Nieuw-Zeeland

11 januari t/m 11 februari 2014

In NIEUW-ZEELAND vind je rokende vulkanen, pruttelende modderpotjes, gletsjers, regenwouden en hooggebergtes, imposante fjorden en diverse stranden. Er wonen tachtig miljoen schapen en ongeveer vier miljoen mensen op een oppervlakte van zeven keer Nederland. Dat is Nieuw-Zeeland in een notendop. Nieuw-Zeelanders noemen zichzelf Kiwi’s en zijn een vriendelijk en ontspannen volk. De oorspronkelijke bewoners, de Maori, noemen dit paradijs in de Stille Oceaan Aotearoa, het land van de langgerekte witte wolk. De Maori zijn trots op hun land en gelukkig is er veel cultuur bewaard gebleven. “Kapa o Pango kia whakawhenua au i ahau!” is een zin uit de krachtige haka die de rugbyspelers van de All Blacks opvoeren voor een wedstrijd. Het betekent ‘laten we één worden met het land’.
Nieuw-Zeeland behoort tot het Britse Gemenebest.

Schaap, Nieuw-Zeeland

Route in Nieuw Zeeland

Zaterdag 11 januariNaar Auckland

Hiervoor hebben we een unieke bootreis naar Indonesië, waar we Papoea en de Molukken hebben bezocht. Omdat we twee weken te kort vinden voor zo’n lange vliegreis reizen we door naar Down Under. Eerst naar Australië: Red Centre, over land van Sydney naar Melbourne en vervolgens door naar Tasmanië. En omdat we toch in de ‘buurt’ zitten, ook meteen maar naar Nieuw-Zeeland.
In totaal zijn we drie maanden onderweg.Vanuit Australië landen we tegen achten 's avonds in Auckland op het noordereiland. We zetten onze horloges weer twee uur vooruit, zodat we nu twaalf uur later leven dan in Nederland. Onze rugzakken zijn er snel, we pinnen geld en kopen een kaartje voor de bus naar het centrum. Dat is allemaal goed geregeld en we zijn snel in de stad. We hoeven maar een paar minuutjes te lopen voor ons hotel, Quai West. We krijgen een luxe appartement met een aparte slaapkamer op de 23e verdieping en een groot terras met uitzicht over (een deel van) de haven en de stad. Ook hier staat een wasmachine en droger. Mooi.
We lopen richting haven op zoek naar wat te eten en te drinken. We vinden verschillende tenten die er heel leuk uitzien, maar waar de muziek zo hard staat, dat we elkaar op straat al niet meer kunnen verstaan. Hier willen we niet in. We worden oud... We kopen in een supermarkt maar wat Steinlager, Nieuw-Zeelands bier, en nootjes en gaan lekker op ons terras zitten.

Zondag 12 januariAuckland

Auckland, Nieuw-ZeelandWe dwalen door de stad. 's Middags zijn er veel winkels open en zijn er veel mensen op straat. De Skytower is met z'n 328 meter een echte blikvanger. We zien hier heel wat mensen vanaf skydiven. Zij liever dan wij. De haven is ook een gezellige buurt, maar verder is er hier in het centrum niet zoveel te zien. Niets speciaals tenminste.
We worden achtervolgd door de See Princes, een enorm cruiseschip. Eerst zagen we haar in Sydney, toen in Hobart en nu ligt ze in Auckland.
Occidental is een Belgisch café en ze hebben bieren op de tap: Jupiler, Hoegaarden. Leffe, Bellevue Kriek en Stella Artois. Daarnaast een keur van allerlei bekende en minder bekende bieren uit België. Tripel karmeliet is het bier van de week. We eten mosselen (bijzonder grote) met blauwe kaas (weer eens wat anders) en spareribs (ook bijzonder grote). Allebei erg lekker.

Maandag 13 januariNaar Paihia – Bay of Islands

We lopen de kilometer naar Apex waar we een auto hebben gehuurd. We konden kiezen uit een bekende organisatie als Hertz of Europcar, maar dan moeten we de auto in Wellington inleveren, € 35 parkeerkosten betalen en in Picton op het zuidereiland een andere auto huren. We hebben gekozen voor een plaatselijke verhuurder, want die auto mag je mee op de boot van noord naar zuid nemen. Wel zo handig.
Eerst gaan we naar het noorden, naar Paihia, dat aan de Bay of Islands ligt. We rijden over een vrij drukke weg, maar hebben weinig keus. Er zijn niet zoveel wegen hier. Paihia is een klein dorpje waar we een appartement in Motel Austria hebben gehuurd. Dicht bij het centrum, ruim, schoon, terrasje. Wat wil je nog meer. Overal waar we komen, wil men ons melk geven. Melk voor de koffie of thee? En altijd weigeren we die. En altijd zijn ze erg verbaasd, dat we die niet willen.
Het is lekker zonnig en een graad of 27. Dit is het subtropische deel van Nieuw-Zeeland. In de zomer (december-januari) tenminste. Wij vinden het heerlijk. Lekker die zon, maar het is ook even wennen. We gaan een boottocht regelen voor morgen. Vanuit het motel hebben we kortingsbonnen gekregen en dat is natuurlijk mooi meegenomen. Bij het boekingskantoor schat men ons in voor een tochtje met een motorboot. Maar dat willen we niet. We willen zeilen (of meezeilen in dit geval). Kan ook. Voor een dagtocht van zeven uur betalen we NZD 110 minus 10% korting. Dat gaan we morgen doen. Bij het boekingskantoor krijgen we een kortingsbon voor een restaurant. Volgens ons regelen allerlei vriendjes iets onder elkaar.
Bij een restaurant/bar aan zee gaan we wat drinken. We beginnen met een Monteith's: ooit van gehoord? Het is Nieuw-Zeelands bier van de tap en smaakt goed. Omdat Heineken goedkoper is (jaha, wij zijn echte Nederlanders) gaan we daartoe over. We zitten gezellig aan het water en zien allerlei boten binnenkomen. Ook vliegen speedbootjes over het water met daarachter mensen op hun knieën zo'n plankje. Bij elke bocht liggen ze in het water.
We eten bij Waterfront (die van de korting) en wat hebben ze daar: Grolsch op de tap. Het moet niet gekker worden! Er liggen overal dekens voor als het koud wordt, maar die hebben we vandaag niet nodig. We eten o.a. groenlipmosselen, van die zwarte net als bij ons, maar dan drie keer zo groot en de bovenrand heeft een, hoe kan het ook anders, groene rand, Lekker.
Boot, Nieuw-ZeelandOok hier in Nieuw-Zeeland hebben ze dikke mensen. Het lijken er wel een stuk minder dan in Australië, maar toch. Erg dikke mensen zien we ook. En ook heel veel mensen met heel veel tatoeages. Het ziet er niet uit. Niet een leuke, kleine tekening, maar hele armen en benen vol met gekleurde tatoeages. Brrr.

Dinsdag 14 januariPaihia – Bay of Islands

Een dagje zeilen. 's Morgens is het bewolkt, 's middags zonnig. Misschien maar goed ook, die bewolking, want als je niet heel veel smeert, verbrand je levend.
Eerst gaan we met een kleine gele motorboot naar de andere kant van de baai, naar Russell. Het zeilschip heeft vierenhalve meter diepgang en kan in Paihia niet in de haven. Het is een grote boot met drie man personeel. Het is de bedoeling, dat je een handje mee helpt, maar Lia heeft daar helemaal geen zin in en weet zich de hele dag te drukken. Veel hoeft er niet te gebeuren, maar soms moeten de zeilen gehesen of gestreken en er wordt regelmatig overstag gegaan. Er zijn twee Japanse meisjes aan boord, die nooit gezeild hebben. Zodra de boot een beetje scheef in het water komt te liggen, klampen ze zich wanhopig aan alles en iedereen vast. Maar het moet gezegd: ze wennen snel. Als er 's middags meer wind staat en we zo schuin gaan, dat er water over het dekt loopt, weten ze zich goed te redden en kunnen ze er zelfs om lachen.
Tussen de middag liggen we in een baai waar we lunchen. We krijgen donkerbruin en wit brood, pastasalade, een groene salade, gerookte kip, rollade en ham. Het smaakt allemaal goed. Met de bijboot worden mensen naar de kant gebracht, waar ze een stukje kunnen lopen. Ook zijn er twee kajaks die gebruikt worden.
Dolfijnen, Nieuw-Zeeland;'s Middags wordt er weer gezeild. We zien regelmatig dolfijnen en nu komen ze wel heel dicht bij de boot. Ze zwemmen er pal langs en springen door de golven. Ze komen net niet aan boord, maar als je je hand uit zou steken, zou je ze aan kunnen raken. Iets verderop springen ze hoog uit de golven. Prachtig. Ook een paar kleine pinguïns komen even kijken.
Een van de bemanningsleden voert in de haven van Russell bij terugkomst een echte Haka-dans van de Maori uit. Geweldig!
Je wordt dorstig van zo'n dag op het water en het vochtpeil moet worden aangevuld. Bij het biertappen wordt zowel in Australië als hier erg veel verspild. Ze vullen de glazen met maar heel weinig schuim en dat gaat ze niet zo goed af. Soms gooien ze meer weg, dan dat er echt in het glas terecht komt.
De Nieuw-Zeelandse wijn is erg duur. De overheid heft daar zoveel belasting over, dat flessen die je bij ons ook ziet, hier vier keer zo duur zijn.

