Donderdag 28 augustus Naar Cooinda - Kakadu N.P.
Het koelt hier 's nachts behoorlijk af. Dan wordt het 'maar' een graad of vijftien, zodat het 's morgens heerlijk fris aanvoelt. In een boom verderop zit een roze kaketoe en een zwarte wouw. In de boom bij het huisje zitten de parkieten weer te eten. We gaan weer op weg. Vandaag rijden we naar Cooinda in het Kakadu N.P. We tanken eerst in Katherine, waar de benzine een stuk goedkoper is dan in Darwin. We hadden verwacht, dat het ondersom zou zijn. Hier kost die € 1,16 per liter. De weg is heel erg rustig; er is bijna geen verkeer. Na een kleine honderd kilometer drinken we koffie bij Lazy Lizard in Pine Creek. Lekkere grote bakken hebben ze hier. Daarna nemen we de afslag naar het noorden, naar Kakadu N.P. Deze weg is iets kleiner, smaller en nog rustiger. Het landschap is steeds hetzelfde: vlak, groene boompjes, bruingele, soms rode, aarde, wat droge kreekjes, geen huizen. We nemen een onverharde afslag naar Gunlom waar Waterfall Creek Falls ligt. Crocodile Dundee is hier ooit opgenomen. Het is 37 kilometer rijden en het laatste stuk is erg hobbelig. De weg is mooi, meestal rood gekleurd en langs de kant staat roodbuin gras van een kleine meter hoog. Hele stukken bos worden platgebrand. Dat gebeurt hier al duizend jaar ieder jaar als de droge tijd is aangebroken. Alleen het lage gras verbrandt, de bomen kunnen er tegen. De waterval is momenteel niet veel, we zitten aan het eind van het droge seizoen, maar de poel is mooi. Overal staat waarschuwingsborden voor krokodillen, die extreem agressief zouden kunnen zijn. Die komen we liever niet tegen. We zien ze niet; alleen maar een paar kleine rode libellen.
Ook mooi. Bij Bukbukluk is een uitzichtpunt, maar niet bijzonder. Eigenlijk niet de moeite waard. Wat wel weer mooi is, is Maguk. Dat ligt 10 kilometer van de hoofdweg af en is alleen met 4WD te bereiken. Grote stukken weg zijn gewoon goed, maar een stuk rul zand kom je met een gewone auto niet door. Hier staan langs de kant van de weg heel veel, heel erg veel termietenheuvels. Niet zo groot als in Litchfield, maar twee meter halen ze zo maar. Ze zijn mooi roodbuin gekleurd. Het is een beetje een surrealistisch gezicht. Ook hier weer een poel en waarschuwingen tegen krokodillen. Er is verder niemand en we genieten van de mooie omgeving. In Cooinda hebben we een huisje voor twee nachten gehuurd, waar we de auto voor kunnen parkeren. Op ons lekkere zitje buiten kijken we naar overvliegende vogels onder het genot van een biertje. We hadden gelezen, dat het bier in het restaurant heel duur zou zijn en dus hebben we, als echte Nederlanders, wat meegenomen. Daarnaast is het ook wel lekker om op je eigen terras te zitten en niet altijd bij een restaurant. We eten in het restaurant waar de prijzen van het eten gewoon zijn en ook de bierprijzen zijn hetzelfde als overal in Australië: € 4,20 voor een pint van 450 ml. Het is er behoorlijk druk, wat waarschijnlijk komt, doordat je in de huisjes niet kunt koken. Er is nog geen broodrooster te vinden.
Vrijdag 29 augustus Cooinda - Kakadu N.P.
We betalen bij de receptie allebei AUD 25 (€ 17,40) voor de entree van het park en krijgen daarvoor een uitgebreid boekje. We lopen eerst naar de rivier waarheen een pad is aangelegd waarvan de zijkanten stevig traliewerk bevat: inderdaad: tegen de krokodillen. Op het bord staat, dat er hier wel eens mensen zijn opgegeten. Het pad, dat we willen lopen naar de Yellow Water blijkt gesloten; te gevaarlijk. We boeken daarom maar voor laat op de avond een cruise van twee uur voor AUD 90 p.p. Wel duur (€ 63), maar we willen toch wel Kakadu's beroemdste wetland zien. We rijden naar Burrunggui oftewel Nourlangie. De Aboriginals hebben liever, dat hun namen worden gebruikt, maar ze zijn bijna niet uit te spreken. Laat staan te onthouden. Bij een grote rotspartij zijn verschillende oude tekeningen te zien. Morgen kunnen we die vergelijken met die van Ubirr. De meningen over de mooiste zijn verdeeld. Bij Arn-barng-bar (Anbangbang) Billabong maken we een 2,5 kilometer lange wandeling om een meertje heen, een wetland vol met lelies en vogels. We zien jabiru's (reuzeooievaars), ganzen, roerdompen, pelikanen, regenboogbijeneters, verschillende soorten reigers en eenden en nog een aantal ons onbekende steltlopers. Kaketoes vliegen over. We worden nog bijna aangevallen door een vleermuis die op ons afvliegt en begint te piepen. Misschien heeft ze jonkies. Het is een mooie tocht waar we een uur over doen. Daarna gaan we terug naar ons huisje, doen een dutje, maken het verhaal, lezen wat. De benzine in Cooinda kost AUD 2,88 – € 1,96 per liter. Een groot verschil met Katherine. We hoeven niet te tanken. Met een busje worden we naar Yellow Water gebracht voor de cruise over de rivier. De boot zit lang niet vol, wat erg prettig is. Het is een geweldige tocht! Prachtig wetland, bomen en dieren weerspiegelen schitterend in het water. We zien veel dieren: heel veel krokodillen, zowel op het land als in het water. Op het land liggen ze vaak met de bek open.
