Spanje
17 september t/m 12 oktober 2017
Ieder jaar maken we met z’n achten een stedentrip ergens in Europa. Dit jaar is de keus op Sevilla gevallen. Dit is de Spaanse hoofdstad van ANDALUSIE en staat bekend om prachtige steden als Sevilla, Córdoba en Granada vol met Moorse paleizen en invloeden, spierwitte dorpen in de bergen met smalle, kronkelende straatjes en stille hofjes.
Sommigen gaan met het vliegtuig; wij gaan met de auto en vertrekken een paar weken eerder.
Zaterdag 16 september Naar Dongen
We rijden vandaag maar een heel klein stukje, n.l. naar Dongen. We doen vanavond mee aan De Dongense Dorps Quiz en blijven daarna bij moeder Post slapen.
Zondag 17 september Naar Parijs (Frankrijk)
Na een lekker uitgebreid ontbijt zakken we verder naar het zuiden af. We willen vandaag de knelpunten Antwerpen en Parijs voorbij rijden. Bij Antwerpen is het rustig, bij Parijs erg druk. De rest van de weg is vrij rustig.
Tegen 16:30 uur vinden we dicht bij vliegveld Orly een Formule 1 Hotel. Een kleine kamer, maar met prima bed. En dat is het belangrijkste natuurlijk. Er zitten verschillende restaurants binnen een straal van 500 meter en wij kiezen voor de Chinees. Als we om 19:00 uur binnenkomen, zijn we de eersten. Een uurtje later zit het vrij vol. Er is alleen een zeer uitgebreid, en lekker, buffet. Onbeperkt eten met een paar lekkere Chinese biertjes
Maandag 18 september Naar Mont-de-Marsan
We hebben ontbijt genomen. Onbeperkt goede koffie, jus d'orange, brood, boter en jam voor € 3,50 p.p.
Om half negen zitten we alweer in de auto om verder naar het zuiden te rijden. Het eerste stuk is druk, het rijdt wel door gelukkig, maar na een kilometer of vijf wordt het rustig op de weg. Alleen in de buurt van grote steden is het wat drukker. De rest is zo rustig, dat we de hele tijd op de cruise control rijden.
De zon schijnt, een wolkenloze lucht, soms wat lichte mist.
We hebben Mont-de-Marsan uitgekozen om te overnachten, een middelgroot stadje met een vrij groot centrum. Gisteren hebben we dat geboekt. We kunnen gratis parkeren bij het hotel, aan de rand van het centrum. Er is nog net een plaatsje vrij. Maar ze kunnen onze reservering niet vinden. Gelukkig hebben ze nog wel een kamer. Wij zoeken onze boeking op en merken tot onze schrik, dat we voor de verkeerde datum (gisteren) hebben geboekt. We zijn net twee dagen onderweg en we weten nu al niet meer welke dag het is. Het moet niet gekker worden. Het hotel heeft onze rekening al belast wegens het niet op komen dagen, maar ze zijn erg coulant en verrekenen ons verblijf met vandaag.
We maken een wandeling door het centrum langs de rivier en zien overal terrasjes. Het is zonnig, maar niet zo heel warm. Op een groot plein strijken we neer bij een vrij drukke tent en gaan aan de Grimbergen. Lekker. We eten bij Bistro Marcel waar het vrij druk en gezellig is. Naast ons zit een Frans stel, dat geen Engels spreekt. De man heeft naast zijn glas witte wijn een kleiner glas met iets rood/roze. Ze kunnen niet vertellen wat het is, maar we mogen even proeven. Het heeft niet veel smaak en de man vindt het blijkbaar ook niet lekker, want hij drinkt het niet op.
Dinsdag 19 september Naar Burgos (Spanje)
Een lekker en uitgebreid ontbijt. Daarna vertrekken we naar Burgos in Spanje.
Omdat, als we doorrijden, we te vroeg in Burgos aankomen om in te checken, vermijden we de grote weg en rijden door allerlei dorpjes. Zo zien we ook nog wat.
Niet overal kunnen we de tolweg vermijden.
Eenmaal in Spanje is de weg wat bochtiger en zijn er veel tunnels.
Het weer is overwegend zonnig. Dankzij de routeplanner komen we dicht bij het hotel Meson del Cid in Burgos. We vinden zowaar een parkeerplaatsje en gaan inchecken. We nemen wel een parkeerplaats in de garage en verplaatsen onze auto. Onze ruime kamer kijkt uit op de grote kathedraal. Op het plein daar achter zien we allerlei terrasjes. Dat ziet er goed uit.
We dwalen door de oude stad. De afstanden zijn kleiner dan we verwacht hadden. Overal zien we terrasjes. Het ziet er gezellig uit. Het is niet heel druk.We proberen verschillende terrassen uit. Een klein bier, 25 cl., kost tussen de € 1,60 en € 2. Men eet hier niet zo laat. In het zonnetje is het heerlijk, in de schaduw kun je wel een jas aan. De meeste restaurants gaan om 19:00 uur al open. En bij sommige moet je voor 20:00 uur binnen zijn anders zit het vol met lokalen. Wij gaan bij een pintxos-tentje eten. Er staan een paar tafeltjes en wij gaan lekker zitten. Telkens lopen we naar de bar voor nieuwe hapjes. Ze zijn allemaal erg lekker en de broodjes zijn super vers. Veel mensen drinken iets roods in een cocktailglas. Ook hier proeven we even van de buren. Het is mier- en mierzoet. Het blijkt Vermouth. Hoe kan het ook anders: deze tent heet Vermuteria Victoria. Tegen de tijd, dat we vertrekken, staat de zaak helemaal vol met mensen. Een goede tent blijkbaar.
Woensdag 20 september Burgos
Het is ’s morgens maar liefst 2°, maar de berichten beloven vanmiddag 24° en geen wolken.
Wederom dwalen we door het centrum. We zien de markt, veel standbeelden, de rivier met daarnaast mooie bomenlanen. Langzaam lopen we omhoog naar het Castillo de Burgos. Als we er zijn, gaat het net open en er staat een rijtje voor de kassa. Dan gaan we maar eerst koffie drinken. We houden het op het buitengebied en zien 75 meter lager de oude stad liggen met zijn vele kerken. Bij het uitzichtpunt staat op de balustrade een grote koperen tekening van de bezienswaardigheden van de stad met de namen er bij. Mooi.
Het is ondertussen inderdaad een stuk warmer geworden. Lekker.
Bij een tapasbar gaan we naar binnen voor een biertje en een hapje. Een paar oude mensen komen binnen. In de tijd, dat wij twee slokken bier hebben genomen, drinken zij een heel glas wijn leeg en eten een hapje. En dan zijn ze weer verdwenen. Tsja. Veel mensen drinken rode wijn. Ze krijgen een glas, dat normaal is gevuld en dat tot de rand toe wordt bijgeschonken met citroenlimonade. Ons Lieve Heer heeft vreemde kostgangers.
’s Middags houden we siësta.
Later komen we weer op een terras terecht. Wat ons opvalt, dat als je wijn of whiskey bestelt, het glas aan tafel wordt ingeschonken. Zo weet je altijd wat je krijgt.
Oh, heerlijk die tapas. Vandaag nemen we warme inktvisringen en kaas. Een kaasschotel van € 14 die zo vol ligt, dat je er bij ons zeker € 50 voor zou betalen in een restaurant.
Donderdag 21 september BurgosNog een dagje Burgos.
Vandaag bezoeken we eerst de kathedraal. Hier zijn we ruim anderhalf uur zoet mee. Er zijn talloze kapellen, allemaal met een ander verhaal. We krijgen een koptelefoon waar alle feiten genoemd worden. De meeste namen en feiten zeggen ons niets.
Het is zonnig en warm ondanks de voorspelling van een bewolkte dag.
We wandelen naar de andere kant van de rivier waar ook nog een oude wijk is en waar geen toeristen zijn. We drinken koffie buiten op een terras in de zon voor € 1,50 per kop. Dat schijnt hier de normale prijs te zijn. Dan gaan we naar het Museum de Burgos. Toegang maar liefst € 1 per persoon en het is ook nog de moeite waard. Het moet niet gekker worden.
Ondertussen is het 13:00 uur geworden; tijd voor de lunch. Daarvoor gaan we naar Vermuterua Victoria waar we de eerste avond ook hebben gegeten. We nemen een biertje, superverse broodjes, één met tonijn en één met gerookte ham. Samen € 6,40. We blijven ons verwonderen over de prijzen. Het valt ons op, dat iedereen contant betaalt. Niemand pint. Terwijl je toch op veel plaatsen contactloos kunt betalen. De mogelijkheid is er dus wel, maar wordt nauwelijks gebruikt. Ook staat er in elk café een karaf met water met glaasjes er naast; dat water is gratis. In Spanje is men dat verplicht. Ook wc-bezoek voor niet-klanten moet men toestaan.
