Australië: Top End - Cairns
19 augustus t/m 3 september 2014
In AUSTRALIE bezoeken we de omgeving van Darwin in de Northern Territory, ook wel Top End genoemd, en Cairns in de provincie Queensland. Een van de hoogtepunten in het noorden is het Kakadu N.P., dat bijna even groot als Nederland is en sinds 1981 op de lijst van werelderfgoederen staat. Het is eigendom van de Aboriginals en wordt door de Australische overheid van hen gehuurd en geëxploiteerd. Het gebied is uiterst dunbevolkt en er zijn maar een paar plaatsen van betekenis. Het staat bekend om z'n prachtig moerasland in het noorden en heuvelachtig bushlandschap in het zuiden. Cairns is o.a. beroemd om het Groot Barrièrerif, dat ook op de werelderfgoederenlijst staat. Het is het grootste koraalrif ter wereld en strekt zich uit over meer dan 2.000 km langs de kust van Queensland, van de vastelandsteden Port Douglas tot Bundaberg. Het bestaat uit meer dan 2.900 individuele riffen en 900 eilanden.
Dinsdag/Woensdag 19-20 augustus Naar Bali (Indonesië)
We gaan (alweer) naar Azië. Hoofddoel is dit keer Papoea-Nieuw-Guinea, een groepsreis van Dimsum. Omdat we toch tijd genoeg hebben, besluiten we om eerst een paar dagen naar Bali te gaan om te wennen aan het weer en het tijdsverschil. Het liefst vliegen we op een christelijke tijd naar PNG en dat lijkt het beste te gaan vanuit Cairns in Australië. Vanuit Bali kunnen we daar via Darwin naar toe vliegen en omdat we daar dan toch zijn, maken we een rondtour door het Top End, het noordelijk deel van de provincie Northern Territory. In Cairns blijven we een paar dagen om het Groot Barrièrerif te bezoeken. We vliegen 's avonds via een tussenstop in Singapore naar Bali in ruim zestien uur. We hebben 6 uur tijdsverschil met Nederland. Ging het binnenkomen in Indonesië vorig jaar super snel (drie kwartier na uitstappen waren we in het hotel), nu duurt de immigratie maar liefst twee uur. De hele aankomsthal staat vol en lang niet alle balies zijn bezet. Regelmatig gaat er een beambte koffie drinken (denken we) en het gaat allemaal erg langzaam. Het visum kost nu al US$ 35 tegen US$ 25 vorig jaar. Dat loopt snel op! De bagage ligt er al en als we buiten komen, staat er een hele hoop mensen met bordjes te wachten. We lopen langs ze en al snel zien we de onze. Gelukkig heeft hij op ons gewacht. Hij wist, dat het lang kon duren, maar vandaag was het wel erg lang, vertelt hij. We zijn snel in het Kimbali Lagi Hotel, een kleinschalig complex met maar acht kamers die om een zwembad heen liggen. Het is donker en we besluiten om alles morgen maar eens goed te bekijken. We lopen het plaatsje in op zoek naar een geldautomaat. We hadden op het vliegveld niet gepind om die man niet nog langer te laten wachten. We komen wel een stuk of tien ATM's tegen, maar geen van allen wil ons geld geven. Die apparaten werken wel, want voor andere mensen wordt wel geld uitgespuugd. We zien het morgen wel en gaan slapen. Het is warm, maar we hebben airco en een fan. We slapen als een blok.
Donderdag 21 augustus Sanur
Om 9:30 uur worden we pas wakker en gaan eerst eten. Buiten staat een picknicktafel waar we een continentaal ontbijt krijgen voorgeschoteld met brood, gekookt ei, jammen, groot bord met drie soorten fruit, koffie, thee en sap. De hele dag door kunnen we gratis koffie, thee en drinkwater halen. Prima service. De meisjes zijn bijzonder aardig. De bedoeling van deze paar dagen op Bali zijn om te wennen aan de warmte en het tijdsverschil en verder zijn we van plan om helemaal niets te doen. Dus beginnen we om voor onze kamer op ons terras te gaan zitten niksen. Een smalle plantenrij van twintig centimeter scheidt ons van het zwembad. De zon schijnt, maar wij zitten lekker in de schaduw. De zon is veel te warm. We lezen wat, zwemmen even en kijken om ons heen. Begin van de middag maken we een wandelingetje, op zoek naar geld en een eettentje voor 's avonds. De eerste de beste ATM werkt nu wel en we denken, dat er gisteren een storing van onze bank was. We lopen een stukje langs het strand waar het eb is. Er liggen heel wat boten voor anker. Veel moderne plezierbootjes, maar ook veel van die typische Balinese spinboten, zoals wij ze altijd noemen.
