Australië: Westkust – Top End

3 april t/m 7 mei 2023

We hebben een groepsrondreis in WEST-AUSTRALIË geboekt. We gaan een paar dagen voor aanvang naar Bali en daarna zijn we een paar extra dagen in Perth. Zo kunnen we aan het tijdsverschil en de temperatuur wennen.
De reis zou eigenlijk vanuit Broome door de Kimberley regio gaan. Dit gebied is echter kort geleden getroffen door een cycloon met overstromingen die veel schade heeft toegebracht aan de streek. De verwachting is dat het maanden gaat duren voor de schade is hersteld. Daarom zullen we langer in Top End verblijven. Nadeel is dat we hier in 2014 al geweest zijn. Maar aan de andere kant: we hebben er wel hele mooi gebieden, landschappen, dieren en vogels gezien.
Op 20 april zal in Exmouth een totale zonsverduistering te zien zijn.

Pinnacles

Maandag 3 aprilNaar Sanur, Bali (Indonesië)
Lange vlucht via Parijs en Singapore naar Bali. Aangekomen in Parijs horen we dat er een vertraging van ruim een uur is, wat inhoudt dat we in Singapore de aansluitende vlucht naar Bali gaan missen. We zitten net in de wachtruimte als we al een appje daarover ontvangen. Ze gaan kijken wat ze kunnen doen…. Uiteindelijk vertrekken we twee uur te laat. Af en toe wordt er wat omgeroepen, maar het Engels is zo abominabel dat we er weinig van verstaan.
We vliegen business class en tijdens de vlucht van Parijs naar Singapore, 12 uur, gaan we lekker aan de champagne en Pouilly-Fumé. Voor het slapen nemen we een cognacje en omdat we lekker languit kunnen liggen, slapen we goed.

Dinsdag 4 aprilSanur
Het is goed geregeld. Als we landen in Singapore krijgen we al een appje dat we omgeboekt zijn naar de vlucht van 18:30 uur, bijna twee uur later dan gepland. Buiten bij de gate staan vijf personen die bordjes omhoog houden met ‘Denpasar/Bali’. Onze namen staan op een lijst en we krijgen nieuwe instapkaarten. We moeten wel door lopen, zeggen ze, want de vlucht vertrekt al over een klein uur. Eerst sturen we een berichtje naar onze accommodatie die het vervoer vanaf het vliegveld zou regelen. Dan met twee treintjes mee, een stuk lopen, handbagagecontrole. We ploffen in onze stoelen en krijgen meteen champagne aangeboden.
Na aankomst op Bali blikt dat de bagage er niet is. Eerst moet je wachten tot alle bagage uitgeladen is, een goed uur. Daarna moet je gaan melden. Twee balies, per behandeling duurt dat ongeveer een half uur…. Wel krijgen we een miljoen rupiah cash. Een miljoen. Het lijkt heel wat, maar het is ongeveer € 60.
Bij de uitgang staat een woud aan bordjes met namen, zoveel hebben we er nog nooit gezien. Tot onze verbazing staat onze chauffeur, met een bordje met 'Lia Post', nog op ons te wachten. Hij had ons niet meer verwacht, maar was toch blijven wachten. Bij het hotel telefoneert onze chauffeur, klopt op de deur, telefoneert nogmaals en we helpen met bonken op de deur. Na tien minuten wordt er uiteindelijk door een stomdronken nachtwaker open gedaan. Voor ons uit waggelend brengt hij ons naar de kamer, het is een wonder dat hij die kan vinden.
We zitten in hetzelfde hotel als in 2014: Kembali Lagi Guest House in Sanur. Zelfs in dezelfde kamer. We vinden er water, een fan, airco en een dikke deken op bed. Die verwijderen we meteen, zetten de fan aan en gaan slapen.
Er is zes uur tijdsverschil.

Woensdag 5 aprilSanur
VissersbootWe gaan eerst inchecken, omdat dat gisterenavond niet meer kon. Het is maar een klein guesthouse met een stuk of acht kamers. We hebben buiten een zitje en het zwembad ligt op anderhalve meter. Een paar palmbosjes staan er voor. Het is er lekker rustig.
We ontbijten buiten onder een grote boom. Lekker. Daarna gaan we op ons terrasje zitten niksen.
Tegen het middaguur wandelen we door de plaats. Het is zonnig en warm. We bekijken de vele winkels en bars. De sportbar van negen jaar geleden vinden we niet terug. Wel Warung Anna waar we vroeger zo lekker en goedkoop gegeten hebben. We worden op straat voortdurend aangesproken of we een taxi of een massage willen. Verschillende malen zelfs in het Nederlands. Overal op straat en langs de weg liggen offertjes voor de goden. Veel standbeelden met offers en wierook. Op het strand bij de zee liggen veel traditionele vissersboten. Ook zien we mensen tot hun middel in het water staan en zo staan te vissen.
’s Middags houden we siësta. Daarin worden we gestoord door een chauffeur die onze bagage komt brengen. We zijn er erg blij mee. KLM heeft een app die je bagage volgt. Dat gaat goed zolang de bagage goed gaat. Gaat dat fout, dan zie je niets meer. Hier heb je dus niks aan. Singapore Airlines blijft ons mailtjes sturen dat ze de bagage aan het zoeken zijn. Ook al staat die al een dag op onze kamer. Diepe zucht.
Tegen de avond wandelen we naar het strand. Het weer is, ondanks de slechte voorspelling, prima. Droog, soms zon, soms wolken. Er was veel regen voorspeld.
Op een terrasje aan het water drinken we BBB - Bir Bintang Besar. De zee is rustig, het is eb, de wolken weerkaatsen mooi in het water en er liggen veel vissersboten die prachtig weerspiegelen in het water. Er lopen nog heel wat mensen in het water te vissen. De vulkaan Mount Agung is half zichtbaar. De lucht kleurt een beetje, maar we zitten aan de verkeerde kant van het eiland voor een mooie zonsondergang.
Daarna eten we bij Anna. We herkennen het restaurant, maar Anna zelf niet. Ze is jonger dan we verwachtten. Ze spreekt nog wel steeds Nederlands. Helaas is de rendang op. Moeten we morgen weer terug. Het eten is niet meer zo goedkoop als negen jaar geleden (logisch natuurlijk), maar voor € 10 krijgen we twee prima maaltijden en twee flesjes bier.

