Schotland
28 mei t/m 18 juni 2018
Ieder jaar maken we met vrienden een stedentrip ergens in Europa. Dit jaar is de keus op Edinburgh gevallen. Wij gaan vooraf ruim twee weken rondreizen door SCHOTLAND, een rondje tegen de klok in, te beginnen in Glasgow. Wij gaan met onze eigen auto en hebben de achterbak volgegooid met jassen, warme truien, regenjacks en paraplu's. Er valt in Schotland zeer veel regen. Gemiddeld regent het er tussen de tweehonderd en de tweehonderdvijftig dagen per jaar met gemiddeld 10 mm regen per dag. Daarmee is het één van de natste landen van Europa en valt er drie tot vier keer zoveel regen als in Nederland.
Maandag 28 mei Naar IJmuiden, naar Newcastle upon Tyne
De boot naar Newcastle upon Tyne vertrekt om 17:30 uur vanuit IJmuiden. Omdat Arthur en Gerty daar dichtbij wonen, gaan we vroeg in de middag bij hen op bezoek. Even gezellig bijkletsen.
Daarna rijden we naar De Kop Van De Haven om in te checken. Er staan maar een paar motoren voor ons en we kunnen snel door naar de controle. Eerst de paspoortencontrole en daarna de marechaussee. Het gaat erg snel. Binnen een kwartier zijn we in onze hut. Zo snel hadden we dat niet verwacht. De inchecktijd was wel erg lang in verband met het hoogseizoen.
We gaan op verkenning en voelen heel erg veel verschil in de windkant van de boot en de luwe kant, en belanden op het Upper Deck-terras. We zitten hier heerlijk in de zon, want het is bijna 30°. We kijken uit over de Hoogovens, zoals Martijn Tata Steel nog steeds noemt. We kunnen het ruiken. We drinken wat halve liters bier.
We vertrekken een kwartier te vroeg en kijken uit over de maritieme, nieuwe haven, de stranden van Wijk Aan Zee en het nieuwe strand van IJmuiden. In de verte zien we Zandvoort liggen. De zee is erg rustig.
We hebben vooraf het internationaal buffet besteld. Jemig, wat een verscheidenheid aan eten. We kiezen alleen erg lekkere dingen, geen ‘vulling’. Fles wijn kost nog geen € 20.
De hut is klein, maar er zit wel alles in: een tweepersoonsbed en badkamer met wastafel, wc en douche. We slapen prima. Van enige deining is niets te voelen.
Dinsdag 29 mei Naar Glasgow
Wij hadden gisterenavond onze horloges al een uur achteruit gezet naar de Engelse tijd, maar ze houden aan boord de Midden-Europese tijd aan.
We gaan koffie drinken. Ontbijt hoeven we niet; we zitten nog vol van gisterenavond. En van het hele afgelopen weekend, waarin we veel te veel gegeten hebben.
Het is mistig buiten en er is niets te zien.
Er zijn veel motoren aan boord. Het kost ons een uur om de boot af te komen en door de douane te gaan.
Het is 12, 13°; meer dan 15 graden minder dan gisteren. De mist trekt gelukkig snel op.
Op het eerste stuk zijn veel rotondes waar het even wennen is met links rijden.We zien veel weilanden met schapen en stenen muurtjes, de Muur van Hadrianus, de vroegere Romeinse noordgrens.
De hemel kleurt steeds blauwer en het wordt zonnig. Niet zo warm als in Nederland, maar dat hoeft ook niet. 25⁰ vinden we boven verwachting voor Schotland.
In Glasgow rijden we via de opgegeven route naar de parkeergarage. Goed dat we die hebben, anders hadden we die nooit gevonden. Het is een klein kwartiertje lopen naar het appartement. We zitten op de bovenste verdieping en hebben mooi uitzicht over het George Square. Het is binnen een beetje warm, maar we zetten alle ramen open, zodat het ’s avonds lekker doorgewaaid is. We zitten midden in het centrum en we wandelen meteen het centrum in. Natuurlijk brengen we een bezoek aan het dichtbij gelegen Hard Rock Café. We zitten er al snel een beetje doorheen en belanden bij een cocktailbar. Er zitten allemaal erg jonge mensen, maar dat deert ons niet. Het is er wel gezellig. Later eten we bij het Hard Rock Café.
Woensdag 30 mei Glasgow
We wandelen door de stad, door de winkelstraten, langs de rivier, naar de kathedraal.Het is prachtig weer, blauw, zonnig, lekkere temperatuur. Beter kun je het niet hebben. Er zijn veel oude gebouwen, veel kerken van allerlei geloven. Bij de kathedraal gaan we ook naar de Necropolis, het kerkhof met veel grote mausoleums en hoge standbeelden.
We drinken buiten in de zon koffie en eten een muffin. De koppen koffie zijn erg groot en zwaar. Een medium koffie heeft het formaat van een soepkom. Het Schots is moeilijk te verstaan. We begrijpen er maar weinig van. Er zijn veel mensen met elektrische sigaretten.
Overal staan voetgangerslichten om over te steken. Het duurt akelig lang tot ze groen worden. Daarom loopt waarschijnlijk iedereen door rood. Als ze eenmaal groen zijn, blijven ze dat ook lang.
We zien veel muurschilderingen op zijkanten van hoge gebouwen. O.a. eentje met de benen van een man in een kilt die paddenstoelen aan het plukken is. Grappig.
Het wordt steeds warmer, een graad of 25 is het wel. De grasperken op het George Square zitten vol met groepjes mensen. Ook zijn de terrassen zijn goed bezet.
