Maandag 30 decemberNaar Launceston (Tasmanië)
We pakken alles in en lopen de straat op om geld te pinnen. Dat kan overal, maar een brood kopen geeft meer problemen. We zien geen enkele bakker. Wel allerlei zaakjes met belegde broodjes en daar halen we tenslotte maar wat.
De bestelde bus pikt ons op en brengt ons gratis naar het centrale vertrekpunt van de bussen naar het vliegveld. We kopen een kaartje voor AUD 17 p.p. en binnen twintig minuten worden we op het domestic vliegveld afgezet voor de vlucht naar Launceston op Tasmanië. Erg handig, dat we gisteren hebben ingecheckt, want voor die balie staat een enorme rij mensen te wachten. We kunnen meteen door naar de bagage drop-off en daar staat ook een enorme rij. We sluiten aan en het gaat verrassend snel. Binnen een kwartier zijn we klaar en ook door de handbagagecontrole. Bij binnenlandse vluchten mag je gewoon vloeistoffen meenemen. We drinken een kopje koffie en dan is het al tijd om in te stappen. Na een voorspoedige vlucht landen we na een uur op Tasmanië.
Bij Europcar halen we een blauwe Nissan op en rijden daarmee naar de stad. Het is even wennen, want tot nu toe hadden we automaten, nu een schakelauto. Met links schakelen gaat eigenlijk vanzelf.
De parkeerplaats bij Hi George B&B is wat lastig te vinden, maar, natuurlijk, komen we er. Het is een kleine, knusse B&B met slechts zes kamers net buiten het centrum. George verontschuldigt zich voor de kleine kamer, maar vindt drie dingen belangrijk: een goed bed, een rustige ligging en een prima ontbijt. We zijn het met hem eens.
We krijgen een stadsplattegrond en lopen het dorp is. Het is wel de tweede stad van Tasmanië, maar meer dan een dorp is het niet. Wat wel een grote trekpleister is: de James Boag Brouwerij. Lekker bier is dat. We lopen er heen en bestellen een rondleiding voor 10 januari als we hier terug komen. Dat is onze laatste avond in Tasmanië en trouwens in heel Australië en dat lijkt ons een leuke afsluiting.
We wandelen naar de kloof, net buiten de plaats. Een mooie wandeling. Heen gaan we over een goed pad langs de rivier, terug via de overkant waar het pad wat meer op en neer gaat. Wat bezienswaardigheden betreft, zijn de Australiërs net Chinezen: ze maken overal een kermis van. Ook hier. Midden in de natuur, langs de rivier, ligt een groot resort met zwembad. Het valt helemaal uit de toon.
We gaan naar de pub. Grappig is, dat die hier overal ‘hotel’ heten. Een café is meer een lunchroom. Ook hier drinkt iedereen kleine biertjes. Wij nemen altijd een (grotere) pint. Die glazen komen uit de koelkast, de kleintjes staan gewoon naast de tap. Overal hebben ze veel bieren op de tap. Vaak wel een stuk of zes, zeven. Ze hebben hier ook een grote koelkast met allerhande flessen bier, maar ook flessen met whiskey met limonade of brandy met cola. Een soort breezers volgens ons.
Aan de bar zitten een paar mensen met stapeltjes geld voor zich. De barman vult uit zichzelf hun glazen bij en pakt dan wat geld. Duidelijk zichtbaar legt hij het wisselgeld terug. Grappig.
Deze pub ligt niet ver van het B&B af en is ons aangeraden door George. Volgens hem moet je hier ook goed kunnen eten en dat doen we dan ook maar. Het restaurantdeel is vrij druk en het eten smaakt prima.
Dinsdag 31 decemberNaar Cradle Mountain
Het bed is prima en de rustige ligging ook. Met zes andere gasten zitten we gezellig om de grote tafel in het ontbijtdeel en het ontbijt is prima. Gezellig zo. George belooft ons bij terugkomst een grotere kamer. Het maakt ons niet echt uit.
We rijden vandaag naar Cradle Mountain, maar doen eerst boodschappen bij Coles, een grote supermarkt. We doen inkopen voor het ontbijt, lunch, hapjes en snacks. We zetten alles in de auto en gaan lopend op zoek naar de flessenwinkel (bottleshop), een aparte winkel voor de alcohol. Zoals altijd zit die vlak langs de grote supers en we slaan bier en wijn in.
We rijden niet over de snelweg, maar over de oude weg die er langs loopt. Zo komen we door dorpjes en kunnen we stoppen wanneer we willen. Het is een goede asfaltweg, wel smal en bochtig, maar prima te rijden. We zien hele velden met roze papavers, gele bermen en bergen op de achtergrond. Lieflijke valleien met kleine dorpjes, schapen en runderen. Het is niet zo verlaten als in Zuid-Australië; er staan meer huizen en boerderijen.
Het is zonnig vandaag en een graad of twintig. Lekker.
Een kilometer voor Cradle Mountain steekt een wombat de weg over. Wat een vreemd beest is dat. Het lijkt op een grote baal wol, zo'n zestig, zeventig centimeter lang en vrij dik met een kale kop. Ze zijn niet erg snel en scharrelen een beetje rond. Leuk.