Donderdag 6 aprilSanur
TempelbeeldHet is druk ’s ochtends bij het ontbijt. Omdat er maar weinig ruimte is, blijven wij op ons terrasje zitten. We wachten wel, we hebben de hele dag de tijd. Maar al snel wordt er koffie gebracht. En even later de rest van het ontbijt. Heerlijk.
We maken weer een ommetje door Sanur. Nu meer naar het noorden en wat langer. De vele offerbeelden en offertjes blijven fascinerend. De grote resorts langs het strand zien er weinig aanlokkelijk uit. Zoveel mensen, zoveel bedjes ‘gereserveerd‘ met handdoeken. Overal kraampjes en winkeltjes met mensen die ons naar binnen proberen te lokken of een taxi aanbieden. Op een gegeven moment denken we dat we ‘hallo massage’ en ‘hallo taxi’ heten.
We hebben een kleine gekko gezien, een even grote kakkerlak, een rat, verschillende eekhoorns en een boel vogels.
We krijgen nog steeds berichten van Singapore Airlines dat ze onze koffers zoeken.
Ook vandaag is het zonnig en warm, terwijl er voor de hele week regen is voorspeld. We passen ons tempo aan. Pelan pelan.
Weer terug in het hotel gaan we lekker zwemmen om af te koelen. Daarna siësta onder de fan.
Als we op ons overdekte terras zitten, begint het om 17:00 uur te regenen. Slechts een beetje waar je niet echt nat van wordt. ’s Avonds eten we rendang bij Warung Anna. Heerlijk. Er zit een groep Australiërs waarvan er eentje een praatje met ons komt maken. Hij heeft ons tegen Anna Nederlands horen praten, is zelf in Nederland geboren en op z’n zesde naar Australië geëmigreerd. Hij spreekt nog heel goed Nederlands. Hij heet Terstegen en vindt dat een moeilijke naam voor Australiërs. Leuk.
Als we van Anna naar huis gaan, regent het behoorlijk. Als we na het douchen in bed liggen, begint het pas goed.

Vrijdag 7 aprilSanur
Het is weer droog en zonnig. Weerbericht voor vandaag: 30°, voelt als 36°. Lekker buiten ontbijten onder de boom naast het zwembad.
Weer een wandeling van een kilometer of tien gemaakt. Net als afgelopen dagen. Ditmaal naar het zuiden.
Het is overal min of meer hetzelfde: hotels met zwembad en strandstoelen, kleine winkeltjes, taxi’s, massages. Op de zuidpunt zien we de tempel Pura Luhur Dalem Mertasari waar veel mooie traditioneel geklede mensen lopen. Er wordt veel geofferd en gebeden. Er hangen veel vlaggen, er staan veel versierde offerbeelden met parapluutjes er boven. Waarschijnlijk wordt Goede Vrijdag gevierd. Mooi gezicht.
Tempel Pura Luhur Dalem Mertasari’s Avonds gaan we in de hoofdstraat op zoek naar een eettent. Er zijn er heel veel en heel veel zijn er heel leeg. Waar leven al die mensen van? Het is dan wel geen hoogseizoen, maar toch. We vinden eerst een leuk cafeetje waar we een pint drinken. Dan eten we in een restaurant waar best wat mensen zitten. Voor die paar dagen dat we op Bali zijn, gaan we voor Indonesisch eten hoewel ze een internationale kaart hebben. Altijd lekker. Ook nu.
Bij het afrekenen vragen we om ‘de bon’. Daarmee geef je aan dat je contant gaat betalen. Bij ‘de rekening’ betaal je met een kaart.
Andere voorkomende Nederlandse woorden: kantor pos, wastafel, notaris, masker, gratis parkir. Grappig.

Zaterdag 8 aprilSanur
We hebben nog een andere tempel op de kaart gezien en wandelen daar naar toe. We mogen de Pura Dalem Pengembak een stuk inlopen tot aan de offerplaatsen. Ook hier grote bogen, beelden van offertjes met o.a. koffie en sigaretten. Heel kleurig, heel mooi.
We lopen terug over het strand en zien de vele traditionele vissersboten dobberen. In de verte zien we de Agung-vulkaan liggen.
Ook nu weer een stralende, zonnige, warme dag. Toen we maandag van huis vertrokken, zagen we op weerberichten dat er elke dag 20-30 mm regen zou vallen. Op die ene avond na klopt er niets van. Dat vinden wij niet erg.


Zondag 9 aprilNaar Perth (Australië)
Om 5:30 uur gaat de wekker. Vandaag vliegen we naar Perth in Australië. We pakken de laatste bagage en lopen naar de uitgang. Precies op tijd rijdt de gereserveerde taxi voor en binnen een kwartier zijn we op de luchthaven. We geven de chauffeur een tip en nog wat oude rupiahs die we thuis nog hadden en niet meer geldig zijn. Wellicht kan hij er wat mee. Het is niet druk en we zijn overal snel doorheen. We tellen onze laatste centen en kunnen daar nog precies een ontbijt voor kopen.
PerthDe vlucht gaat voorspoedig. In Australië zijn we snel de douane door en is de bagage er snel. We gaan op zoek naar de trein, zien bordjes die kant op, maar die houden al snel. Blijkbaar is er toch geen trein. Dan maar de bus. Bij het instappen moeten we betalen. Dat kan alleen contant en er is geen wisselgeld. Bij de ATM kregen we als kleinste briefje $ 20 en nu moeten samen $ 10 betalen. Dat werkt toch niet. Blijkbaar weet de chauffeur dat ook, want we mogen gratis mee. Er zijn meer reizigers met hetzelfde probleem. In het centrum stappen we uit bij het station dat dichtbij het hotel ligt. We zitten in het Ibis, waar a.s. vrijdag de rest van de groep zal aankomen. We regelen meteen dat we dan op dezelfde kamer kunnen blijven.
We lopen de stad in, maar het is rustig. Het is 1e paasdag en er zijn veel winkels gesloten. Dan maar naar het Belgisch biercafé tegenover het hotel. Hier is het gezellig druk. De prijzen liggen een stuk hoger dan in Bali, maar iets goedkoper dan in Nederland. Als je hier een biertje koopt, krijg je standaard een pint. Bij ons is dat de helft.
Hier bestel en betaal je aan de bar. Als je eten besteld, krijg je een standaard met een nummer, zodat de bediening weet waar wat bezorgd moet worden. We eten er ’s avonds heerlijke mosselen die een paar maten groter zijn dan bij ons.