We gaan naar de Lighthouse. We waren er vanochtend al, maar dat was een uur voor de opening. Er is een prachtige ronde trap en een platform met mooi uitzicht over de stad.
Alle gebouwen hebben hier gratis toegang: de kathedraal, de musea en ook de vuurtoren.
We wandelen naar de wijk Westend, wat verder lopen is dan we gedacht hadden. We bezoeken het Hunterian Museum, de universiteit en de Kelvingrove Art Gallery. Allemaal alleen al een bezoek waard voor de gebouwen zelf.
We lopen weer terug en komen bij toeval uit bij de Münchner Bierhalle. Het is nog steeds zonnig en warm en er is buiten op het terras nog één tafeltje vrij. Tsja, wat doe je dan.
’s Avonds eten we in een pub waarvoor we alleen de weg maar over hoeven te steken. Het is niet zo druk, maar wat er zit, zijn lokalen. We bestellen o.a. een pie, maar er zijn problemen met de oven. Dan wordt het fish and chips. Dat moet toch een keer gebeuren. Een groot stuk lekkere vis en goede frieten. Lekker.
In een pub zien we “Geen voetbalkleuren’ aan de muur hangen. Dat zullen we vaker zien.
Een meneer maakt de opmerking, dat er ‘iemand door de zon is verbrand in Schotland’. Hoe dat toch mogelijk is! Het moet niet gekker worden.
Donderdag 31 mei Naar Pitlochry
Er is koffie en koek in het appartement en we gebruiken die als ontbijt.
We checken uit, krijgen een kortingspas voor de parkeergarage, waardoor we £ 16 kwijt zijn voor twee dagen parkeren in plaats van £32. We halen de auto op en vertrekken naar het noorden.
Er is geen zon te zien en het is wat heiig. Meer het weer, dat we vooraf gedacht hadden. We vinden elke droge dag een goede dag en een zonnige dag een bonusdag.Op weg naar Pitlochry bezoeken we een paar kastelen. Eerst Scone Palace, het kasteel waar de Schotse koningen werden gekroond op de Stone of Scone. Deze werd in de dertiende eeuw gestolen en naar Londen gebracht. Koningin Elizabeth is er als laatste op gekroond. Na 700 jaar is deze in 1996 weer terug gegeven en ligt nu in Edinburgh Castle. Bij het kasteel ligt een enorme tuin met bloeiende rododendrons, azalea's, seringen, koolzaad, brem, goudenregen. In Nederland is de bloeiperiode net voorbij. De natuur is nog niet zover als bij ons. Er lopen pauwen rond; ook een witte. Er zijn verrassend veel bezoekers.
Via smalle weggetjes rijden we verder. Het is erg rustig. Mooie natuur, leuke kleine dorpjes.
We komen bij Glamis Castle. Het was het thuis van koningin Elizabeth, de latere Queen Mum. We drinken er koffie en wandelen door de tuin. Er staan veel grote, hoge, oude bomen en bloeiende struiken en bloemen. We zien er een hert tussen lopen.
We rijden door naar Pitlochry over smalle wegen met aan weerszijden veel bloeiende bloemen. We komen door kleine dorpjes met lage, kleine huizen; schapen, koeien en Schotse hooglanders met lange haren en horens staan in de weiden. Af en toe passeren we een auto.Onderweg zien we, vaak in de buurt van een dorpje, een ouderwetse rode telefooncel staan. Soms hangt er een telefoon in en lijken ze te nog te werken, vaak zijn ze leeg; soms zit er een verkooppunt van drankjes in of is hij volgestouwd met boeken.
Ondertussen is het prachtig weer, de zon breekt door. We kunnen ’s avonds om 21:00 uur nog buiten zitten. Bij McKays drinken we wat en eten heerlijk. Het is er druk en er is live muziek. Het personeel draagt kilts. 100 soorten whisky in een café is heel gewoon. Vaak hebben ze er nog veel meer. Ook hier. Omdat we geen keus kunnen maken, vragen we proefglaasjes whisky. Dat is hier echter niet de gewoonte. 'I'am breaking the law' zegt de manager, maar we krijgen ze wel. Lekker.
Vrijdag 1 juni Pitlochry
We waren eerst van plan om rond te gaan toeren door de Grampion Mountains en misschien het Highland Wildlife Park te bezoeken, maar het is veel te mooi weer. Lekker zonnetje, heerlijk wandelweer. De hoteleigenaar raadt ons de wandeling aan naar Ben-y-Vrackie. We lopen eerst naar de VVV voor een kaart, want dat lijkt ons wel handig. Desondanks lopen we het eerste stuk verkeerd. We vinden het goede pad en we wandelen over een prachtig pad. Aan de zijkanten bloeien hele hagen met gele brem en roze rododendrons. Het pad gaat geleidelijk omhoog van 90 meter tot 475 meter bij het Loch a'Choire. Er zijn een paar andere wandelaars. Iedereen heeft het er over, dat het zo’n mooie dag is. We smeren ons wel in met zonnebrand, maar zijn bang, dat we het zo weer af zweten. Het is tegen de 25°. Er is een mooi helder uitzicht. Na het meer gaat het pad straf omhoog. Er ligt een aardig pad van stenen en het is prima te lopen. De top, Ben Vrackie, ligt op 841 meter. En dat doen we dan helemaal ongetraind. Gekkenwerk eigenlijk.
Die naam Ben Vrackie is een beetje vreemd. Op sommige plaatsen staat er -y- tussen, op veel plaatsen is die weg gehaald.
