Woensdag 19 aprilVia het Ningaloo-rif naar Exmouth
We gaan wandelen langs het strand. Het Ningaloo-rif dat op de Werelderfgoedlijst staat, komt tot vlak aan het strand. Alleen jammer dat ook hier de laatste jaren veel verwoest is door cyclonen. Het rif komt ooit wel weer terug, maar is op dit moment voor ons niet de moeite waard.
We komen bij het Shark Sanctuary in Will’s Bay. Het is een opgroeiplaats voor kleine haaitjes, maar we zien ze niet. Een rustige dag vandaag. We kopen wel wat drank voor vanavond op de camping.
Een deel van de groep gaat vandaag de zee op, op zoek naar zwartwitte manta-roggen, die acht meter in doorsnee kunnen worden. De grootste roggen die ze gezien hebben, zijn een halve meter groot. Een ander deel ging naar de tien meter lange walvishaaien. Ook die zijn er niet.
We vertrekken pas kwart over vijf naar Exmouth waar morgen de eclips is. Meer dan twee uur later dan gepland. Als je geen accommodatie hebt geboekt, kom je vanavond de plaats niet meer in. Het is al donker als we tent opzetten.
De camping blijkt een enorm groot speciaal aangelegd veld met overal containers met douches en toiletten. Goed geregeld.
Er wordt voor ons gekookt, terwijl wij een koud biertje drinken. Wat wil je nog meer.
370 km. gereden.
Donderdag 20 aprilExmouth / Volledige zonsverduistering
Al voor vijven staan we op. De crew heeft bekeken wat de beste plaats zou zijn voor de eclips en daar gaan we naartoe. Bij Yardy Creek staan we drie kilometer van de middellijn af. Genoeg voor één minuut verduistering. De drukte op de weg valt mee. Je moet een speciaal permit hebben om hier te komen. En die hebben we. Het is er al wel druk met auto’s, maar er is plaats genoeg.
Het is een heldere, onbewolkte dag. Beter kun je het niet treffen. Er staat wel veel wind, maar daardoor zitten er geen vliegen.
We gaan eerst ontbijten en wachten tot het 10:00 uur wordt, het begin van de gedeeltelijke eclips. We zetten de eclipsbrilletjes op die we van Wout hebben geleend. En jawel, we zien meteen dat de maan het eerste hapje uit de zon neemt. Langzaam wordt dat deel steeds groter, tot er na anderhalf uur maar een sikkeltje zon over blijft. Het laatste half uur voelen en zien we al de verandering. Het wordt koeler, de wind gaat liggen, het licht verandert, het wordt stil. En dan wordt het binnen zeer korte tijd donker. Om de maan zien we een dunne straal zonlicht. De eclips is totaal. Waanzinnig. Dat duurt een minuut en daarna wordt het net zo snel weer licht. Het wordt weer warmer en de wind komt terug. De vogels zijn van slag. Parkieten vliegen altijd alleen ’s ochtends vroeg in grote groepen rondjes. Nu doen ze dat ook.
Wij blijven hier eerst nog lunchen; anderen gaan meteen weg, zodat het niet druk is op de weg.
Op de terugweg stoppen we bij een bottleshop waar iedereen dozen drank inslaat voor de komende dagen in de outback. De verkoper vindt het maar wat leuk.
’s Avonds zien we vanaf de camping een droneshow. 0.a. de zonsverduistering wordt uitgebeeld. Mooi.
Er staan super veel sterren aan de hemel. Zelfs de Melkweg is te zien.
Kimo en de buschauffeurs zijn opgelucht dat alles vandaag goed is gegaan, dat we op tijd op de juiste plek waren.
180 km. gereden.
Vrijdag 21 aprilVia de Pilbara-woestijn naar Karijini Nationaal Park
Een lange rit naar Kariijini N.P., bijna 700 kilometer.
De eerste paar uur is er niet veel te zien. Geen huizen, een eenzame wandelaar, veel termietenheuvels van ongeveer een meter hoog. Wel heel veel groepen groene parkieten die in zwermen soms vlak voor de bus langs vliegen.
Langzaam verandert het landschap. We zien rotsblokken en heuvels in de verte. Het wordt steeds stiller op de weg. Wij rijden door de dunbevolkte Pilbara-woestijn. In de berm van de weg zien we een kleine zandstorm.