Het is warm en de zon schijnt onbarmhartig, zodat we niet lang verder wandelen. Onderweg kopen we een paar flessen Bintang Besar voor in onze koelkast. Bij het hotel verkopen ze niets. Op ons terrasje drinken we er eentje. Het is tenslotte vakantie. Die eerste slok is altijd het lekkerst! Tegen vijven gaan we naar de Sportbar, die we nog kennen van een vorige keer. Tussen 17:00 en 19:00 uur is het happy hour en kost een grote fles bier 25.000 rp (€ 1,65) We zitten vooraan, zodat we lekker naar buiten kunnen kijken. We herkennen vooral de (hele dikke) Australische toeristen. Daarna gaan we eten bij Warung Anna, een klein restaurantje met alleen Indonesisch eten. Het kost geen drol. Samen zijn we inclusief twee flessen bier € 7 kwijt voor een schotel kip en een schotel rendang (heel erg lekker!). Het duurste gerecht op de kaart kost € 2,30. Een aanrader. Anna spreekt zowaar wat Nederlands. Grappig. Nog een biertje op ons terras, totdat we daar zowat in slaap vallen.
Vrijdag 22 augustus Sanur
Omdat de picknicktafel bezet is, besluiten we te wachten met ontbijten en gaan buiten op ons eigen terras zitten. Maar al snel komt een meisje vragen of we hier ons ontbijt willen. Daar zeg je toch geen nee tegen. Wat een verwennerij. We zitten lekker te eten, terwijl er een paar kinderen in het zwembad lopen te spetteren. Het doet gezellig aan. Verder is het hier erg rustig; we horen geen verkeer. Dat is wel prettig. We blijven een tijdje zitten te lezen en halen de mailtjes op. Er zit een bericht van Dimsum bij met verdere informatie over de rest van de reis naar Papoea-Nieuw-Guinea. Het is weer zonnig (gisterenavond was het even bewolkt) en warm. Geen weer om veel te doen. Aan het eind van de middag maken we een wandeling langs het strand. Echt druk met mensen is het niet, terwijl het toch hoogseizoen is. We zien wel veel vliegers en vissersbootjes. In de Sportbar drinken we vandaag cocktails. Tijdens het happy hour krijg je er twee voor de prijs van één. Eentje kost op deze manier € 2,10. We drinken gele daiquiri en rode planter punch. Lekker. Er zitten heel wat Australiërs naar verschillende rugbywedstrijden te kijken. Een groepje vrij dikke mannen zit bier te drinken en af en toe komen hun hele dikke vrouwen even kijken. Die lopen met een glas drank op straat te paraderen. Grappig. We eten weer bij Anna, omdat het gisteren zo goed was bevallen. Omdat de stroom is uitgevallen, kunnen we geen sapjes bestellen (die moeten in de blender die het dus niet doet); dus gaan we maar weer aan het bier. Een goed excuus;-)
Zaterdag 23 augustus Sanur
Lia is jarig! Tijdens het ontbijt zien we een grote tor op ons terras. We kunnen hem bewegen het terras te verlaten en niet onze kamer binnen te gaan. We houden altijd onze rugzakken dicht om zulke beesten te beletten er in te klimmen. Eigenlijk hetzelfde verhaal als gisteren. We wandelen langs een ander stukje strand en proberen nog wat geld te pinnen. De meeste apparaten werken wel, maar geven geen geld, net als woensdagavond. Ergens in een winkel krijgt Martijn eindelijk wel geld en omdat we meer willen dan het maximum te pinnen bedrag, probeert Lia het meteen daarna ook. Maar nee, dat was het weer. Andere toeristen hebben er ook last van. Later op de avond lukt het gelukkig toch nog. Bij de Sportbar zit het vol met Australiërs die rugby zitten te kijken. Er is alleen nog plaats aan de bar en we gaan eerst aan de BBB (Bir Bintang Besar) en daarna weer aan de cocktails. Dit keer gaan we voor de kleurtjes en drinken we blauwe margarita en een groene illusion. Voor € 1,20 nemen we er vijf loempiaatjes bij. Daarna eten we weer bij Anna.
Zondag 24 augustus Naar Darwin (Australië)
Het Indonesië-avontuur is alweer voorbij en we vliegen 's middags rechtstreeks naar Darwin in Australië. Na het ontbijt pakken we onze spullen in en gaan afrekenen. Ze zullen ons roepen als de gisteren door ons bestelde taxi gearriveerd is. We nemen ruim de tijd op het vliegveld, want of we nu hier zitten te wachten of daar. We krijgen een seintje en we laden onze rugzakken in het busje, dat bij de receptie staat te wachten. Deze chauffeur spreekt niet zo goed Engels en hij mompelt wat over een ticket kopen en Ubud. Verstaan we hem wel goed? Wij hebben al een ticket en gaan niet naar Ubud. Het is dus de verkeerde taxi! Lachen. Even later verschijnt de goede met dezelfde chauffeur als eerder. Hij weet nog precies waar we vandaan komen en wat we nu gaan doen. Op het vliegveld gaat alles razendsnel. Er zijn amper wachtrijen en we zijn overal snel doorheen. Om 15:00 uur vliegen we met Air Asia naar Darwin. We hadden (gratis) stoelen bij de nooduitgang geregeld, zodat we wat beenruimte zouden hebben. En dat hebben we dan ook. Voor de rest is het basic en moet je voor alles betalen. Het is maar een vlucht van bijna drie uur en we hoeven niets. We zitten nog vol van het ontbijt. We pikken de Australische passagiers er zo uit: dikke en hele dikke vrouwen, mannen helemaal getatoeëerd en allemaal slecht gekleed. Bij aankomst zetten we onze horloges anderhalf uur vooruit, zodat we nu zeven-en-een-half