Vrijdag 13 decemberNaar Katoomba – Blue Mountains

We lopen naar het Mercure Hotel waar we via SunnyCars een auto hebben gehuurd. Een kleine rode Hyundai met automaat staat voor ons klaar. Over veertien dagen hopen we hiermee Melbourne te bereiken.
We rijden eerst de stad uit. Veel eenrichtingswegen, maar we vinden vrij makkelijk de goede weg. De wegen in Sydney zijn druk en daar buiten valt het mee. Niet zo rustig als in de Red Centre, maar zeker geen files. We gaan naar Katoomba in de Blue Mountains. In november zijn in dit gebied veel grote branden geweest, maar dat is een stukje noordelijker dan waar wij naartoe gaan. Hier is niets van die ramp te zien.
Het is ongeveer honderd kilometer rijden. Vlak voor Katoomba stoppen we in Leura. Het is een klein plaatsje met een klein stukje weg als centrum, dat er erg gezellig uit ziet. Bij de supermarkt is een grote parkeerplaats waar heel wat auto's rondjes rijden om te kunnen parkeren. Het is er vol. Wij rijden vijftig meter door en daar is plaats genoeg... We drinken koffie en eten een tosti.
Over de Cliff Road rijden we door naar Katoomba. Dit is een mooie weg die uitkijkt over de uitgestrekte Jamison-vallei. Prachtige uitzichten en op verschillende punten zijn lookouts gemaakt, zodat je daar kunt stoppen om rustig te kijken. Bij Echo-point zijn alle (betaalde) parkeerplaatsen bezet en wij rijden door naar Lurline House waar we voor twee nachten logies en ontbijt hebben geboekt. Dat ligt zo'n beetje in het midden tussen Echo-point waar de wandelingen beginnen en het centrum van het dorp.
Bij het hotel worden we warm welkom geheten en krijgen we een kaart van het gebied waarop allerlei wandelingen en uitzichtpunten staan. Handig. We zitten hier op 1000 meter hoogte en de vallei heeft een bijna loodrechte wand van een paar honderd meter. Beneden zie je overal bossen zover als je kunt kijken. Af en toe zien we wat witte flitsen van kaketoes die overvliegen.
Het hotel, Lurline House, heeft slechts zeven kamers en zit helemaal vol. We krijgen een ruime kamer met hemelbed, een badkamer met bubbelbad en een kleedkamer. In de boom voor ons raam zit een grote witte kaketoe.
We wandelen naar het treintje en de kabelbaan. Die laatste heeft een glazen bodem en je kunt een klein tochtje maken over de canyon met uitzicht op de waterval. De trein is met z'n helling van 52% het steilste treintje ter wereld en brengt je naar het dal van de vallei en eventueel terug.
Wij blijven nu aan de bovenkant en wandelen over een smal pad terug richting Echo-point. Een makkelijke wandeling en een lekkere temperatuur (zonnig en vrij warm). We zien meer witte kaketoes en ook een zwarte geelstaart. We hebben mooi zicht op de vallei en de Three Sisters, drie rotsformaties die mooi in de zon liggen en die de iconen van dit gebied zijn.
Sisters, AustraliëHet centrum van Katoomba is zowat uitgestorven. Als we tegen zessen door de hoofdstraat lopen, zien we gesloten winkels, lege panden en gesloten restaurants. Weinig mensen op straat. Alleen helemaal op het eind zien we de Old City Bank waar buiten in de tuin heel wat mensen staan en zitten te drinken. Wij gaan binnen zitten, waar het ook vrij druk wordt. Je kunt hier ook een hapje eten en boven is een brasserie. Het ziet er gezellig uit en ze hebben bier van de tap. Niet goedkoop: AUD 6,20 voor een glas, maar het is niet anders. Het kost bijna overal zo'n beetje deze prijs; alleen de jugs in Sydney waren een stuk goedkoper, maar die hebben ze hier niet.
Er zitten heel veel, heel erg dikke mensen. Bij ons heb je ook wel dikke mensen, maar niet van deze omvang. Ze zijn echt tonnetje rond. En het is er niet één. Ze zitten te zuipen en constant te snacken. Niet gek dus dat ze zo dik zijn. Af en toe loopt een dikkerd de richting van die andere dikkerds op en dan zeggen wij, dat die er wel bij passen. En dan blijken ze inderdaad elkaar goed te kennen.
Er zijn hier veel minder Aziaten, dan in Sydney waar er wel heel veel zijn. Negers zie je daar weinig; Aziaten des te meer.
We eten bij Savoy, een soort eetcafé en nemen daar een fles wijn bij die even duur is als twee biertjes. Lekkere wijn trouwens.
Terug in het hotel halen we bij de bar koud water en ijsklontjes uit de grote Amerikaanse koelkast. Lekker.

