Vrijdag 20 decemberNaar Geelong
's Morgens worden we wakker van de witte kaketoes. We kennen ondertussen hun gekras. Kookaburra's lachen heel hard, zwarte kaketoes kakelen en rode crimsons piepen drie keer.
We zitten op ons terras midden in de natuur en kijken naar de vogels. Het is er verder stil. We horen alleen de bomen, als het waait, en de vogels. Bij de accommodatie hoort een eenzame witte kip. Vroeger liepen er een stuk of tien, maar de anderen zijn opgegeten door vossen. Deze ene heeft het overleefd. Hij slaapt iedere nacht op dezelfde tak naast het gebouw.
Na het ontbijt (weer perfect) gaan we op weg naar Geelong, dat vanaf hier aan de andere kant van Melbourne ligt. We rijden er over kleine wegen naar toe. Die zijn veel mooier dan de snelwegen en zien we nog wat onderweg.
We moeten dwars door Melbourne, een stuk snelweg, maar ook gewone straten. Er is geen hele ringweg omheen. Met behulp van kaarten en de GPS rijden we er zo door heen zonder verkeerd te rijden.
In Geelong hebben we een appartement midden in de stad. Het is een vrij grote stad met meer dan 200.000 inwoners. Een heel verschil met gisteren. We vragen de weg naar een bandenzaak om de lekke band te laten plakken. Morgen kunnen we hem ophalen.
We lopen de vijfhonderd meter naar de zee en vinden makkelijk restaurant Le Parisien. Van Jason, die vroeger chef-kok van Le Parisien was, hebben we vanochtend in Walhalla een kerstmiswens meegekregen voor een vriend die we daar afgeven. Die man vindt het prachtig.
Zo tegen vijven is het een graad of vijftien koeler dan rond het middaguur. Aan zulke verschillen moeten we echt wennen. Dat blijft vreemd voor ons.
Hoewel het een grote stad is, zijn er verrassend weinig restaurants. Veel take-away's, maar dat willen we niet. Uiteindelijk belanden we bij een Mexicaan waar het vrij druk en gezellig is. Op elke tafel staat een vlag en als je iets van de bediening wilt, moet je de vlag hijsen. Grappig. Lekker eten en de corona met citroen smaakt ook goed.
We kopen een pak met vier liter plaatselijke wijn voor AUD 14 voor de komende dagen. Hij smaakt prima.
Zaterdag 21 decemberNaar Apollo Bay
We hebben niet goed geslapen door het slechte bed en de herrie 's nachts buiten. Eerst hadden de buren schreeuwende ruzie en later was er een hoop doordringend gebrom van één of ander instrument.
We halen de autoband op, die echter zo kapot is, dat er een nieuwe moet komen. Voor AUD 85 kopen we die en ze kijken meteen even de andere banden na. We moeten later maar eens gaan vragen of we dat terug kunnen krijgen.
We rijden eerst een stukje terug naar Serendip Sanctuary. We dachten, dat dit een groot natuurgebied was waar allerlei dieren en vogels zitten, maar het is meer een dierentuin. Valt een beetje tegen. Er zijn heel wat groepen mensen die hier een hele dag uit van maken en sjouwen met kleden, grote koelboxen en hele dozen bier. Geen wonder eigenlijk, die drankcontrole gisteren midden op de dag.
We rijden over de Great Ocean Road die begint bij Torquay. Dit moet een prachtige weg zijn langs de kust. Dat is het waarschijnlijk ook als de zon schijnt. Maar vandaag is het bewolkt en later regent het. Gisteren was er in Geelong een warmterecord met 41°, vandaag wordt het niet warmer dan 17. Het is een goede asfaltweg en heel bochtig en door de regen is er niet veel te zien bij de uitzichtpunten. Jammer. Bij de golfclub in Anglesea zou een grote groep kangoeroes leven. We rijden een poosje rond en zien ze inderdaad op de greens rondhobbelen. Wel ver weg, maar toch.
Bij Split Point Lighthouse wandelen we een stukje naar de vuurtoren en het is zowaar even droog. Een mooi gebied met rotsen en zee. We drinken koffie en eten een quiche.
Het is vrij druk op de weg en onderweg zien we veel volle campings, die tot gisteren allemaal bijna helemaal leeg waren. Vandaag is de grote vakantie begonnen, die tot eind januari duurt, en dat is te merken.