Maandag 10 aprilPerth
Na het ontbijt wandelen we op ons gemak de stad in. De temperatuur is aangenaam, 22, 23° en lang niet zo vochtig als op Bali. Lekker dus. We zien veel oude, lage gebouwen die vreemd afsteken tegen enorme hoge nieuwe torens er achter. Het meest lelijke is de oude bibliotheek, een prachtig oud gebouw waar men een heel nieuw glimmend stalen dak boven gebouwd heeft. Hoe heeft iemand zo iets kunnen bedenken.
De omgeving van het Perth- station valt wat tegen. Het gebouw zelf is mooi, maar het Yagan Square is afgezet vanwege verbouwingen. We lezen hier wel dat de trein naar het vliegtuig een paar weken niet rijdt. Waarom melden ze dat ook niet op het vliegveld?
We lopen kriskras de stad door richting Bell Tower. In een straat zien we een paar bomen vol met bloesem en noten waarin een stuk of twintig witte goffins kaketoes zitten. Ook vliegen een paar parkieten over. Bij de haven zitten meerdere soorten aalscholvers en slangenhalsvogels lekker in het zonnetje. Er zwemmen zwarte zwanen. Veel mensen lopen langs, zitten op een bankje of terras. Er zijn opvallend veel getatoeëerde mensen. Zowel mannen als vrouwen.
De Bell Tower vinden wij lelijk. Het is een slanke toren, maar hij ziet er niet uit als een klokkentoren.
Er zijn veel mooie muurschilderingen te zien.
Bij Dirty Nelly’s Irish Pub drinken we een pint. Soms zien we iemand bier drinken met een rietje. Althans, het ziet er uit als bier. Daarna is het tijd voor siësta.
Later eten we hier ook. Overal is men snel klaar met eten. Geen voorgerecht, geen nagerecht, geen koffie, geen natafelen. Het is eten op en weg.

Dinsdag 11 aprilPerth - Fremantle
FremantleWe hebben het weerbericht bekeken en zien dat het vandaag nog mooi weer is. We besluiten om naar Fremantle te gaan, ook wel Freo genoemd. Dit is een havenplaats en ligt een kilometer of vijftien buiten Perth.
We lopen naar het treinstation waar een bord hangt waarop uitgelegd staat hoe je kaartjes kunt kopen. We betalen met de creditcard en dat gaat gesmeerd. Twee kaartjes voor $ 10. Elke twaalf minuten gaat er een trein en die doet er een half uur over.
We wandelen door het centrum. Overal zien we oude huizen en winkels. Het ziet er gezellig uit. We lopen langs de haven en zien verschillende mooie standbeelden. Het is er wel rustig. Heel veel barretjes en restaurants zijn dicht. We zien de stadsbrouwerij, veel kerken, pelikanen, aalscholvers, een zeer bont gekleurde halsbandparkiet. Bij een groot hotel drinken we een lekker biertje op het terras, terwijl we de mensen bekijken die langs lopen. Veel dikke en veel getatoeëerde mensen zien we.
We bezoeken het Shipwrecks Museum waar veel informatie en oude voorwerpen zijn over de VOC. Heel herkenbaar voor ons. De markt is vandaag dicht. Al met al een leuke plaats.
Voor de terugweg willen we de treinkaartjes contant betalen. We kiezen de kaartjes en doen als gevraagd het geld in de gleuf. Vervolgens gebeurt er niks. Geen kaartjes, geen geld terug. We halen er iemand bij en die schrijft twee kaartjes voor ons uit. Als we de trein in Perth verlaten, moeten we die laten zien en is het in orde.
We eten ’s avonds weer bij het Belgisch restaurant aan de overkant. Lekker en lekker dichtbij. Het is nu wat minder druk dan de afgelopen paasdagen, maar nog steeds gezellig.

Woensdag 12 aprilPerth
We dwalen weer door de stad. Op Forrest Place is vandaag een grote marionettenpop te zien. Door allerlei touwen laat men die kunstjes doen. Leuk. Bij toeval stuiten we op de oude brandweerkazerne wat nu het Brandweermuseum is. Je kunt zo binnen lopen en rondkijken. Verschillende vrijwilligers vertellen verhalen en laten je video’s zien. Mooi.
PerthVerderop bekijken we St. Mary’s Cathedraal zowel van buiten als van binnen. Van het Muntmuseum zien we alleen de buitenkant.
Overal waar we kijken, zien we schrikbarend dikke mensen. Sommige kunnen alleen naar waggelen.
In de Queens Gardens zitten grote zwartwitte ibissen en witte goffinkaketoes. Altijd leuk om te zien.
Het doel was om op Heirisson Island op zoek te gaan naar kangoeroes, maar het hele park is in onderhoud en grotendeels afgesloten.
Langzaam wandelen we langs het water terug. We zien nog wel een prieelvogel.
Het weer is vandaag prima. Vanochtend twee kleine buitjes, toen we toevallig ergens binnen waren. Voor de rest half bewolkt, een graad of 22. Oude huizen tussen zeer hoge nieuwbouw. Veel kerkjes.

Donderdag 13 aprilPerth
Omdat het weer er vanochtend goed uitziet, gaan we naar Kings Park. Een enorm groot park aan de westkant van de stad. We wandelen er langzaam heen en gaan iets omhoog. Bij het eerste uitzichtpunt blijkt dat we boven aan de Jacobs Ladder staan. Van hieruit heb je mooi uizicht over de stad en de baai. Het park is één grote botanische tuin. Overal staat uitleg over bloemen en planten. We zien meerdere ringnekparkieten, regenbooglori’s, een roze kaketoe, roodlelhoningeters, een tuinwaaierstaart, een jonge ekster, grijsrugorgelvogels, een witooghoningeter. Er staan veel kegelvormige banksia-planten met rode en gele bloemen.
Er is een cycloon op komst. Hij ligt voor de kust in de buurt van Port Hedland, ongeveer 1600 kilometer hier vandaan. Over een goede week zullen we hier naar toe gaan. Hij komt vannacht aan land.

Vrijdag 14 aprilPerth
De schade van de cycloon schijnt mee te vallen. We wachten het af.
Vandaag bezoeken we WA Museum Boola Bardip, een kunst- en cultuurmuseum. Interessant.
Aankomst van de groep. We wandelen naar Kings Park voor het uitzicht op de stad. Daarna gaan we met z’n allen uit eten.