uur tijdsverschil met Nederland hebben. Hier gaat ook alles supersnel en binnen een half uur na landing zitten we al in een bus die ons naar ons hotel zal brengen. We zitten in een hotel wat verder van het centrum af, omdat we gelezen hadden, dat het daar 's nachts nogal lawaaiig zou kunnen zijn. Nou blijkt 'wat verder weg' slechts vijf minuten lopen te zijn en we horen de herrie al. In Mittchell Street, de hoofdstraat, zitten een heel stel cafeetjes die allemaal harde, hele harde muziek op hebben staan. Het is er overal barstensdruk. Wij zoeken een tentje met wat meer ruimte en iets minder lawaai, zodat we elkaar nog kunnen verstaan. Bij de ingang staan bewakers en alle jonge bezoekers laten uit zich zelf een persoonsbewijs zien, waaruit blijkt, dat ze oud genoeg zijn om naar binnen te mogen. Die worden allemaal nauwkeurig bekeken en als later een meisje zonder bewijs naar binnen wil, komt ze er echt niet in. Volgens ons heeft ze al genoeg gedronken. We zijn meteen weer gewend aan de Australische manier van werken. Bij de ene kassa bestellen we eten en krijgen we een nummer voor op tafel en bij de andere halen we een jug bier. Het is moeilijk kiezen uit alle beschikbare merken en we nemen degene die we nog van vorig jaar kennen. Als we later een tweede jug willen, is dat bier echter op. Dat kun je als kroeg toch niet verkopen! We eten een hamburger met blauwe kaas en gegrilde vis. Lekker. Wel een heel stuk duurder dan in Bali: samen zijn we € 50 kwijt voor eten en drinken. Nog niet duur.
Maandag 25 augustus Naar Batchelor
We checken uit, maar laten onze bagage in het hotel, zodat we daar niet mee hoeven te slepen. We hebben een auto bij Hertz gehuurd en die zit in het centrum. We krijgen een felrode Nissan, een supergrote vierwielaangedreven x-trail-wagen met automaat. Naast het verhuurbedrijf zit Coles, een grote supermarkt, waar we ontbijtspullen voor de komende dagen en batterijen halen. Bij het hotel pikken we de bagage op en we rijden over de Stuart Highway naar het zuiden, naar Bachelor. Het is even wennen aan het links rijden en aan de automaat, maar het gaat eigenlijk prima. Slechts één keer wordt de ruitenwisser aangezet in plaats van de richtingaanwijzer. We maken een stop bij de Manton Dam om een hapje te eten. Er staan verschillende picknicktafels en een groot bord met waarschuwingen voor krokodillen. Tijdens het eten zien we een blauwe kookaburra. Dat is een ijsvogel die maximaal 45 centimeter groot wordt en daarmee een kleinere versie is van zijn lachende familie in het zuiden. Er zit ook een kleine bos-ijsvogel, die er helemaal wit uitziet, maar prachtig blauw blijkt als hij vliegt. In het water staan heel veel bloemen. Mooi. We zijn te vroeg bij het hotel in Batchelor om in te checken en daarom rijden we meteen door naar het Litchfield N.P., dat op twintig kilometer afstand ligt. We hadden gelukkig thuis al een kaartje van het gebied geprint, want bij het onbemande informatiepunt zijn ze op. We rijden de hoofdweg af en stoppen bij alle bezienswaardigheden. We beginnen bij Magnetic Termite Mounds, waar een heel veld met grote termietenheuvels staat. Ze staan in zulke mooie rijen, dat het net grafzerken lijken. Er zijn twee verschillende soorten: een platte, meestal grijze variant en een meer bruine vorm die op een kathedraal lijkt. De platte zijn de magnetische; door de vorm hebben we het minst last van de zon. Die laatste zijn soms wel vijf meter hoog en heel oud. Wonderbaarlijk. Bij Florence Falls, Buley Rockhole, Tolmer Falls en Wangi Falls zijn watervallen, die in plassen en beken uitkomen, waar veel mensen zitten te poedelen en hopen op wat verkoeling, want het is goed warm met een strak blauwe lucht en een graad of 32-33.
We zijn blij met de airco in de auto. In de wintermaanden, als het hier regent, zijn de meeste plaatsen gesloten, omdat er dan krokodillen zitten. De wegen zijn dan vaak onbegaanbaar. Nu is alles kurkdroog. Het ziet er allemaal mooi uit, mooie kleuren en prachtige libellen. We zien nog een witte kaketoe en veel roofvogels die in de lucht hangen. De weg is overal goed aangegeven en in het park staan overal borden en wegwijzers. De paden zijn prima aangelegd. Goed 16:00 uur zijn we bij het Batchelor Resort en we krijgen een kamer beneden. Alle kamers zijn om een zwembad met grote tuin gebouwd. Er zitten daar wel wat mensen, maar het is erg rustig. In de verte horen we de kaketoes krijsen. We herkennen hun specifieke gekras. Goed 17:00 uur gaan we naar het centrale deel en zien een restaurant en bar. We gaan buiten bij de bar zitten onder een werkende fan (het is nog 32º buiten) en bestellen een biertje. Ze hebben een enorme sortering. Er staan slechts een paar tafeltjes met roodwit geblokte kleedjes en een paar banken. Langzaam komen er wat meer mensen, maar veel worden het er niet. Het is ook de plaats waar gegeten wordt. Dat moet je binnen bestellen en na afroep van nummer zelf gaan halen. We eten een heerlijke steak en een grote lamsbout. Het smaakt prima. We gaan vroeg naar bed, want gisteren hebben we allebei niet goed geslapen.