Bovenop de top staat een stenen monument. Twee oudere Schotse mannen lopen dit pad ook en vertellen, dat het hier altijd stormachtig waait. Nu schijnt de zon en staat er een licht briesje. Zeldzaam volgens de heren. Het is voor hen voor het eerst, dat je daar lekker in het gras kunt gaan zitten.
We dalen af en we zijn blij als we in Moulin aankomen, het naburige dorpje van Pitlochry waar de wandeling is begonnen. We kijken begerig naar een druk terras, maar we kijken ook naar de lucht en zien boven Pitlochry donkere wolken. We lopen door en doen daar goed aan. We zijn net thuis, om 15:30 uur, als het begint te regenen. Totaal hebben we een kleine 20 kilometer gelopen. Onze gezichte, armen en benen zijn aardig bruin geworden. De regen duurt maar een half uurtje. Daarna is het weer zo’n lekker weer, dat je buiten kunt zitten.
Het is hier overal gebruikelijk, dat je zelf je drankjes binnen haalt. Dat is niet iedereen duidelijk. Dat komt ook, omdat er veel personeel rond loopt, maar die halen alleen de glazen op en vegen de tafels schoon. Eten kun je wel aan tafel bestellen en dat wordt gebracht, als je daar een drankje bij neemt, wordt dat ook gebracht.
We zien een Japanner in vol ornaat (kilt) lopen en denken, dat hij bij het personeel hoort. Maar dat is niet zo.
Het valt ons op, dat er heel veel dikke mensen lopen. Ze zijn nog niet zo dik als in Australië, maar het zijn er wel veel. Veel meer dan bij ons
Zaterdag 2 juni Naar Inverness
Engelsen eten warme pap met honing bij het ontbijt en drinken thee met sloten melk. Wij houden het op toast met eieren en koffie.
We gaan vandaag naar Inverness; niet rechtstreeks, maar via een omweg. Eerst naar de fishladder bij de dam van Pitlochry. We zien een enkele zalm uit water uitspringen om insecten te vangen. Die ene is al meer dan de meeste mensen zien.
Bij het Queen Viewpoint moeten we betalen voor het parkeren. De meter naast onze auto is ‘out of order' en we doen net of we de andere meters niet zien. Mooi uitzicht.
Over kleine, smalle wegen rijden we naar de Dalwhinnie brouwerij. Het schijnt de hoogst gelegen brouwerij van Schotland te zijn. Er is amper verkeer op de weg.
En nog steeds is het mooi weer. De zon komt steeds meer door en we kunnen altijd in een T-shirt buiten lopen. Er staat geen wind en het is 23°. Even later spat er een beetje regent, we rijden een top over, en is het nog maar 16°. Het kan vriezen, het kan dooien. Wat hogerop zien we nog wat kleine stukken met sneeuw liggen. De brouwerij ligt inderdaad op hoogte. Als we weer afdalen, stopt de regen en wordt het weer warmer. Het gaat snel op en neer. Schotland staat hier ook bekend om. De zon komt steeds meer door.We rijden langs het grote Loch Ness en kijken uit naar het monster. Niets te zien.
We stoppen bij het Urquhart Castle. We wisselen onze vooraf gekochte vouchers van de Explorer Pass in, waardoor we bij tientallen kastelen gratis naar binnen mogen. De toegang en de pas zijn voor 60+-ers lager. Dat is mooi meegenomen. Op onze voucher staat een unieke code en een scan, maar die kunnen ze blijkbaar beide niet gebruiken. En dan krijgen we natuurlijk de verkeerde pass: die voor drie dagen in plaats van zeven. Het duurt even, maar alles komt goed. Urquhart is een dertiende-eeuws kasteel dat al in de zeventiende eeuw verlaten werd en nu een ruïne is.
In Inverness zitten we heel dicht bij het centrum in een lodge. We kunnen de auto pal voor de deur parkeren, maar dat is alleen voor vergunninghouders. We laden de bagage uit, checken in en krijgen van de eigenaar een vergunning voor de auto. Is dat even handig; we hadden niet dichterbij kunnen parkeren. We zetten onze spullen in de kamer en wandelen naar het centrum. Binnen vijf minuten zitten we daar midden in. Lekker. We lopen wat rond, zien het rode Inverness Castle, verschillende kerken, de River Ness met aan de kades de typische Britse gebouwen. We belanden uiteindelijk bij de Lauders bar. Het is lang geleden, dat we zo gelachen hebben in een café. Een ouder stel uit Dundee kwam ook niet meer bij van het lachen. Er is blijkbaar een bruiloft in de stad, die min of meer afgelopen is. Een stuk of zes mannen in kilt komen binnen. Die worden alleen nog bij feestelijke gelegenheden gedragen.
Er gaan van die verhalen rond waarvan je je afvraagt of ze waar zijn. Daarnaast, is het eigenlijk ook niet belangrijk of het waar is. Maar... het intrigeert toch, het blijft hangen. Eén van die verhalen is of de Schotse mannen ondergoed dragen onder hun Schotse kilt. Officieel draag je alleen ondergoed als je danst of als je sport.
De heren worden min of meer aangeschoten. Na een poosje begonnen ze onderling onder de rokjes te voelen en kijken of ze wel traditioneel gekleed waren. Hoe later het werd, hoe traditioneler de dracht. De slipjes vlogen door de lucht en uiteindelijk liepen al de mannen er traditioneel bij.
Wij kunnen constateren dat het dansen geen invloed had op het ondergoed. Tot sporten waren de Schotten niet meer in staat, dus daar kunnen we geen oordeel over vellen.