Zaterdag 15 aprilPerth – Rottnest Island
QuokkaEen vroeg ontbijt. Om 7:45 uur wandelen we naar de haven waar we de boot naar Rottnest Island nemen. Het regent een beetje.
De tocht duurt bijna twee uur. We varen lekker rustig langs de kust over de Swan-rivier en zien Fremantle liggen, waar we een paar dagen geleden zijn geweest.
Bij aankomst worden de fietsen van de boot gehaald, we krijgen een kaart van het eiland met de verschillende routes. We kiezen voor de langste, 22km, waar we vijf uur over kunnen doen.
Intussen is de zon gaan schijnen. Op een klein buitje na, doet hij dat de hele dag. Lekker. Het is prima fietsen, soms een klein beetje heuvelachtig. We stoppen regelmatig om naar iets te kijken: rotsen in het azuurblauwe water, allerlei vogels en eenden. Maar we kijken vooral uit naar de quokka, een klein soort kangoeroe. We zien hem op een gegeven moment in de bosjes scharrelen. Leuk! Ook zien we een torenvalk biddend pal boven ons in de lucht hangen. Verschillende soorten spinnen, mooi gekleurde bergeenden, steltkluten. Op het West-End zien we water door een rotsopening spuiten.
We zijn ruim op tijd terug en drinken wat op het terras van een restaurant bij de haven. Na een poosje zien we een quokka, een klein soort kangoeroe, over de grond schuifelen op zoek naar etensresten.
In anderhalf uur zijn we terug in Perth. Op de heenweg heeft de boot iets langzamer gevaren.
“s Avonds is het erg druk. De Ierse Pub is zo vol en lawaaierig dat we weer naar de Belg gaan. Bij iedere uitspanning staan leeftijdscontroleurs buiten. Veel mensen zijn mooi aangekleed. Hier is het ook druk, maar vinden we nog een tafeltje. Door de bediening worden we overal regelmatig met ‘darling’ aangesproken.
Het is overal druk: het is paasvakantie, weekend en de 100.000 verwachte bezoekers van de zonnewende van a.s. donderdag arriveren langzaam maar zeker.

Zondag 16 aprilVia The Pinnacles en Jurien Bay naar Kalbarri
RegenboogloriGoed 7:00 uur staat de safari overland truck voor het hotel te wachten. Kimberley is onze chauffeur en kokkin, een dikke Australische met een harde schelle stem en veel humor. Er is een aparte auto met aanhanger voor de bagage met Adam als chauffeur. In de truck is daar geen plaats voor. Deze zit vol met keukenspullen, tenten en slaapmatten.
Het is goed weer. Eerst een beetje regenachtig, een paar drupjes, daarna zon.
We verlaten Perth en rijden naar het noorden naar Namburg N.P. Hier liggen The Pinnacles, oude rotssculpturen, lijmstenen pilaren, die uit de woestijn oprijzen. Ze zijn miljoenen jaren geleden ontstaan. Het zijn er honderden, sommigen zijn ruim vijf meter hoog. De zon schijnt, de lucht is aan de ene kant blauw, aan de andere kant zitten mooie wolken. Het is een vrij uitgestrekt gebied met heel veel pilaren. Mooi gezicht.
Bij Jurien Bay ligt een park met picknicktafels waar we een lunch maken met broodjes, kaas, vlees, tomaat, ui, komkommer, paprika. Prima.
Het is 200 kilometer naar Geraldton. Er ligt een goede asfaltweg, er zijn amper andere weggebruikers en het landschap is vrij saai. Lekker dat we niet zelf hoeven te rijden.
We hebben nog niet gehoord hoe het met de schade van de cycloon zit. We weten nog niet of we door kunnen naar Broome.
Op de weg naar Kalbarri rijden we langs een roze meer. De kleur wordt gevormd door algen. Bij een uitzichtpunt hebben we goed zicht. Er is een lichtroze kleur te zien.
In Kalbarri zitten we in een hotel. Het is een rustig strandstadje. Het is er erg vol met mensen die voor de eclips komen. We zien onze eerste kangoeroes tijdens deze reis hoppen. We zijn net te laat voor de zonsondergang.
We hebben een heel appartement. In het restaurant is een buffet wat prima smaakt, net als het bier.
570 km. gereden.

Maandag 17 aprilVia Kalbarri National Park naar Shark Bay
Kalbarri N.P.Het is niet ver rijden naar Kalbarri N.P. We maken een korte stop bij een mooie belga-plant, een soort graspalm met bruine pluimen. Daarna maken we een korte wandeling naar Nature’s Window waar we door een natuurlijk raam een mooi uitzicht hebben op de Murchison-rivier. Momenteel staat daar water in wat niet altijd het geval is. Even verderop is een mooi uitzichtpunt dat ver over de rotsen heen hangt.
Het is goed warm vandaag, tegen de 30°. Er zitten hier heel wat kleine vliegen. We zien verschillende mensen met een vliegenhoed. Die hebben we niet, maar wel twee stukjes vitrage die we als zodanig kunnen gebruiken. Dat helpt prima.
Dan rijden we naar Shark Bay dat op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. We maken een noodstop voor een meterlange hagedis die de weg oversteekt.
De weg lijkt eindeloos, een rechte weg, geen dorpjes, lage boompjes of bosjes. Wat een verlaten uitgestrektheid. Nergens een huis te zien. Wel twee emoes.
Vanaf vandaag gaan we kamperen. De camping ligt dichtbij het strand aan de oevers van de baai, heeft een zwembad en de Monkey Bar.
We komen om een uur of vijf aan, zodat we tijd genoeg hebben om de tent op te zetten, rond te hangen, dolfijnen te zien, een biertje te drinken. In de bar is het erg druk, we kunnen net een tafeltje buiten vinden. Het is daar heerlijk zitten. We eten hier ook.
De tenten zijn vrij ruim. We zetten alleen de binnentent op die helemaal van gaas is. Er lopen meerdere emoes tussen de tenten rond te scharrelen. ’s Nachts waait het lekker door. De matjes zijn stevig en dik genoeg. We hebben de slaapzakken wel nodig. Deels door die wind en deels door de afkoeling. Door het gaas hebben we goed zicht op de prachtige sterrenhemel. We slapen vrij goed.
450 km. gereden.