Woensdag 15 januariNaar Omapere

Omapere, Nieuw-ZeelandWe moeten vandaag naar Omapere en dat is slechts een kleine honderd kilometer rijden. We maken er een langere tocht van door een stuk langs het noorden te rijden. We pakken een kleine weg die langs de kust ligt. Telkens rijden we tweehonderd meter omhoog, dan weer tweehonderd meter omlaag. Boven hebben we prachtig zicht. Aan de ene kant de groene heuvels en aan de andere kant de zee met z'n prachtige kleur en z'n vele eilandjes. We komen bij leuke kleine pittoreske baaien als Wainui en Tauranga. Overal staan bloemen in bloei en we zien een ijsvogel die een krekel gevangen heeft en tal van zwartblauwe fazantjes, soms met kleintjes.
Bij Ahipara willen we koffie drinken. Het is een plaatsje met zandduinen en hoge golven. Maar geen koffietentjes. Dan rijden we maar meteen door naar de ferry van Kohukohu naar Rawene. Die gaat elke uur en doet er een kwartier over. Het scheelt een heel stuk omrijden.
In Omapere hebben we een huisje, waar ze onze spullen neer zetten, ons omkleden en meteen naar het zwembad gaan. De zee ligt vijftien meter verderop en ziet er koud en niet helemaal helder uit. Het is een baai en aan de overkant liggen zandduinen. Een klein stukje verderop zien we de golven van de zee. Het zwembad is lekker. We blijven een half uurtje in de zon liggen: een kwartier op de rug en een kwartier op de buik. In deze zon hier moet je dat niet langer doen.
's Avonds eten we heerlijke zalm. Alles is erg mooi opgemaakt met veel oog voor detail. Lekker.


Donderdag 16 januariNaar Bycroft

We rijden langs de kust naar het zuiden en komen door het Waipoua-bos. In het bos staan Kauri-bomen die alleen in Nieuw-Zeeland voorkomen. Ze kunnen tientallen meters hoog worden en zijn pas na 800 jaar volgroeid. Ze hebben grote dikke kale stammen met een dik bladerdek bovenin. Als je er eenmaal eentje hebt gezien, herken je ze overal. Door grootschalige houtkap is het grootste gedeelte verdwenen. De grootste levende kauri-boom heet Tane Mahuta, is 51,5 meter hoog en heeft een enorme omtrek. Deze wordt geschat tussen de 1250 en 2500 jaar oud te zijn. In de top zien we veel gekleurde parkietjes.
We maken een wandeling bij Trouson Kauri-park waar heel veel van die grote bomen staan. Het park staat bekend om de kiwi's die er leven, maar we zien er geen. Ze worden slechts zelden waargenomen.
Nieuw-Zeeland wordt door de Maori Aotearoa genoemd. Veel plaatsnamen hebben de oude Maori-namen. Lastige namen die niet uit te spreken zijn, laat staan om te onthouden. Wat denk je van Maungaturoto, Waiotemarama, Waipapakauri, Kaiaua. Het toppunt is vermeld in het Guinness Book of Records: Tetaumatawhakatangihangakoauaotamateaurehaeaturipukapihimaungahoronukupokaiwhenuaakitanatahu (vaak afgekort tot Taumata).
Het landschap is heuvelachtig en erg groen, allemaal dicht bos, bloemen in allerlei kleuren langs de kant. Regelmatig zien we ijsvogels en soms een roofvogel hoog in de lucht.
Kauri, Nieuw-ZeelandNa Dargaville wordt het land vlakker en zijn er meer landbouwakkers. Bij Tauhoa is een mooi uitzichtpunt waar we een stuk van de zee kunnen zien. Tot nu toe reden we op kleinere wegen, maar voor het laatste stuk naar Bycroft nemen we de snelweg die dwars door Auckland heen loopt. Deze is minder bochtig, een stuk korter, je mag er harder rijden en dus gaat het allemaal wat sneller.
Het B&B is wat lastig om te vinden, doordat het ver uit het genoemde dorp ligt. Maar met de GPS lukt het toch aardig. Er zijn slechts twee kamers, beide met uitzicht op weilanden met paarden, alpaca's en konijnen. Eén dood konijn waar een roofvogel op af komt. We hebben een zitje buiten en dat ligt uit de (frisse en harde) wind. Daardoor zitten we er een poosje heel aangenaam. We eten de hapjes die we gekocht hebben in Amehula, o nee, Pakakura heet het. Al die namen lijken ook zoveel op elkaar. In de winkel kun je 'losse' enorm grote groenlipmosselen kopen, die automatisch met water worden besprenkeld om ze nat te houden. Ze kosten slechts € 2 de kilo.
We spreken een paar mensen die eerst het zuidereiland hebben bezocht. Zij hebben heel veel regen gehad.

Vrijdag 17 januariNaar Coromandel

Mount Paku bij Tairua, Nieuw-ZeelandHet doel van vandaag is het Coromandel-schiereiland, dat ten oosten van Auckland ligt. De dag begint met regen, maar volgens de mevrouw van het B&B zal het snel opklaren en wordt het een mooie zonnige dag. Ze krijgt gelijk.
We zoeken in de Lonely Planet naar een paar mooie plekjes onderweg en komen terecht bij Mount Paku aan de oostkust van het schiereiland. Een losse heuvel aan de kust die we voor het grootste deel met de auto op kunnen rijden. Het laatste stuk lopen we voor een uitzicht van 360 graden. Schitterend blauw water waar je mooi kunt zien, waar het ondiep is. En dat is een heel groot stuk. De boten die er zijn, liggen allemaal in de diepe vaargeul, een eind van de kant af.
Bij de Hot Water Beach is het echt lachen. Op een klein deel van het strand drommen mensen samen, heel veel met een (gehuurde) schop. Ze graven kuilen (het zijn net Duitsers) en gaan daar in liggen. Het schijnt dat er warm water uit de grond komt. We voelen even aan het water in zo'n kuil, maar het water is niet warm. Misschien moet je echt diep graven. Het ziet er niet uit. Het hele strand bijna verlaten en al die mensen op een drommetje.
Bij de Cathedral Cave is zo weinig parkeerplaats, dat buiten Hemei een weiland is ingericht als parkeerplaats. Een bus pendelt je voor NZD 3 heen en weer. Dan moeten we een half uur lopen, omhoog en omlaag en dan weer omhoog en weer omlaag, om op het strand te komen. In het Maori heet deze plaats Te Whanganui-A-Hei, maar dat kan niemand onthouden. Bij het strand is een witte rots zo uitgesleten, dat er een enorme doorgang is ontstaan. Daardoor zie je de blauwgroene zee. En als je iets verder doorloopt, zie je een eenzame grote rots staan, bekend als Te Hoho. Zeker het uurtje lopen waard. Maar je moet wel zon hebben. Als het grauw en grijs is of als het regent, is er niet veel aan.
Cathedrale cave in Hoho, Nieuw-ZeelandHet laatste stuk naar Coromandel-dorp nemen we de kortste weg. Een witte weg op de kaart, maar die hebben we wel eerder gehad en bleken telkens goede asfaltwegen. Deze begint ook goed, maar later wordt het een gravelweg. Goed te bereiden trouwens en we steken zo vijfentwintig kilometer af. Het is er niet druk, maar de auto's die er rijden, scheuren er aardig op los. Niet zo handig, want de weg is niet breed en we moeten een paar keer goed in de remmen.
In Coromandel zitten we midden in het dorp in een mooi appartement met aparte slaapkamer. We dwalen door de hoofdstraat (een groot woord) en gaan op zoek naar eten en drinken. We proberen verschillende cafés uit die allemaal heel veel bieren op de tab hebben. Bij het eten drinken we een fles wijn. Door de vrij harde wind is het te fris om buiten te zitten. Zelfs in de zon is het niet lekker.

Zaterdag 18 januariCoromandel

We willen als ontbijt wel eens wat anders dan van dat slappe witte brood (gelukkig hebben ze overal een toaster), salami en plakjes kaas. De supermarkt zit naast het appartement en we komen terug met, jawel, slap brood, salami en kaas. Iets anders hebben ze niet.
Via Colville, Wakawau en Kennedy Bay maken een tochtje door het noord van het schiereiland. Het is weer zonnig en we zien veel vergezichten. Zoals bijna elke dag roepen we wel een paar keer 'prachtig' en 'oh wat mooi'. Ja, Nieuw-Zeeland is een prachtig land.
Bij Corromandel maken we een wandeling van anderhalf uur met, alweer, prachtige uitkijken. Als we terugkomen, staat de hele hoofdstraat vol met geparkeerde motoren. En er komen er steeds meer aan. We schatten dat het er een stuk of honderdvijftig zijn. En dat voor zo'n klein dorp. Een man loopt rond met pionnen om, zodra een auto wegrijdt, de plaats te reserveren voor al die motoren. Er zitten heel wat mooie Harley's tussen.
Vandaag weinig wind, maar we gaan toch binnen zitten. De rekening noemen ze hier de cheque.
Er zijn hier in Nieuw-Zeeland wel wat dingen die ons opvallen. Men spreekt vrij fatsoenlijk en verstaanbaar Engels, niet zo knauwerig als de Australiërs. De plaatsnamen en dorpen doen minder Brits aan. Bij de lunch wordt ook hier uitgebreid gegeten en we zien ook hier dikke mensen. Die lunches helpen daar ook niet bij.
Long blacks (zwarte koffie) krijg je vaak met een kannetje heet water, zodat je die naar believen wat minder sterk kunt maken.

Zondag 19 januariNaar Rotorua

Alweer een zonnige dag. We rijden een stuk naar het zuiden, naar Rotorua in de provincie Bay Of Plenty.
Om 10:30 (!) uur krijgen we alcoholcontrole. Het zal wel nodig zijn, denken we dan.
Het eerste stuk rijden we langs zee over een erg bochtige weg. Altijd mooi. Langs de kant staat een rijtje lage huisjes van één laag. En die noemen ze hier flats. Heel wat logischer dan onze flats.
In Matamata is een filmset waar The Lord Of The Rings en The Hobbit zijn opgenomen. Om daar een kijkje te nemen, moet je € 200 p.p. neertellen. We geloven het wel.
Rotorua is het vulkanische hart van Nieuw-Zeeland. We ruiken overal, soms meer, soms minder, de hier altijd aanwezige zwavelgeur.
In Rotorua zitten we aan het meer langs een groot grasveld. Daar staan allerlei kraampjes en speeltoestellen voor de kinderen. Het is een soort braderie. Voordat we daar gaan kijken, zetten we de wijn in de koelkast: first things first! Daarna lopen we een rondje en aan het uiteinde staan een heleboel oude auto's. De oudste uit 1905 en heel veel komen er uit Engeland. Een geweldige grijze jaguar heeft mijn voorkeur. De knalrode mini uit 1980 (vrij nieuw dus) is erg grappig. Hij heeft een klein open aanhangwagentje waar een bankje in zit, waar twee mensen in de buitenlucht kunnen zitten.
We lopen het centrum in en zien overal terrasjes. Er wordt muziek gespeeld en het ziet er gezellig uit. Er zijn tal van eet- en drinkgelegenheden.
Modderpotje, Nieuw-ZeelandWe maken een kleine wandeling naar de rand van de plaats waar wat modderpotjes liggen. Ze zijn niet groot en grijs. Het borrelt een beetje. Niet heel bijzonder.
Er liggen meerdere geisers en grotere gebieden met modderpotjes in de omgeving. Je moet overal flink betalen. Voor iedere geiser apart. Ongeveer € 25 per keer. Sommige kun je alleen boeken in combinatie met een cultureel praatje en dan ben je al snel € 75 kwijt. Het moet niet gekker worden. Het wordt hier enorm commercieel uitgebuit. Je kunt het ook overdrijven.
We eten 's avonds bij Pig & Whistle, dat in het oude politiebureau is gehuisvest. In een grote tent kun je buiten zitten. Het is er gezellig en we blijven hangen voor het eten. De porties zijn hier zo groot, dat we heel wat mensen foto's daarvan zien maken.