Dinsdag 26 augustus Naar Nitmiluk N.P.
Ook vandaag een stalende dag met felblauwe lucht en een graad of 33. Wel een lekker windje erbij, dat het een stuk aangenamer maakt. We rijden vandaag naar Nitmuluk N.P. in de buurt van Katherine. Eerst rijden we door Batchelor, een wijds opgezet dorp waar ons de huizen op palen opvallen. Dat hebben ze gedaan, zodat de wind er onder door kan waaien, waardoor het boven wat koeler aanvoelt. We rijden over de A1, De Stuart Highway, de weg van Darwin via Alice Springs naar Adelaide. Zover zullen wij niet komen. De weg is prima, rustig, weinig verkeer en overal staan borden die van alles en nog wat aangeven. Langs de kant van de weg staan struiken en lage bomen, een enkele boomgaard. De aarde is geelbruin, soms rood. Af een toe zien we een kudde schapen, koeien en heel soms een paar huizen wat dan een dorpje voor moet stellen. In de lucht vliegt een enkele kaketoe, roofvogels (vooral in de buurt van een lijk op de weg) en wat kraaien. De vrachtauto's die er rijden zijn enorm lang. Een cabine met daarachter vaak vier aanhangers. Rijdende treinen worden ze wel genoemd en er wordt gewaarschuwd voor als je ze wil passeren. Voorbij Adelaide River is een stuk 'scenic road', dat we besluiten te nemen. Zo rijden we op een smallere weg met nog minder auto's en rijden we langzamer zodat we meer kunnen zien. Verder zijn er weinig wegen. Om van A naar B te komen moet je haast wel over de Stuart Highway. Er zijn alleen onverharde zijwegen die naar farms gaan. Onze eerste kangoeroe is weer een dode. De tweede, een kleine donkere wallabi, rent vlak voor onze auto de weg op. Door een noodstop te maken, kunnen we gelukkig een aanrijding voorkomen. Bij een waterplas zien we een grote jabiru, een zwarthals-ooievaar, op wacht staan en we zien een stuk of tien zwarte kaketoes overvliegen. Bij Lazy Lizard in Pine Creek drinken we een 'long black', een zwarte koffie. Lekkere koffie hebben ze hier in Australië. Bij Edith Falls maken we een wandeling om een paar meertjes heen. Dit gedeelte hoort bij het Nitmiluk N.P. en de Aboriginals noemen het Leliyn Falls, waar we morgen naar toe gaan. Het is een groot gebied waar een brede rivier een kloof heeft uitgeslepen en waar veel watervallen zijn. Het pad gaat wat op en neer en we krijgen prachtig zicht op de meren en een paar watervallen. Zodra we even in de luwte van een heuveltje lopen, voelen we een enorm temperatuurverschil. Alleen maar door dat kleine beetje wind dat er staat. Totaal wandelen we vijf kwartier. We hebben al door, dat wij iets meer dan de helft doen over de aangegeven tijden van de wandeling, die natuurlijk gebaseerd zijn op de allerlangzaamsten. In Katherine doen we boodschappen. Het is de grootste plaats binnen een straal van een paar honderd kilometer en ze zijn goed voorzien met verschillende supermarkten en bottle shops. De drankwinkels zijn hier overal apart van de supermarkten en gaan pas 's middags om 14:00 uur open. In een boom zien we langs de kant van de weg nog een zwarte kaketoe zitten en bij het informatie centrum van het Nitmuluk N.P. zit een blauwe kookaburra op een bord mooi te wezen.
Prachtig blauwe veren en een blauwe snavel heeft hij. We checken in en we blijken een chalet op een camping te hebben. Vrij eenvoudig, maar wel alles er op en er aan, inclusief een terras met zitje, airco en fan. Pal voor ons huisje zit een kleine kangoeroe te grazen. Hij heeft een dikke hangbuik, maar volgens ons moet er nog wat geboren worden. Jammer, dat we geen kleintje zien. We eten buiten bij het zwembad. We nemen allebei een Schotse steak. Niet de goedkoopste, maar wel uitstekend. Heel erg lekker. Je mag er allerlei salades, aardappels en sauzen bij nemen, zoveel als je wilt. Zodra het donker wordt, zien we tientallen vliegende honden over scheren die soms aardig piepen. We bekijken de mogelijkheden voor morgen en vinden de cruises en kanotochten (in een groep) achterlijk duur (resp. € 60 en € 30 per persoon voor twee uurtjes). We gaan wel wandelen. Op ons terras drinken we nog wat James Boag's (Tasmaans bier), dat we vanmiddag hebben gekocht.
Woensdag 27 augustus Nitmiluk N.P.