Er lopen heel veel pelgrims door de stad. Ze zijn te herkennen aan de rugzakken, de wandelstokken en de hoeden.
Later op het terras wordt het fris en we houden een extra siësta. Na achten gaan we het centrum in voor een restaurant. Het is overal vrij druk.
Vrijdag 22 september Via Sepúlveda en Pedraza naar Segovia
Vandaag gaan we naar Segovia. We hebben onze route zo gepland, dat we door Sepúlveda en Pedraza komen.
De snelweg is rustig en als we eenmaal op de kleinere wegen rijden, is er helemaal niets meer te doen.
Sepúlveda is een middeleeuwse plaats, die op een bergtop is gebouwd. Het heeft veel kerken, een bewijs, dat het vroeger een belangrijke plaats is geweest. We zetten de auto op een parkeerterrein aan de rand van de plaats. Die is zo goed als leeg, maar aan de grootte ervan is te zien, dat het hoogzomer barstens druk kan zijn. Nu is het heerlijk rustig. We lopen door de smalle straatjes naar het Plaza Mayor, een prachtig oud plein. Alleen een beetje jammer van de geparkeerde auto's. Aan de ene kant staat de prachtige façade van het vroegere kasteel, compleet met een (leeg) ooievaarsnest. Aan de kanten liggen verschillende terrasjes en prachtige kleine winkels. We drinken koffie voor € 1,20 het kopje. Iedereen praat hier alleen maar Spaans. Niemand kent Engels. Leuk!
Daarna dwalen we door de smalle straatjes. De plaats is niet groot en het lijkt alsof er op elke hoek een kerk staat. Het ligt aan de rand van het natuurpark Hoces del Rio Duratón. We zien verschillende kloven die de rivier uitgesleten heeft. Er vliegen veel vale gieren rond.
We rijden nog een stukje zuidelijker naar Pedraza, ook een middeleeuws plaatsje met een gave stadsomwalling. Het heeft toegang via maar één stadspoort. Het dorpje is sinds 1.600 vrijwel intact gebleven en is nog altijd ommuurd. Leuk.
We rijden Segovia via het noorden binnen en meteen zien we het immense aquaduct liggen. Naar ons hotel moeten we door smalle straatjes rijden, waar je alleen in mag als je bij je hotel wilt parkeren. Bij het hotel parkeren we op de gele strepen voor de deur. We hebben een parkeerplaats aangevraagd. Martijn moet een klein stukje omrijden en een stukje terug in de straat is een parkeerrobot. Je rijdt je auto in een soort garage waarbij de wielen in speciale gootjes moeten worden gereden. Je zet hem in z’n een, stapt uit en sluit af. De auto wordt automatisch naar een parkeerbox gebracht. Grappig
We zitten vandaag in een hosteria, omdat de gewone hotels hier in Segovia schreeuwend duur zijn. Het is eigenlijk een gewoon hotel en we zitten dicht bij Plaza Mayor, een gezellige wijk vol met restaurants.
We zetten onze spullen in de kamer en lopen de plaats in. Per ongeluk komen we uit bij het enorme aquaduct, ook wel El Puente genoemd. Het is dé bezienswaardigheid van Segovia. Dit Romeinse aquaduct van Trajanus werd in de 2de eeuw gebouwd en is tot eind 19de eeuw in gebruik geweest. Het is ruim 800 meter lang, 28 meter hoog en heeft 160 bogen, deels in twee verdiepingen, van ongemetselde granieten blokken. Het is zeer indrukwekkend. Het is niet zo zonnig en we zien geen schaduwen op de weg.
We belanden op het terras van ‘100 Montaditos’, een caféketen die we uit Madrid kennen. Een halve liter bier kost hier € 1,50. We zitten buiten op het terras met uitzicht op het aquaduct. Wat wil een mens nog meer.
Zoals ook in Burgos komen op het eind van de middag de rolstoelen tevoorschijn. Oude mensjes voortgeduwd door zorgzame zonen en dochters. Sommige nemen een drankje op een terras, de meeste zitten lekker naast een bankje.
Tegen half zes zien we verschillende mensen in klederdracht naar het aquaduct lopen. Na een half uur vertrekt er een optocht richting stad met prachtig geklede mensen.
We houden siësta tot bijna 21:00 uur en gaan dan eten bij restaurant Jose Maria. We krijgen nog net het laatste vrije tafeltje. Segovia staat bekend om zijn cochinillo, speenvarken. Op de kaart staan allerlei gerechtjes die bedoeld zijn om te delen. Dat gebeurt aan alle tafels en wij nemen ham en kaas vooraf. Als hoofdgerecht één portie speenvarken, dat over twee borden is verdeeld. Het is meer dan genoeg voor samen. Je krijgt er helemaal niets bij; geen aardappelgerecht, geen groente, geen sla.
Een familie van zes volwassenen en twee baby's zit gezellig te eten en valt vooral aan op de bloedworst. Aan de andere kant zitten dertien mannen en drie vrouwen die zingend een heel aparte toost uitbrengen. Het is er gezellig.
Zaterdag 23 september Segovia
Segovia is een gezellige stad. Leuker dan Burgos.
Het is zonnig, blauw en lekker warm. We lopen naar het aquaduct, dat mooi in de zon ligt. Het is enorm lang en wij lopen naar het beginpunt. Zeer indrukwekkend. We drinken koffie en merken op, dat koffie met melk en cappuccino duurder is dan zwarte koffie.
Daarna lopen we naar het Alcazar aan de andere kant van de stad. Het kasteel staat op een rotsplateau. We kopen kaartjes voor het paleis en de toren. Binnen zijn veel kamers met o.a. harnassen, wapentuig, de bibliotheek en de slaapkamer van de koning. Vanaf de toren hebben we prachtig uitzicht over Segovia.
We wandelen weer terug naar het aquaduct, maar de zon werpt nog steeds geen schaduwen op de straat. Dan moeten we maar even wachten. En wat doe je dan? ‘100 Montaditos’ ligt om de hoek. Het is er hartstikke druk. Als er iemand opstaat, zijn we er als de kippen bij om het tafeltje in te pikken. We halen bier en bestellen wat te eten. De broodjes zijn niet groot, maar ze kosten maar € 1. En ze zijn vers en ze smaken prima. Na een paar glazen is de zon eindelijk zo ver, dat er mooie schaduwen van het aquaduct zijn ontstaan en kunnen we mooie foto’s maken.
Daarna is het weer tijd voor siësta.
Tegen zevenen lopen we nog even naar het grote plein, kopen een ijsje en gaan op één van de grote houten kratten zitten, die special voor dat doel zijn neergezet.
Om 21:00 uur eten we bij El Sitio, dat we vanochtend hebben gereserveerd. De man spreekt geen woord Engels, maar toch hebben we een tafel gereserveerd.
In het restaurantgedeelte is het niet zo druk en wij denken aan een rustige avond. In de salade zit een hele geitenkaas van vijf cm in het rond en vijf 5 cm hoog. Als wij om 22:30 uur weg gaan, stroomt het helemaal vol. De straten zijn nog vol met mensen. Bij elke bar hangen mensen buiten rond met een drankje. Zoiets zie je bij ons niet. Nou is in Nederland natuurlijk het weer er ook niet naar.
Zondag 24 september Via La Granja naar ConsugredaWe wilden gisteren de kathedraal gaan bekijken, maar we waren te laat. We lezen, dat het zondagmorgen gratis is, maar dat niet alles open is. We lopen er naar toe en kunnen inderdaad gratis naar binnen. De kerk is mooi, maar niet spectaculair.
We halen onze auto op bij de parkeerrobot en wonder boven wonder komt ónze auto tevoorschijn. We willen nog een blik werpen op het Alcazar en rijden daarvoor het hele dorp rond. Het valt een beetje tegen.
Vandaag gaan we naar Consugreda, ten zuiden van Madrid. Eerst gaan we naar La Granja, waar het beroemde koninklijk paleis La Granja de San Ildefonso ligt. Het is het zomerpaleis van koning Filip V van Spanje. Het is verschrikkelijk groot en overdadig ingericht. We zouden graag een blik werpen in het verleden tijdens de hoogtijdagen van het kasteel. De tuin is enorm en het mooiste zouden de vijvers moeten zijn. Alleen jammer, dat die droog liggen…
Het grootste stuk naar Consugreda rijden we over de snelweg. Bij Madrid is het druk. Bij Toleda ook en daar kijken we bij een uitzichtpunt naar de stad. Ziet er prachtig uit. Misschien wat voor de terugweg…
We gaan naar Consugreda vanwege de elf windmolens van Don Quichot uit de 16de eeuw. Oorspronkelijk werden ze ingezet om graan te malen.