Maandag 20 januariRotorua

Het regent. We hoeven nu niet naar het groene en het blauwe meer, want die zien er met dit weer allebei grijs uit. We proberen even een stukje met de auto te toeren, maar alles ziet er troosteloos uit. Dit heeft geen enkele zin. We gaan terug, doen boodschappen in een supermarkt en wachten tot het droog wordt. Gelukkig is het een enorme supermarkt met ruime sortering knapperig brood, lekkere hele dikke plakken verse ham, yoghurt, appeltjes. Hmmm.
's Middags klaart het even op en we wandelen nogmaals naar de modderpotjes. Het ruikt er lekker en ze pruttelen goed. Overal zien we rook uit de grond komen en zien we toch wat vogels. Dus moet er vis in het water zitten. Een mooi gebied. Als we bijna terug zijn in het centrum, begint het weer te regenen. We gaan maar meteen naar het café, dezelfde als gisteren. We hebben nieuwe bonnetjes gehaald uit reclameboekjes, waarmee we een glas bier gratis krijgen. Gisteren kregen we daar een kleintje voor. Vandaag staat er een ander achter de tap en geeft ons een grote. Scheelt ons toch ZND 18. In het begin is het rustig, maar tegen etenstijd, 18:00 uur, loopt het vol. Iedereen die spareribs bestelt, bekijkt ongelovig z'n bord en begint te lachen. Het is meer dan van twee grote ribstukken bij ons.


Dinsdag 21 januariNaar Tongariro

Het regent nog steeds. Of alweer. Dat kan ook. Toch besluiten we om naar Wai-O-Tapu te gaan. Dit is een vulkanisch gebied ten zuiden van Rotorua met veel geisers, borrelende potjes, zwavelmeren en gekleurde rotsen. We rijden eerst naar de modderpoel waar overal pruttelende modder uit de plassen opborrelt. Je mag vooral niet van het pad af; het water kookt vaak.
Daarna bekijken we de Lady Knox Geiser die elke trouw om 10:15 uur begint te spuiten. Hij wordt wel wat geholpen met een zakje zeep, maar het is toch indrukwekkend. Als ze die zeep niet zouden gebruiken, zal zij ook spuiten, maar niet regelmatig. En dat is natuurlijk, commercieel gezien, niet leuk voor de toeristen.
Daarna wandelen we het merengebied rond. Er zijn drie wandelingen aangegeven, die we alle drie doen. In de regen. Jammer, maar het is niet anders. Ondanks die regen is het erg mooi. Prachtige kleuren rots (rood, geel, oranje, zwart). Tussen al die groene planten steken die mooi af. Het water is overal erg helder en borrelt op veel plaatsen. Soms grote borrels, soms kleine belletjes. Een klein deel van het water is knalrood. Heel apart. En het laatste meer is helgroen. Een hele rare lichtgevende lichtgroene kleur. Bizar.
Rode zwavel, Nieuw-ZeelandAls ze zon schijnt, ziet het er allemaal nog mooier uit.
We rijden naar Tongariro N.P., een van de eerste nationale parken ter wereld. Een groot park met drie vulkanen. Af en toe vangen we een glimp van ze op tussen de flarden mist. Op de Ruapehu ligt sneeuw.
's Middags zijn er buien. Het verschil met de regen van vanochtend is, dat het toen de hele tijd regende; nu is het soms vijf minuten droog.
Als we bij Chateau Tongariro aankomen, lijkt het alsof we gevolgd worden door een stuk of twintig Morgans. Van de lage open ouderwetse karretjes (hoewel het volgens ons allemaal nieuwe exemplaren zijn). We zagen hen al in Auckland, in Bay of Islands, in Coromandel, in Rotorua en nu hier weer. Volgens borden op hun wagens maken ze een reis door Nieuw-Zeeland. Leuk.
We checken in. Ja, in dat kasteel met ouderwetse Engelse grandeur. Er is een restaurant, maar gelukkig ook een eenvoudigere bar en restaurant, want binnen is het ons te chique.
Tussen de buien door lopen we naar het nabij gelegen Visitor's Centre om een wandeling voor morgen uit te kiezen. De weersvoorspelling is niet al te best. We zitten op ongeveer 1000 meter hoogte.
Bij een campingwinkel kopen we een brood, beleg hebben we nog, want we willen niet voor NZD 22 (€ 15) p.p. in het hotel ontbijten.

Woensdag 22 januariTongariro

We checken het plaatselijke weerbericht en vertrekken om 8:00 uur. Volgens dat bericht zou het tussen 9:00 en 10:00 regenen, tot 13:00 uur de zon schijnen en daarna weer gaan regenen. Het klopt niet erg. Het eerst uur is mooi. Wisselend bewolkt met mooie uitzichten. Soms zien we een vulkaan liggen en het chateau schittert regelmatig in de zon. Daarna is het een half uur bewolkt en de rest van de tijd is het mistig. Erg mistig en droog. Dat dan wel weer gelukkig. Maar verder geen zon gezien.
Tongariro, Nieuw-ZeelandWe wandelen naar twee meren, maar door die mist hebben we alleen het eerste, zeer blauwe, een beetje wazig in de verte zien liggen. Halverwege het tweede meer keren we om en het eerste meer is dan helemaal in de mist verdwenen. Jammer. Het had zo mooi kunnen zijn. Maar wij hebben tenminste iets gezien. Al die mensen die wij op de terugweg tegen komen, zullen helemaal niets zien.
We hebben zeventien kilometer gelopen in vierenhalf uur.
We gaan in de grote zaal van het hotel zitten in lekkere zachte leunstoelen. Overal zien we mensen high tea's bestellen. Ze krijgen een etagère met enorm veel gebak. Veel vragen na afloop een doosje om het restant mee te nemen.
Na tweeën klaart de mist zowaar wat op. Niet dan we nu de vulkanen zien, maar een paar heuvels worden zichtbaar.

Donderdag 23 januariNaar Wellington

De temperatuur ligt tegen het vriespunt, maar de zon schijnt zowaar en de top van de Ruapehu zien we mooi liggen. Er ligt wat sneeuw, maar veel is het niet. De andere vulkanen blijven in nevelen gehuld en zullen we niet te zien krijgen. Jammer.
We rijden naar Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. We dalen vrij snel af en de temperatuur loopt vrij snel op. Iedere honderd meter hoogteverschil scheelt één graad. De zon verdwijnt en het blijft droog, maar het gaat hard waaien.
De weg is erg bochtig en heuvelachtig, vooral het eerste stuk als we nog niet op de snelweg zitten. Aan beide zijden van de weg liggen uitgestrekte weilanden met bomen en schapen. Overal zien we schapen. Op een paar farms zitten enorme kuddes samengepakt in een wei. Zou het vandaag slachtdag zijn?
Schapen, Nieuw-ZeelandOp de kaart staan verschillende dorpjes aangegeven. Die stipjes zijn allemaal even graat. De ene dorp bestaat uit drie huizen en een benzinestation, het andere is een groot dorp met winkelcentrum. In Foxton wordt reclame gemaakt voor een Nederlandse markt. Er staat een echte Hollandse molen, genaamd De Molen. Hoe origineel. Binnen verkopen ze tal van typische Nederlandse producten zoals drop, speculaas, stroopwafels, lange vingers, koffiepads van AH. Wij kopen een pakje roggebrood om eens wat anders te eten dan dat slappe brood. De eigenaars komen uit Nederland en vinden het leuk om even Nederlands te praten. Ze klagen, dat het hier maar geen zomer wil worden.
Met behulp van de GPS en een kaart rijden we feilloos naar ons motel midden in de binnenstad van Wellington. Ze hebben gratis parkeerplaatsen en daarom was onze keus op hen gevallen. We sjouwen het centrum door, maar er is niet zo veel te zien. Leuk zijn de cafés met grasvelden en zitzakken buiten. Iedereen loopt met zakken te sjouwen voor een lekker plekje in de zon. Grappig.
Het Arirang-restaurant is wat wij denken dat het is: een Koreaan. Voor de broodnodige verandering gaan we hier eten. Niet zelf barbecueën, maar wel lekkere, typische Koreaanse gerechten.

Vrijdag 24 januariNaar Picton

Goed zeven uur zitten we al in de auto om naar het vertrekpunt van de ferry te gaan. Vandaag verruilen we het noorder- voor het zuidereiland. We hadden eigenlijk de ferry van 10:30 uur besproken, maar vorige maand kregen we mailtjes, dat die boot kapot was en niet meer op tijd gemaakt zou kunnen worden. We zijn naar 's morgens 08:00 uur overgeboekt en later wijzigde dat in 9:00 uur.
Het is zonnig en de wind is gaan liggen. We hebben een zeer rustige overtocht. Je kunt op de boot van alles eten en drinken. Ze komen zelfs rond met trolleys met warme scones. De hele dikke mensen nemen die bijna allemaal samen met een flinke kluit boter en een grote lepel room. Zouden ze het zelf gek vinden, dat ze dik zijn?
Marlborough, Nieuw-ZeelandVooral de aankomst bij het zuidereiland is mooi. We varen door de Marlborough Sounds, een groot fjordengebied met stranden, bossen, heuvels, inhammen. We varen eerst door Tary Channel en dan door Queen Charlotte Sound. Prachtig. In de verte zien we zelfs een besneeuwde bergtop. Na drie uur komen we in Picton aan.
Nadeel van het vroege vertrek is dat we te vroeg zijn om in het hotel in te checken. Voordeel is dat we tijd hebben om over de Queen Charlotte Drive te toeren. Een zeer bochtige smalle weg met prachtige doorkijkjes op de fjorden. Overal zien we het mooie water met de kleine witte bootjes. We rijden een stuk de Kenepura Road op en komen bij de Mahau Sound en de Kenepuru Sound. Na anderhalf uur beseffen we, dat doorrijden alleen maar meer dezelfde beelden op zullen leveren en we draaien om en rijden terug naar Picton.
Onze kamer ligt wat hoger, heeft een terras met openslaande deuren en we kijken uit op de haven. Het is nog steeds mooi weer. Lekker.