Bij het huisje zit weer een kangoeroe en in een boom zien we een grote ibis. Fel gekleurde parkieten vliegen over. Toch wel erg leuk. We vertrekken om 8:30 uur en halen eerst bij het Visitors Centre een kaartje. We gaan wandelen in het zuidelijk deel van de Katherine Gorge. Katherine is de Engelse en Nitmiluk de Aboriginal naam. We doen eerst een stukje van de Baruwei Loop en vervolgens de Butterfly Gorge Walk. We lopen over goed aangegeven paden die soms gewoon goed, soms alleen maar stenen en soms mul zand zijn. Meestal lopen we in de zon, soms door een stuk bos. Af en toe komen we bij de rivier en hebben we mooi zicht op het water en de kloof. Dat er andere mensen lopen, is niet erg, maar de meeste stellen lopen iets uit elkaar en proberen dan elkaar via harde schelle stemmen te bereiken. We zijn blij als al die kletsers een andere route nemen. Nu lopen we heerlijk rustig en komen we (bijna) niemand tegen. In het begin zien we een hoop bomen waar al die vliegende honden van gisterenavond in hangen. Een vreemd gezicht.
Verder zien we vier zwarte kaketoes met witte snavel en een witte met gele kuif heel dichtbij in een boom. Allemaal zitten ze nootjes te eten. Op de Butterfly route zien we veel vlinders (hoe kan het ook anders) en een kleine waterschildpad. Het is warm en wolkeloos. Onderweg staan verschillende watertappunten. Dat is lekker handig. We lopen bijna vijf uur en eenmaal terug drinken we bij het Visitor Centre frisdrankjes. In een boom dichtbij zit die blauwe kookaburra weer en er vliegen blauwwanghoningeters met een gele rug en helblauwe plekken om hun ogen. Bij een andere vogel die helemaal bruingrijs is, zien we ineens achter op z'n kop een felroze pluim. Meestal zie je die niet, maar als hij z'n veren opzet, komt die te voorschijn. Tijd voor siësta. In Pine Creek gaan we boodschappen doen. Hiervoor rijden we zomaar tachtig kilometer heen en terug. Dat doen veel mensen en daarom heeft iedereen een heel vol winkelwagentje. En het afrekenen duurt en duurt en duurt. Niet vanwege die volle wagentjes, maar omdat de caissières ook alles inpakken. Ze hangen een bepaald soort tasje (van de eigen winkel natuurlijk) op speciale haakjes en bekijken per product af dat geschikt is voor dat tasje of dat het misschien in een volgende moet. Laat al die klanten dat toch zelf doen. We halen wat bier en hapjes voor vanavond. Voor een keer is dat lekker en het scheelt algauw € 35. Maar dat maakt niet zoveel uit. Het is tenslotte vakantie nietwaar.
Donderdag 28 augustus Naar Cooinda - Kakadu N.P.
Het koelt hier 's nachts behoorlijk af. Dan wordt het 'maar' een graad of vijftien, zodat het 's morgens heerlijk fris aanvoelt. In een boom verderop zit een roze kaketoe en een zwarte wouw. In de boom bij het huisje zitten de parkieten weer te eten. We gaan weer op weg. Vandaag rijden we naar Cooinda in het Kakadu N.P. We tanken eerst in Katherine, waar de benzine een stuk goedkoper is dan in Darwin. We hadden verwacht, dat het ondersom zou zijn. Hier kost die € 1,16 per liter. De weg is heel erg rustig; er is bijna geen verkeer. Na een kleine honderd kilometer drinken we koffie bij Lazy Lizard in Pine Creek. Lekkere grote bakken hebben ze hier. Daarna nemen we de afslag naar het noorden, naar Kakadu N.P. Deze weg is iets kleiner, smaller en nog rustiger. Het landschap is steeds hetzelfde: vlak, groene boompjes, bruingele, soms rode, aarde, wat droge kreekjes, geen huizen. We nemen een onverharde afslag naar Gunlom waar Waterfall Creek Falls ligt. Crocodile Dundee is hier ooit opgenomen. Het is 37 kilometer rijden en het laatste stuk is erg hobbelig. De weg is mooi, meestal rood gekleurd en langs de kant staat roodbuin gras van een kleine meter hoog. Hele stukken bos worden platgebrand. Dat gebeurt hier al duizend jaar ieder jaar als de droge tijd is aangebroken. Alleen het lage gras verbrandt, de bomen kunnen er tegen. De waterval is momenteel niet veel, we zitten aan het eind van het droge seizoen, maar de poel is mooi. Overal staat waarschuwingsborden voor krokodillen, die extreem agressief zouden kunnen zijn. Die komen we liever niet tegen. We zien ze niet; alleen maar een paar kleine rode libellen.