In Apollo Bay hebben we een mooie kamer met balkon en uitzicht op zee waar we grote golven zien. Tegen vijven gaan we op zoek naar een café, maar dat blijft moeilijk. Eindelijk vinden we een soort sportbar bij een hotel. Gezellig, redelijk druk en tapbier. Overal hangen tv's waar allerlei sporten worden uitgezonden. Aan de andere kant van de bar is een wedkantoor waar druk gebruik van wordt gemaakt. Heel wat mensen lopen met gokbriefjes rond. We eten hier in het restaurantdeel, waar het erg druk is. We krijgen het laatste tafeltje. Men eet hier vroeg. Wij zijn er tegen half acht en dan zijn de meeste mensen al bijna klaar. Een half uur later is het grotendeels leeg.
We hebben al een paar keer meegemaakt, dat we wat moesten betalen en we een hand klein geld te voorschijn haalden om het bedrag te passen. Dat was dan echter net te weinig, maar ze vonden het dan wel goed. Grappig.
Zondag 22 decemberApollo Bay
We doen eerst boodschappen voor het ontbijt. Het is droog en de zon schijnt vrij veel vandaag. Dit in tegenstelling tot het weerbericht, dat de hele dag regen had voorspeld. Wij zijn er blij mee.
We rijden een stukje over de kustweg en maken een kleine wandeling bij Maitst Rest, het laatste stukje overgebleven regenwoud. Er is een goed pad aangelegd en over de meest drassige stukken liggen planken. Het is erg groen. Veel hele grote bomen en varens. En de vliegen zijn terug. Dat is wel vervelend. Nu staan er een paar auto's geparkeerd, als we er 's middags langs rijden, is het afgeladen druk.
Naar Cape Otway is een smalle asfaltweg en net op een plaats waar wat uitwijkmogelijkheden zijn, staat een aantal mensen te kijken en te fotograferen. Er zitten koala's in de bomen! Leuk. Als je goed kijkt, zie je er steeds meer. Er stoppen ook steeds meer auto's. Iedereen lijkt op weg naar de vuurtoren, maar iedereen wil ook koala's zien. Een klein eindje verderop zitten er een paar heel dicht bij de weg en laag in de bomen. Je zou ze kunnen aanraken. De beestjes trekken zich niets van ons aan en zitten lekker te eten. Het zijn luie beesten. Een probleem hier is wel dat heel veel bomen dood gaan en men heeft geen idee waarom. Hierdoor komt er steeds minder eten voor de koala's en men vraagt zich af hoe dit verder gaat.
Wij willen geen AUD 18,50 p.p. toegang betalen voor de vuurtoren en wandelen een stuk van de Great Ocean Walk. Het wordt steeds zonniger en warmer.
Als we terug bij de auto komt, rijdt men rondjes om een parkeerplaatsje te vinden. Wij rijden naar Pt. Franklin waar maar één andere auto staat. Hier wandelen we naar Parker Hill waar we een mooi uitzicht hebben. Het laatste stukje naar de inham beneden duurt volgens het bord vijf minuten. Dat is ook zo. Omhoog duurt een stuk langer, want het zijn alleen maar trappen. Je kunt er niet op een andere manier komen. Er zitten toch wat mensen met vliegers en koelboxen. Mooi.
We drinken wat bij dezelfde bar als gisteren, maar er zitten nu allerlei dronken jonge mensen, die zo luidruchtig en vervelend worden, dat we ons bier laten staan en weg gaan.
Bij de Tapasbar gaat het ook al niet helemaal naar wens. De eerste ronde gaat helemaal goed en smaakt prima. Daarna willen we nog wat bestellen, maar dat lukt niet. Het is er wel vrij druk, maar dat mag toch geen excuus zijn. We laten het maar zitten en gaan betalen aan de bar, zoals je hier overal doet.
'Thuis' drinken we een wijntje en zien we een vrij aardige zonsondergang. Voor hier zal het wel mooi zijn, maar wij hebben die bloedrode zonsondergangen in Indonesië nog in ons hoofd.
Maandag 23 decemberNaar Port Fairy
Vandaag gaan we naar Port Fairy, dat verder naar het westen aan de kust ligt. Om een uur of elf krijgen we het diepterecord qua temperatuur deze reis (tot nu toe): 9° en het regent. Hier zitten we niet op te wachten, maar wat doe je eraan.