Even verderop, honderd kilometer is hier ‘even’, ligt het dorp Tom Price. In de buurt is veel ijzerertswinning.
De meeste doen hier een boodschap, wij drinken een biertje op het terras van het hotel. Er zitten een paar witte kaketoes. We zien verschillende road trains, enorme vrachtwagens met meerdere aanhangers.
Een enorme trein met drie locomotieven met heel veel ijzererts passeert wat een paar minuten duurt.
Op de camping in Hamersley Range in Karijini staan opgezette tenten voor ons klaar. In iedere tent staat één veldbed en we leggen er een swag naast. Ruimte genoeg. Buiten staan tafels en stoelen onder een kap en we zetten er nog wat bij. In de toiletruimte zit een grote harige bruine spin van 12, 13 centimeter.
In een grote koelbox met ijs heeft iedereen z’n drankjes koud gezet en die halen we tevoorschijn.
Ondertussen wordt een grote bbq voorbereid in een keuken die daar voor klaar staat. Het wordt een gezellige avond.
We hebben al dagen geen wifi en het opladen van apparatuur lukt wel in de bus. Op de camping kan dat bij het restaurant. Met een grote stekker en veel snoertjes lukt dat aardig.
Ook hier weer een prachtige sterrenhemel.
600 km. gereden.
Zaterdag 22 aprilKarijini Nationaal Park
Ontbijt vandaag om 7:30 uur. Omdat iedereen gewend is aan het vroege opstaan, zitten we al om 7:00 uur aan de gebakken eieren met spek.
Een kwartier voor de afgesproken tijd zijn we al op weg om te gaan wandelen. Het moet niet gekker worden.
We rijden verder naar Karijini N.P. naar een gebied met verschillende kloven, we lopen de Weano Gorge in. Het is een kleine wandeling waar we lang over doen. Er wordt van alles verteld over de oorsprong van het gebied, over de natuur, de termietenheuvels.
We zien rode en blauwe libellen, kikkervisjes, torren, mieren met een gouden kont, kleurrijke kuifduiven, een kikkertje, sprinkhanen, een groep van een paar honderd groene parkieten vliegen. Mooie canyons, mooie uitzichten.
’s Middags gaan we naar de bar om wat te drinken en vooral om een paar dingen op te laden. De stopcontacten hangen vol met opladers en apparatuur. Langzaam komt een groot deel van de groep binnen. Gezellig.
Daarna zitten we weer bij het kamp. We krijgen elke middag crackers en hapjes bij de borrel. Het eten smaakt, net als iedere dag, prima.
150 km. gereden.
Zondag 23 aprilKarijini Nationaal Park
We maken een lunchpakket voor tussen de middag en we krijgen nog noten- en mueslireepjes mee. Een dingo loopt langs de tenten.
Tegen achten vertrekken we om een groot deel van de dag te gaan wandelen in Dales Gorge.
We zitten net in de bus als een boskalkoen de weg oversteekt.
Eerst bezoeken we het Visitor Centre en dan gaan we op we naar de Walhibindamunha oftewel de Circular Pool Lookout. Door een steile canyon loopt ver onder ons een rivier. De wanden zijn diep roodbruin, de kleur knalt er uit. Ze zijn miljoenen jaren geleden in laagjes opgebouwd. Een prachtig gezicht. Voorzichtig dalen we de steile rotsen af tot we beneden bij de rivier komen. Langzaam wandelen we door de Dales Kloof naar de Fortescue Watervallen. Meestal is het pad goed te belopen, soms moeten we een stukje door de rivier waar we over natte, glibberige, niet vast liggende stenen lopen. Niemand mist een steen.
We zien veel rode, blauwe, groene libelles, een kleine bruine hagedis, grote kleurrijke spinnen en een boom vol vleermuizen.
Bij de watervallen is het vrij druk en veel mensen zijn aan het zwemmen. We eten de lunch en genieten in de schaduw van de prachtige natuur.
Goed 16:00 uur zijn we terug op de camping: biertje, apparatuur opladen, eten.
40 km. gereden.
Maandag 24 aprilNaar Eighty Miles Beach
We worden wakker van jankende dingo’s die heel dichtbij klinken.
We ontbijten op het onchristelijke vroege tijdstip van 5:00 uur. Vertrek om 6:00 uur.
Prachtige zonsopkomst.