Dinsdag 18 aprilVia de Monkey Mia-dolfijnen en Hamelin Pool naar Coral Bay
Mia-dolfijnBij het strand worden een paar Monkey Mia dolfijnen gevoerd. Het is een bedreigde diersoort. We kunnen ze op deze manier mooi van vrij dichtbij zien.
Daarna volgt een lange rit naar Coral Bay. De eerste stop is bij het Shell-strand. Dit bestaat uit alleen maar schelpen. Er zijn slechts twee van zulke stranden ter wereld.
Als we verder gaan, wordt verteld dat we door kunnen gaan naar Broome. Yeah. De schade van de orkaan lijkt mee te vallen. Alleen de overnachting in Pardoo gaat niet door. Die camping is grotendeels verwoest. De vraag was ook hoeveel regen er is gevallen, met name in het Karijini N.P. We gaan waarschijnlijk een nacht wild kamperen.
We stoppen bij Hamelin Pool waar we stromatolieten kunnen zien, 's werelds oudste en grootste levende fossielen. Er staat een bord dat een en ander is verwoest door cyclonen in 2019 en dat het pad afgesloten is. Er is niets te zien.
We eten een snelle picknicklunch in Carnavon, terwijl Kimberley en Adam boodschappen doen voor de komende dagen. We zitten dan in Exmouth waar de zoneclips is. Dat is maar een klein plaatsje van 3.500 inwoners en ze verwachten tienduizenden bezoekers. Het schijnt er nu al chaos te zijn.
Precies op het moment dat de zon ondergaat bereiken we de Steenbokskeerkring. Grappig.
Op de camping in Coral Bay staat een gezellige sportbar met een snookertafel en dartborden. We eten en drinken hier, terwijl de rest van de groep in het restaurant zit. Ook hier krijg je bij het bestellen van eten een apparaatje mee dat afgaat als het eten klaar is en je het op kunt halen.
350 km. gereden.


Woensdag 19 aprilVia het Ningaloo-rif naar Exmouth
We gaan wandelen langs het strand. Het Ningaloo-rif dat op de Werelderfgoedlijst staat, komt tot vlak aan het strand. Alleen jammer dat ook hier de laatste jaren veel verwoest is door cyclonen. Het rif komt ooit wel weer terug, maar is op dit moment voor ons niet de moeite waard.
We komen bij het Shark Sanctuary in Will’s Bay. Het is een opgroeiplaats voor kleine haaitjes, maar we zien ze niet. Een rustige dag vandaag. We kopen wel wat drank voor vanavond op de camping.
Een deel van de groep gaat vandaag de zee op, op zoek naar zwartwitte manta-roggen, die acht meter in doorsnee kunnen worden. De grootste roggen die ze gezien hebben, zijn een halve meter groot. Een ander deel ging naar de tien meter lange walvishaaien. Ook die zijn er niet.
We vertrekken pas kwart over vijf naar Exmouth waar morgen de eclips is. Meer dan twee uur later dan gepland. Als je geen accommodatie hebt geboekt, kom je vanavond de plaats niet meer in. Het is al donker als we tent opzetten.
De camping blijkt een enorm groot speciaal aangelegd veld met overal containers met douches en toiletten. Goed geregeld.
Er wordt voor ons gekookt, terwijl wij een koud biertje drinken. Wat wil je nog meer.
370 km. gereden.

Donderdag 20 aprilExmouth / Volledige zonsverduistering
ZonsverduisteringAl voor vijven staan we op. De crew heeft bekeken wat de beste plaats zou zijn voor de eclips en daar gaan we naartoe. Bij Yardy Creek staan we drie kilometer van de middellijn af. Genoeg voor één minuut verduistering. De drukte op de weg valt mee. Je moet een speciaal permit hebben om hier te komen. En die hebben we. Het is er al wel druk met auto’s, maar er is plaats genoeg.
Het is een heldere, onbewolkte dag. Beter kun je het niet treffen. Er staat wel veel wind, maar daardoor zitten er geen vliegen.
We gaan eerst ontbijten en wachten tot het 10:00 uur wordt, het begin van de gedeeltelijke eclips. We zetten de eclipsbrilletjes op die we van Wout hebben geleend. En jawel, we zien meteen dat de maan het eerste hapje uit de zon neemt. Langzaam wordt dat deel steeds groter, tot er na anderhalf uur maar een sikkeltje zon over blijft. Het laatste half uur voelen en zien we al de verandering. Het wordt koeler, de wind gaat liggen, het licht verandert, het wordt stil. En dan wordt het binnen zeer korte tijd donker. Om de maan zien we een dunne straal zonlicht. De eclips is totaal. Waanzinnig. Dat duurt een minuut en daarna wordt het net zo snel weer licht. Het wordt weer warmer en de wind komt terug. De vogels zijn van slag. Parkieten vliegen altijd alleen ’s ochtends vroeg in grote groepen rondjes. Nu doen ze dat ook.
Wij blijven hier eerst nog lunchen; anderen gaan meteen weg, zodat het niet druk is op de weg.
Op de terugweg stoppen we bij een bottleshop waar iedereen dozen drank inslaat voor de komende dagen in de outback. De verkoper vindt het maar wat leuk.
’s Avonds zien we vanaf de camping een droneshow. 0.a. de zonsverduistering wordt uitgebeeld. Mooi.
Er staan super veel sterren aan de hemel. Zelfs de Melkweg is te zien.
Kimo en de buschauffeurs zijn opgelucht dat alles vandaag goed is gegaan, dat we op tijd op de juiste plek waren.
180 km. gereden.

Vrijdag 21 aprilVia de Pilbara-woestijn naar Karijini Nationaal Park
Karijini N.P.Karijini N.P.Een lange rit naar Kariijini N.P., bijna 700 kilometer.
De eerste paar uur is er niet veel te zien. Geen huizen, een eenzame wandelaar, veel termietenheuvels van ongeveer een meter hoog. Wel heel veel groepen groene parkieten die in zwermen soms vlak voor de bus langs vliegen.
Langzaam verandert het landschap. We zien rotsblokken en heuvels in de verte. Het wordt steeds stiller op de weg. Wij rijden door de dunbevolkte Pilbara-woestijn. In de berm van de weg zien we een kleine zandstorm.
Even verderop, honderd kilometer is hier ‘even’, ligt het dorp Tom Price. In de buurt is veel ijzerertswinning.
De meeste doen hier een boodschap, wij drinken een biertje op het terras van het hotel. Er zitten een paar witte kaketoes. We zien verschillende road trains, enorme vrachtwagens met meerdere aanhangers.
Een enorme trein met drie locomotieven met heel veel ijzererts passeert wat een paar minuten duurt.
Op de camping in Hamersley Range in Karijini staan opgezette tenten voor ons klaar. In iedere tent staat één veldbed en we leggen er een swag naast. Ruimte genoeg. Buiten staan tafels en stoelen onder een kap en we zetten er nog wat bij. In de toiletruimte zit een grote harige bruine spin van 12, 13 centimeter.
In een grote koelbox met ijs heeft iedereen z’n drankjes koud gezet en die halen we tevoorschijn.
Ondertussen wordt een grote bbq voorbereid in een keuken die daar voor klaar staat. Het wordt een gezellige avond.
We hebben al dagen geen wifi en het opladen van apparatuur lukt wel in de bus. Op de camping kan dat bij het restaurant. Met een grote stekker en veel snoertjes lukt dat aardig.
Ook hier weer een prachtige sterrenhemel.
600 km. gereden.