Zaterdag 14 decemberKatoomba – Blue Mountains

We krijgen een heel erg uitgebreid ontbijt. Er is een buffet met van alles en nog wat en we kunnen kiezen uit allerlei warme gerechten die à la minute worden klaargemaakt. We worden verwend.
In de bomen in de tuin zitten verschillende witte kaketoes en ook rode pennantrosella's.
We trekken de wandelschoenen aan en vertrekken voor een wandeling door de vallei. Bij Echo-point nemen we de grote trap; een trap van bijna duizend treden die steil naar beneden loopt. Overal staat een hekje langs, omdat de afgrond heel dichtbij en erg steil is. In een half uurtje dalen we tweehonderd meter af. Beneden wandelen we naar het eindpunt van de trein, een kleine twee kilometer verderop. Het is bewolkt vandaag en daardoor heerlijk wandelweer. De temperatuur scheelt al gauw een graad of tien met gisteren. Het is een smal, goed begaanbaar pad tussen eucalyptusbomen en steile rotsformaties. Het is er erg rustig. Af en toe komen we iemand tegen. We horen overal vreemde vogelgeluiden en blijven vaak staan om die te kunnen zien. Dat valt niet mee tussen de vele bomen, maar we zien een zwart geelstaart kaketoe, twee rode pennantrosella's en wat kleine, soms gekleurde, maar meestal saaie donkere, vogeltjes.
Rosella, AustraliëWe bereiken de trein waar het een stuk drukker is. Veel mensen komen hiermee naar beneden, maken een kleine wandeling en gaan met de trein of met de kabelbaan omhoog. Wij besluiten te gaan lopen. Maar net op dat moment begint het te regenen. We wachten even onder een afdakje, maar gaan dan toch lopen. Deze trap is lang niet zo steil als die andere en loopt veel makkelijker. Onderweg schuilen we soms onder overhangende rotsen als het even te hard regent. Zonder die stops zouden we in een kleine drie kwartier boven zijn. Het laatste stuk steken we de paraplu's op, want het regent een stuk harder en het laatste stukje begint het zowaar te hagelen. Grote knikkers komen naar beneden. Nou ja groot, een halve centimeter in de doorsnee, maar de grond wordt toch aardig wit.
Het nadeel van de regen is, is dat er bijna geen uitzicht meer is op de vallei. Er hangt wat laaghangende bewolking en we zien weinig meer. Bovenaan drinken we koffie en trekken een extra shirtje aan tegen de kou.
In de boom bij het hotel zitten wel tien witte kaketoes, een stuk of zes rode pennantrosella's en een paar groene (jonkies) en drie soorten duiven, waaronder de gewone grijze, spitskuifduiven en een zwartwitte.
Het is 16° als we tegen zessen naar 'het centrum' lopen. Bij de Old City Bank is het ook mogelijk om een klein proefglaasje van bier te krijgen. En wat heel grappig is: het 'bier van de maand', Doss Blocks, krijgt men in een bruin papieren zakje waar op de buitenkant het merkteken van dat bier staat.
Het wordt hier goed acht uur pas donker.

Zondag 15 decemberNaar Huskisson – Jervis Bay

Martijn bestelt een typisch Australisch ontbijt en krijgt gebakken eieren, gebakken tomaat, champignons, worstjes en witte bonen in tomatensaus. Lia gaat voor pannenkoeken met spek. We eten hier zoveel bij het ontbijt, dat we de lunch overslaan. Anders worden we net zo dik als de mensen hier!
We gaan vandaag naar Vincentia aan de Jervis Bay aan de oostkust. Eerst rijden we langs wat uitzichtpunten in de buurt van Katoomba, maar daar is het mistig en er is helemaal niets te zien. Het is slechts 14° als we vertrekken. Dat wordt snel een graad of 18, maar het blijft frisjes.
Kaketoe Zwart, AustraliëWe rijden dwars door het land. Niet over snelwegen, want daar is niets te zien. Nu komen we in verschillende leuke plaatsjes waar het soms wel lastig is om de weg te vinden, want aan wegwijzers doen ze hier niet veel. Zo rijden we bijvoorbeeld zo een ziekenhuisterrein op zonder dat we dat in de gaten hebben.
Soms schijnt de zon en dan is het ineens bijna 30°. Als we een paar kilometer later in de mist en de regen rijden, zakt de temperatuur in zeer korte tijd een graad of tien. Het doet ons denken aan het liedje van Crowded House: “Four Seasons in One Day”.
In Wollongong drinken we koffie aan zee. Het is even droog, maar wel frisjes en zwaar bewolkt. Geen mooi gekleurde zee te zien. Het blijft droog en we vinden hotel Dolphin Shores makkelijk. Vincentia is dan ook geen grote plaats. We worden verwelkomd met een lang praatje over de prachtigste stranden in de buurt, die zelfs de witste van de wereld zouden zijn volgens het Guinness Book of Records. Maar als wij over het strand richting Huskisson lopen zijn, is het nog steeds bewolkt en ziet het strand en de zee er uit als zoveel andere stranden. Niets bijzonders. De beloofde dolfijnen (als je vier keer naar het strand loopt, zie je twee keer dolfijnen) zien we ook niet tijdens het uur aan het strand. Huskisson blijkt verder weg dan gedacht en we draaien om. Onderweg zien we een paar zwarte geelstaart kaketoes, vele zeer bont gekleurde parkieten, regenbooglori’s, en een zwart vogeltje met drie felblauwe plekken op zijn kop, een ornaatelfje.
We kijken uit naar de duizenden kangoeroes en wallabies die hier zouden zitten en die overal rond zouden lopen. Het zal wel, maar wij zien ze niet. Tot nu toe pas drie kangoeroes gezien: in de Red Centre twee dode langs de kant van de weg en een dode op ons bord.
Vincentia is uitgestorven. Er is een winkelcentrum met wat gesloten restaurants, een grote supermarkt die wel open is en ook de drankwinkel is open. Daar halen we een sixpack bier, dat we op het zitje voor onze kamer in het hotel op drinken. We gaan naar het enige open restaurant, een Chinees, en zijn daar de enige eters. Prima eten, maar gezellig is anders. Niet verbazend, dat we vroeg op bed liggen.