In het programma stond dat we naar Pardoo Station zouden gaan, maar daar is vorige week een cycloon pal over gekomen en er is weinig van over. We gaan nu naar Eighty Miles Beach, een paar uur verder rijden wat inhoudt dat we morgen minder ver hoeven. Elk nadeel heb z’n voordeel.
We verlaten Karijini en rijden verder naar het noorden. Eenmaal op de grote weg zien we veel road trains met drie of vier aanhangers rijden. Bij een roadhouse zien we heel veel road trains en een roze kaketoe. Het is lastig inhalen, zo’n lange auto. Maar wat blijkt: er is onderling contact tussen de chauffeurs. Als we eenmaal inhalen, gaat de airco even uit voor meer power. Die wagens rijden naar Port Hedland en terug waar veel ijzerertsindustrie is.
Als we in de buurt van Pardoo zijn, zien we veel bomen zonder blad of omgewaaid, weinig struiken, een enkel omgewaaid verkeersbord. Al het groen en geel is verdwenen in de bomen en het gras; het ziet er kaal en grauw uit. Het is gelukkig een zeer dun bevolkt gebied. Het Pardoo Roadhouse met z’n bijgebouwen is totaal verwoest. Het zonnepanelenpark er naast staat nog overeind.
Verder naar het noorden is de weg verlaten. Geen andere auto te zien.
Camping Eighty Miles Beach ligt aan zee. Net voor we er aankomen, zien we meerdere wallaby’s op een veld huppelen.
Het is een mooie camping en we zetten de tenten op op een groot grasveld. In de drankbox is alles weer koud dankzij de ijsblokjes die er regelmatig ingegooid worden. Zodra er verteld wordt dat er wifi is, zit iedereen te staren naar z’n mobieltje. Hun gezichten lichten spookachtig op in het licht van de schermpjes in de donkere nacht.
Er is ook een keuken wat het werk van Adam en Kimberley vereenvoudigt.
700 km. gereden.
Dinsdag 25 aprilNaar Broome
Het is Veteranendag wat hier elk jaar gevierd wordt samen met Nieuw-Zeeland. Om 5:30 uur vindt er een ceremonie op de camping bij het oorlogsmonument plaats.
De lucht kleurt prachtig. Voor we vertrekken naar Broome wandelen we een stukje over het strand dat bezaaid ligt met kleine schelpen.
Ook nu zien we weer wat wallaby’s als we net de camping af zijn. We stoppen bij een prachtig ingericht Sandfire Roadhouse waar het plafond vol hangt met petjes. Er staan twee enorme road trains voor de deur geparkeerd.
Het landschap verandert langzaam. Het wordt steeds vlakker en er komt meer grasland waar koeien grazen.
Vlak voor Broome begint de Kimberley-regio.
Bij Gantheaume Point gaan we lunchen. De vuurtoren staat er en er is een strandje. Bij laag water zijn er prehistorische dinosaurus voetafdrukken te zien. Het water staat te hoog wat o.a. komt door de stand van de maan. Er zit een grijze prieelvogel en een gekko.
In Broome zitten we in het Mangrove Hotel. Lekker om weer in een gewoon bed te slapen. We gaan naar de bar waar nog één tafel met parasol vrij is aan de rand. We kijken uit over de Indische Oceaan. Borreltijd. Er worden veel cocktails gedronken.
Om 19:00 uur gaan we met de hele groep aan een lange tafel zitten die lekker buiten in de tuin staat. Het is het afscheid van Kimberley en Adam. Kimo had nog iets voor ze willen kopen, maar veel winkels zijn gesloten in verband met Veteranendag. De prijs van de drankjes is om die reden 15% hoger. Zoiets hebben we nog nooit ergens gezien. Voor een halve liter bier betalen we nu € 10. Meestal is dat ongeveer € 7.
375 km. gereden.
Woensdag 26 aprilBroome
Vandaag een dag vakantie. Eindelijk wifi. We zijn vroeg wakker, geen wonder, we zijn het ondertussen gewend. Polarsteps van de afgelopen week bijgewerkt. Daarna wandelen we Broome in, minder als tien minuten lopen. We zijn er snel klaar mee. In de supermarkt wat boodschappen gedaan.
Daarna op het terras van het hotel onder een parasol gezeten. Het wordt zo'n 33 graden. 's Middags nog even het zwembad in, ook in het bubbelbad gezeten. 's Avonds lekker rustig biertje gedronken en in het hotel gegeten.