Zaterdag 25 januariNaar Kaikoura

Een hele mooie dag vandaag. Zowel wat het landschap als het weer betreft.
Ons doel is vandaag Kaikoura, dat wat meer naar het zuiden aan de oostkust ligt. We kiezen de weg langs de kust en op niet elke kaart die we hebben loopt die weg door. We zien wel. Het is een schitterende weg met uitzicht op de Marlborough Sounds, de prachtige fjorden. De weg is smal en bochtig. Op een gegeven moment houdt het asfalt op en begint de gravelroad, die goed te berijden is. Er is weinig verkeer en hetgeen wat er is, zijn auto's met een boot op de aanhangwagen die vrij hard rijden. We zien schapen, schapen en schapen. En hele mooie uitzichten op zee. Dichter bij Blenheim zien we de druivengaarden met de sneeuwbergen op de achtergrond. We zijn in het Flaxborne-district. Wij drinken altijd die witte wijn van AH (een aanrader). Als je de andere kant op kijkt, zie je de zee met de prachtig gekleurde klippen.
Zeehond, Nieuw-ZeelandBij Ohau is een uitzichtpunt met talloze zeehonden. De meeste zijn vrouwtjes, want ze hebben bijna allemaal een jong aan hun zij. Die kleintjes moeten nog goed leren zwemmen in een kleine poel.
Geweldig!
We zijn te vroeg in Kaikoura om in te checken. We rijden door naar Point Kean waar we de auto parkeren. Het is het uiterste puntje van het schiereiland waarop Kaikura ligt. Overal noemt men dit het noordelijkste punt, maar volgens ons is het het oostelijkste punt. In de zee liggen tal van rosten en daarop en in het water zitten en zwemmen zeehonden. Daartussen zitten meeuwen en sternen. Een kleine stern met gevlekte vleugels roept om eten. We maken een wandeling over de kliffen. Wat een schitterende uitzichten. Dat komt natuurlijk ook door de zon, die lekker schijnt, maar het is helemaal geweldig. Elke nieuwe baai die we zien, is mooier dan de vorige. Soms moeten we via een houten trapje over afrasteringen kruipen en door weilanden lopen. We zien kleine bruine vogeltjes met felgele kop, zwarte scholeksters, ganzen, reigers, nog meer zeehonden. We lopen ongeveer drie uur en waarschijnlijk niet meer dan een kilometer of acht. Maar we blijven overal stil staan om te genieten!
Kaikoura Point Kean, Nieuw-ZeelandDaarna rijden we naar ons appartement, Waves on the Esplanades. We hebben een enorm appartement met twee slaapkamers. We lopen het centrum in en drentelen wat rond. Dicht bij het hotel zit een restaurant met een gezellig terras, Sonic Pacific Seafood Restaurant & Bar. Het is bijna vol en wij nemen het laatste tafeltje buiten in. We gaan voor de Hop Rocker, het plaatselijke bier. Smaakt goed. Het eten valt zo goed in de smaak, dat we besluiten, dat we hier morgen terug zullen komen. Een aanrader!
Op ons eigen balkon drinken we wat witte wijn. We hebben net een nieuw pak van drie liter ingeslagen, omdat het vorige al ver op is. Zo'n pak kost NZD 27, ongeveer € 5 per liter. Niet echt goedkoop, maar we hadden al gezegd, dat de Nieuw-Zeelandse wijn hier erg prijzig is. Maar wel lekker!

Zondag 26 januariKaikoura

Point Kean Stern, Nieuw-ZeelandWe hebben een rondvaart geboekt om naar walvissen te gaan kijken. Op ons gemak lopen we naar het kantoor. En dan zien we: alles afgelast, vanwege de ruwe zee, wordt verteld. Wij (en niet alleen wij, maar vele andere ook) kijken ongelovig naar buiten. Het is wel bewolkt, maar windstil en we zien een vlakke oceaan zonder schuimkopjes. Hoezo ruwe zee? Het is te gek voor woorden.
Later op de dag gaat het inderdaad meer waaien en zien we een wat wildere zee. Maar zo erg ziet het er allemaal niet uit, vinden wij. En als het 's middags waait, kunnen ze 's morgens toch varen, niet dan?
We pakken de auto en toeren wat rond. Zien een stel zeeleeuwen, sommige zo dichtbij, dat je ze kunt aanraken. Ze zitten lekker te schurken en te gapen. Nog wat zeevogels, maar niet echt wat bijzonders. Er staan heel wat auto's geparkeerd. De meeste zijn wit, grijs of lichtblauw van kleur. Er staat één rode en die zit onder de vliegen. Op de andere auto's zitten er geen. Vreemd.
's Middags houden we het lekker rustig. Doen de was, kijken naar de Tour Down Under en lezen wat.
Het regent af en toe wat druppels. In de bergen lijkt er meer water te vallen.
Als we 's avonds zitten te eten, heeft de zee een heel aparte lichtgroene kleur. Mooi.


Maandag 27 januariNaar Nelson

We besluiten, voordat we naar Nelson rijden, een nieuwe poging te wagen voor een walvistocht. Het is zonnig, geen wind, de oceaan is zo mogelijk nog vlakker als gisteren en de branding bestaat uit een paar kleine golfjes. Is alleen de vraag of er plaats is. Maar wat schetst onze verbazing: alles geannuleerd vanwege de ruwe zee. Hoe kan dat nou? Wat voor mooier weer wil men hebben om uit te varen? We snappen er geen jota van. Vonden het we gisteren al gek, vandaag voelt het nog veel gekker aan. Alle andere gasten lopen ook verdwaasd rond met ongelovige gezichten.
Dwars door het Marlborough-gebied en de Flaxborne-streek rijden we naar Nelson. Kilometers lang zien we overal druivengaarden. In Havelock stoppen we voor een kopje koffie en een rondje door het dorp. Het dorp blijkt het centrum van de mosselkwekerij en we zien een restaurant met een enorme mosselpan op het dak. Leuk.
Brievenbus, Nieuw-ZeelandNelson is een vrij grote plaats en we gaan eerst naar de Visitor's Centre voor informatie over het Abel Tasman N.P. waar we morgen naar toe zullen gaan. En wat ligt er dichtbij: de Ajax Avenue! Hoe zouden ze daar nu aankomen?
We zitten in een luxe B&B op vijf minuten lopen van de meeste pubs en restaurants. Het is een groot oud Engels aandoend huis en we vinden een roos op ons bed. Ook een enorme stapel kussens, wat trouwens overal vrij populair is, en we weten nooit waar we die moeten laten.
Bij Vic's zitten buiten veel mensen een biertje te drinken. Wij doen dat ook, maar verhuizen al snel naar binnen. We bestellen Hop Rocker, een pilsener. Overal hebben ze hier heel veel bieren op de tap, voornamelijk onbekende plaatselijke bieren en cider.

Dinsdag 28 januariNaar Motueka

Het voordeel van een B&B is het ontbijt. Deze komt in de top 5 te staan. We kunnen kiezen uit allerlei mogelijkheden en het smaakt ons uitstekend.
Het volgende hotel in Motueka is slechts zestig kilometer weg en daarom gaan we de hele dag lekker toeren. Het is mooi weer. Overwegend zonnig. Niet zo warm, maar in de zon is het heerlijk. Onderweg komen we door de Braeburn-streek en zien overal appelbomen langs de kant van de weg. Ook hier veel druiven en ook perziken. Blijkbaar een hele vruchtbare streek.
We rijden door Motueka en boeken de watertaxi voor morgen. Daarna rijden we naar het noorden, naar Takaka over een zeer bochtige weg. Regelmatig, en ook nu, zien we bordjes langs de kant van de weg, dat de weg open is.
Een mooi landschap, maar niet echt spectaculair, terwijl we de scenic route rijden. Bij Takaka rijden we zover mogelijk door naar het oosten, naar de Wainui Falls. Het laatste stukje gaat erg langzaam, want voor ons loopt een grote kudde koeien op de weg, die naar een andere wei worden verplaatst. Dat vergt de nodige planning, want diverse paden zijn door de boeren afgezet met stukken touw, zodat ze daar niet in lopen. Die koeien lopen wel op een holletje, maar snel gaat het niet. Het is wel leuk! Verschillende boeren rijden op kleine tractors er bij en ook een hond gaat mee. Soms loopt die een stukje, dan weer springt die op een tractor om een stukje mee te liften. Grappig.
We kijken niet bij de watervallen. Die hebben we deze weken al genoeg gezien. De zee is prachtig gekleurd in de zon en de bermen staan vol bloemen. Bij Wainui Bay komt alles samen: blauwgroene zee, bloemen, donkere rotsen in het water. Prachtig.
We rijden verder naar het noorden, naar het noordelijkste puntje van het zuidereiland. Bij Puponga, bij Farewell Spit, ligt Nieuw-Zeelands grootste natuurlijke zandtong. We kunnen niet verder rijden, maar wel een stuk lopen. Aan beide kanten van de duinenrij ligt zee, maar beide delen zijn heel verschillend. Het is eb en daardoor is er heel veel strand. Grote plassen water zien we aan de ene kant; aan de andere kant is het veel vlakker met veel duinen. Tussen beide delen zee lopen we door een gevarieerd landschap. Het is maar een kwartier lopen, maar er zijn bossen, landbouwgebied met gewassen en duinen. Het laatste stuk lopen we door weilanden die met houten trapjes met elkaar verbonden zijn. In de ene wei lopen grote zwarte koeien; in de volgende schapen. De koeien negeren ons; de schapen lopen voor ons weg.
In Motueka zitten we in een motel dicht bij het centrum. Van de eigenaar krijgen we een plattegrond en aan de hand daarvan kiezen we een restaurant om wat te eten en te drinken.