Bij Foxes Irish Pub hebben we lekker gegeten. Overal hebben ze een heleboel bieren van de tap. In het huis nemen we nog een whisky; op de gang staat een fles waaruit iedereen een slaapmutsje kan nemen. Lekker.
Zondag 3 juni Naar John O’Groats
We krijgen een uitgebreid ontbijt met roerei, bacon en zalm. Lekker.
Vandaag rijden we naar John O’Groats in het noordoosten. Het dorp zou genoemd zijn naar Hollander Jan de Groot, die in 1496 het veerrecht tussen Schotland en de Orkney-eilanden kreeg.
Na Tore wordt de snelweg tweebaans. Aan beide kanten van de weg groeit de knalgele brem rijkelijk. Ook staat er veel wit fluitenkruid. Een prachtig gezicht.
En dan het weer. Eerst is het grijs, maar binnen een half uur komt de zon alweer door. Er staat wederom geen wind en koud is het zeker niet.
We rijden langs Dalmore en Glenmorganie, ons bekende whiskymerken.
We maken een stop in Dornoch en lopen een klein stukje naar zee tussen de gele bremstruiken in. Geen zeehonden te zien, zoals een folder had beloofd. We gaan verder naar Golspie. We stoppen bij het Dunrobin Castle en dubben of we wel of niet naar binnen zullen gaan; het is nu een museum. We doen het en vallen met onze neus in de boter. Na een kwartiertje begint een roofvogelshow. Prachtig weer hier voor. In de grote tuin van het mooie paleis staan bankjes voor de toeschouwers. We zien een grote oehoe, een woestijnbuizerd en een prairievalk. De show duurt een uur en zeker samen met het kasteel de moeite waard. Show om 11:30 en 14:00 uur,
Bij het kasteel hoort een spookverhaal. De dochter van de veertiende graaf van Sutherland werd verliefd op een man die de vader ongeschikt vond en hij sloot haar op in een zolderkamer. Via een touw probeerde ze naar beneden te klimmen om te kunnen ontsnappen. Ze werd verrast door haar vader, waardoor zij het touw losliet en te pletter viel. Deze dochter spookt volgens het verhaal op de bovenste verdiepingen van het kasteel.
Als we verder noordwaarts rijden, zien we op waarschuwingsborden langs de kant van de weg, dat er hevige regen wordt verwacht.Het lijkt wel of er steeds meer bloeiende gele brem staat. We zien hele gele muren. In Helmsdale ligt een hele gele berg achter de huizen. We rijden pal langs zee en de mistflarden zien we soms binnen drijven. Roze bloemen in de berm. Boven zee grijze lucht; landinwaarts meer blauw, licht en helder.
Dan is het wat mistig, dan schijnt de zon. Het wisselt met de minuut.
Veel schapen met lammetjes onderweg, een enkele langharige Schotse hooglander, wat gewone koeien.
John O'Groats is verder niks. Bij de haven zijn wat koffietentjes en dan houdt het op. We rijden naar de vuurtoren op het noordoostelijke puntje, Dunscansby Head. Het landschap is kaal, vrij vlak, veel schapen, die soms op de weg lopen, een rots met broedende stormvogels. Het is frisjes zo dicht aan zee.
Gelukkig heeft het hotel een bar. Ook een groot restaurant, maar de bar is gezelliger. Het valt ons alweer op, dat iedereen bier drinkt. Een glas wijn of fris is een uitzondering. We kunnen er ook eten, wat we dan ook doen. Veel mensen eten vroeg. 17:30 uur is geen uitzondering. Hierna nemen we een glaasje whisky waarbij we ons laten adviseren. Uit al die honderd flessen is het moeilijk kiezen. De whisky wordt altijd afgemeten in een maatje. Je krijgt standaard 25 ml.
Maandag 4 juni Orkney-eilanden
Een schotse zomerdag.
We maken een uitstapje naar de Orkney-eilanden, een groepje eilanden ten noorden van het vaste land van Schotland. We kunnen naar de haven lopen, waar we op de ferry stappen. Deze is alleen voor voetgangers.
40 minuten later en 13 kilometer verder komen we aan. Er staat een rare vuurtoren en er zitten zeehonden.
Er zijn geen verkeerslichten op de Orkney-eilanden en bijna geen bomen. Die hebben vanwege de vaak harde wind bescherming nodig van huizen. Bij ons is het net andersom. Veel mensen stammen af van de Vikingen. Dit was ooit Noors grondgebied. De meeste plaats- en kinderennamen komen ook uit het Vikings.We hebben een busexcursie geboekt. Met de auto oversteken is erg duur en met openbaar vervoer hier rondreizen is niet te doen. Dan kom je nergens. Het is wel handig, zo’n busreis. We komen aan in Burwick en stappen in een grote bus. We rijden eerst naar Kirkwall, de hoofdstad van de Orkney-eilanden. Daar hebben we anderhalf uur tijd om rond te kijken. Wij gaan naar de St. Magnus-kathedraal en het Bishop’s and Earl’s Palace. Beide de moeite waard. We dwalen wat door de winkelstraten, drinken koffie en eten een scone met boter en jam. Het is druk in de stad met toeristen. Naast verschillende bussen liggen er ook twee grote cruiseboten in de haven.
We zien de Highland Park whiskybrouwerij (die dus niet in de Highland ligt), de noordelijkst gelegen distilleerderij. Ook veel schapen, wat Schotse hooglanders en veel zwarte Angus-runderen. Zo'n Angus-familie blijft hier bij elkaar: mannetje, vrouwtje, kind. Het vlees van deze runderen wordt over de hele wereld in de beste restaurants geserveerd.