We zitten in een leuk hotel dicht bij het centrum. Op de site staat vermeld, dat er veel gratis parkeerplaatsen zijn, maar alle straten staan barstensvol. Toch vinden we een plekje dicht bij het hotel. Wat blijkt: we vallen met onze neus in de boter. Het is zo druk vanwege het jaarlijkse plaatselijke festival. In het hotel krijgen we de sleutel van de parkeergarage, zodat we daar kunnen parkeren.
We lopen naar de molens die prachtig in de zon staan. We besluiten om ze morgenvroeg uitgebreid te bekijken. Dan is het waarschijnlijk ook wat koeler dan de 33° die het nu is. We lopen richting het grote plein en gaan op het geroezemoes af. Langs de kant staan alleen maar terrasjes en het midden is gevuld met een enorme tent met een podium. Het is er afgeladen vol. Het feest duurt een paar dagen en vandaag is het zondag en is iedereen vrij.
We gaan naar de (droge) rivier waar we bij het binnenrijden van Consugreda iets van een kermis hebben gezien. Dat klopt. Deze is enorm groot met de normale kermisdingen, maar een groot deel van het terrein bestaat uit terrasjes. Hier zijn nog wel stoelen te vinden en we drinken een biertje zoals veel mensen doen. We krijgen er doppinda’s bij. We gooien de pellen op de grond, omdat die toch al vol ligt met troep. Het loopt hier tegen de siësta aan en het wordt rustig. Wij gaan weer naar het plein waar het nog volle bak is. We bemachtigen hier een kruk, daar nog één en ginds zien we een lege statafel staan waar niemand bij staat. Die is ook voor ons. We zetten alles tegen de muur van een café. Zo zitten we prima en kijken onze ogen uit. Iedereen kent elkaar en wij zijn de enige toeristen. Wat ons heel erg bevreemdt, is dat wij hier op het plein de enige zijn die bier drinken. Niemand drinkt bier! En ook niemand drinkt wijn! Iedereen zit aan de flesjes water, cola, fanta of sprite. In sommige glazen zien we wel een bodempje alcohol zitten. Bij elk glas, dat je bestelt, krijg je een schaaltje chips, nootjes, popcorn. Veel mensen halen ergens schalen met bladerdeeghapjes die in papieren zakken zijn ingepakt. Allemaal zijn ze hetzelfde en iedereen eet ze op de terrassen op. Er zijn veel kleine kinderen.
Niemand draagt slippers, terwijl in onze vorige vakantie iederéén slippers droeg.
Ook hier wordt het tijd voor siësta en wij doen mee. Daarna lopen we de kermis over waar het weer druk is. Wij vinden het plein echter gezelliger, maar wie schetst onze verbazing, dat dit geheel verlaten is. Alle terrasjes zijn weg. De cafés zijn nog wel open. We lopen er eentje in en die blijkt heel gezellig. We bestellen een biertje en willen ook wat uit de kast met tapas, maar we krijgen een bord met gratis broodjes en chips. Dat gebeurt bij iedereen bij elke bestelling. Als je maar genoeg drinkt, hoef je niet meer te eten. Je kunt dus ook beter kleine glazen bier drinken dan grote.
Maandag 25 september Naar Córdoba
Voor de verandering ontbijten we in het hotel. Voor € 6,50 krijgen we een zeer uitgebreid ontbijt. Lekker.
Vandaag gaan we naar Córdoba, maar eerst bezoeken we de molens. Daar zijn we tenslotte voor gekomen. Als we helemaal naar het eind lopen, zien we er zes mooi op een rijtje in de zon liggen met de burcht op de achtergrond. We dwalen er een poosje rond, bezoeken de burcht met ook mooi uitzicht op de molens en één molen kunnen we van binnen bezichtigen. Mooi. We zijn er bijna twee uur zoet mee.
Vervolgens rijden we naar Córdoba over de snelweg. We maken een stop halverwege bij Mirador de los Organos. Mooie rotsen en vale gieren in de lucht.
Córdoba is een stad met veel smalle straatjes en ons appartement ligt ook aan zo’n straatje. Met de routeplanner rijden we er zo heen, maar kunnen alleen parkeren bij een hotel. Dan doen we dan maar eventjes. Eenmaal binnen stelt de mevrouw voor om eerst maar de auto te parkeren en dan verder te praten. Zo gezegd, zo gedaan. Het is een groot appartement, dat centraal in de stad ligt. We gaan er meteen op uit. We lopen door de joodse wijk met talrijke winkeltjes, smalle straten en pittoreske huizen. We zien de Mezquita liggen, maar aan de buitenkant is die niet zo mooi. Morgen zullen we die gaan bekijken.De Puente Romano ligt er dichtbij. Dit is een 331 meter lange Romeinse brug die over de rivier Gualdalquivir ligt. Hij ziet er mooi uit.
Daarna wandelen we naar het Corredera-plein, een van de grootste pleinen in de stad. Rondom ligt bebouwing van drie verdiepingen hoog wat voor veel schaduw aan de zijkanten zorgt. Heerlijk om een biertje te drinken. Vooral in de ondergaande zon kleuren de huizen prachtig.
We eten ’s avonds in een door de eigenaresse aangeraden restaurant. We hebben het laatste tafeltje buiten. Als er een leeg tafeltje is, dan gaan nieuwe gasten daar vaak ongevraagd zitten. Vaak blijkt het dan al gereserveerd. Een bordje zou toch heel simpel zijn, nietwaar. Het is eten smaakt prima. Voor een hoofdgerecht betaal je rond de € 10.
Op weg naar ons appartement dwalen we door de stad en zien overal pleintjes met terrasjes. Het is er druk. De restaurants zijn vaak vroeg open. Wij gaan meestal rond 21:00 uur eten en dan is het al erg druk. Je kunt beter iets eerder gaan of ergens reserveren. De Spanjaarden zelf komen pas om 22:30-23:00 uur.
Dinsdag 26 september Córdoba
De Mezquita is de belangrijkste bezienswaardigheid in de stad. Het is een enorme Moorse moskee die later is omgebouwd tot kathedraal. In het midden is door de christenen een kerk gebouwd.
’s Morgens tussen 8:30 en 9:30 uur mag je gratis naar binnen, maar dan moet je stil zijn. Daarna kost het € 10. Groepen mogen dus niet voor 10:00 uur naar binnen. Het geheel is veel groter dan de buitenkant doet vermoeden. Het ziet er gigantisch uit. Er zijn talloze roodbruin met witte bogen die op 856 pilaren staan. We hebben ze niet geteld. Mooie beelden, kapellen, vloeren, ornamenten. Het is teveel om op te noemen. Als je alles goed wilt bekijken, heb je een paar dagen nodig.
We lopen dwars door de stad naar de Plaza de la Corredera waar het markt is. Buiten onder de arcaden staan kramen met brocante, binnen is een gewone warenmarkt.
Dan wandelen we door naar de Plaza del Potro, een klein pittoresk plein. Dit, en vele plaatsen in de stad, worden wel een beetje verpest door de vele, hele grote groepen die er rondwandelen. En als ze dan ook nog via megafoons hun verhaal gaan houden, is het helemaal ergerlijk.
Naast het restaurant van gisteren zagen we gisterenavond de '100 Montaditos' zitten. Daar gaan we heen voor een drankje en we vragen ons af of er buiten wel plaats zal zijn. Maar het terras is zo goed als leeg. Wat een verschil met Segovia, waar het afgeladen druk was. Nou ligt dat ook wel op een stuk gunstigere locatie.
Als laatste in Córdoba bezoeken we de Alcazar de los Reyes Christianos, het ‘paleis van de christelijke vorsten'. Dit is een middeleeuws paleis met mooie tuinen met vijvers. De fonteinen sproeien water en net als wij er zijn, klinkt een minuutje muziek en veranderen de sproeiers van kracht en richting. Men is bezig deze te testen.
’s Avonds eten we in een restaurant iets meer naar het noorden. Als je op zoek bent naar een restaurant, dan vind je dit niet. Je moet het weten. Veel gasten zijn dan ook Spanjaarden. We bestellen verschillende schotels die we samen delen. Erg lekker.
Woensdag 27 september Via Iznájar naar Priego de Córdoba
We lopen over de oude brug naar de overkant van de rivier voor een mooi uitzicht op de Mezquita. Er zitten wat wolken in de lucht, maar we zien alles nog mooi in de zon liggen.