Woensdag 29 januariMotueka, naar Abel Tasman N.P.

Split Apple Rock, Nieuw-ZeelandEerst halen we bij de supermarkt lekkere belegde, bruine broodjes. Weer eens wat anders dan dat slappe witte brood.
We rijden naar Kaiteriteri voor een boottocht door het Abel Tasman N.P. Er is een gratis shuttlebus, maar de laatste bus terug vertrekt te vroeg voor ons. Bij toeval komen we als eersten aan boord en kiezen boven op het dek een paar stoelen aan de linkerkant van de boot, waar de kustlijn het beste te zien zal zijn. Het is zonnig, maar fris. Als we varen, trekken we al snel onze jassen aan.
Er zijn tal van mogelijkheden voor vandaag. De boot vaart langs de hele oostelijke kust en stopt op bepaalde punten. Je kunt overal uit- en later weer instappen. Wij hebben gekozen voor een hele dag. Dat houdt in: eerst varen naar het meest noordelijke puntje, Totaranui, en dan terug varen naar Medlands Beach. Hier stappen we aan wal en lopen vervolgens naar Anchorage waar we op de boot stappen voor de tocht terug naar Kaiteriteri.
Totarnui, Nieuw-ZeelandVrij snel na vertrek vaart de boot langzaam bij Split Apple Rock, een ronde rots, die precies doormidden gespleten is. Als je dat zelf zou proberen, zou dat nooit zo lukken. Achtereenvolgens leggen we aan bij Torrent Bay, Anchorage, Medlands Beach, Tonga-eiland, Tonga Quarry, Onetahuti, Awaroa en Totarnui. Overal is het water groen. En overal is het een andere kleur groen. We zien kajaks, zeehonden, witte stranden, doorschijnend water, zeilbootjes, vogels, blauwe lucht. Erg indrukwekkend allemaal. Bij het noordelijkste punt van vandaag zijn we gisteren bijna vanaf de andere kant met de auto geweest. Bij Medlands Beach stappen we uit en gaan we wandelen naar Anchorage. Het eerste stuk gaat omhoog door het bos. Veel groen en af en toe een mooi uitzicht op een baai of een rots. Bij Torrent Bay kunnen we kiezen uit de tocht over land (1:50 uur) of over het wad (0:30 uur). Dat kan alleen omdat het laag tij is. We kiezen voor de laatste optie en soppen over het opgedroogde land. Het grootste deel is goed om te lopen. Veel kleine schelpjes en soms wat kleine stenen. Maar niet de hele baai ligt droog. We moeten kleine beekjes door die te diep zijn voor Martijn's schoenen. Lia heeft haar sandalen aan en gaat zo door het water. Martijn's wandelschoenen zijn daar minder geschikt voor. Dus schoenen en sokken uit en op blote voeten verder. Soms door water, soms door modder. Een leuk avontuur. We hebben altijd water en een handdoekje bij ons en kunnen onze voeten schoon spoelen en afdrogen voordat we de schoenen weer aantrekken. Wij zijn niet voor één gat te vangen.
Door deze afsteek kunnen we in Anchorage een vroegere boot nemen.
Boot Abel, Nieuw-ZeelandOmdat het laag tij is, komt de loopplank van de boot niet helemaal op het strand. Dus weer schoenen en sokken uit en door het water naar de boot. Daar trekken we ze weer aan, maar bij aankomst hetzelfde verhaal.
's Avonds gaat het handdoekje mee onder de douche om het zoute water er uit te spoelen.

Donderdag 30 januariNaar Punakaiki

We rijden verder naar de westkust. Het doel vandaag is Punakaiki. Het eerste stuk rijden we door heuvelland met langs ons velden met schapen, hop, schapen, bosjes, hop, schapen. Een bochtige weg met erg weinig verkeer.
We rijden door de Buller Gorge waar de langste swingbrug van Nieuw-Zeeland ligt. Om die te kunnen bekijken, moeten we NZD 5 p.p. betalen. Er is een soort Chinese kermis gemaakt, waar wij helemaal niet van houden. We rijden dus door en honderd meter verderop ligt een parkeerhaven waar we de brug, zo maar gratis, kunnen zien. Tsja.
Tor, Nieuw-ZeelandBij Westport begint de Great Coast Road naar het zuiden langs de westkust. Aan deze kant van de kust staat altijd wind en liggen grote rotsformaties. De stranden liggen aan de oostkust. Vaak is het hier slecht weer, maar vandaag is het prachtig. Lekker zonnig met een matige, wel frisse, wind. Maar wij zijn er blij mee. Bij Charleston ligt een mooie baai en bij Irimahuwhero (wat een naam) hebben we mooi uitzicht. Op de parkeerplaats zit een enigszins gewonde weka, een loopvogel van zo'n dertig centimeter, die alleen in Nieuw-Zeeland voorkomt.
In Punakaiki hebben we een cottage. Er ligt verder niets in de buurt en we zijn blij met de boodschappen die we vanochtend gehaald hebben. We zitten tegen het Paparoa N.P. aan en maken een wandeling over het strand en zien een enorme (rots)laars liggen. Heel apart.
Bij het huisje zitten we een poosje lekker in de zon en uit de wind. In een boom dichtbij zien we een bruine vlek. Bij nadere bestudering blijkt dat een ongeveer drie centimeter grote kever te zien. We maken een foto en als we die uitvergroten, zien we een echt monster met een scherpe hoorn, sterk behaarde klauwen en gemene oogjes. Hij heeft drie vriendjes en ze blijven allemaal onbeweeglijk zitten. De volgende ochtend zitten ze er nog.
Verder rustig aan. Lekker eten en drinken, verhaal bij werken, lezen, douchen, vroeg naar bed.


Vrijdag 31 januariNaar Fox Glacier

Langs de Pororari-rivier maken we een wandeling van twee uur. We lopen door een zeer dicht bos met boomvarens, nikau-palmen, paddenstoelen, rotsen. En kleine steekbeestjes. Zolang we lopen, hebben we daar geen last van, maar zodra we stil staan, vallen ze aan. Het water van de rivier is zeer groen en erg helder. Een mooie tocht. Op het eind komen we bij een swingbrug, die er erg stevig uitziet, maar toch behoorlijk wiebelt als je er op loopt.
Het is bijna hoogtij en daarom gaan we nu naar de Pancake Rocks & The Blowholes. Bij laag water is er niet veel meer te zien dan de zee en de rotsen. De zee heeft door de golven gaten gemaakt in de rotsen. Bij vloed wordt door de hoge golven de lucht met een deel van het water door een soort schoorsteen naar boven geblazen. We moeten even wachten op een goede golf, maar dan spuit het water ook meters hoog de lucht in. Indrukwekkend. Moeder natuur is hier duidelijk de baas.
Blowhole, Nieuw-ZeelandDe onregelmatige kloven en richels zijn van kalksteen en deze zijn gescheiden door zachtere, dunne, modderrijke lagen. Door erosie van water, wind en zout zien de rotsen er hier uit als grote stapels pannenkoeken.
We drinken koffie in het nabij gelegen café en hadden beter de informatie uit de Lonely Planet kunnen volgen en hadden hier niet moeten komen. De eerste kop geven we terug: we hebben koffie besteld en geen slootwater. De tweede is niet veel beter en we laten de helft staan.
Op weg naar Fox Glacier zien we regelmatig een waas over de weg liggen. We rijden pal langs de oceaan en de grote golven slaan tegen rotsen, waardoor er een soort mist over de weg komt te liggen.
Verschillende keren zien we borden langs de kant van de weg met de mededeling, dat de weg naar Haast, een stuk verder naar het zuiden, open is, maar alleen tussen 07:00 en 18:00 uur.
In Franz Joseph doen we boodschappen, want we weten niet wat er in Fox Glacier is. Dat blijkt later mee te vallen. Er is een supermarkt met een ATM. Daar kun je echter maximaal NZD 200 pinnen en dan moet je daar ook nog NZD 2,80 voor betalen.
Wederom een lekker ruim appartement. Het hele dorp bestaat uit twee straten met toch wel een stuk of vijf, zes restaurants. Het ziet er gezellig uit.
We kijken naar de aangeboden excursies en laten ze voor wat ze zijn. Hartstikke duur. Zo moet je € 100 p.p. betalen om vier uur op de gletsjer te mogen lopen.
Er zijn hier opvallend veel Chinezen (dat denken we tenminste; het zouden ook Koreanen kunnen zijn). In restaurants drinken de meeste alleen maar water, dat je hier altijd gratis krijgt. Alle andere mensen nemen altijd een ander drankje er bij.

Zaterdag 1 februariFox Glacier

Het ziet er druilerig uit met lage bewolking. Maar het is droog. We rijden naar de parkeerplaats voor een korte wandeling naar de gletsjer. Het is maar twee kilometer verderop, maar hier schijnt de zon. In de bergen weet je het maar nooit. Een vrij grote gletsjer, die elke dag een halve meter opschuift. De bergen er boven worden langzaam maar zeker helder en daar verdwijnen de wolken. De toppen van de hoge bergen in de omgeving zijn niet zichtbaar. Er zijn heel wat groepen wandelaars op het ijs. Met grote pikhouwelen worden trappen gemaakt. We blijven een poos kijken en rijden naar een volgend uitzichtpunt. Daar zien we wel besneeuwde bergen achter de gletsjer liggen. Heel mooi.
's Middags rijden we naar Lake Matheson voor een overzicht over Mount Cook en Mount Tasman, maar er is helemaal niets te zien. Alleen maar wolken. Een andere uitzichtpunt laten we daarom maar voor wat het is.