We rijden verder naar het westen, naar Stromness. Hier krijgen we tijd om te lunchen. De chauffeur raadt de Ferry Inn aan, zijn favoriete restaurant als hij hier is. Als we rond lopen door het langgerekte dorp, vinden we dat niks gek. Volgens ons is het het enige…. Er zijn ook geen pubs. Er is eigenlijk niks te zien hier. Dat is anders in Skara Brae. Daar zijn woningen van 3100 BC te zien die grotendeels onder de grond liggen.Ze zijn in 1850 ontdekt, toen een storm een groot deel van de grond die boven het dorp lag, weg blies. Skaill House ligt hier dichtbij, een zeventiende-eeuws landhuis.
De volgende stop is bij Ring of Brodgar, een 5000 jaar oude ceremoniële ring en stenencirkel. Om de cirkel ligt een (droge) gracht. Van de zestig stenen zijn er nog zesendertig over. We zijn net voor een enorme groep toeristen.
Vijf minuten stoppen we bij de Standing Stones of Stenness, een net zo'n oude steencirkel.
De Italian Chapel geloven we wel. We gaan er niet naar binnen.
Met de laatste boot varen we terug naar het vaste land. Het wordt helder, de zon komt door. Het was vandaag niet zo zonnig, maar gelukkig wel droog. Dan vinden wij het al helemaal goed.
Het weer verandert wel snel. ’s Avonds is het even helemaal helder. Binnen vijf minuten weer helemaal bewolkt.
Dinsdag 5 juni Naar ScourieEen prachtige zonnige dag. Helemaal onbewolkt en weinig wind.
Langs de noordkust rijden we naar Scourie aan de westkust.
Het zijn kleine rustige wegen. Veel gele brem, blauwe lucht, groene velden, schapen en koeien. En veel zeezicht. Soms lijkt het wel de Middellandse Zeekust. Dit hadden we niet zo verwacht in Schotland.
We rijden eerst langs Castle of Mey, het vakantiehuisje van koningin Elizabeth, de Queen Mother. We zijn veel te vroeg om het te bezichtigen en gaan verder.
In Thurso drinken we koffie en eten we een scone met boter en jam. We wandelen het dorp rond en zien vrij veel kerken, Dan weer verder. We moeten goed opletten tijdens het autorijden. Het zijn maar smalle weggetjes waar maar één auto op past. Overal passeerplaatsjes. Iedereen zwaait naar iedereen. Regelmatig lopen er schapen op de weg of steken ze over. Prachtige landschappen, als je hier mist of regen hebt, is er weinig aan. Soms zijn er hele kale stukken, soms veel meren. Af en toe een oude rode telefooncel in verschillende mate van onderhoud.In Smoo is een grot. We kijken er even in en wandelen buiten het aangelegde pad. Mooi.
Omdat we nog vroeg zijn, kijken we in Tarbet naar de gang van zaken voor onze tocht van morgen naar het eiland Handa. Die konden we niet vooraf reserveren. Het is er een stuk drukker dan we verwacht hadden.
Op de deur van de b&b in Scourie hangt een briefje, dat de eigenaresse pas na 17:00 uur terug is. We hebben een bar gezien bij de camping en gaan daar een biertje drinken. We zitten heerlijk buiten in de zon. Een paar Engelsen schuiven bij ons aan en we zitten gezellig te kletsen.
Later willen we in het hotel gaan eten. Er zitten allemaal stijve Engelsen. We willen niet in het restaurant daar eten, maar in de pub. Die kunnen we niet meteen vinden en blijkt later aan de achterkant van het gebouw te liggen. Hier is het hartstikke druk. Het is overal gebruikelijk om bij andere mensen aan tafel te schuiven als alle tafels bezet zijn.
Het wordt pas laat donker en weer heel vroeg licht. We zitten bijna op 21 juni, de kortste nacht van het jaar.
Woensdag 6 juni Handa-islandVandaag gaan we naar Handa-eiland, dat ook wel bekend staat als het vogeleiland. Er wonen geen mensen. We rijden het kleine stukje naar Tarbet, waar een bootje vertrekt. Die gaat als hij vol is. Twaalf mensen kunnen er in. Na tien minuten zijn we op weg; het is maar een klein stukje varen. Het is wederom een stralende dag met alleen maar zon en weinig wind.
We worden door een paar vrijwilligers opgewacht, die de regels vertellen. Er zijn beschrijvingen in allerlei talen, maar niet in het Nederlands, want zo zeggen zij ‘elke Nederlander spreekt uitstekend Engels’. En zo zij het.Er is een wandeling van zes kilometer uitgezet, die iedereen in zijn eigen tempo kan lopen. We zien tal van broedende vogels: o.a. skua's, alken, zeekoeten, Schotse sneeuwhoenders, stormvogels, wilde eenden, klapekster, leeuwerik. De puffin, de papegaaiduiker, waar we eigenlijk voor gekomen zijn, laat zich hier niet meer zoveel zien. Maar we komen aan bij het puffinpunt, kijken over de rand, en zien er eentje heel dichtbij zitten. Later zien we verder weg nog een koppeltje.
De rotswand zit vol met broedende vogels. Het is er een enorme drukte. Langzaam lopen we de kilometers en gaan regelmatig in het gras zitten om om ons heen te kijken. Prachtig. Af en toe zien we andere wandelaars, maar daar heb je totaal geen last van.
Weer bij het beginpunt aangekomen, moeten we even wachten tot er genoeg mensen zijn voor een volle boot. We liggen heerlijk in het zand in de zon.
Totaal hebben we ruim vier uur gewandeld.