Zaterdag 22 aprilKarijini Nationaal Park
Weano GorgeOntbijt vandaag om 7:30 uur. Omdat iedereen gewend is aan het vroege opstaan, zitten we al om 7:00 uur aan de gebakken eieren met spek.
Een kwartier voor de afgesproken tijd zijn we al op weg om te gaan wandelen. Het moet niet gekker worden.
We rijden verder naar Karijini N.P. naar een gebied met verschillende kloven, we lopen de Weano Gorge in. Het is een kleine wandeling waar we lang over doen. Er wordt van alles verteld over de oorsprong van het gebied, over de natuur, de termietenheuvels.
We zien rode en blauwe libellen, kikkervisjes, torren, mieren met een gouden kont, kleurrijke kuifduiven, een kikkertje, sprinkhanen, een groep van een paar honderd groene parkieten vliegen. Mooie canyons, mooie uitzichten.
’s Middags gaan we naar de bar om wat te drinken en vooral om een paar dingen op te laden. De stopcontacten hangen vol met opladers en apparatuur. Langzaam komt een groot deel van de groep binnen. Gezellig.
Daarna zitten we weer bij het kamp. We krijgen elke middag crackers en hapjes bij de borrel. Het eten smaakt, net als iedere dag, prima.
150 km. gereden.

Zondag 23 aprilKarijini Nationaal Park
We maken een lunchpakket voor tussen de middag en we krijgen nog noten- en mueslireepjes mee. Een dingo loopt langs de tenten.
Dales GorgeTegen achten vertrekken we om een groot deel van de dag te gaan wandelen in Dales Gorge.
We zitten net in de bus als een boskalkoen de weg oversteekt.
Eerst bezoeken we het Visitor Centre en dan gaan we op we naar de Walhibindamunha oftewel de Circular Pool Lookout. Door een steile canyon loopt ver onder ons een rivier. De wanden zijn diep roodbruin, de kleur knalt er uit. Ze zijn miljoenen jaren geleden in laagjes opgebouwd. Een prachtig gezicht. Voorzichtig dalen we de steile rotsen af tot we beneden bij de rivier komen. Langzaam wandelen we door de Dales Kloof naar de Fortescue Watervallen. Meestal is het pad goed te belopen, soms moeten we een stukje door de rivier waar we over natte, glibberige, niet vast liggende stenen lopen. Niemand mist een steen.
We zien veel rode, blauwe, groene libelles, een kleine bruine hagedis, grote kleurrijke spinnen en een boom vol vleermuizen.
Bij de watervallen is het vrij druk en veel mensen zijn aan het zwemmen. We eten de lunch en genieten in de schaduw van de prachtige natuur.
Goed 16:00 uur zijn we terug op de camping: biertje, apparatuur opladen, eten.
40 km. gereden.

Maandag 24 aprilNaar Eighty Miles Beach
We worden wakker van jankende dingo’s die heel dichtbij klinken.
We ontbijten op het onchristelijke vroege tijdstip van 5:00 uur. Vertrek om 6:00 uur.
Prachtige zonsopkomst.
In het programma stond dat we naar Pardoo Station zouden gaan, maar daar is vorige week een cycloon pal over gekomen en er is weinig van over. We gaan nu naar Eighty Miles Beach, een paar uur verder rijden wat inhoudt dat we morgen minder ver hoeven. Elk nadeel heb z’n voordeel.
Road trainWe verlaten Karijini en rijden verder naar het noorden. Eenmaal op de grote weg zien we veel road trains met drie of vier aanhangers rijden. Bij een roadhouse zien we heel veel road trains en een roze kaketoe. Het is lastig inhalen, zo’n lange auto. Maar wat blijkt: er is onderling contact tussen de chauffeurs. Als we eenmaal inhalen, gaat de airco even uit voor meer power. Die wagens rijden naar Port Hedland en terug waar veel ijzerertsindustrie is.
Als we in de buurt van Pardoo zijn, zien we veel bomen zonder blad of omgewaaid, weinig struiken, een enkel omgewaaid verkeersbord. Al het groen en geel is verdwenen in de bomen en het gras; het ziet er kaal en grauw uit. Het is gelukkig een zeer dun bevolkt gebied. Het Pardoo Roadhouse met z’n bijgebouwen is totaal verwoest. Het zonnepanelenpark er naast staat nog overeind.
Verder naar het noorden is de weg verlaten. Geen andere auto te zien.
Camping Eighty Miles Beach ligt aan zee. Net voor we er aankomen, zien we meerdere wallaby’s op een veld huppelen.
Het is een mooie camping en we zetten de tenten op op een groot grasveld. In de drankbox is alles weer koud dankzij de ijsblokjes die er regelmatig ingegooid worden. Zodra er verteld wordt dat er wifi is, zit iedereen te staren naar z’n mobieltje. Hun gezichten lichten spookachtig op in het licht van de schermpjes in de donkere nacht.
Er is ook een keuken wat het werk van Adam en Kimberley vereenvoudigt.
700 km. gereden.

Dinsdag 25 aprilNaar Broome
Het is Veteranendag wat hier elk jaar gevierd wordt samen met Nieuw-Zeeland. Om 5:30 uur vindt er een ceremonie op de camping bij het oorlogsmonument plaats.
BroomeDe lucht kleurt prachtig. Voor we vertrekken naar Broome wandelen we een stukje over het strand dat bezaaid ligt met kleine schelpen.
Ook nu zien we weer wat wallaby’s als we net de camping af zijn. We stoppen bij een prachtig ingericht Sandfire Roadhouse waar het plafond vol hangt met petjes. Er staan twee enorme road trains voor de deur geparkeerd.
Het landschap verandert langzaam. Het wordt steeds vlakker en er komt meer grasland waar koeien grazen.
Vlak voor Broome begint de Kimberley-regio.
Bij Gantheaume Point gaan we lunchen. De vuurtoren staat er en er is een strandje. Bij laag water zijn er prehistorische dinosaurus voetafdrukken te zien. Het water staat te hoog wat o.a. komt door de stand van de maan. Er zit een grijze prieelvogel en een gekko.
In Broome zitten we in het Mangrove Hotel. Lekker om weer in een gewoon bed te slapen. We gaan naar de bar waar nog één tafel met parasol vrij is aan de rand. We kijken uit over de Indische Oceaan. Borreltijd. Er worden veel cocktails gedronken.
Om 19:00 uur gaan we met de hele groep aan een lange tafel zitten die lekker buiten in de tuin staat. Het is het afscheid van Kimberley en Adam. Kimo had nog iets voor ze willen kopen, maar veel winkels zijn gesloten in verband met Veteranendag. De prijs van de drankjes is om die reden 15% hoger. Zoiets hebben we nog nooit ergens gezien. Voor een halve liter bier betalen we nu € 10. Meestal is dat ongeveer € 7.
375 km. gereden.