Ook mooi. Bij Bukbukluk is een uitzichtpunt, maar niet bijzonder. Eigenlijk niet de moeite waard. Wat wel weer mooi is, is Maguk. Dat ligt 10 kilometer van de hoofdweg af en is alleen met 4WD te bereiken. Grote stukken weg zijn gewoon goed, maar een stuk rul zand kom je met een gewone auto niet door. Hier staan langs de kant van de weg heel veel, heel erg veel termietenheuvels. Niet zo groot als in Litchfield, maar twee meter halen ze zo maar. Ze zijn mooi roodbuin gekleurd. Het is een beetje een surrealistisch gezicht. Ook hier weer een poel en waarschuwingen tegen krokodillen. Er is verder niemand en we genieten van de mooie omgeving. In Cooinda hebben we een huisje voor twee nachten gehuurd, waar we de auto voor kunnen parkeren. Op ons lekkere zitje buiten kijken we naar overvliegende vogels onder het genot van een biertje. We hadden gelezen, dat het bier in het restaurant heel duur zou zijn en dus hebben we, als echte Nederlanders, wat meegenomen. Daarnaast is het ook wel lekker om op je eigen terras te zitten en niet altijd bij een restaurant. We eten in het restaurant waar de prijzen van het eten gewoon zijn en ook de bierprijzen zijn hetzelfde als overal in Australië: € 4,20 voor een pint van 450 ml. Het is er behoorlijk druk, wat waarschijnlijk komt, doordat je in de huisjes niet kunt koken. Er is nog geen broodrooster te vinden.
Vrijdag 29 augustus Cooinda - Kakadu N.P.
We betalen bij de receptie allebei AUD 25 (€ 17,40) voor de entree van het park en krijgen daarvoor een uitgebreid boekje. We lopen eerst naar de rivier waarheen een pad is aangelegd waarvan de zijkanten stevig traliewerk bevat: inderdaad: tegen de krokodillen. Op het bord staat, dat er hier wel eens mensen zijn opgegeten. Het pad, dat we willen lopen naar de Yellow Water blijkt gesloten; te gevaarlijk. We boeken daarom maar voor laat op de avond een cruise van twee uur voor AUD 90 p.p. Wel duur (€ 63), maar we willen toch wel Kakadu's beroemdste wetland zien. We rijden naar Burrunggui oftewel Nourlangie. De Aboriginals hebben liever, dat hun namen worden gebruikt, maar ze zijn bijna niet uit te spreken. Laat staan te onthouden. Bij een grote rotspartij zijn verschillende oude tekeningen te zien. Morgen kunnen we die vergelijken met die van Ubirr. De meningen over de mooiste zijn verdeeld. Bij Arn-barng-bar (Anbangbang) Billabong maken we een 2,5 kilometer lange wandeling om een meertje heen, een wetland vol met lelies en vogels. We zien jabiru's (reuzeooievaars), ganzen, roerdompen, pelikanen, regenboogbijeneters, verschillende soorten reigers en eenden en nog een aantal ons onbekende steltlopers. Kaketoes vliegen over. We worden nog bijna aangevallen door een vleermuis die op ons afvliegt en begint te piepen. Misschien heeft ze jonkies. Het is een mooie tocht waar we een uur over doen. Daarna gaan we terug naar ons huisje, doen een dutje, maken het verhaal, lezen wat. De benzine in Cooinda kost AUD 2,88 – € 1,96 per liter. Een groot verschil met Katherine. We hoeven niet te tanken. Met een busje worden we naar Yellow Water gebracht voor de cruise over de rivier. De boot zit lang niet vol, wat erg prettig is. Het is een geweldige tocht! Prachtig wetland, bomen en dieren weerspiegelen schitterend in het water. We zien veel dieren: heel veel krokodillen, zowel op het land als in het water. Op het land liggen ze vaak met de bek open.
Verschillende soorten ijsvogels (bos- en azuur-ijsvogel), reigers, regenboogbijeneters, eenden, buffels, wilde paarden, jabiru-ooievaar, visarenden, jacana's met een rode kop, wouwen, aalscholvers, ibissen, drie jonge ooievaars boven in een boom. De bemanning weet een mooi plekje voor de ondergaande zon. We zien die in het water zakken. Mooi. Weer terug bij het huisje drinken we wat op ons terras, terwijl overvliegende kaketoes een heleboel herrie maken. Ze kunnen behoorlijk hard kakelen. In het restaurant bestellen we pizza en een saladebuffet. Omdat we pizza eten, is het saladebuffet AUD 10 goedkoper. Wij vinden het best. De pizza is erg groot en van het buffet kun je je helemaal klem eten als je wilt. Vooral de kazen zijn erg lekker.