Verschillende soorten ijsvogels (bos- en azuur-ijsvogel), reigers, regenboogbijeneters, eenden, buffels, wilde paarden, jabiru-ooievaar, visarenden, jacana's met een rode kop, wouwen, aalscholvers, ibissen, drie jonge ooievaars boven in een boom. De bemanning weet een mooi plekje voor de ondergaande zon. We zien die in het water zakken. Mooi. Weer terug bij het huisje drinken we wat op ons terras, terwijl overvliegende kaketoes een heleboel herrie maken. Ze kunnen behoorlijk hard kakelen. In het restaurant bestellen we pizza en een saladebuffet. Omdat we pizza eten, is het saladebuffet AUD 10 goedkoper. Wij vinden het best. De pizza is erg groot en van het buffet kun je je helemaal klem eten als je wilt. Vooral de kazen zijn erg lekker.
Zaterdag 30 augustus Naar Darwin
Vandaag rijden we terug naar Darwin, maar niet rechtstreeks. Onderweg gaan we nog wat plaatsen bekijken. We zitten buiten te ontbijten en kijken naar de buren. Voor ons huisje is ons terras, dan een stukje gras en dan de parkeerplaats met plaats voor auto's aan twee kanten (als aan een weg). Een man met een rolkoffertje zet die aan de kant van de weg en loopt naar de overkant (zeven meter schatten we). We zeggen 'hij zal toch niet' en jawel, hij rijdt z'n auto naar de overkant om daar in te laden. Hoe lui kun je zijn. Het weer is elke dag hetzelfde: zonnig, een ongelofelijk blauwe lucht, 33º, 's nachts koelt het af tot 15º. We rijden naar Jabiru en tanken daar. Het plaatsje stelt niet zoveel voor. Het is erg wijds opgezet. Daarna rijden we 80 kilometer om om Ubirr te bezoeken. Dat is een oude Aboriginal site. We vinden het grappig, dat de Aboriginals iedereen die niet-Aboriginal is 'Belanda's' noemen. In Ubirr zijn prachtige oude rotstekeningen te zien. Mooier en meer dan in Nourlandi. Het uitzichtpunt bevindt zich boven op een heuvel waar we 360º zicht hebben op de omringende wetlands in Kakadu en Arnhemland. Prachtig. Een paar felgekleurde regenboogparkieten zitten in een boom goed zichtbaar lekker nootjes te peuzelen. Als we weer in de auto zitten, zien we langs de kant van de weg een donker gekleurd hert met groot gewei. Zwarte kaketoes met rode staarten vliegen over. Je ziet aan de manier van vliegen of het kaketoes zijn of kraaien of zoiets. Kaketoes vliegen een stuk gracieuzer. We drinken koffie bij de Bark Hut en bestellen, zoals overal in Australië, 'long blacks'. De jongen achter de bar heeft er nooit van gehoord. We krijgen wel een grote beker met een bodempje koffie er in. Dat blijkt een espresso. We leggen het uit (hij blijkt een Zweed en doet waarschijnlijk vakantiewerk) en we krijgen voor de prijs van een enkele espresso een dubbele. Smaakt ook goed. Bij Window on the Wetlands is een mooi uitzichtplateau waar we, alweer, wetlands zien. In de verte zien we heel veel brandhaarden. Een voordeel van dat gericht afbranden, is, dat in geval van een echte brand, dat niet tot enorme calamiteiten zal leiden, omdat het gewas toch al verbrand is en de brand zich niet zal uitbreiden. In Darwin zitten we in hetzelfde hotel als vorige keer. We kunnen de auto onder het hotel parkeren, we droppen onze spullen en gaan een biertje drinken. Dat doen we in Mitchell Street op een terras. Het is er druk, maar gelukkig geen live muziek, zodat het niet zo'n herrie is als vorige keer. We eten bij een Griek in een zijstraat, waar het een stuk rustiger is. Er zit een totaal bezopen Japanner, die we 's middags ook al zagen zitten. Hij hangt nu over de tafel te slapen. Het is een BYO-restaurant (Bring Your Own), wat wil zeggen, dat ze geen vergunning hebben om sterke drank te mogen verkopen. Ze verwijzen ons naar de bottle store en Martijn komt terug met twee flessen witte wijn, want per twee zijn ze in de aanbieding. We krijgen wijnglazen en een koeler. We raken in gesprek met Australiërs aan het buurtafeltje en offreren hun een glas wijn. Een oude (70-80?), beetje verlopen vrouw komt binnen en iedereen staart haar aan. Ze draagt vreemde kleren, maar iedereen kijkt naar haar hoedje. Een felblauw geval, dat zo belachelijk staat, dat het komisch is. Fantastisch!