Woensdag 26 aprilBroome
Vandaag een dag vakantie. Eindelijk wifi. We zijn vroeg wakker, geen wonder, we zijn het ondertussen gewend. Polarsteps van de afgelopen week bijgewerkt. Daarna wandelen we Broome in, minder als tien minuten lopen. We zijn er snel klaar mee. In de supermarkt wat boodschappen gedaan.
Daarna op het terras van het hotel onder een parasol gezeten. Het wordt zo'n 33 graden. 's Middags nog even het zwembad in, ook in het bubbelbad gezeten. 's Avonds lekker rustig biertje gedronken en in het hotel gegeten.


Donderdag 27 aprilNaar Darwin
Vandaag een reisdag. Met een tussenstop in Kununurra vliegen we van Broome naar Darwin. In Darwin is het 1,5 uur later. Na inchecken in het hotel wandelen we naar Mindel Market. Een plek waar vooral allemaal eettentjes zijn. Helaas geen biertje te krijgen; in Australië is dat strikt geregeld. Terug in de binnenstad eten we bij een Chinees. In een bottleshop kopen we nog een sixpack bier. Martijn moet zich legitimeren 😀.

Vrijdag 28 aprilDarwin
Met de truck die we de rest van de reis hebben, maken we een tour door Darwin.
We bezoeken eerst de Royal Flying Doctors Service Experience. Een museum dat het ontstaan laat zien van de hulp in afgelegen gebieden in Australië. Zo groot als Australië is en slechts 25 miljoen inwoners. Dat vraagt om een groot aantal vliegtuigen die gezondheidszorg kan brengen daar waar dat nodig is.
Daarna bezoeken we de Art Gallery of the Northen Territory en als laatste East Point Reserve.
In de middag maken we ons klaar voor de komende week, zo min mogelijk bagage meenemen voor de komende week en wat drank inslaan.
Tegen het eind van de middag gaan we naar de Zen Rooftop Bar met mooi uitzicht over het havengebied.
's Avonds eet Martijn zijn eerste krokodil schnitzel.

Zaterdag 29 aprilNaar Kakadu Nationaal Park / Mary River cruise
BurrungguiWe gaanZoutwaterkrokodil op weg naar Kakadu N.P., een uitgestrekt park dat zo groot is als half Nederland. Het staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
De bus heeft kleine plaatsen, mensen met lange benen passen niet, de airco maakt een klereherrie en de persoonlijke airco’s zijn niet te bedienen.
Op de Mary River maken we een boottocht. We zien een grote zoutwater krokodil en een paar kleine zoetwaterkrokodillen, heel veel reigers, waterlelies, roofvogels, een kwak, aalscholvers, een witbuikzeearend. Een jabiru zit hoog op een nest en wacht op z’n partner. Als we zitten te kijken, komt deze net aan vliegen. Ze wisselen elkaar af.
Op de camping staan opgezette tenten. Twee staan er een beetje apart van de rest en een daarvan nemen wij. Deze is groter. Het zijn luxe tenten met elektriciteit, een fan, een oplaadpunt, twee bedden met lakens, kussens.
Aan het eind van de middag gaan we naar Burrunggui, oftewel Nourlangie, een zandsteenformatie met rotstekeningen van de Aboriginals. We maken een wandeling naar een rotspartij en kijken prachtig uit over eindeloze bomen. We gaan zitten voor de zonsondergang. We zien een witte kaketoe in een boom zitten en later een heleboel in de verte vliegen.
150 km. gereden.

Zondag 30 aprilKakadu Nationaal Park
VleermuizenUbirrAls we om 6:00 uur naar de wc gaan, zien en horen we duizenden vleermuizen overvliegen. In de wc zit een vijftien centimeter grote sprinkhaan.
We rijden naar een rivier vol met agressieve krokodillen, waterlelies, eenden, jacana’s. In de struiken zit een azuur-ijsvogel. We zijn er nog niet zo lang als Kimo ons komt vertellen dat we vertrekken. Een van de groepsleden is niet lekker en wordt steeds zieker. We rijden naar het medisch centrum dat gesloten is, maar na een telefoontje komt er snel personeel. Na enig onderzoek blijkt dat ze door een eng insect is gestoken. Enkele kinderen uit de omgeving hadden kort geleden dezelfde kwaal. Wij wachten ondertussen in het dichtbij gelegen Crocodile Hotel. In de bomen in de omgevingen zitten duizenden vleermuizen. Sommige bomen zien er helemaal zwart van. Er zitten ook grijskruinbabbelaars.
We doen overdag niet veel meer; we hangen wat rond bij het zwembad, doen een tukje.
In onze tent zit een hagedis van ongeveer 50 cm; het grootste deel is staart.
Om 15:30 uur gaan we eerst naar de East Alligator rivier bij Cahill’s Crossing waar een gedeelte van de weg onder water staat. Vaak zitten hier krokodillen, maar vandaag niet. Daarna gaan we naar Ubirr Rock. We zien ook hier Aboriginal rotstekeningen en die wel 20.000 jaar oud zijn. We lopen een klein stukje omhoog naar de Nadab Lookout. We zien een grote groene vlakte. Toen we hier negen jaar geleden hier waren, was dit erg droog en kaal. Toen zaten we op het eind van het droge seizoen; nu aan het begin.
Het is elke dag goed warm, ruim 30° en ’s nachts koelt het af tot 25. Doordat er overal nog water is, zien we niet veel dieren. Sommige wegen zijn nog afgesloten vanwege de waterstand.
60 km. gereden.