Als we vertrekken, wordt het helemaal bewolkt. Het is slechts 21°, een heel verschil met de 33° van gisteren. Wij vinden het koud.
Vandaag gaan we naar Priego de Córdoba, een dorpje in het hart van Andalusië. Onderweg zien we veel olijfbomen, soms ook druiven. Al snel zien we de eerste witte dorpjes in de bergen liggen, waar Andalusië bekend om is. We rijden er via Iznájar naar toe. Een wit dorpje, dat tegen de berghelling ligt. Smalle, steile straatjes waar niet aangegeven staat welke kant je er in mag rijden, wat nog al eens voor problemen zorgt, want er passen geen twee auto's naast elkaar. Parkeren is lastig, maar er rijdt net een auto weg van een plaatsje. We zitten hoog in het dorp, zodat we niet omhoog hoeven te lopen. We zien een prachtig plein vol met blauwe bloempotten, blauwe tafels en stoelen. Griekenland is er niets bij. We drinken koffie met appeltaart voor € 4,20. Alles bij elkaar. We worden hier niet arm van. Er staat een mooie kerk met een prachtige begraafplaats met hele aparte graven en veel familiegraven. We dwalen een poosje door het dorp en genieten van de witte huizen, smalle straatjes en rondhangende oude mannetjes. Mooi.
Dan rijden we verder richting Priego de Córdoba over een mooie, slingerende weg hoger de bergen in. We begrijpen nu waarom de meeste olijfolie uit Spanje komt. We zien alleen maar olijfbomen langs de weg en op de bergkammen. Op alle beschikbare grond staan olijfbomen. Zo ver als je kunt kijken.
Gelukkig is het niet druk op de weg. Het is een mooie weg en we rijden langzaam om van het uitzicht te genieten.
In Priego de Córdoba zien we een parkeerplaats heel dicht bij het hotel. Er zit een meneer bij, die net zoveel Engels spreekt als wij Spaans. We komen er samen prima uit en we krijgen drie parkeerkaartjes. Eén voor vandaag, één voor vannacht en één voor morgen. Samen € 4,50. Daar doen we het voor.Ons hotel, Patria Chica, is een museumhotel. Onze kamer heeft allerlei oude accenten, twee kasten met glazen deuren met oude voorwerpen. Het sanitair is erg modern. De kamer is ruim met een zitje en zit aan een drukke weg midden in het centrum, maar als je de ramen dicht houdt, hoor je daar niets van. Een brief met informatie is aan ons persoonlijk gericht. Aan alle details lijkt gedacht. Helemaal goed.
Het is een vrij grote plaats. Het blijkt vandaag ‘toeristendag' wat inhoudt, dat alle kerken en musea gratis te bezoeken zijn. Het is dan alleen weer jammer, dat alles gesloten is… In de plaats staan een paar mooie fonteinen waar sommige toeristen speciaal op af komen. Ook hier: de ene fontein staat helemaal droog, van de andere, de Fuente del Rey, sproeien tien van de 139 fonteintjes. Houden zij ook siësta? Beetje jammer. Andere fonteinen die ’s middags niet sproeien, doen het ’s avonds wel. We gaan niet meer terug om te kijken.
We proberen verschillende terrasjes uit. Bij de goedkoopste krijg je een schaaltjes tapas.
Het is ’s avonds rustig met eten. De terrassen sluiten al om 22:45 uur. Vroeg voor Spanje.
Donderdag 28 september Naar Granada
Het ontbijt is inbegrepen. We krijgen buiten op de binnenplaats veel fruit en brood met diverse soorten beleg en lekkere koffie.
We gaan op weg naar Granada, maar maken eerst een stop in Alcaudete. We kunnen tot aan de kerk boven het dorp doorrijden. De deur van de kerk staat open en wij lopen naar binnen. Dat is, geloven we, niet de bedoeling. Men is aan het schoonmaken. Het kasteel steekt indrukwekkend er boven uit. We wandelen er naar toe. Daar blijkt, dat je ergens beneden kaartjes moet kopen. Bovendien is het open van 10:30 tot 11:30 uur en is het nu 11:25 uur. We denken, dat ze niet veel bezoekers krijgen.
We wandelen het dorp door wat niet zo bijzonder is. Wel een mooi plein met een leuk café om koffie te drinken.
We rijden door naar Granada.
Het is druk in de stad en de straatjes zijn smal. Martijn vindt de parkeergarage die we hebben uitgezocht zonder problemen. Gelukkig is deze niet vol. We vinden meteen een grote plaats. De meeste zijn erg smal. Wat is het tegenwoordig toch gemakkelijk om ergens de weg te vinden met een routeplanner.
We lopen in een paar minuten naar ons geboekte appartement. De meneer daarvan staat ons buiten al op te wachten (we hebben de aankomsttijd doorgebeld), want op de GPS wordt deze plaats niet aangegeven. We zitten net buiten het drukke toeristengebied. De meneer geeft allerlei informatie met o.a. zijn favoriete tapastenten. Dat is natuurlijk altijd belangrijk.
We gaan snel de stad in en lopen eerst naar de plaats waar we onze geboekte kaartjes voor het Alhambra kunnen omwisselen voor echte kaartjes. Daar staat aangegeven, dat tot begin november alle kaarten zijn uitverkocht. Vooraf boeken is dus echt noodzakelijk. Daarna vinden we, dat we een tapastentje moeten uitproberen. We gaan naar La Botilleria, vrij dicht bij ons appartement. Granada staat bekend om zijn gratis tapa bij een drankje. Er wordt dan ook aangeraden om kleine biertjes te drinken in plaats van grote, want bij elke bestelling krijg je wat. Wij krijgen een bakje olijven en denken, dat dat het is. Maar even later komen er twee kleine ronde broodjes hamburger op een bordje. Bij het tweede glas krijgen we een schaaltje warme garnalen in knoflooksaus. Een biertje, incl. tapa, kost € 2,10. Een paar biertjes en je hebt meteen gegeten. Een leuke en gezellige tent.
Daarna wandelen we omhoog in de wijk Albaicin. Met enige moeite vinden we het uitzichtpunt en zien we het Alhambra liggen. Prachtig. Morgen gaan we het bekijken.
Daarna is het weer tijd voor siësta. Omdat we hebben gelezen, dat het vrij druk kan zijn bij het eten, gaan we om 20:30 uur al weg. Bij La Botilleria zijn dan nog een paar tafeltjes vrij voorin. Om 21:00 uur zit alles vol. Zelfs het, ongezellige, zaaltje achterin. We krijgen een gratis zoet drankje na het eten.
We wandelen nog wat door de stad en overal is het even druk. Granada is veruit de drukste plaats die we tot nu toe bezocht hebben.
Vrijdag 29 september Granada
We hebben kaartjes voor 10:00 uur voor het Alhambra. Dit ligt boven op een heuvel en grotendeels gebouwd in de 14de eeuw. We lopen een heleboel trappen op en gaan 9:50 uur naar binnen. Dan is het nog tien minuten lopen naar het Paleis Nazaries, het belangrijkste paleis. Bij de ingang staan een heleboel mensen die tevergeefs nog een kaartje proberen te kopen. Tot 1 november is alles uitverkocht.Er staat een lange rij, naar het gaat vrij snel en na een kwartier staan we binnen. Het is zo georganiseerd, dat het nergens heel erg druk is en dat de vaart er een beetje in blijft. We vergapen ons aan alle gebeeldhouwde muren en deuren en zien grote overeenkomsten met de paleizen in Iran. Ook de waterpartijen lijken hetzelfde. Beide zijn natuurlijk Arabisch. We dwalen naar verschillende paleizen, tuinen en uitzichtpunten en zien in het Paleis Karel V een enorme ronde binnenplaats, een courtyard, met een diameter van 30 meter en twee galerijen van zuilen boven elkaar.
Daarna kijken we ook bij andere paleizen en uitzichtpunten op het terrein. Overweldigend.
Totaal vermaken we ons hier meer dan vier uur. Gelukkig loopt de weg terug naar beneden. We zijn wel even klaar met al die trappen.
’s Avonds gaan we om 21:00 uur eten. We hebben nog net ergens een tafeltje. Het is overal vreselijk druk. Het is weekend. Bij het eerste glas wijn krijgen we een hapje: een sneetje brood erg dik belegd met vlees. We bestellen eten. Bij het tweede glas wijn krijgen we een omeletje. We hadden wel een gerechtje minder kunnen bestellen. De bestelde kippenpootjes zijn er maar liefst twaalf en de vis is ook niet al te klein. We krijgen nog een gratis toetje: soesjes met chocolade en slagroom. Puf. Even uitbuiken.