Gelukkig verandert het weer hier snel, en als we bij de Gibson Steps aankomen, is het een graad of tien warmer en schijnt zelfs de zon zo nu en dan. We lopen de hele trap naar beneden tot we op het strand staan en we mooi uitzicht hebben op rotsformaties in zee. Een klein stukje verderop is het Twaalf-Apostelen-uitkijkpunt. Prachtig gezicht. Het zijn alleen geen twaalf apostelen, maar een stuk of zeven grote rotsen die uit het water oprijzen. Aan de onderkant bij het water slijten de rotsen steeds verder af tot ze, ooit, in zee zullen storten. Ook bij het volgende uitkijkpunt bij Loch Ard Gorge zien we die rotsen liggen. In de bosjes zit een polsdikke blauwtongskink. Weer zo'n vreemde hagedis zonder staart.
Port Campbell is voor hier de grootste plaats in de omgeving en we proberen brood te kopen. Proberen dus, want dat lukt niet. Overal kun je uitgebreid lunchen, maar dat willen we niet. Anders groeien we helemaal dicht, net zoals veel Australiërs. We spreken ons noodpakket koeken aan.
Bij Bay of Islands zijn de rotsen veel meer rood gekleurd; tot nu toe waren ze geler.
We rijden door naar Tower Hill waar een krater is waar koala's, emoes en kangoeroes zitten. We zetten de auto neer, drinken koffie bij het informatiecentrum en gaan wandelen. Een prachtig pad, heerlijk rustig, en al snel zien we de eerste emoes. Er zullen er heel wat volgen. We lopen het pad langs de bovenkant van de krater en kijken mooi uit op het kratermeer. Een deel daarvan is bedenkt met heldergroen kroos waar een stuk of tien eenden in zitten. We zien een grote mierenegel de weg oversteken en lopen daar snel naar toe. Hij zit rustig in het rond te snuffelen en we zien hem een hele tijd voordat hij in de bosjes verdwijnt. Mooi!
Verder zien we veel vogels, waaronder blauwe ornaatelfjes en natuurlijk witte kaketoes, die veel voorkomen.
Af en toe hebben we een beetje regen, we schuilen dan onder de bomen, en even later is de lucht helemaal blauw. Tien minuten later kan het dan weer totaal betrokken zijn. Vreemd.
We lopen een stukje langs het water en we horen heel veel kikkergekwaak. De kikkers zelf zien we niet en het water ook amper. Dat is voor een groot deel vol gegroeid.
We rijden het laatste stukje naar Port Fairy en we zijn de krater nog niet uit of we zien een kangoeroe grazen in een weiland. Hij ziet ons, maakt zicht groot (twee meter) en gaat rechtop zitten om ons goed te bekijken. Leuk.
We zitten in Motel Central, inderdaad, midden in het dorp. We zijn laat voor ons doen, het is al zes uur, en we gaan meteen het dorp verkennen. We zitten in de winkelstraat waar een paar restaurantjes zijn. Ook in de grote zijstraat zitten er verschillende. We kijken overal rond en de laatste lijkt ons het leukste. Het is The Stump-Caledonian Inn. Een gezellige kroeg waar de plaatselijke bevolking zit te drinken. De een wat meer aangeschoten dan de ander, maar niemand is vervelend, alleen maar leuk en iedereen heeft de grootste lol. Het valt ons wel op, dat alle lokalen altijd kleine glazen bier drinken. Wij gaan altijd voor de schooners van ongeveer 0,3(3) liter.
Aan de ene kant is de kroeg, aan de andere kant het restaurant. Wij drinken eerst een biertje in de kroeg. Dan nog eentje en blijven meteen maar eten. We halen de menukaart en kiezen voor een visschotel en rundvlees in een potje. We blijven in het kroegdeel zitten, hier eten meer mensen, en we zitten te genieten. Het bestek moeten we in het restaurantdeel halen en daar staat ook brood, salade en een paar warme gerechten die je mag nemen. Maar de porties eten zijn zo groot, dat we dat niet doen. We zien daar twee mannen zitten met allebei zo'n enorme lap vlees op hun bord, dat we denken, dat zij de Stump Rump van 900 (!) gram hebben besteld. Dit café is een echte aanrader!