vier bier. Nou kunnen wij aardig wat verstouwen, naar zíj……..
Het is zo druk. De tafels wisselen continue van gasten, maar wij blijven de hele avond zitten.
De ‘vier bier' bestellen twee bier. Het moet niet gekker worden.
De ober geeft Martijn een handje, Lia niet.
We zetten de airco op 27° voor ‘s nachts. Kun je je dat voor voorstellen, 27° ‘s nachts? En Lia slaapt nog onder een dekentje.
Maandag 10 juli Upolu, Apia
Bij onze kamer hebben een lekker balkon, waar na tienen de zon weg is en er een heerlijk zeebriesje waait. Tussen ons en de zee ligt een zwembad. Het is warm vandaag.
’s Middags lopen we de plaats in. Een stad kunnen we het niet noemen. We lopen langs zee, zien de vele prachtig gekleurde bussen, waarvan er geen twee hetzelfde zijn. Sommige draaien keiharde muziek. Het is, dat er geen ruiten in zitten…. Verder is er de markt, een oud houten gebouw, een kerk. Nog wat winkels en dat is het dan. We kopen een kleine tube lijm om Martijn’s slippers te plakken. Van allebei hebben de zolen op hetzelfde moment los gelaten. Het schept geen gat in onze begroting: WST 1, € 0,35.
En o wat zijn de mensen hier dik. Gewone dikke, slechts één heel erge dikke.
Via onze telefoon kunnen via dataroaming geen internet krijgen in heel Samoa. Wel in Fiji. Lokaal kan wel wat geregeld worden.
Veel vrouwen en mannen dragen een bloem in het haar.
Dinsdag 11 juli Naar Nadi (Fiji)
Na het ontbijt rijden we naar het vliegveld voor de vlucht terug naar Fiji. De automobilisten blijken ook op dinsdag zo langzaam te rijden. Op wegen waar je bij ons 80 km/u zou mogen, rijden sommige niet harder dan 35 km/u.
Dichtbij het vliegveld hebben we een tankstation gezien. We gooien de tank vol en moeten contant betalen. We komen WST 2 tekort en geven een briefje van 5 FJD erbij. Dat vinden ze goed.
Er wacht een meneer van het autoverhuurbedrijf op ons, die onze auto inneemt en dan kunnen we inchecken. Er is nergens een wachtrij en zo zitten we binnen de kortste keren in de wachtruimte. Er vertrekken vanaf dit vliegveld vandaag drie vluchten.
Er is een vertraging van twee uur. Maakt ons niet veel uit. We hebben geen echte plannen voor vanmiddag.
We zetten de klok een uur terug. Tijdsverschil met Nederland is tien uur.
Het verkeer rijdt hier op Fiji een stuk sneller en onvoorzichtiger.
We zitten weer in het Mercure Hotel.
Lia is lichtelijk verkouden. Dat komt waarschijnlijk door de airco. Als er zowel airco als een fan is, geven wij aan die laatste de voorkeur. Maar die is er niet altijd.
We halen de achtergelaten tas op, halen er spullen uit en stoppen er andere in, die we in Vanuatu niet nodig zullen hebben.
Omdat er niemand in de bar is, lopen we de straat op waar we een paar cafés hebben gezien. Eentje ziet er nogal bruin uit en daar drinken we een biertje. Kost hier FJD 5, in het hotel FJD 8,5. Daarna gaan we BBQ-en bij de Koreaan. Altijd lekker. Dat kost FJD 70 incl. 1 bier pp.
We zijn zeven weken in de Pacific geweest (zonder de vluchten van en naar Fiji). In Fiji hebben we één stel Nederlanders gezien. In Samoa, Vanuatu en Tonga helemaal geen. Een unicum volgens ons. Vanaf Fiji gaan we naar de hoofdbestemming van onze reis, Vanuatu. Zie hiervoor het reisverslag Vanuatu.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Dit was een door Pacific Island Travel georganiseerde reis.