Na het eten willen we nog ergens een wijntje gaan drinken, maar het is zo vol, dat er geen doorkomen aan is. Het is niet leuk en we gaan een keer vroeg naar bed.
Zaterdag 30 september Naar CapileiraVandaag rijden we niet ver: naar Capileira in de Sierra Nevada. Eerst een stuk snelweg, dan kleinere wegen met veel bochten.
We drinken onderweg koffie in Órgiva en willen daar wat in de supermarkt kopen. Er is echter nergens een vrije parkeerplaats te vinden en dus rijden we maar door. Omdat we tijd genoeg hebben, bezoeken we eerst O Sel Ling, een Tibetaans boeddhistenklooster. Jawel, midden in de Spaanse bergen ligt dit klooster, gesticht door Lama Yeshe en Lama Zopa Rimpoche in 1980. Hiervoor verlaten we de verharde weg en rijden naar boven, de bergen in. De weg is redelijk, breed genoeg om in te halen, als er andere auto’s zouden zijn. Het laatste stuk is een stuk smaller en slechter. Maar goed om te doen. Er is een kleine parkeerplaats waar al wat auto’s staan. Er komen er nog een paar bij en ook wat motoren. Zo is het al met al drukker dan we verwacht hadden. We zitten nu op 1.500 meter. Het is een retraiteplaats, een meditatiecentrum. Er staat een witte stoepa, uiteraard met Tibetaanse vlaggetjes. Binnenin staat een hele grote gebedsmolen waar met enorme letters ‘om mani padme hum’ op staat, de meest gereciteerde mantra in het Tibetaans boeddhisme.
Het is nog 100 meter hoger lopen, sommige stukken vrij steil, naar de ‘green tarra'. Een tarra is een beeld, dat de godheid van het medeleven uitbeeldt. Zij is de moeder van het Tibetaanse volk. Ze zijn er in allerlei kleuren. De groene stelt de godheid van het moederschap voor.
We hebben prachtig uitzicht over de Sierra Nevada. Daarna rijden we via Pampaneira en Bubión naar Capileira. We hadden het horrorverhaal van Gerard over de wegen in deze streek gelezen en vreesden voor enge smalle weggetjes. Maar we rijden over een hele goede asfaltweg, breed genoeg voor twee auto's.
Dit zijn allemaal zogenaamde ‘witte dorpen’. We zien ze mooi liggen in de bergen.Op de parkeerplaats naast het hotel is één vrij smal plaatsje vrij. Met wat gemanoeuvreer krijgt Martijn de auto er in. Ondertussen rijden er vier andere auto’s rond op zoek naar en plaatsje. We waren precies op tijd. We zitten midden in het plaatsje en gaan eerst wat eten. Op advies van de hoteleigenaar komen we uit bij een bij kleine winkel met streekproducten die buiten vier tafeltjes heeft staan waar ze tapas verkopen. Alleen koude, want ze hebben geen keuken. Op de kaart staat aangegeven bij welk drankje je een gratis tapa krijgt. Dat is overal weer anders. Nu krijgen we een broodje overheerlijke ham. We bestellen ook nog een bord zoete pepers gemarineerd in de olie, knoflook en oregano. Erg lekker.
Capileira ligt op ruim 1.400 meter en heeft ongeveer 600 inwoners. Er zijn vrij veel toeristen. Als we het dorpje rond wandelen, zien we veel bronnen waar lekker drinkbaar water uit de bergen uitkomt. Kun je gratis je fles vullen. Veel balkonnen in de smalle straatjes zijn behangen met kleurige bloempotten. We zien veel grote ronde schoorstenen op de daken.
Het is altijd afwachten in wat voor glas je bier komt. Het is nooit hetzelfde. Soms een bierglas, soms een wijnglas, soms een waterglas. Het tweede glas is ook altijd anders dan het eerste. Net als de tapa die je er bij krijgt.
We eten ’s avonds ergens op advies van de hoteleigenaar. Naast ons zit een groep Spanjaarden, die veel verschillende gerechten krijgen. Eentje blijkt onze eigenaar. Er komen steeds andere mensen die daar even aanschuiven. Ons kent ons. Er zijn ook drie jonge mannen, toeristen. De kok komt een ribe-eye laten zien, waarvan wij denken dat die voor hen alle drie is. Hij is echter voor één persoon. Hij is zó groot. De anderen eten wel iets mee, maar zij hebben ook enorme maaltijden. Wat een eters. Het lamstuk van Martijn is ook enorm. Lia heeft lamsribbetjes besteld. Die gaan hier per stuk en ze krijgt er eentje extra.
Een ander stel krijgt een enorm voorgerecht; zij kijken met veel verbazing, net als wij.
Hier komt 10% service bij op de rekening. Dat is de eerste en enige keer.
Spanjaarden zijn niet beleefd. Alle gasten blijven wachten tot ze een plaats toegewezen krijgen in en restaurant, Spanjaarden gaan meteen ergens zitten. Met z’n tweeën aan een vierpersoonstafel, terwijl het erg druk is. Ze trekken op een terras zomaar stoelen weg van een ander tafeltje, net als mensen daar willen gaan zitten.
Zondag 1 oktober Naar Frigiliana
Via Solobreña gaan we naar Frigiliana. We rijden de Sierra Nevada uit en dalen helemaal af tot aan zee. Daar zien we al die plaatsen met hoge flats, grote vakantieparken. Wie wil in godsnaam daar nou zitten.
We lopen naar boven naar de burcht. Alweer veel trappen. In Spanje krijg je korting bij toegang als je 65 jaar bent. Nog een half jaar, dan is Martijn zo ver. Geen korting nog dus. Maar van het mannetje hier aan de kassa mogen we beide met korting naar binnen, terwijl hij de leeftijd gevraagd heeft. Mooie uitzichten op de bergen. De kustlijn is totaal verpest door enorme hotels die zij aan zij langs het strand staan.
In Frigiliana staat ons hotel naast de enige parkeergarage. Dat is pas handig. De parkeerplaatsen zijn zeer smal, zoals bijna overal in Spanje en het is vrij druk.We hebben een kamer met balkon met uitzicht op het dorp en de bergen. We gaan meteen buiten in de schaduw zitten. Lekker.
We willen een hapje eten en gaan op zoek naar een klein restaurant. Overal zien we grote, volle terrassen. Heel dichtbij is een tentje met balkon met vier tafels en eentje daarvan is vrij. Lekkere omelet met ham maken ze hier. Mooi uitzicht op de bergen.
Dan wandelen we het dorp in. Volgens sommige internetsites is Frigiliana het mooiste witte dorp van Andalusië. Het is mooi met smalle straatjes, zeer mooi bestraat, veel planten. De straten lopen omhoog en omlaag. Weer veel trappen. We hebben ondertussen zeer stevige kuitspieren. We zien veel restaurants en cafés met terrassen en balkons met mooie uitzichten. Er is een mooie oude fontein en op verschillende plaatsen zien we tekens van joden, christenen en moslims naast elkaar. Ook hier weer veel grote groepen toeristen. Het is ons hier eigenlijk een beetje te druk om het echt mooi te doen zijn. Capileira vinden wij een stuk aangenamer.
We eten ’s avonds in restaurant Casino waar drie tafeltjes op het balkon staan waarvan eentje leeg, maar gereserveerd. Men overlegt en komt tot de conclusie, dat de mensen aan het andere tafeltje alleen een hoofdgerecht eten en klaar zullen zijn voor de reservering komt. We mogen daarom buiten zitten. We hebben prachtig uitzicht op de plaats met de verlichte gebouwen en de bergen er achter. We zitten heerlijk en eten ook zo. Het is hier echt lekker.
Maandag 2 oktober Naar Ronda
We ontbijten in het hotel voor € 6 p.p. Je wilt niet weten wat je daar allemaal voor krijgt. Erg goed. Er staat zelfs een fles champagne met glazen en vragen ons af of dat ook inbegrepen in. We proberen het niet uit.
We halen de auto op uit de nu bijna lege garage en rijden naar het zuiden, naar Ronda.
Vreemde regels hebben ze hier soms. Zo rijden we op een tweebaansweg waar soms een extra strook is om in te halen. En dan staat er bij zo’n strook een bord ‘verboden in te halen'. Vreemd nietwaar.
We rijden een stukje om naar Setenil de las Bodegas. Dit is een plaatsje dat gebouwd is onder een enorme rots. Het is een spectaculair gezicht. We lopen een snel rondje door het dorp, want we hebben een tijd afgesproken met de man van ons airbnb in Ronda.