Zaterdag 30 augustus Naar Darwin
Vandaag rijden we terug naar Darwin, maar niet rechtstreeks. Onderweg gaan we nog wat plaatsen bekijken. We zitten buiten te ontbijten en kijken naar de buren. Voor ons huisje is ons terras, dan een stukje gras en dan de parkeerplaats met plaats voor auto's aan twee kanten (als aan een weg). Een man met een rolkoffertje zet die aan de kant van de weg en loopt naar de overkant (zeven meter schatten we). We zeggen 'hij zal toch niet' en jawel, hij rijdt z'n auto naar de overkant om daar in te laden. Hoe lui kun je zijn. Het weer is elke dag hetzelfde: zonnig, een ongelofelijk blauwe lucht, 33º, 's nachts koelt het af tot 15º. We rijden naar Jabiru en tanken daar. Het plaatsje stelt niet zoveel voor. Het is erg wijds opgezet. Daarna rijden we 80 kilometer om om Ubirr te bezoeken. Dat is een oude Aboriginal site. We vinden het grappig, dat de Aboriginals iedereen die niet-Aboriginal is 'Belanda's' noemen. In Ubirr zijn prachtige oude rotstekeningen te zien. Mooier en meer dan in Nourlandi. Het uitzichtpunt bevindt zich boven op een heuvel waar we 360º zicht hebben op de omringende wetlands in Kakadu en Arnhemland. Prachtig. Een paar felgekleurde regenboogparkieten zitten in een boom goed zichtbaar lekker nootjes te peuzelen. Als we weer in de auto zitten, zien we langs de kant van de weg een donker gekleurd hert met groot gewei. Zwarte kaketoes met rode staarten vliegen over. Je ziet aan de manier van vliegen of het kaketoes zijn of kraaien of zoiets. Kaketoes vliegen een stuk gracieuzer. We drinken koffie bij de Bark Hut en bestellen, zoals overal in Australië, 'long blacks'. De jongen achter de bar heeft er nooit van gehoord. We krijgen wel een grote beker met een bodempje koffie er in. Dat blijkt een espresso. We leggen het uit (hij blijkt een Zweed en doet waarschijnlijk vakantiewerk) en we krijgen voor de prijs van een enkele espresso een dubbele. Smaakt ook goed. Bij Window on the Wetlands is een mooi uitzichtplateau waar we, alweer, wetlands zien. In de verte zien we heel veel brandhaarden. Een voordeel van dat gericht afbranden, is, dat in geval van een echte brand, dat niet tot enorme calamiteiten zal leiden, omdat het gewas toch al verbrand is en de brand zich niet zal uitbreiden. In Darwin zitten we in hetzelfde hotel als vorige keer. We kunnen de auto onder het hotel parkeren, we droppen onze spullen en gaan een biertje drinken. Dat doen we in Mitchell Street op een terras. Het is er druk, maar gelukkig geen live muziek, zodat het niet zo'n herrie is als vorige keer. We eten bij een Griek in een zijstraat, waar het een stuk rustiger is. Er zit een totaal bezopen Japanner, die we 's middags ook al zagen zitten. Hij hangt nu over de tafel te slapen. Het is een BYO-restaurant (Bring Your Own), wat wil zeggen, dat ze geen vergunning hebben om sterke drank te mogen verkopen. Ze verwijzen ons naar de bottle store en Martijn komt terug met twee flessen witte wijn, want per twee zijn ze in de aanbieding. We krijgen wijnglazen en een koeler. We raken in gesprek met Australiërs aan het buurtafeltje en offreren hun een glas wijn. Een oude (70-80?), beetje verlopen vrouw komt binnen en iedereen staart haar aan. Ze draagt vreemde kleren, maar iedereen kijkt naar haar hoedje. Een felblauw geval, dat zo belachelijk staat, dat het komisch is. Fantastisch!
Zondag 31 augustus Naar Cairns
We rijden naar het vliegveld om naar Cairns te vliegen. We leveren de auto in en checken in. We hebben 1.524 kilometer afgelegd. Als we zitten te wachten om in te stappen, komt er een hele dikke, maar dan ook ongelofelijk dikke vrouw binnen. We hopen voor de vliegtuigmaatschappij, dat zij niet mee hoeft, want wij denken, dat ze, met enige moeite, in twee stoelen zal passen. We kunnen ons niet voorstellen, dat iemand het zo ver laat komen. We zijn perplex. In twee uur vliegen we naar Cairns, dat in de provincie Queensland ligt. We verzetten onze klokjes weer, nu met een half uur, zodat we acht uur tijdsverschil met Nederland hebben. Het is er ook zonnig, maar een graad of vijf minder; dus ongeveer 27º. Er staat nogal wat wind. We logeren in Villa Vaucluse en hebben daar een appartement met zwembad. Eigenlijk is hier in Cairns niets te zien, behalve het Groot Barrièrerif. Bij het appartement boeken we voor overmorgen een snorkeltocht. De man kijkt eerst naar het weerbericht en vertelt, dat er morgen nog wind zal staan, maar dat het dinsdag beter zal worden. Dus boeken we voor dinsdag. We lopen het centrum in op zoek naar restaurants en barretjes. Er zijn er talloze. Sommige zijn zo enorm groot, dat ze niet gezellig zijn. Langs de waterkant hebben we keus genoeg. We gaan op een terras naar de mensen zitten kijken. Mensen van allerlei pluimage. We kijken onze ogen uit. Sommige zitten echt te zuipen met grote kannen bier, de meeste houden het beschaafd. Er zijn ook veel eters. Vooral de pizza met hele dunne bodem is populair. Wij gaan een poos later voor de spareribs en nachos. Ook hier blijkt bij de kassa het totaalbedrag minder te zijn, dan op de kaart staat. Het wordt wel uitgelegd, maar we snappen het niet helemaal. We vinden het wel best. Beide gerechten zijn heerlijk, alleen is de hoeveelheid spareribs zo groot, dat we er ongelovig naar kijken. Australiërs eten tweemaal per dag warm en als dat telkens zo'n berg is, kunnen we ons goed voorstellen, dat er zoveel dikkerds zijn. Later vinden we het wat frisjes worden. Het is maar 25º...