Zondag 2 februariNaar Queenstown

Fox Glacier, Nieuw-ZeelandHet is helemaal helder en het zal een stralende dag worden. De mooiste dag tot nu toe in Nieuw-Zeeland.
We rijden eerst een stukje naar het westen voor een mooi uitzicht op Mount Cook en Mount Tasman, die er helemaal wolkeloos bij liggen. Prachtig.
Daarna gaan we naar het zuiden, naar Queenstown. Het eerste stuk gaat langs de kust naar het plaatsje Haast. Volgens de boeken was Haast een Europese ontdekkingsreiziger. Drie maal raden waar de naam Haast vandaan komt...
Even ten noorden daarvan ligt Knight's Point. Volgens alle informatie die we hebben, een niet te missen uitzichtpunt. We kijken elkaar aan en vragen ons beide af wat hier nou de moeite waard is. Wel een mooie kustlijn, maar die hebben we hier al zoveel gezien. Niets bijzonders.
Daarna gaan we meer het binnenland in en rijden over de snelweg naar de Haastpas. We zien veel bergen; de ene groen, de volgende kaal en weer de volgende met een sneeuwtop. We volgen de rivier en zien in de weiden op de bergen overal schapen.
Aspiring, Nieuw-ZeelandDe weg blijkt 's nachts afgesloten, omdat er ergens een stuk berg naar beneden is gekomen. Het meeste puin is naar de bermen geschoven, maar 's nachts ruimen ze de weg helemaal schoon. De enige andere manier om in Queenstown te komen, is ongeveer zeshonderd kilometer om te rijden. Dus is het wel prettig, dat overal aangekondigd staat, of de wegen wel of niet open zijn.
Het is een mooie route. We rijden langs verschillende meren en de bergen op de achtergrond zijn prachtig.
De Haastpas is wel 560 meter hoog. En dat staat overal vol trots aangegeven. Waar gaat het om?
In Wanaka stappen we uit en gaan de stad (oftewel het grote dorp) verkennen. We drinken koffie en overal is het gezellig druk. Het is geweldig weer en aan de oever van het meer liggen veel mensen in het gras te zonnen. Wij kijken wel uit. Het mag dan wel maar een graad of 21, 22 zijn, maar de zon steekt enorm. Wij smeren ons in en dragen petten met kleppen. We rijden een stukje verder langs het meer voor een uitzichtpunt op Mount Aspiring, 's winters een geliefd skioord. We zien de besneeuwde toppen heel mooi liggen aan de overkant van het meer. We blijven een hele tijd zitten en eten een broodje. Er komen wat meer wolken en we zijn bang dat het steeds verder dicht zal trekken.
Daarna rijden we naar Queenstown over een secundaire weg. Op de eerste plaats is deze een stuk korter en bovendien gaat hij door de bergen wat ons waarschijnlijk een mooi uitzicht oplevert. Deze weg heet gewoon 'weg' en geen 'pas', maar is wel 1076 meter hoog. Waarom heet het hier dan geen pas? We hebben geweldig uitzicht over de plaats en de omliggende landbouwgronden. De lucht is helemaal opgeklaard en we zien geen enkele wolk meer. We zeggen regelmatig tegen elkaar: wat een prachtig weer.
In Queenstown checken we eerst in in het motel, dat dicht bij het centrum ligt. Via een klein wandelpad zijn we daar binnen vijf minuten. Het is nog steeds zonnig en het is steeds warmer geworden en er is geen wind. Overal zien we terrasjes vol met drinkende mensen. Het is perfect weer. Bij de haven ligt een stuk strand vol met zonaanbiddende mensen. We slenteren door de straten, doen inkopen voor het ontbijt en belanden dan op het terras van The Pig & Whistle. In Rotorua hebben ze ook een kroeg met zo'n naam en daar was het ons goed bevallen. We zitten buiten op het terras in de schaduw en bestellen een jug. Die is in de aanbieding, maar alleen van één soort tabbier. Dan bestellen we die toch. Het scheelt de helft met de andere bieren en het smaakt prima. Het kost wel enige moeite, want de barman spreekt een soort koeterwaals van voor Engels door moet gaan, maar wat wij niet verstaan; ook niet bij herhaling.
Queenstown, Nieuw-ZeelandEr treedt een bandje op en het valt ons op, dat als er een bandje is, die altijd muziek van ónze generatie speelt. Dus de Eagles, Pink Floyd, Beatles en dat soort muziek. Wij vinden dat wel gezellig. Zowat iedereen trouwens, want iedereen zingt uit volle borst mee.
Bij de verkenning van de plaats hebben we een Koreaan ontdekt en daar gaan we eten. We zijn laat (half acht) en alle tafels zijn óf bezet óf staan vol met gebruikt serviesgoed. Ze zijn blijkbaar niet goed in het afruimen van tafels, want er is geen plaats vrij en het duurt twintig minuten voordat we een tafel zouden kunnen krijgen, zeggen ze. We ontdekken buiten op het terras drie tafels waarvan er een leeg en niet gebruikt is en gaan daar zitten. We zijn de enige niet-Koreanen hier en dat vinden ze wel leuk. We eten in het buitenland altijd zoveel mogelijk buitenlands, maar de Koreanen doen dat niet. Als we vertellen, dat we uit Nederland komen, vertellen zij, dat Hiddink nog altijd een held is daarginds.
We eten ook buiten zoals onze bedoeling was; de Koreanen houden daar blijkbaar niet van. We nemen een middelhete vispot. Lekker, maar met iets te veel graten naar onze zin.
Bij het motel zitten we lekker buiten op ons terras met een glaasje wijn. Het is ondertussen half tien geweest en het is nog steeds licht en lekker weer.


Maandag 3 februariNaar Te Anau

Een prachtige dag. Zowel wat weer als landschap betreft. Nou heeft het een wel een beetje met het ander te maken, want als er laaghangende bewolking of regen is, is het landschap niet te zien.
We rijden eerst naar Te Anau waar we twee nachten zullen slapen. Dat is niet zo ver, slechts twee uur rijden, en we gaan eerst koffie drinken, lekker buiten op een grasveld. Wel in de schaduw, want de zon is al warm. We besluiten om de weg naar Milford Sound te rijden, want die schijnt heel mooi te zijn. Morgen gaan we Doubtful Sound, waarvan we hebben gehoord, dat die mooier is en veel en veel rustiger. We rijden het Fiord N.P. in en zien al snel de besneeuwde toppen van de bergen. Die zijn niet zo hoog, maximaal 2.000 meter, maar toch ligt er op veel plaatsen sneeuw. De weg is schitterend. Dan weer langs het water met de mooie besneeuwde bergtoppen op de achtergrond en de blauwe lucht daarboven, dan weer weide met bloemen en die bergtoppen, dan weer een stuk tropisch bos. Heel apart en heel afwisselend. We maken stops waar dat mogelijk is en maken veel foto's. Als we bijna bij de Homertunnel zijn, verdwijnt een deel van de toppen in wat wolken. We zijn bang, dat dat de rest van de tocht zo zal blijven, maar aan de andere kant van de lange tunnel is de lucht helder. Milford, Nieuw-ZeelandOp het eindpunt staan een heleboel bussen en een hele parkeerplaats vol auto's. We kijken er even rond en rijden dan dezelfde weg terug. Een andere mogelijkheid is er niet.
Tot nu toe hebben we niet veel keus gehad in wegen om van A naar B te rijden. Het is meestal die ene weg of niets. Er zijn daarom regelmatig opstoppingen, omdat er op veel plaatsen aan de weg wordt gewerkt. En die wegen zijn allemaal tweebaans waarvan er dus geregeld eentje afgezet is. Overal staan dan mannetjes met borden of je moet stoppen of door mag gaan. Gelukkig is er niet zoveel verkeer op de weg en kunnen we overal lekker door rijden.
In Te Anau hebben we een huisje in een tuin. We zitten lekker buiten, want het weer is erg aangenaam. We gaan 's avonds uit eten in enkel een jurk (Lia) en korte broek en T-shirt (Martijn) en kunnen de hele avond buiten zitten.
Het is vandaag de dag met het mooiste weer in Nieuw-Zeeland. Het is eindelijk zomer. Maar dat duurt maar één dag.) Morgen zal het weer anders zijn. De Britten kunnen dat zo mooi verwoorden: 'this year the summer falls on a Monday'.

Dinsdag 4 februariTe Anua – Doubtful Sound

We kopen lekkere broodjes in de supermarkt.
Vandaag staat Doubtful Sound op het programma. We worden opgehaald bij het huisje met een bus en worden naar Manapouri gebracht. Wel zo makkelijk.
Doubtful Sound is, in tegenstelling tot Milford Sound geen 'sound', maar een fjord. Een sound is een zee-inham en een fjord is uitgeslepen door een gletsjer.
Daar stappen we op een boot en varen over Lake Manapouri. Prachtig uitzicht over de omliggende bergen.
We hadden echter wel sneeuwtoppen verwacht zoals gisteren in Milford Sound, maar die zijn er niet. Het is er niet minder mooi om! Het is redelijk zonnig en de bergen zijn wolkenvrij. Hoe dichter we bij de fjorden komen, hoe bewolkter het echter wordt. Als we aan de overkant van het meer zijn, verdwijnt de zon en die zien we niet meer terug voordat we in Te Anau zijn. Maar we zijn blij, dat het droog is en niet zo koud. Het regent hier namelijk twee van de drie dagen en er valt ongeveer negen (!) meter neerslag per jaar. Ter vergelijking: in Nederland valt 0,8 meter per jaar. Dus voor hier hebben we een hele mooie dag. Je hoort ons dan ook niet klagen.
DoubtfulSound, Nieuw-ZeelandWe zitten buiten op het dek, net uit de wind. We kunnen een dek verder omhoog, maar daar zit je pal in de wind en waai je zowat weg. Hier is het lekker en hebben we mooi uitzicht over de fjorden.
Aan de overkant bezoeken we het Underground Power Station. Daarvoor rijden we met een bus door een tunnel via een wentelweg (eentje die omlaag cirkelt) tot 180 meter onder het meer. Daar is een complete krachtcentrale werkzaam, die in 17% van Nieuw-Zeelands stroomverbruik voorziet. Indrukwekkend.
Vervolgens rijden we over de Wilmot Pass, waar we niet veel meer zien dan dicht regenwoud aan beide kanten van de weg. Bij een stop zien we echter de Doubtful Sound in volle glorie in de verte liggen. Wel verbazend, dat hier kleine groene orchideeën bloeien.
Op de Doubtful Sound maken we een cruise van bijna drie uur. We varen langs mooie kusten, grillige bergen, die er door de mistige toppen en de prachtige luchten daarboven er prachtig uitzien. Er liggen tal van eilandjes en andere fjorden. Op een paar van die eilandjes leven zeehonden. Waarom ze dan per se op dat ene eiland zitten en niet op dat andere? Wie het weet, mag het zeggen.
Tot de bij de Tasmaanse Zee komen, is het een rustige tocht. Op de oceaan is het altijd woelig, maar vandaag schijnt het mee te vallen. We zien verschillende albatrossen overvliegen. Wat een geweldige vogels!
We gaan op weg naar het beginpunt en varen verschillende inhammen in. Prachtige bergen met wel heel donkere lucht er boven. Maar het blijft droog.
Eenmaal terug in Te Anau schijnt wel af en toe de zon, maar de temperatuur is een wereld van verschil met gisteren. Het scheelt een jas: vandaag dragen we een T-shirt, een trui en een fleece en zitten we binnen.
Als we terug lopen naar ons huisje, zien we mooi gekleurde wolken. Dat dan weer wel.