Ronda is een drukke toeristenplaats met een druk centrum. Midden in dat centrum hebben we afgesproken bij een restaurant dichtbij bij het appartement. Binnen vragen we naar de man, maar die is er niet, zeggen ze. We bellen hem en hij blijkt er wel te zijn. Lia en die man brengen snel de bagage naar het huis, want dat is lekker dichtbij en dan gaan we op zoek naar een parkeerplaats. Er zijn veel parkeergarages, maar die zijn vrij duur, soms wel € 25 per nacht. Op straat is het echter gratis parkeren, maar daarom heel vol. De man gaat met ons mee en wijst kleine straten aan en al heel snel vinden we een gratis plekje. Mooi.Het huis heeft het mooiste terras van de hele plaats. Het is groot en zonnig en ligt pal aan de kloof. We kijken uit op zowel de nieuwe als de oude brug. Geweldig. We genieten een poosje van het uitzicht en lopen dan het oude gedeelte van de stad in. De paar terrasjes die daar zitten, zijn helemaal vol. We lopen terug om naar een aanrader van de eigenaar te gaan als we per ongeluk tegen de ‘100 Montaditos’’ aanlopen, vlak
bij ons huis. Het terras ligt nog in de zon, maar dat duurt niet lang. Voor twee liter bier en vier broodjes zijn we € 10 kwijt. We verwonderen ons over de vele Aziaten die in grote groepen rondlopen. Die zijn altijd in groepen, zelden alleen op stap. Ze zien het verschil niet tussen de terrassen van de McDonald's en de '100 Montaditos’, terwijl er toch verschillende kleuren stoelen staan en andere tafels zijn. Wij drinken halve liters bier uit grote pullen; bij de McDonald's krijg je een klein plastic bekertje voor een ongetwijfeld duurdere prijs. Het terras komt snel in de schaduw te liggen en het wordt drukker. Waarom zetten ze overdag niet een paar parasols neer tegen de zon? Dan zal het dan ongetwijfeld ook drukker worden.
We gaan ’s avonds naar een restaurant in de oude stad waar op het plein voor de deur een kermis staat. Het restaurant is vol en wij gaan aan de bar zitten. Daar kunnen we ook eten, toch. Hier kunnen we kiezen uit de gewone restaurantmenukaart en de tapaskaart. We hebben nog geen keuze gemaakt als er plaats vrij komt in het restaurant. De tapaskaart wordt ingenomen; daarvan mag je alleen aan de bar eten, niet in het restaurant. Het is maar klein, maar wel gezellig. We kiezen een salade waarvan we eigenlijk niet goed weten wat er in zit en die blijkt verrukkelijk. Vijgen, iets wat we eigenlijk niet zouden kiezen, met kaas, ansjovis, frambozen en bramen. Het heet hier salade de higos. Dat gaan we thuis ook eens maken.
’s Avonds zijn de brug en de omliggende rotsen mooi verlicht.
Dinsdag 3 oktober RondaNa het ontbijt lopen we naar beneden naar de kloof. We gaan naar de oude en de nog oudere brug, omdat daar ’s morgens de zon op staat. We hebben mooi uitzicht op de bruggen en de rotsen waarop Ronda gebouwd is.
We bezoeken het oude badhuis, Baños Arabes, uit de 14de eeuw. Als we weer terug lopen gaan we ook bij Museo Lara binnen. Dit is een privéverzameling van o.a. klokken, wapens, radio's, telefoons, naaimachines, camera's, operakijkers, enz. enz. Mooi om te zien.
’s Middags lopen we aan de andere kant van de kloof naar beneden. Het eerste stuk is druk. Dat gaat tot een uitzichtpunt, maar wij gaan helemaal tot beneden. We moeten dezelfde weg terug, want in de kloof staat water en je kunt niet verder. Veertig minuten heen en terug; dat valt mee. Er is één andere manier om beneden te komen, n.l. vanuit het kasteel, dat binnen in de rotsen een weg door de rotsen heeft om, vroeger, water te halen.
Men eet hier niet zo laat als in het noorden. Daar lopen de restaurants om 22:30 uur vol. Hier lopen ze dan leeg.
Woensdag 4 oktober Naar Arcos de la Frontera
Vandaag rijden we naar het westen, naar Arcos de la Frontera. Maar onderweg willen we nog wel wat zien. We lezen iets over Ronda la Vieja, maar GoogleMaps geeft dit verkeerd aan op de kaart. We rijden een kleine slechte grindweg in tot die echt te slecht wordt en draaien we om. Dan naar niet.
Onze volgende stop is Zahara de la Sierra, weer een wit dorpje. Een klein dorpje met weinig toeristen. We wandelen door de smalle straatjes en drinken koffie op het ‘grote' plein. We zitten gezellig buiten tussen de lokalen.
Dan weer verder. Garganta Verde, een spectaculair ravijn staat op het programma. Alleen is de weg hier naar toe ‘verboden in te rijden'. Ons verbaast niets meer. De weg naar Arcos de la Frontera is rustig en verloopt voorspoedig. Opvallend zijn de katoenplanten langs de kant.
Om bij het hotel te komen is een verhaal apart. Dichtbij is een parkeerplaats die we in beide routeplanners inprogrammeren. Beide geven ze een andere route aan. We nemen de kortste weg die dwars door het dorp gaat. Het is, dat er een Spaanse auto voor ons rijdt, anders hadden we het, denk ik, niet gedaan. De straatjes zijn heel smal en heel steil met smalle bochten. We stoppen een paar keer om beide spiegels in te klappen, omdat ze anders de huizen raken. Dan komt ons een auto tegemoet die gelukkig achteruit gaat. Hij laat ons stoppen, vraagt waar we heen moeten en wijst ons een andere weg. Een mevrouw in een auto die daar ook staat, rijdt ons voor. Dat is pas service! Bij de parkeerplaats bij de kerk vinden we nog net een vrij plaatsje. Dichterbij het hotel kan niet. We checken in en horen, dat we moeten betalen voor het parkeren. Maar niet tussen 14:00 en 17:00 uur en niet van 20:00 tot 9:00 uur. Het is klokslag 14:00 uur, dus voorlopig staan we goed. We zitten in een hostal voor € 45 per nacht incl. ontbijt. We hebben de duurste kamer genomen die er was. Best groot met een balkon(netje) met uitzicht over het omringende land. Niks mis mee.
We lopen door de straten, genieten van de uitzichten en zoeken naar een restaurant voor vanavond. We hebben van het hotel wat suggesties gekregen en eentje proberen we meteen maar uit.
We gaan terug naar het hotel en even voor vijven gaan we een euro in de parkeermeter gooien. Dat is goed voor anderhalf uur. Het maximale is € 1,40 voor twee uur. Straks komen we nog maar een keer terug.
Het is hier een stuk warmer dan dicht bij de kust. We meten 32°.
Na onze rondgang in het dorp vanmiddag hebben we voor het avondeten gekozen voor restaurant La Cárcel. Ze hebben een heleboel tafeltjes aan de straat waarvan er nog een paar vrij zijn en binnen hebben ze ook wat ruimte. Het ziet er binnen gezellig uit en er zit slechts één groep. Wij kiezen voor binnen, omdat het er leuk uit ziet. We bestellen vast een flesje witte huiswijn. Ons tafeltje voor vier personen wordt direct omgebouwd. Een stoel wordt verwijderd en hier wordt een wijnkoeler met ijs geplaatst. Dat moet naast Martijn gebeuren geeft de ober aan, want die is het sterkst. We kiezen onder andere voor een vleesschotel met de voor ons lekkerste kaas van Spanje: cabrales. Ondertussen begint het binnen behoorlijk vol te lopen en langzamerhand raken alle tafels vol. In Spanje maakt dat niet uit, staanplaatsen genoeg. We bestellen nog een tweede fles en genieten van de sfeer, de gezellige drukte en de obers die zich uit de naad werken.
Donderdag 5 oktober Naar Sevilla
Vandaag komen we dan eindelijk in het eigenlijke doel van deze reis: Sevilla. Met z'n achten hebben we midden in de stad een huis gehuurd met grote tuin en zwembad. Wij kunnen er om 15:00 uur in. Om 16:00 uur komen Petra en Mark en vanavond vliegen Wout, Ria, Loek en Els binnen. We vragen ons af hoe laat die zullen arriveren, want het stormt in Nederland.