Maandag 1 september Cairns
We doen eerst boodschappen voor het ontbijt: stokbrood, Tasmaanse camembert, gerookte ham en jus d'orange. Tevens nemen we een halve liter zonnebrand mee die waterproof is. Dat spul is hier heel goedkoop vergeleken met Nederland. Vandaag nemen we een rustdag. We stoppen de wasmachine, die in de badkamer staat, vol en laden alle apparaten op. We halen e-mails op, waarvan degene van Ronnie ons het meest interesseert. Hij stuurt n.l. een bericht door, waaruit blijkt dat bij Rabaul op Papoea-Nieuw-Guinea een vulkaan is uitgebarsten. Volgens ons programma gaan we daar a.s. woensdag naar toe! We zijn benieuwd. We drinken bier en eten op het terras bij P.J. O'Briens. Dit is een Ierse pub, die erg goed loopt. Alle gerechten kosten hier AUD 14 (€ 10) incl. een glas fris of bier. De meeste mensen nemen dat en zijn dan weer weg. Wij zitten hier eerst uitgebreid jugs te drinken en gaan dan pas eten. We raken in gesprek met een paar Nederlanders, die hier al een paar jaar studeren en werken.
Dinsdag 2 september Cairns
Vandaag hebben we de excursie met Reef Magic naar het Groot Barrièrerif. We lopen vroeg naar de haven, zodat we op de boot zijn, voordat de bussen met de andere toeristen komen. We kunnen op deze manier onze favoriete plaatsen kiezen: in de schaduw, uit de wind en op brede kussens in plaats van smalle stoeltjes. Er zijn opvallend veel Japanners aan boord. De boot is amper half vol, wat ons wel aanstaat. Als we net vertrokken zijn, zien we een paar kinderen die zich angstvallig aan elke reling vasthouden, terwijl er amper deining is. Als we om de eilanden heen varen, schommelt de boot iets (wij voelen het nauwelijks) en worden er zowaar mensen zeeziek. In anderhalf uur varen we naar het rif, dat voor de kust van Queensland ligt. Het is ongeveer 2.000 kilometer lang en doordat het zo groot is, zien we geen andere boot op de plaats van bestemming. Dat is een verankerd platform met allemaal tafels en banken. Je kunt gratis gebruik maken van glasbodemboten, snorkellessen en snorkelapparatuur. Tegen betaling kun je met een helikopter mee, duiken of helmduiken.
Naar dat laatste zijn we benieuwd, omdat we geen flauw idee hebben, wat dat inhoudt. Het blijkt, dat je in een soort ruimtepak in een kooi een paar meter onder water afdaalt en zo het idee krijgt, dat je duikt. Het ziet er belachelijk uit. Alleen Japanners doen dit. Wij houden het bij snorkelen. De duikers zitten slechts een paar meter onder ons en zien hetzelfde als wij. Zonde van het geld. Het snorkelen is hier fantastisch! Het is een van de beste plekken waar wij ooit gesnorkeld hebben. Al heel snel komt Wally tevoorschijn. Dit is een enorme vis die hier in de buurt woont en nieuwsgierig is naar de snorkelaars. Hij (of zij) komt zo dichtbij, dat we hem kunnen aaien. Hij voelt, hoe kan het ook anders, vissig aan. We blijven vijf uur op het rif en wij zijn het grootste deel van de tijd onder water. Wat een wereld, wat een vissen en wat een rif. Allerlei kleuren en maten. Het rif is prachtig en heeft allerlei verschillende kleuren. Fantastisch gewoon. Tussendoor doen we ons te goed aan koffie, thee, water en een uitgebreid buffet. Alles gratis. Van het buffet eten we vooral shushi's en garnalen. Brood, salades en rijstgerechten slaan we over. Op de terugweg zien we verschillende waterfonteinen van walvissen en als kers op de taart springt een enorme bultrug een eind het water uit.
Hij vliegt een heel eind door de lucht. Geweldig! Op het eind kopen we een sticky met foto's van ons met Wally en andere vissen van het rif. Het is een duur dagje uit geweest (AUD 450), maar alleszins de moeite waard. Eenmaal terug eten we weer bij P.J. O'Briens, wassen we de laatste kleren, maken kopieën van foto's en gaan dan slapen.
Woensdag 3 september Naar Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea)
We pakken alle spullen in en checken uit. Op de heenweg hadden we meteen een retourticket voor het busje genomen en volgens plan komt dat precies op tijd voorrijden. We worden naar het vliegveld gebracht voor onze vlucht naar Papoea-Nieuw-Guinea, onze eigenlijk doel van deze vakantie. We zijn te vroeg om al in te kunnen checken en gaan koffie drinken. We hebben nog wat munten en de prijs van een grote koffie is precies gelijk aan dat aantal. Het internationale deel van het vliegveld is erg rustig. Er zijn slechts zeven bestemmingen. De onze naar Port Moresby, de hoofdstad van PNG, is om 14:30 uur de laatste van de dag en achter ons gaat alles dicht. Het is een kleine twee uur vliegen. Voor de kust van Australië hebben we prachtig uitzicht op het rif. Hier is het verslag over Papoea-Nieuw-Guinea.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
De reis hebben we zelf via Internet geregeld.