Donderdag 7 juni Naar Portree op Isle of Skye
Uitstekend ontbijt. Mooie b&b.
Goed 9:00 uur zijn we al op pad. Het is een heel stuk rijden naar Portree op het eiland Skye en we willen ook nog wat zien onderweg.
De dag begint met weer een blauwe lucht. Het kan niet op. Werkelijk iedereen heeft het er over.
We zijn een uurtje onderweg als we stoppen bij de ruïne van het Ardvreck Castle bij Inchnadamph aan het Loch Assynt. De mensen die er al staan kijken echter allemaal de andere kant op. En dan zien wij het ook: boven op een heuveltop staat een eland. Hij steekt mooi af tegen de blauwe lucht. Nog eentje staat wat lager in het gras te grazen. Ze hebben meer vriendjes. Van achter de heuvel komen er wel veertig aan gelopen. Boven blijven ze staan, gaan grazen of er bij liggen. Ook zij steken prachtig af tegen de lucht.
Daarna wordt het snel bewolkt.
De weg is tweebaans, niet breed en heel bochtig. Al snel wordt het drukker. Grote vrachtwagens kunnen het verkeer nog al eens ophouden.
Het front, dat is overtrokken, is een laagje bewolking van een uurtje. Daarna weer zon.
We wandelen een stukje bij de Corrieshalloch Gorge. Een nauwe kloof met een paar uitzichtpunten. Mooi. Weer terug in de auto zetten we de airco aan. Die hitte ook altijd in Schotland.
Eilean Donan Castle vereren we met een bezoek. Het kasteel ligt prachtig in het water omgeven door drie meren: Loch Alsh, Loch Duich en Loch Carron. Het heeft in vele films meegespeeld.Naar Portree op Isle of Skye is het nog een uur rijden. We gaan over de brug, wat vanuit het noorden de makkelijkste en snelste weg is.
Bij onze b&b midden in het centrum parkeren we voor de deur. Het heeft vier kamers en drie parkeerplaatsen. Vandaag worden er maar twee gebruikt. Lekker makkelijk,
The Isles Inn is een gezellige pub met live muziek. Iedereen schuift bij iedereen aan tafel en drinkt bier en whisky, Er zitten opvallend veel Canadezen.
Vrijdag 8 juni Portree op Isle of Skye
We hebben een Puffin-toer vanuit Uig geboekt in de hoop meer puffins te zien. Een volgeboekte trip met tien mensen. We varen naar de Ascrib Islands, een half uurtje doen we daar over. Honderden puffins en alken zwemmen in het water om de boot.We dragen alleen een trui. We lopen al bijna twee weken te sjouwen met warme truien, jassen, sjaals, regenjacks en paraplu's. We beginnen te geloven, dat iedereen altijd liegt over het slechte weer in Schotland.
Daarna rijden we een mooie rit naar de Storr, bekend om zijn rotspilaren. We willen daar gaan wandelen. We rijden op een smalle bochtige weg, er lopen schapen op de weg, er staan kleine witte huizen. het landschap is vrij kaal,
Bij de Storr staan zo verschrikkelijk veel auto’s langs de kant van de weg, dat we snel door rijden. We hebben geen zin om hutje mutje te lopen.
We gaan verder over het eiland toeren. Naar de Talisker-distilleerderij, de enige Schotse single malt whisky op Isle of Skye. We kunnen mee op een rondleiding met een proefglaasje. Tenslotte kunnen we Schotland niet verlaten zonder een bezoek aan een whiskystokerij.
Het is redelijk bewolkt vandaag, maar de zon laat zich regelmatig zien.
De weg is vaak net breed genoeg voor één auto. Er zijn veel passeerplaatsje. Op een stuk, dat breed genoeg is voor twee auto’s wordt aan de weg gewerkt en is één weghelft afgezet over twintig meter. Iedereen is hier gewend aan die passeerplaatsjes, maar hier vinden ze het nodig om voor dat kippeneindje stoplichten neer te zetten.
Vandaag zijn er bij de b&b vier parkeerplaatsen nodig. Wie het eerst komt…. Er zijn wel andere gratis plaatsen dichtbij. Het is druk op het eiland: morgen wordt er een halve marathon gelopen. Dat is ’s avonds goed te merken in The Isle Inn. Wij zijn net op tijd voor het perfectste plekje waar we iedereen goed kunnen zien. In het begint schroomt iedereen om bij andere aan tafel te gaan zitten, maar hoe later het wordt, hoe makkelijker dat gaat. Het is druk in Portree. Alle accommodaties zitten vol. We hebben mazzel, dat we onze b&b vroeg geboekt hebben.
Het is weer een gezellige avond. Geen live muziek vanavond.
Zaterdag 9 juni Naar Oban
Dit b&b heeft naast een gewone kaart de gewoonte elke dag iets speciaals te maken. Elke dag wat anders. De dag ervoor geef je je keuze op. Vandaag is dat Eggs Benedict met naar keuze zalm of bacon. Wij gaan voor de zalm. Lekkere gerookte Schotse zalm bij het ontbijt. Een heerlijk begin van de dag.
Om 9:00 uur zitten we al in de auto. Vandaag gaan we naar Oban. We hebben gekozen voor de ferry in plaats van de Sky Bridge vanwege de Jacobite-brug bij Glenfinnan die we willen bekijken.
We hebben kaartjes voor de ferry van Armadale naar Mallaig. Dat is een uur rijden en we hebben geen idee wat de consequenties zijn voor het verkeer in verband met die halve marathon, die hier in Portree start.