Woensdag 5 februariNaar Dunedin

Nugget Point, Nieuw-ZeelandIn de supermarkt kopen we eerst wat lekkere bruine broodjes voor de lunch. Beleg hebben we nog.
Dan rijden we naar Dunedin. We hebben twee mogelijkheden: óf de kortste, maar saaiste weg door het binnenland óf de langere 'scenic route' langs de zuidkust. We kiezen voor de laatste. Op de eerste plaats vanwege het landschap, maar ook vanwege het weer. Het regent namelijk en aan de kust verwachten we opklaringen. We krijgen helemaal gelijk. Als we langs de kust rijden, is het droog en in het binnenland zien we wolken en grijswitte luchten; aan de zeezijde is het blauw en zonnig. Lekker!
Als we vertrekken, is het slechts acht graden en in de zon is het niet heel veel warmer, een graad of veertien, maar het voelt veel en veel warmer aan. Vreemd is dat. Bij ons is dat verschil niet zo groot.
Bovendien rijden we nu over een weg die bijna niemand rijdt en er is praktisch geen verkeer. Lekker rustig. Af en toe een dorpje, dat soms niet meer bestaat dan uit een enkel huis. De bergen verdwijnen langzamerhand en maken plaats voor weilanden, rivieren en meren. Die weilanden zijn heel erg groen en zijn vaak gevuld met schapen. Niet een paar, maar kuddes van een paar honderd stuks. Niet dat ze opgepropt in een wei staan; ze hebben alle ruimte. We zien schapen, schapen en schapen. Soms ook wat runderen en af en toe een weiland met herten, maar vooral schapen.
In Riverton drinken we koffie. Er zitten ook een paar motorrijders binnen, die hun helmen en handschoenen gewoon los buiten op hun motoren laten liggen. Dat kan hier nog.
Nugget, Nieuw-ZeelandWe rijden verder langs de kust en soms wat meer het binnenland in. We komen door het Catlins Forest Park met, hoe kan het ook anders, allemaal bomen. Bij het Florence Hill Lookout zitten witkop-eenden en zien we een prachtig uitzicht over de kust, de zee met z'n grote groene golven en de blauwe lucht. We rijden verder en zien meer schapen.
In ons boek lezen we over Nugget Point en besluiten om daar een omweg voor te maken. En dat blijkt zeer de moeite waard. Dat komt vooral ook door de zon die op dat moment te voorschijn komt en alles in een geweldig licht zet. De zee laat zich zien in allerlei tinten groen, de oude witte vuurtoren staat op een heuvel van een paar honderd meter hoog die fraai begroeid is, de lucht is blauw en de rode en gele bloemen maken het geheel af. Beneden zien we rotsen in de zee en aan de kust zitten zeehonden te spelen. Bij Roaring Bay zitten geel-oog-pinguïns, maar die zien we niet. Je kunt niet alles hebben.
In Dunedin zitten we midden in de stad in een motel. Ze hebben een eigen parkeerplaats, lekker handig, en in de buurt liggen zo veel kroegen en eettentjes, dat het moeilijk kiezen is. De stad ziet er Schots uit met veel gekleurde huizen en pubs. Voor ons loopt een man met een knielange dikke jas met daaronder blote benen en enkelhoge schoenen. Een kilt?
Overal zien we aanplakborden, dat het morgen Waitangi-dag is, een feestdag. Wat is dat in vredesnaam? We zoeken het op op internet. Deze dag wordt het Verdrag van Waitangi gevierd, een document, dat in 1840 werd ondertekend waardoor de staat Nieuw-Zeeland een feit werd.

Donderdag 6 februariDunedin

We gaan Otago Peninsula verkennen. Het is het schiereiland, dat aan Dunedin vast ligt. We rijden een smalle weg op die snel overgaat in gravelroads. Als we bij Sandymount niet verder kunnen, parkeren we de auto en gaan lopen. 500 meter naar het uitkijkpunt lijkt ons wel wat. We lopen een smal paadje vrij steil omhoog. En wat zien we dan op het uitkijkpunt: helemaal niets. De begroeiing er omheen is zo hoog, dat je niks ziet. Beetje knullig. We lopen een stukje terug en volgen dan het pad naar Lovers Leap en The Charm. Onderweg zien we wel de mooiste uitzichten. Het schiereiland zie je grotendeels liggen met tal van eilandjes. Het pad is soms modderig en soms moeten we ons door struiken wurmen. Een mooie wandeling.
Dunedin, Nieuw-ZeelandMet de auto rijden we verder langs het water van de Hoopers Inlet en Papanui Inlet. Het is laag water en zien verschillende soorten vogels, eenden en zwanen. Mooi. Daarna rijden we naar het verste puntje, Taiaroa Head, waar een Albatros Centrum staat. We kijken naar de prijzen van een rondleiding en draaien om. NZD 49 p.p. om een uurtje naar een praatje te luisteren en misschien wat vogels zien, is ons te veel. Op de Galápagos Eilanden zaten ze op een paar meter van ons vandaan. Dat zien we hier niet gebeuren.
Langzaam rijden we terug naar het motel en lopen de stad in. We bewonderen het mooie treinstation en kijken winkels. Ondanks die feestdag zijn er heel wat open. De terrasjes op de Octagon, het centrumplein, zitten vol en overal is live-muziek. Gezellig.
Het is de hele dag zonnig, maar wel frisjes door de wind die er staat. Maar dat is niet erg. We hebben het liever zo, dan warm met regen.
We drinken een biertje in de Irish Pub en eten daarna (alweer) bij een Koreaan. En wat voor muziek draait die: jawel, Caro Emerald. We bestellen een bbq en diverse soorten vlees en gaan lekker zitten barbeknoeien en drinken er een fles wijn bij. Niet verkeerd!


Vrijdag 7 februariNaar Mount Cook/Aoraki

Vandaag rijden we naar de andere kant van Mount Cook naar het dorp Aoraki. Bij Fox Glacier zaten we aan de westkant, nu dus aan de oostkant. Het verschil tussen beide zijden is enorm. Aan de westkant liggen uitgestrekte regenwouden, hier liggen droge steppegraslanden van de Southern Alps. We zijn benieuwd.
Het eerste stuk rijden over weg 1, de 'snelweg' richting Christchurch. Vrij druk, voor hier dan, met veel bussen, vrachtwagens en campers. Die rijden allemaal niet zo snel en we kunnen ze alleen inhalen als er een speciale inhaalstrook is. We ontdekken een kleine weg, waardoor we een stuk kunnen afsteken en bovendien zijn we dan van die weg 1 af. Het rijdt een stuk prettiger. Bijna geen andere auto's, alleen af en toe een erg brede tractor. We zien allemaal kleine lapjes grond van verschillende kleur, afhankelijk van het gewas dat er op staat. Op veel plaatsen staan enorme sproeiers aan om de gewassen en weiden te beregenen. Het is er droog. Op borden langs de kant van de weg wordt aangegeven, dat het brandgevaar hoog is.
Ook hier veel schapen, sommige vrij donker, en veel runderen. Meer landinwaarts ontdekken we fruitbomen (druiven, perziken, pruimen, nectarines) en hazelnootbomen. Langzamerhand rijden we de bergen in. Het is redelijk bewolkt, maar het zijn hoge wolken. De bergen zijn prima zichtbaar. Fijn.
In Duntroop drinken we bij Het Vliegende Varken heerlijke koffie en we nemen er een zelfgemaakte quiche bij. Erg lekker.
Het landschap wordt steeds ruiger, steeds minder begroeiing. Wel lopen er, uiteraard, nog steeds overal schapen. We zien steeds meer sneeuwbergen in de verte. Het is buiten maar zeventien graden, maar het voelt veel warmer aan. We rijden door een merengebied. Prachtig, zeker met die bergen op de achtergrond.
Het Ruataniwha-meer bij Ohau, net voor Twizel, heeft een ongelofelijke lichtblauwe kleur. Heel vreemd ziet dat er uit. De andere meren zijn allemaal 'gewoon' blauw. Heel apart.
In Aoraki zitten we in een motel, waar we deze reis veel zitten. Wel lekker: je kunt de auto voor de deur parkeren, zodat we niet met onze bagage hoeven te sjouwen en de kamers zijn altijd groter dan in een hotel en hebben een keuken en een terras. Overal vragen ze of we melk willen hebben voor de koffie en thee. En bijna overal zijn ze verbaasd als we dat niet willen. Een iemand viel op het dat veel Nederlanders dat niet willen; alle andere gasten altijd wel. Wij hebben hem verteld, dat in Nederland helemaal niemand melk in de thee doet.
Aoraki is een kleine plaats zonder supermarkt en ATM, maar dat wisten we gelukkig van te voren. Vanuit onze kamer kijken we uit op de besneeuwde bergen. Wat wil een mens nog meer!
Hooker, Nieuw-ZeelandWe maken meteen een wandeling naar het Kea Point. Vanuit de parkeerplaats een uur heen en weer lopen. We wandelen over een smal pad door de groene begroeiing. We zitten op ruim 600 meter hoogte en het is niet koud. Voor deze plaats (en voor Doubtful Sound) hadden we speciaal mutsen en handschoenen meegenomen. Japanners zijn op alles voorbereid. Die lopen keurig in een net rijtje met hoeden (de zon schijnt niet), met rugzakjes (wandeling van klein uur), met wandelstokken (vlak pad). En handschoenen niet te vergeten. Soms zelfs witte.
Om ons heen zien we de hoogste berg van Nieuw-Zeeland met besneeuwde top: Mount Cook van 3766 meter hoogte. Bij Kea Point hebben we prachtig uitzicht op de (min of meer) witte gletsjers van Mount Sefton. Af en toe horen we een stuk ijs met donderend geluid afbreken. De bergen zijn helder (volgens de mevrouw van het motel erg helder), maar de lucht is wel grijs. Maar wij zijn er blij mee.
We eten bij Chamois, de bar en restaurant die bij de backpackers lodge hoort. Als wij komen, zijn we zowat de enige en we kiezen een tafeltje voor de enorme ramen met uitzicht op besneeuwde Sefton-bergen. Niet veel later wordt het druk en een Chinese groep krijgt allemaal eenzelfde maaltijd voorgeschoteld. Binnen een half uurtje zijn ze weg. De meeste drinken alleen water.
's Avonds zijn er wat wolken, waardoor we een mooie zonsondergang zien.