Vanuit Arcos de la Frontera doen we rustig aan, want we hebben op het vliegveld een parkeerplaats gereserveerd vanaf 13:00 uur. Vooraf reserveren is erg goedkoop: € 16 voor vijf dagen. We laten een deel van de bagage in de auto achter. Bij het pakken van het kaartje wordt ons kenteken gefotografeerd en op het kaartje geprint. Dat gaat goed. We nemen de bus naar het centrum en lopen het laatste stuk naar het huis aan Plaza Doña Elvira.Een prachtig huis met tuin en zwembad en zeer centraal gelegen; dicht bij de Alcazar en de kathedraal. Werkelijk prachtig. We krijgen voor vier stellen één paar sleutels. Er is een meisje, dat ons heeft binnengelaten en die kan ons nog één setje brengen. Dat vinden we niet genoeg. Ze gaat bellen en even later belt de eigenaresse en ze belooft extra sleutels. Er komt een setje, waarvan de sleutel van het toegangshek niet past. We smsen maar eens. Er worden drie extra sleutels beloofd.
Het is vooral boven erg warm. Niet vreemd, want buiten is 35°. We zetten in alle slaapkamers de airco aan.
Mark en Petra zijn intussen gearriveerd en we gaan boodschappen doen. De dichtstbijzijnde supermarkt ligt op tien minuten lopen.
Bij terugkomst ligt er één extra setje van drie sleutels. Eén setje van drie sleutels en geen drie setjes van drie sleutels. We smsen maar weer eens.
Later worden twee setjes gebracht, zodat er nu vier setjes zijn. Alleen jammer, dat er maar één van al die sleutels op het toegangshek past. We smsen weer. We krijgen als antwoord, dat het meisje ze persoonlijk heeft gecontroleerd en dat ze allemaal werken en dat je ze wat op en neer moet draaien. Zeer vreemd, omdat wij al die sleutels niet eens in het sleutelgat krijgen! Smsen. Morgenvroeg komt iemand.
Omdat de vlucht uit Nederland vertraging heeft, hebben wij besloten om ‘thuis' te eten. We hebben brood, hammen, kazen, olijven, sardientjes, paté, fruit en natuurlijk bier, wijn en frisdrank gehaald. Als om 22:00 uur eindelijk iedereen er is, zitten we heerlijk om de grote tafel te genieten. Een goed begin van het Schavuitenweekend.
Vrijdag 6 oktober Sevilla
We ontbijten uitgebreid en lang. Vandaag is de trouwdag van Wout en Ria en daarom hebben we voor het ontbijt voor iedereen een mimosa-cocktail gemaakt. Gezellig. Om 10:00 uur komt er iemand voor de sleutels en om 10:30 uur hebben we eindelijk vier setjes werkende sleutels.
Over het weer gaan we het hier niet hebben: elke dag stralend blauw en +30°.
Daarna gaat elk stel zijn eigen weg tot borreltijd. Wij wandelen op ons gemak door de stad en komen uit bij de rivier. Een stukje verderop zien we Plaza de Toros en we besluiten tot een rondleiding. Je kunt alleen met een groep mee met zo'n auto-systeem. Het eerste stuk gaat door een museum met o.a. foto’s en kleding van vroegere torero's. Op het laatst bezoeken we de oude arena. Een enorme rond plein met (ere) tribunes. Mooi om te zien.
We steken de rivier over en dwalen door de oude buurt. Hier zijn veel minder toeristen. De straten zijn niet zo smal en er staan veel kerken. We vinden verschillende gezellige pleintjes en terrasjes. Veel huizen zijn gekleurd en zien er goed geschilderd uit.
We borrelen in ons huis met de airco aan. Het is erg warm buiten.
Onderweg zagen we vandaag de enorme wachtrijen bij de Alcazar en de kathedraal. Gigantisch. Het schijnt allemaal redelijk door te lopen en is de wachttijd ongeveer een half uur. Als je op het verkeerde tijdstip bent, sta je in de brandende zon. De rij voor de mensen mét een kaartje is te verwaarlozen.
We zoeken op internet naar elektronische kaartjes en vinden die voor de Alcazar. Om ze te betalen moeten we echter de reader van de bank hebben en die hebben we in de auto laten liggen. Mark heeft hem wel bij zich en we kunnen ze elektronisch bestellen.
Vanwege hun trouwdag nodigen Wout en Ria ons aan het begin van de avond uit voor een drankje. Op een dakterras van een chique hotel gaan we met uitzicht op de Giralda-toren van de kathedraal cocktails drinken. Het is moeilijk kiezen uit het ruime aanbod. Wij drinken een mojito en een caipirinha. Heerlijk.
’s Avonds eten we op een binnenplaats aan een grote ronde tafel waar wij precies met z’n achten aan passen. Erg leuk, maar sommige zitten te ver weg om mee te kletsen. Ook wel weer grappig.
Zaterdag 7 oktober SevillaWe hebben kaartjes voor 11:00 uur voor het Real Alcazar, het koninklijk paleis. Alweer een lange rij. Bij de rij voor mensen mét een kaartje staan verschillende groepen. Wij wurmen ons naar voren, niemand die wat zegt, en dan komen we toch bij het mini-rijtje uit voor de mensen met een kaartje. De andere mensen zijn van groepen en mensen zonder kaartje. Ze zouden het eigenlijk wel wat duidelijker kunnen scheiden.
Voor het probleem met de rij voor de kathedraal hebben we een andere oplossing gevonden. Bij de El Salvador-kerk kun je een gecombineerd kaartje kopen samen met de kathedraal. We lopen hier naartoe en hebben binnen de kortste keren een combiticket. De kerk is nog mooi ook. Na een biertje gaan we naar de kathedraal en lopen daar ook de wachtrij voorbij. Lekker. De kathedraal is prachtig. Die moet je gezien hebben. Je kunt ook de Giralda-toren op. Die heeft geen trappen maar een hellingbaan. Dat loopt prettiger. Bij ons is het niet zo druk. Er lopen meer mensen naar beneden dan naar boven. Daar kun je niet overal bij, omdat er gerestaureerd wordt. Als we terug gaan, komt er weer een groep omhoog.
We gaan terug naar het huis voor siësta. Verschillende Schavuiten zitten bij het zwembad. Het water is erg koud. Toch gaat bijna iedereen zwemmen. Wij hebben mazzel, dat we de zwemkleding in de auto hebben laten liggen…
Het bier raakt snel op met dit warme weer en dus halen we nog wat. ’s Avonds eten we in het restaurant beneden aan de Plaza Doña Elvira. Lekker buiten op straat. Paella en lamsvlees zijn populair.
Zondag 8 oktober Sevilla
We gaan buiten de deur ontbijten. Dat hebben we de afgelopen jaren steeds een keer gedaan en dat is goed bevallen. Wout weet altijd wel iets en vindt een aangenaam plein in de schaduw. Lekker.
Wij gaan daarna richting Plaza de España, maar komen eerst uit bij Metropol Parasol, een futuristisch dak boven een plein waarop men bezig is met de voorbereidingen van een feest. Hier komen we straks wel terug.We willen eerst naar Plaza de España. Onderweg komen we duizenden meisjes en vrouwen tegen in allemaal hetzelfde roze T-shirt. Op de voorkant staat ‘vandaag winnen de meisjes' en op de achterkant iets over de vrouw. Velen dragen een rugnummer en er blijkt vanochtend een vrouwenrace te zijn geweest, waaraan meer dan 14.000 meisjes en vrouwen hebben deelgenomen.
Plaza de España is een groot halvemaanvormig plein dat omringd wordt door gebouwen die door de overheid gebruikt worden. Onderaan zitten 52 tegelmozaïeken: fresco's waarop alle Spaanse provincies zijn afgebeeld in Andalusische tegeltjes. Het plein is omgeven door een gracht met een paar bruggen en er staat een fontein.
Hier is waarschijnlijk de damesloop begonnen en geëindigd aan de roze troep, de ambulances en de vrachtwagens te zien. De drukte hier valt ons mee. We struinen alles af, worden warm en moe gaan in de wijk Triana, aan de andere kant van de rivier, naar het pleintje waar we eerder wat gedronken hebben. Er is tegen de muur nog net één hoge tafel met twee krukken vrij. De rest zit vol met Spanjaarden. Hele families netjes aangekleed. Ze komen waarschijnlijk recht uit de kerk en vieren hun zondag met de familie op een terras. Als er mensen vertrekken, wordt de tafel binnen vijf seconden ingenomen. De twee obers rennen zich rot en daarom gaan wij onze drankjes zelf maar binnen halen. Heerlijk om zo ontspannen te zitten en alles op ons gemak te bekijken en te becommentariëren.
We lopen terug naar de Metropol Parasol, waar op een podium een vrouw aan het zingen is. Verschillende mensen kunnen meezingen; wij hebben geen idee wie ze is. We wachten tot de brassband die klaar staat begint te spelen. Dat is betere muziek.
Tijd voor siësta.