Gelukkig zijn we die vóór en we rijden zonder problemen naar de ferry. Een niet zo’n grote boot die keurig wordt vol gezet. Een man met een grote auto is vreselijk boos. Hij was hier als eerste, maar mag pas als één van de laatsten aan boord. Elk personeelslid krijgt de wind van voren. Waarschijnlijk heeft hij geen reservering vooraf gemaakt en dan moet je wachten tot allen die dat wel gedaan hebben aan boord zijn. Volgens ons heeft hij nog mazzel, dát hij mee kan. De overtocht duurt een half uur en verloopt soepel. De zee is kalm.We stoppen bij de Jacobite-brug in Glenfinnan. Dit is de brug waar scènes uit drie films van Harry Potter zijn opgenomen. We zitten de auto op een kleine parkeerplaats en we wandelen een stukje omhoog voor een mooi overzicht. Aan de andere kant van het riviertje zien we een veel grotere parkeerplaats liggen. Al die mensen lopen niet naar de brug toe. Wij zien ze tenminste niet.
Voor Port William ligt bij Nanavie Neptune’s Staircase, een stelsel van acht sluizen achter elkaar. Het waterschil is maar liefst 19,5 meter wat over 457 meter wordt overbrugd. Je doet er een hele dag over om al die sluizen door te komen.
We zakken af naar het zuiden en de zon begint weer te schijnen. We zien hier in Schotland opvallend veel lage open sportauto's. Leuk zijn ze.
In Fort William zijn in de straten in de buitenwijk alle huizen b&b's. Maar dan ook allemaal. Tientallen op een rijtje.Volgende stop is Castle Stalker bij Loch Laich. Hier is de film De Holy Grail van Monty Phyton opgenomen. Het is helemaal omgeven door water.
Vlak voor Oban ligt Dunstaffnage Castle, een dertiende-eeuws kasteel. Het is niet veel meer dan een ruïne, maar toch leuk om even rond te kijken.
In Oban zitten we net buiten het centrum. Voordeel van dit guesthouse is, dat we de auto gratis voor de deur kunnen parkeren en binnen vijf minuten lopen aan de waterkant staan.
We zien al snel de Oban-distilleerderij, die midden in de stad ligt. Voor een rondleiding moeten we te lang wachten naar onze zin en dat doen we dan maar niet. We slenteren door het centrum. In de zon is het lekker warm, in de schaduw frisjes. Veel terrasjes zijn overvol: er ligt een grote boot van Canada Adventure in de haven, er is een muziekfestival en het is zaterdagavond. In sommige cafés staat de muziek zó hard, dat je elkaar niet kunt verstaan. We vragen ons af of er iemand is, die dat leuk vindt. We eten voor de verandering bij de Chinees. De ene ober is Chinees, de meisjes die er bedienen niet. We eten eend met pannenkoekjes en hoisinsaus en vis in pikante saus. Lekker.
Zondag 10 juni Naar Tobermory op Isle of Mull
Het b&b heeft geen ontbijt, maar er liggen wel snacks op de kamer: broodjes in plastic, reepjes, koekjes, rozijntjes, bananen, sinaasappels, jus d'orange, appelsap en koffie en thee. Meer dan genoeg.
Het heeft vannacht geregend volgens Martijn. Het is ook aan de auto te zien, maar er staan geen plassen op de weg.We rijden naar de haven voor de overtocht naar het eiland Mull. We zijn wel wat vroeg, maar of we in de guesthouse wachten of op de pier maakt niet uit. Bijna kunnen we met een ferry eerder mee. Bijna. We zijn de eerste die niet meer mee kunnen en we staan nu als eerste in de rij voor de boot van 11:10 uur. Ook deze oversteek is erg rustig. Toch gaan er gedurende het uurtje varen een heleboel auto-alarmen af.
We zijn als eerste de boot af en rijden naar Tobermory. Niet rechtstreeks, maar via de westkant van het noordelijk deel van Mull. De weg is smal, bochtig en vrij slecht. Het is er ook erg rustig. Het eiland is heel groen, veel meer bomen dan op Skye en minder huizen, veel schapen, een eenzame rode telefooncel, koeien, Schotse hooglanders en zeearenden volgens vogelaars. Prachtig weggetje. Je kunt niet hard rijden, want na elke bocht kan er een tegenligger voor je neus staan.
We bekijken het kerkje van Kilninian, het strand van Calgary en het Glengorm Castle, dat niet zou misstaan in een Disneyfilm. Het is niet te bezichtigen.
We herkennen steeds meer mensen: Guus, Joost, Fonny, Femke Heemskerk. Grappig hoe mensen op elkaar kunnen lijken.De huizen langs de kant van de zee zijn ook hier erg gekleurd. Wij verblijven in het rode Garnaburg Guesthouse. We parkeren de auto pal voor de deur, checken in en gaan het dorp verkennen. Het is wel de hoofdplaats van Mull, maar stad kun je het niet noemen. Zelfs dorp is een te groot woord. We wandelen langs de haven voor een mooie weerspiegeling in het water, maar er staat net iets te veel stroming. Aan de andere kant ligt de Tobermory-distilleerderij. We gaan voor de rondleiding. De brouwerij is niet in bedrijf, maar we krijgen wel een goed beeld. Vooral door de gids, een acteur die bij klust, die levendig vertelt over het proces. De Tobermory wordt zonder turf gestookt, waardoor er amper een turfgeur aanwezig is. Die zit wel in de rokerige Ledaig die ook wordt gestookt. Hier kopen we een fles van.
Maandag 11 juni Tobermory op Isle of Mull
En ja hoor, de zon schijnt weer. Zelfs op Mull, Het moet niet gekker worden.