Zaterdag 8 februariMount Cook/Aoraki

Hooker Gletsjer, Nieuw-ZeelandWe doen de gordijnen open en zien een strakblauwe lucht. Daaronder de besneeuwde bergen en de groene begroeiing op de grond. Het is windstil en het zal een graad of 23 worden. En dan te bedenken, dat het hier twee van de drie dagen regent en er bijna net zoveel neerslag (7 meter per jaar) valt als aan de andere kant van de berg. Alleen aan de andere kant ligt regenwoud, hier is vrij kaal door de rotsige bodem. De regen die er valt, zakt zo door de rotsen weg. Het hele voorseizoen tot twee weken geleden heeft het hier geregend. Vandaag is de mooiste dag van het seizoen, zeggen ze.
Soms zit het mee, soms zit het tegen. Vandaag dus heel erg mee.
We maken de drie uur durende wandeling naar Hooker Valley (heen en dezelfde weg terug). Een prachtige wandeling zonder veel hoogteverschil. We vertrekken tegen negenen en dan is het er heerlijk rustig. Overal waar we kijken, zien we sneeuwbergen. Geweldige uitzichten! We moeten drie swingbruggen over die erg stevig zijn en slechts een klein beetje wiebelen. Onder die bruggen stroomt het woeste smeltwater dat van de bergen en de gletsjers afkomt. Het water is grijs, doordat het met veel kracht over de rotsen schuurt waardoor heel fijn zand ontstaat. Door de stroming heeft het geen kans om naar beneden te zakken. Er zit hier geen vis. Het dichtbij gelegen meer is helblauw, omdat daar het water niet stroomt en het zand wel naar de bodem zakt en het zit vol met zalm.
Op het eindpunt komen we bij het Hooker Glacier Lake. Het water is ijskoud en er drijven (kleine) ijsbergjes op. In de verte zien we de Hooker-gletsjer liggen met daarachter Mount Cook. Vrij zwart. Hoe ouder het ijs is, hoe zwarter (van het vuil en stof dat er jarenlang opgevallen is).
Een groepje Japanners dat aan komt lopen, wordt uitgelachen vanwege hun kleding. Dikke jassen, korte broeken met een dikke majo er onder, handschoenen, hoeden met flappen, een flap voor hun gezicht, zonnebrillen. Ze zien er niet uit. Iedereen loopt hier in korte broek met een enkel shirt en pet met klep of zonnebril. Het is 23°. Op de terugweg is het erg druk. We zijn blij, dat we vroeg vertrokken zijn.
Dat moest ook, want om 14:00 uur gaan we met een groep naar het Tasman Glacier Terminal Lake. Wij hebben deze excursie al lang geleden geboekt en we hebben dus mazzel met het weer. Voor hetzelfde geld zitten we in de regen en de mist en zie je weinig. Tasman Glacier, Nieuw-ZeelandEerst gaan we een stukje met de bus, dan een kwartiertje lopen en vervolgens stappen we in kleine gele bootjes. Overal hier in Nieuw-Zeeland zie je heel veel Aziaten. Veel Indiërs, Chinezen, Japanners, Koreanen. Nu ook een groep van 26 Koreanen, die mooi in twee bootjes passen. Wij zitten met twee Engelsen, twee Denen, twee Fransen en twee Hong Kongers in een bootje. Zeer gevarieerd gezelschap dus. Overal liggen ijsbergen in het water. De een wat groter dan de andere en de een wat blauwer dan de andere. Dichtbij zien we prachtig de ijskristallen van zo'n ijsberg. Met de zon die er op schijnt, schitteren ze als diamanten.
Een prachtige dag als afsluiting van onze vakantie. We moeten morgen nog wel naar Christchuch rijden, maar dit is de laatste dag met die mooie natuur.
Bij terugkomst drinken we een biertje bij de Old Mountaineers. Naast de Hermitage (veel te duur en te chic) de enige andere optie naast de Chamois van gisteren. Op alle tafeltjes binnen staat een bordje met gereserveerd (het is 16:30 uur) en dat ziet er niet gastvrij uit. Vooral omdat er niemand zit. We drinken ons biertje buiten op en besluiten om hier 's avonds niet te gaan eten. Als we weggaan, zijn de tafels binnen nog steeds leeg.
We gaan weer naar Chamois en ook hier zijn 'schommels', erg dikke mensen. Ze zitten te eten en alle gezonde dingen pulken ze er met een vies gezicht uit en leggen die aan de kant. Lekker vette burgers eten ze wel. Hoe komen ze nou toch zo dik?

Zondag 9 februariNaar Christchurch

Vol verwachting trekken we de gordijnen open en zien niets. Er is laag hangende bewolking; geen berg te zien! Zo hadden we het dus (eer)gisteren kunnen treffen. De beheerder zegt, dat het vandaag wel op zal klaren en als we op weg gaan naar Christchurch zien we inderdaad steeds meer blauw en soms wat bergen.
We stoppen bij Lake Tekapo, maar alleen de onderste kant van de bergen is te zien. Het is hier erg druk met mensen; veel drukker dan in Aoraki, terwijl je daar veel dichter bij de bergen zit dan hier.
De lucht trekt snel dicht en bij Fairlie regent het zowaar. Het wordt tijd, dat we naar huis gaan! Onderweg is niet veel te zien. Geen bergen (misschien zijn er wel, maar wij zien ze niet), maar natuurlijk wel schapen, wat koeien en zelfs een wei met vrije-uitloop-kippen. Een laatste koffiestop in Geraldine waar veel bussen staan, die een hopen mensen uitspugen. Ze dragen allemaal een naamkaartje. Wij vinden ze daar mooi mee voor gek lopen.
Zon, Nieuw-ZeelandIn Christchurch zitten we op een kilometer of vijf van het centrum. We hebben een wijk gezocht met genoeg restaurantjes en makkelijk te bereiken, zowel voor vandaag als voor morgen voor de weg naar het vliegveld.
We proppen alles in de rugzakken; het hoeft immers niet meer netjes, want we gaan naar huis. Alle crèmes, lotions en messen halen we uit de dagrugzakken waar we zo weinig mogelijk in stoppen. Daar moeten we tenslotte mee sjouwen.
Dichtbij zit een winkelcentrum met allerlei restaurantjes. We eten bij Lone Star. Ook hier veel dikke mensen, zowel mannen als vrouwen. We noemen ze afwisselend eenden, schommels of plumpuddingen.
Als laatst diner kiezen we de typische Nieuw-Zeelandse lamsbout en een rib-eye met blauwe kaassaus. Een van de beste, zo niet de allerbeste rib-eye ooit. Perfect!

Maandag 10 februariNaar huis

We rijden naar het vliegveld waar we de auto in leveren. Een gratis busje brengt ons naar het vliegveld.
We geven de bagage af die doorgelabeld wordt naar Amsterdam. Daar hebben we geen omkijken meer naar. Eerst vliegen we naar Auckland vliegen om 11:50 uur in een goed uur (twaalf uur tijdsverschil met Nederland). We hebben anderhalf uur om over te stappen (tijd genoeg) voor de vlucht naar Hongkong. Daar doen we 11:25 uur over (zeven uur tijdsverschil met Nederland, vijf uur met Nieuw-Zeeland). Drieënhalfuur wachten voor we om ...

Dinsdag 11 februariNaar huis

… 00:25 uur naar Amsterdam vliegen in 13 uur. Om 06:30 uur landen we in Nederland en zijn we thuis na drie maanden reizen. Ook weer lekker!

Afstanden vliegtuig auto boot  
         
Amsterdam - Kuala Lumpur 10.500 - -  
Kuala Lumpur - Denpasar 2.050 - -  
Bali - 50 -  
Denpasar - Timika 2.465 - -  
Timika - Ambon - 130 2.194  
Ambon - Ujung Padang 977 - -  
Ujung Pdang - Denpasar 667 - -  
Denpasar - Sydney 4.635 - -  
Sydney - Alice Springs 2.057 - -  
rondje Red Centre - 1.633 -  
Alice Springs - Sydney 2.083 - -  
Sydney - Melbourne - 2.517 -  
Melbourne - Launceston 475 - -  
rondje Tasmanië - 1.423 62-  
Launceston - Melbourne 488 - -  
Melbourne - Auckland 2.640 - -  
Auckland - Wellington (noordereiland) - 1.903 53  
oversteek Wellington-Picton - - 92  
Picton - Christchurch (zuidereiland) - 3.518 243  
Christchurch - Auckland 750 - -  
Auckland - Hongkong 9.180 - -  
Hongkong - Amsterdam 9.285 - -  
Totaal 48.252 11.174 2.644   = 62.070 kilometer

De reis hebben we zelf via Internet geregeld.
Dit reisverslag is gesponsord door reisverzekeraar zelf.nl.

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.