Vrijdag 31 januariNaar Fox Glacier
Langs de Pororari-rivier maken we een wandeling van twee uur. We lopen door een zeer dicht bos met boomvarens, nikau-palmen, paddenstoelen, rotsen. En kleine steekbeestjes. Zolang we lopen, hebben we daar geen last van, maar zodra we stil staan, vallen ze aan. Het water van de rivier is zeer groen en erg helder. Een mooie tocht. Op het eind komen we bij een swingbrug, die er erg stevig uitziet, maar toch behoorlijk wiebelt als je er op loopt.
Het is bijna hoogtij en daarom gaan we nu naar de Pancake Rocks & The Blowholes. Bij laag water is er niet veel meer te zien dan de zee en de rotsen. De zee heeft door de golven gaten gemaakt in de rotsen. Bij vloed wordt door de hoge golven de lucht met een deel van het water door een soort schoorsteen naar boven geblazen. We moeten even wachten op een goede golf, maar dan spuit het water ook meters hoog de lucht in. Indrukwekkend. Moeder natuur is hier duidelijk de baas.De onregelmatige kloven en richels zijn van kalksteen en deze zijn gescheiden door zachtere, dunne, modderrijke lagen. Door erosie van water, wind en zout zien de rotsen er hier uit als grote stapels pannenkoeken.
We drinken koffie in het nabij gelegen café en hadden beter de informatie uit de Lonely Planet kunnen volgen en hadden hier niet moeten komen. De eerste kop geven we terug: we hebben koffie besteld en geen slootwater. De tweede is niet veel beter en we laten de helft staan.
Op weg naar Fox Glacier zien we regelmatig een waas over de weg liggen. We rijden pal langs de oceaan en de grote golven slaan tegen rotsen, waardoor er een soort mist over de weg komt te liggen.
Verschillende keren zien we borden langs de kant van de weg met de mededeling, dat de weg naar Haast, een stuk verder naar het zuiden, open is, maar alleen tussen 07:00 en 18:00 uur.
In Franz Joseph doen we boodschappen, want we weten niet wat er in Fox Glacier is. Dat blijkt later mee te vallen. Er is een supermarkt met een ATM. Daar kun je echter maximaal NZD 200 pinnen en dan moet je daar ook nog NZD 2,80 voor betalen.
Wederom een lekker ruim appartement. Het hele dorp bestaat uit twee straten met toch wel een stuk of vijf, zes restaurants. Het ziet er gezellig uit.
We kijken naar de aangeboden excursies en laten ze voor wat ze zijn. Hartstikke duur. Zo moet je € 100 p.p. betalen om vier uur op de gletsjer te mogen lopen.
Er zijn hier opvallend veel Chinezen (dat denken we tenminste; het zouden ook Koreanen kunnen zijn). In restaurants drinken de meeste alleen maar water, dat je hier altijd gratis krijgt. Alle andere mensen nemen altijd een ander drankje er bij.
Zaterdag 1 februariFox Glacier
Het ziet er druilerig uit met lage bewolking. Maar het is droog. We rijden naar de parkeerplaats voor een korte wandeling naar de gletsjer. Het is maar twee kilometer verderop, maar hier schijnt de zon. In de bergen weet je het maar nooit. Een vrij grote gletsjer, die elke dag een halve meter opschuift. De bergen er boven worden langzaam maar zeker helder en daar verdwijnen de wolken. De toppen van de hoge bergen in de omgeving zijn niet zichtbaar. Er zijn heel wat groepen wandelaars op het ijs. Met grote pikhouwelen worden trappen gemaakt. We blijven een poos kijken en rijden naar een volgend uitzichtpunt. Daar zien we wel besneeuwde bergen achter de gletsjer liggen. Heel mooi.
's Middags rijden we naar Lake Matheson voor een overzicht over Mount Cook en Mount Tasman, maar er is helemaal niets te zien. Alleen maar wolken. Een andere uitzichtpunt laten we daarom maar voor wat het is.
Zondag 2 februariNaar Queenstown
Het is helemaal helder en het zal een stralende dag worden. De mooiste dag tot nu toe in Nieuw-Zeeland.
We rijden eerst een stukje naar het westen voor een mooi uitzicht op Mount Cook en Mount Tasman, die er helemaal wolkeloos bij liggen. Prachtig.
Daarna gaan we naar het zuiden, naar Queenstown. Het eerste stuk gaat langs de kust naar het plaatsje Haast. Volgens de boeken was Haast een Europese ontdekkingsreiziger. Drie maal raden waar de naam Haast vandaan komt...
Even ten noorden daarvan ligt Knight's Point. Volgens alle informatie die we hebben, een niet te missen uitzichtpunt. We kijken elkaar aan en vragen ons beide af wat hier nou de moeite waard is. Wel een mooie kustlijn, maar die hebben we hier al zoveel gezien. Niets bijzonders.