Maandag 1 meiNaar Katherine / Gunlom en Barramundi watervallen
We gaan eerst naar het Crocodile Hotel om de opgeknapte medereiziger op te halen. Gelukkig kan ze verder mee.
Katherine is de bestemming voor vandaag. We maken een stop bij Cooinda waar roodhalsregenboogparkieten in de bloesembomen zitten.
Via Pine Creek gaan we naar Katherine Hot Springs, een warmwaterbron waar we kunnen zwemmen.
Bier en wijn willen we in Katherine halen in de bottleshop. We komen de winkel echter niet in. Een politieagent houdt ons tegen, omdat we niet het exacte adres van de camping van vanavond weten. Naam en plaats zijn niet genoeg. Het moet niet gekker worden. We blijven gewoon staan en er komen steeds meer groepsleden bij, ook onze Australische chauffeuse. Uiteindelijk wordt de agent het zat en mogen we er toch in.
We zitten op Gorge View Bush Retreat, een privé camping. Ook hier staan opgezette tenten met lakens, kussens, handdoeken en dekens. Die hebben we ’s nachts nodig, want dan koelt het aardig af. Een complete keuken met koelkast en vriezer, tafel en banken, servies zijn ook prettig. We nemen een koud biertje en krijgen borrelhapjes.
340 km. gereden.

Dinsdag 2 meiKatherine Gorge Escarpment / Mataranka
Blauwe kookaburraWe wandelen een uur of twee in Nitmiluk N.P. We zien blauwwanghoningeters die het eten van tafel eten, roodlelhoningeters, een prieelvogel met een roze vlek in de nek, een mangrovewielewaal, witte kaketoe, groene parkieten met rode snavel, vleermuizen, vlinders, libelles, hagedisjes. Er staan bomen met een bruinrode stam waar wanten in zitten.
Op een terras genieten we van een flesje cola met uitzicht op de Katherine River en de omringende groene bossen. Maar liefst twee uur zitten we op dat terras.
’s Middags bezoeken we het Top Didj Aboriginal Cultural Center. We krijgen van Aboriginal artiest Manuel Pamkal uitleg over hun manier van leven en hun kunst. We maken allemaal een schilderijtje zoals zij ze ook maken. In de winkel vergelijken we ze met degene die ze daar verkopen. Net echt.
Buiten zit een blauwe kookaburra, een ijsvogel die maximaal 45 centimeter groot wordt en daarmee een kleinere versie is van zijn lachende familie in het zuiden.
Volgens de campingeigenaar heeft Lia een dubbelganger, een beroemde Australische tv-reporter, Heather Ewart.

Woensdag 3 meiNaar Litchfield Nationaal Park / cruise Katherine Gorge
Eerst maken we een boottocht door de afgelegen kloof van Nitmiluk, Katherine Gorge. Eerst een half uur varen, dan 400 meter lopen, dan weer een half uur varen en weer terug. Mooie rotspartijen, maar helaas geen dier, geen vogel gezien.
De bus staat op honderd meter op ons te wachten, sommige denken de weg te weten en lopen prompt de verkeerde kant uit. Kimo moet ze terug halen. Zonde van het half uur wachten.
We rijden naar de Edith Falls, door de Aboriginals Leliyn genoemd. Ze liggen ook in het Nitmiluk N.P. We lopen een stuk omhoog naar de tweede waterval. De onderste is gesloten omdat er krokodillen kunnen zitten. Die zien we niet. Boven kun je zwemmen tussen de rotsen. Wij zwemmen niet en zitten daardoor een ruim uur te wachten tot iedereen klaar is. Er was gezegd dat we zouden kunnen wandelen, maar er zijn alleen maar rotsen. Omdat het niet de goede tijd is voor dieren en vogels, is er niets te doen. We zien één regenboogbijeneter.
Daarna is het nog twee uur rijden naar Litchfield N.P.
Op de begraafplaats van Pine Creek staat de hoogste termietenheuvel van het land. Hij is zeker vijf meter hoog en wordt de Kathedraal genoemd. Er zitten zwarte kaketoes in de bomen.
We zouden een stop maken bij café Emerald Springs, Roadhouse N.T. Pub & Campground, maar deze is dicht.
En alweer komen we in het donker aan op de camping. Dit keer tegen acht uur. Het is volgens ons onverantwoord om in het donker te rijden. Er is geen straatverlichting. Het is ook niet leuk aankomen. Je ziet niks, je kunt je niet oriënteren. We hebben geen idee waar we zijn.
300 km. gereden.

Donderdag 4 meiNaar Darwin
Wangi FallsWallabiesEr zitten zes wallaby’s in het gras voor de camping. Leuk. Roze kaketoes vliegen over.
Naar Litchfield N.P. Weer zwemmen, weer watervallen, gelukkig mogen we nu wandelen en we lopen een pad naar de bus. 1,5 km waar we twee uur over kunnen doen…. De anderen komen ook en gaan weer zwemmen. We wachten weer een uur. Zucht. Het is een mooi wandelpad, deels langs de rivier. Veel vlinders gezien, verder niets.
De derde zwemplaats is gelukkig gesloten. We hebben al genoeg gewacht.
We zien nog twee watervallen.
We hadden wel graag de Magnetic Termite Mounds willen zien, maar daar gaan we niet naar toe. We hebben het gevraagd, Kimo zegt ‘zou kunnen’, chauffeuse zegt ‘ja’, maar mooi niet dus. Ze vertelt dat we er naar toe gaan, maar we stoppen bij een plaats met één heuvel, ver het land tussen bomen in dat vol staat met hoog prikkelgras. Schijnt magnetisch te zijn. Dat andere veld staat helemaal vol met heuvels In allerlei soorten en maten. Zonde. Blijkt dat de chauffeuse het te commercieel vindt en dat we er daarom niet naar toe gaan. Het moet niet gekker worden.
In het hotel in Darwin halen we onze achtergelaten spullen op. We douchen en gaan daarna naar Mitchell Street voor een biertje en eten.
150 km. gereden.
De totale afstand is 4.785 km.

Vrijdag 5 meiDarwin
’s Morgens relaxen we lekker aan het zwembad. De hele dag doen we niet veel.
’s Avonds is het afscheidsdiner bij Tim’s Surf & Turf.

Zaterdag 6 meiNaar huis
Het zit er weer op.
We moeten een poosje in de lobby van het hotel wachten en zien veel dikke mensen. Sommige wel heel erg dik.
De terugreis gaat voorspoedig.

Zondag 7 meiNaar huis
En we zijn op de geplande tijd weer thuis.

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.

Deze reis is georganiseerd door Sawadee.