Voor de laatste keer met z’n allen uit eten. Morgen is het Schavuitenweekend weer afgelopen. Mark en Petra hebben ergens een tafel gereserveerd en die staat inderdaad voor ons klaar. Lekker eten met een glaasje wijn en bier. Weer terug in het huis maken we de laatste restjes op. We hebben het aardig ingeschat.
Maandag 9 oktober Naar El Perdigón
Er is, zoals elke dag, vers brood gehaald en dat gaat op samen met het resterende beleg.
Daarna pakken we in. De mensen met het vliegtuig vertrekken pas vanavond en willen voor de dag hun bagage kwijt. Ze mogen het zolang in het huis laten.
Wij nemen afscheid en lopen in een klein kwartier naar de vliegveldbus. In een half uur zijn we op het vliegveld, betalen het ticket, € 16 voor vijf dagen, en vertrekken om 11:30 uur naar het noorden. Gisteren hebben we in El Perdigón een hotel geboekt. Martijn heeft op de kaart gezien, dat er verschillende bodega’s zijn in het dorp waar we kunnen gaan eten.
Het is 500 kilometer over de snelweg, vrij rustig en de reis gaat voorspoedig. Het blijft zonnig en 29°. Om 16:45 uur rijden we het dorp binnen. De weg is wel van asfalt, maar doet ons vermoeden, dat het geen druk dorp is. En dat blijkt. Geen kip te zien op de weg en in het dorp. Op het moment, dat we stoppen bij het hek van het hotel Rural El Perdigón, komt ook de eigenaar aangereden. Heeft hij ons zien rijden? Het is een erg vriendelijke man die geen woord Engels spreekt. Leuk! Met een briefje met tijden laat hij ons kiezen hoe laat we willen ontbijten. Er staan drie tijden op, maar 9:00 uur valt af. Dan maar om 8:00 uur. Alle bodega’s blijken gesloten, maar ons Spaans is goed genoeg, om te begrijpen, dat hij voor ons voor vanavond om 21:00 uur een tafel heeft gereserveerd bij Bodega La Antigua. Het hotel is een prachtige oude, gerestaureerde boerderij. Wij krijgen een enorme kamer die prachtig ingericht is. Super!
We wandelen het dorpje, dat wel uitgestorven lijkt, in. Dan horen we muziek en in een gebouw doen vrouwen en meisjes een soort van aerobics. We zien twee cafés, die naast elkaar liggen. De een lijkt dicht; in de ander zitten oude mannen te kaarten. Hier gaan we aan de bar zitten. We kunnen ook buiten zitten, maar daar komt toch niks langs. Telkens als er spelletje uit is, zien we de mannen steelse blikken naar ons werpen. ‘Wat komen die hier nu doen?’ zien we ze denken. Rijk wordt het café er niet van, want al die mannen drinken niks. Als ze vertrekken, wordt er wel wat afgerekend. Blijkbaar hebben ze koffie gedronken.
We lopen verder en zien tig bordjes van bodega's, die allemaal dicht zijn. Er staan allerlei kleine hokjes die op oude wc’s lijken. Maar wat moet je met tientallen wc’s bij elkaar? Het blijken grafkelders te zijn. Wat apart.
Bodega La Antigua is ’s avonds inderdaad open. Aan de buitenkant lijkt het niet meer dan een veredelde garage, maar binnen is het vrij groot en ziet het er erg gezellig uit. Het zullen wel vriendjes van onze hoteleigenaar zijn die een dealtje met hen maakt. Hij meldt hun, dat hij gasten heeft en dan gaat de bodega open. Handig. Als de hoteleigenaar even later binnen komt lopen, denken we, dat hij controleert of wij hem wel begrepen hebben wat het eten betreft. Hij eet later samen met de bodega-eigenaren. Er komt een stel binnen voor een glas wijn en een tapa en even later nog een stel om te eten. Wij vinden het wel zo lekker, dat er nog wat andere mensen zijn.
Dinsdag 10 oktober Naar Andernos-les-Bains (Frankrijk)
Na het zeer uitgebreide en lekkere ontbijt vertrekken we richting huis. Het is goed afgekoeld naar een graad of 6, maar wel zonnig. Het plan is om er drie dagen over te doen. Het is een kleine 1.800 kilometer rijden. Als we het dorp uitrijden zit bij een van de twee kroegjes al iemand op het terras. Hij zwaait ons vriendelijk uit. Waarschijnlijk een van de kaarters van gisteren.
Onze stop voor vandaag hebben we geboekt in Andernos-les-Bains in Frankrijk op 675 kilometer afstand. We zijn daar ongeveer op de helft van de weg naar huis. Het verkeer is wat drukker vandaag.
Het blijft lang fris. De thermometer geeft 17° aan, maar buiten in de zon lijkt het veel warmer. Eenmaal in het noorden van Spanje wordt het nog 23°.
Bij de grens naar Frankrijk staat een lange rij vrachtwagens; de personenauto’s kunnen zo doorrijden. In Spanje konden we overal gewoon doorrijden, geen wegopbrekingen, geen tolpoorten. In Frankrijk is dat anders. De eerste vijftig kilometer mag je maar 90 km/u vanwege onderhoud. Net als je harder mag, moet je weer langzaamaan vanwege een tolpoortje.
In Frankrijk beginnen ook de eerste wolken aan het firmament te verschijnen. Langs de kant van de weg staat volop bloeiende paarse heide. Dat is anderhalve maand later dan bij ons.Andernos-les-Bains is een dorp aan de baai van Arcachon. Het is echt een toeristenplaats. Zolang de winkels open zijn, is het vrij levendig. Daarna zakt het in, doordat veel restaurants gesloten blijven. Op het plein bij het water zijn er nog een paar open waaronder een leuke kroeg met veel verschillende bieren.
Het weer koelt snel af. Tijd voor een vest. Zo kunnen we langzaam aan het weer in Nederland wennen. Vandaag zien we de enige mooie zonsondergang van de vakantie. Hoewel mooi de lading niet dekt. Het is werkelijk schitterend. Zowel de lucht als het water zijn knaloranje en ook de vele zeilboten in het water hebben een oranje gloed.
We eten in een groot restaurant aan de waterkant. We worden aan het raam geplaatst en hebben zicht op de nog steeds oranje wereld. Langzaam wordt de lucht rood en daarna zwart.
De prijzen van eten en drinken zijn hier niet meer Spaans. ‘Gewone' Nederlandse prijzen.
Woensdag 11 oktober Naar Alençon
Om 9:00 uur vertrekken we; verder naar het noorden. We hebben er voor gekozen om Parijs te mijden. We zouden daar of in de avond- of in de ochtendspits terecht komen en in beide hebben we geen zin.
We rijden nu via Le Mans en Rouen. Bij Bordeaux is het erg druk. Op de kleinere wegen zijn veel rotondes. De meeste Franse automobilisten geven geen richting aan als ze afslaan. Later wordt het rustig en op de stukken waar tol betaald moet worden, erg rustig.
De wolken zijn verdwenen en het is 16°.
We overnachten in Alençon, dat we uitgezocht hebben vanwege de ligging en de grootte. We vinden een parkeerplek dicht bij het hotel. Er moet betaald worden tot 17:00 uur. Voor ruim een uur hebben we genoeg aan € 1. Aan het eind van de middag wandelen we het centrum in. We zien verschillende restaurants waarvan we denken, dat die ’s avonds wel open gaan. Ook zien we een pub waar het vrij druk is op het overdekte terras en iedereen zit daar te roken. Velen, niet alleen de gasten, maar ook passanten, halen hier een soort krasloten.
We eten in een taverne die heel groot is, maar door de kleine hoekjes die ze overal gemaakt hebben, toch gezellig aan doet. Ze hebben alleen een Franse kaart, die we grotendeels kunnen lezen, en men spreekt een beetje Engels. Erg lekker.
Donderdag 12 oktober Naar huis
Het is nog 650 kilometer naar huis. Het is bewolkt en af en toe regent het een beetje. Hopelijk wordt de auto hier een beetje schoon van, want die is erg vies. Maar het duurt niet lang en even later schijnt de zon weer.
Het gaat vlot, behalve op de rondweg van Antwerpen. Daar heeft een vrachtwagen met lijm een ongeluk gehad op de weg naar het zuiden. Dat levert aan onze kant een kijkersfile op van anderhalf uur. Dan mogen we nog blij zijn. Als je aan de andere kant net achter het ongeluk staat, gaat dat uren en uren duren. Verderop keren auto’s en vrachtwagens op de rijbaan om om een eerdere afslag te nemen. Het grootste probleem is, dat iedereen de Schelde over moet. Het is een puinhoop.
Tegen vijven zijn we thuis.
Totaal hebben we 6.175 kilometer gereden.
De reis hebben we zelf via Internet geregeld.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.