Daarna gaan we meer het binnenland in en rijden over de snelweg naar de Haastpas. We zien veel bergen; de ene groen, de volgende kaal en weer de volgende met een sneeuwtop. We volgen de rivier en zien in de weiden op de bergen overal schapen. De weg blijkt 's nachts afgesloten, omdat er ergens een stuk berg naar beneden is gekomen. Het meeste puin is naar de bermen geschoven, maar 's nachts ruimen ze de weg helemaal schoon. De enige andere manier om in Queenstown te komen, is ongeveer zeshonderd kilometer om te rijden. Dus is het wel prettig, dat overal aangekondigd staat, of de wegen wel of niet open zijn.
Het is een mooie route. We rijden langs verschillende meren en de bergen op de achtergrond zijn prachtig.
De Haastpas is wel 560 meter hoog. En dat staat overal vol trots aangegeven. Waar gaat het om?
In Wanaka stappen we uit en gaan de stad (oftewel het grote dorp) verkennen. We drinken koffie en overal is het gezellig druk. Het is geweldig weer en aan de oever van het meer liggen veel mensen in het gras te zonnen. Wij kijken wel uit. Het mag dan wel maar een graad of 21, 22 zijn, maar de zon steekt enorm. Wij smeren ons in en dragen petten met kleppen. We rijden een stukje verder langs het meer voor een uitzichtpunt op Mount Aspiring, 's winters een geliefd skioord. We zien de besneeuwde toppen heel mooi liggen aan de overkant van het meer. We blijven een hele tijd zitten en eten een broodje. Er komen wat meer wolken en we zijn bang dat het steeds verder dicht zal trekken.
Daarna rijden we naar Queenstown over een secundaire weg. Op de eerste plaats is deze een stuk korter en bovendien gaat hij door de bergen wat ons waarschijnlijk een mooi uitzicht oplevert. Deze weg heet gewoon 'weg' en geen 'pas', maar is wel 1076 meter hoog. Waarom heet het hier dan geen pas? We hebben geweldig uitzicht over de plaats en de omliggende landbouwgronden. De lucht is helemaal opgeklaard en we zien geen enkele wolk meer. We zeggen regelmatig tegen elkaar: wat een prachtig weer.
In Queenstown checken we eerst in in het motel, dat dicht bij het centrum ligt. Via een klein wandelpad zijn we daar binnen vijf minuten. Het is nog steeds zonnig en het is steeds warmer geworden en er is geen wind. Overal zien we terrasjes vol met drinkende mensen. Het is perfect weer. Bij de haven ligt een stuk strand vol met zonaanbiddende mensen. We slenteren door de straten, doen inkopen voor het ontbijt en belanden dan op het terras van The Pig & Whistle. In Rotorua hebben ze ook een kroeg met zo'n naam en daar was het ons goed bevallen. We zitten buiten op het terras in de schaduw en bestellen een jug. Die is in de aanbieding, maar alleen van één soort tabbier. Dan bestellen we die toch. Het scheelt de helft met de andere bieren en het smaakt prima. Het kost wel enige moeite, want de barman spreekt een soort koeterwaals van voor Engels door moet gaan, maar wat wij niet verstaan; ook niet bij herhaling.Er treedt een bandje op en het valt ons op, dat als er een bandje is, die altijd muziek van ónze generatie speelt. Dus de Eagles, Pink Floyd, Beatles en dat soort muziek. Wij vinden dat wel gezellig. Zowat iedereen trouwens, want iedereen zingt uit volle borst mee.
Bij de verkenning van de plaats hebben we een Koreaan ontdekt en daar gaan we eten. We zijn laat (half acht) en alle tafels zijn óf bezet óf staan vol met gebruikt serviesgoed. Ze zijn blijkbaar niet goed in het afruimen van tafels, want er is geen plaats vrij en het duurt twintig minuten voordat we een tafel zouden kunnen krijgen, zeggen ze. We ontdekken buiten op het terras drie tafels waarvan er een leeg en niet gebruikt is en gaan daar zitten. We zijn de enige niet-Koreanen hier en dat vinden ze wel leuk. We eten in het buitenland altijd zoveel mogelijk buitenlands, maar de Koreanen doen dat niet. Als we vertellen, dat we uit Nederland komen, vertellen zij, dat Hiddink nog altijd een held is daarginds.
We eten ook buiten zoals onze bedoeling was; de Koreanen houden daar blijkbaar niet van. We nemen een middelhete vispot. Lekker, maar met iets te veel graten naar onze zin.
Bij het motel zitten we lekker buiten op ons terras met een glaasje wijn. Het is ondertussen half tien geweest en het is nog steeds licht en lekker weer.