We zijn nogal vroeg, een uur voor de inchecktijd, en bezoeken eerst het Visitor's Centre. Hier kopen we een parkpas voor AUD 60 die acht weken geldig is in alle parken in Tasmanië voor een auto incl. acht personen. Een dagpas voor één park kost AUD 24 voor een auto, dus dat is niet zo moeilijk.
We zitten in Cradle Mountain Wilderness Village en krijgen een bungalow met terras. In de badkamer ontdekken we, jawel, een bloedzuiger en zetten die buiten. Het is de enige die we deze vakantie zullen zien.
We gaan wandelen. Onze accommodatie ligt dicht bij het vertrekpunt van de parkbussen. De parkpas is inclusief zo'n bus die je verder het park in brengt. We laten ons afzetten bij Dove Lake en lopen hier het circuit van ruim zes kilometer, een wandeling van ongeveer twee uur. Het is helder weer en we hebben prachtig uitzicht op de Cradle Mountain en Bran Bluff die mooi aan het water liggen. De zon schijnt er heel mooi op. De toppen van de bergen zijn heel grillig en doen ons enigszins denken aan Zuid-Amerika.
Het is een mooie wandeling over aangelegde vlonders. Hele mooie natuur met veel bloemen in allerlei kleuren. Het is hier voorjaar, begin van de zomer, en dan bloeit alles. Vooral de rode waratahs zijn mooi. Tussen Ronnie Creek en Snake Hill is nog meer kleur te zien. De bodembedekkers hebben een vreemde oranjebruine kleur die in de zon heel mooi oplicht. Het gras varieert tussen allerlei tinten groen en geel. Samen met het blauwe water van de vele plassen en stroompjes en de bloeiende bloemen ziet het er fantastisch uit.
We gaan terug met de bus en lopen het laatste stukje naar ons huisje. We moeten een klein stukje omhoog. Dat we wandelen is mooi meegenomen, want zo zien we een dikke wombat langs de kant van de weg. Met de auto zou je er zo langs gereden zijn. We blijven kijken, totdat hij (of zij) in de bosjes verdwijnt.
We zitten binnen te lezen en werpen voortdurend blikken naar buiten om te zien of dieren zich laten zien.
Tegen achten zitten er twee wallabies voor het terras. Ze zitten lekker te eten en storen zich niet aan ons.
We eten in het restaurant van de accommodatie, waar we vooraf moesten bespreken. Heerlijke lamsbout, lang niet gare boontjes, pompoen, tomatenprutje, groot stuk rumpsteak en aardappeltjes in de schil. De witte wijn smaakt er lekker bij.
Daarna doden we de tijd tot de jaarwisseling met wijn. We dachten witte wijn gekocht te hebben, maar het is rode. Ook goed. We kijken naar een tv-programma, dat vanuit Sydney uitgezonden wordt en waar om middernacht het grote vuurwerk zal plaatsvinden. Twee van de drie presentatoren zijn al net zo sjofel gekleed als veel van de Australiërs. Ze dragen wel een pak, maar met het boordenknoopje los en de stropdas op halfzeven. Doe dan geen pak en strop aan. Er is een terugblik en een vooruitblik. Grappig wat ze het over het WK-voetbal zeggen: we krijgen het zwaar, want we moeten tegen Holland én tegen The Netherlands én tegen de Dutchies spelen.
Om middernacht brengen wij een toost uit op het nieuwe jaar. Buiten is het helemaal stil en alles is donker. Het enige wat we zien, is een fantastische sterrenhemel.
Woensdag 1 januariCradle Mountain
Gisteren wandelden we in de zomer, vandaag lijkt het herfst. Het regent behoorlijk en het is koud, een graad of tien. We doen niet veel en rommelen wat rond. Nu is het wel lekker, dat je een groot appartement hebt. Een kleine wallabie laat zich zien en schuilt een hele poos onder ons huisje, dat op palen staat.
Net na de middag wordt het droog en gaan we op pad. Eerst naar de Devils at Cradle, waar de Tasmaanse duivel geïsoleerd wordt en zo niet de ziekte oplopen, waar duivels momenteel aan dood gaan. In het wild zijn ze bijna niet meer te zien. Het is een groot probleem, want men heeft geen oplossing voor die ziekte. We zien ook een paar verschillende kleuren quolls, gevlekte buidelmarters. Leuk. In de berm zit een licht gekleurde boswallabie. Die gisteren bij ons huisje zaten, waren donkere Bennett-wallabies.
Daarna laten we ons met het busje afzetten bij Ronny's Creek en wandelen door het mooie landschap naar het Interpretation Centre. Er staat een gure wind en soms regent het een beetje. We waaien lekker uit. Veel kleuren zien we om ons heen, vreemde gevormde bomen en rare planten. Een mierenegel zien we scharrelen en even later een donkere wallabie en een wombat.
Tegen vijven zijn we terug en nemen een biertje. Gelukkig hebben we de verwarming aan laten staan en is het lekker warm.
Een uur voordat het donker wordt, komen er buiten beesten te voorschijn: een wallabie met jong. De kleine past niet meer in de buidel, maar blijft wel bij moeders in de buurt. Schattig zoals die kleine achter de grote aanhobbelt. Ook zien we een paar padden hun donkere holletje verlaten.