Vandaag toeren we over het zuidelijk schiereiland. Eerst naar Lochbuie Standing Stone Circle, een mysterieuze steencirkel uit de bronstijd. De laatste twaalf kilometer is geen doorgaande weg en dus nog smaller, nog slechter (wat asfalt om de gaten) en veel minder passeerplekjes. Er staan mooie stenen bruggetjes en aan beide kanten meterslange en -hoge bloeiende rododendrons. Het laatste stukje lopen over een privéweg en wandelpad langs het Moy Castle, het vijtiende-eeuwse bolwerk van de Maclaines. De cirkel vinden we niet meteen. Het blijkt midden in een weiland met koeien te staan. Het is niet zo groot, ongeveer een diameter van twaalf meter, en de stenen zijn anderhalf à twee meter hoog. Mooie cirkel, mooie achtergrond van bloeiende rododendrons. We moeten dezelfde weg terug en er lopen schapen op de weg die netjes aan de kant gaan. Witte schapen en lammetjes, maar ook zwarte en witte met zwarte kop, een enkele bruine. Ook Schotse hooglanders met grote hoorns met kleintjes lopen op de weg waar wij met een grote boog omheen gaan. De hoorns zijn indrukwekkend groot. We zien veel vogelaars en ook een aantal fazanten; saaie lichtbruine vrouwtjes en uitbundig gekleurde mannetjes.
We rijden naar Fionnphort, helemaal in het zuidwesten van Mull. We parkeren de auto en lopen het kleine stukje naar de ferry. Er staan heel wat auto’s en grote bussen geparkeerd. De ferry kost £ 3,40 voor een retour naar het kleine Iona-eiland, ook wel bekend als Hy. De boot vertrekt vrijwel meteen met maar elf passagiers. Het is maar een kort stukje varen. Het water heeft door de zon een prachtige blauwgroene kleur. Iona is de belangrijkste Britse bedevaartplaats waar zestig koningen van Schotland, Ierland en Noorwegen werden begraven. We bezoeken eerst de nunnery, een oud augustijner nonnenklooster, wat nu niet meer dan een ruïne is. De Abbey daarentegen is gerestaureerd en mooi om te zien. Vooral de grote stenen Keltische kruisen, de High Crosses of Iona, zijn indrukwekkend.
Terug naar Isle of Mull zijn er aanzienlijk meer mensen aan boord.
We rijden de Scenic route terug. Die is erg rustig met auto's, maar het is wel uitkijken voor schapen, lammetjes en koeien op de weg. Zelfs wat konijnen schieten weg. Een prachtige kustweg,
Bij passeerplekjes staan palen, zodat je vanaf een afstand kunt zien waar er eentje is.
Dinsdag 12 juni Naar Balloch - Loch Lomond
We ontbijten om 8:00 uur om op tijd bij de ferry in Graignure te zijn. Om 9:55 uur vertrekt die naar Oban. Wij hebben vooraf de kaartjes hiervoor geregeld, omdat het anders maar afwachten is of je mee kunt. De auto’s zonder vooraf geboekte kaartjes worden in een aparte rij gezet. Ook de afwijkende modellen auto’s en aanhangers hebben een aparte rij. Het systeem werkt wel goed.
Op Mull is het helemaal bewolkt, bij Oban komt de zon weer door.
Balloch aan het Loch Lomond is voor vandaag ons doel. We zijn snel van de ferry af en rijden naar het zuidoosten. De eerste stop is Bonawe Iron Furnace. Dit was een industriecomplex voor de verwerking van ruwijzer in de achttiende eeuw.
Er loopt een hertje op de weg.
We komen langs Inveraray Castle aan Loch Fyne, wat nog steeds bewoond door de Duke of Argyll met zijn gezin. We kunnen het vanaf de brug over de River Aray zien liggen.
Dumbarton Castle ligt ten zuiden van Loch Lomond aan de Clyde. Het is helemaal anders dan de andere kastelen die we tot nu toe gezien hebben.
We logeren in de Innkeeper’s Lodge in Balloch aan het Loch Lomond. Die grote parkeerplaats achter het hotel is erg handig. We lopen een kort rondje door het dorp en constateren dat onze uitspanning het gezelligste is van de hele plaats. We gaan buiten op het terras zitten, dat zo goed als vol is. We genieten van de zon, die eigenlijk al snel te warm wordt. Het moet niet gekker worden. Omdat we zo lekker zitten, blijven we plakken tot 20:00 uur. We bekritiseren alles en iedereen. De zon schijnt nog steeds, maar het wordt tijd om te eten.
Woensdag 13 juni Naar Edinburgh
We gaan naar Edinburgh, het eigenlijke doel van deze reis. Vanmiddag zullen we daar acht vrienden ontmoeten om met hen tot zondag in de stad te verpozen.
Maar eerst moeten we nog een stukje rijden en wat kastelen bekijken onderweg. Als eerste gaan we naar Stirling Castle, gebouwd op een vulkanische rots. Van de twaalfde eeuw tot begin 1600 was het de residentie van de Schotse koningen. Mooi.Dan Linlithgowe Palace, een van de belangrijkste verblijven van de Schotse koningen van het Huis Stuart in de vijftiende en zestiende eeuw. Mary, Queen of Scots, is hier geboren.
Door naar Newgraighall om de auto te parkeren. In de stad is dat veel te duur. Hier kunnen we voor 50 pence per dag parkeren op een Park&Ride en we gaan met de trein naar het station in het centrum. Ons appartement ligt er niet ver vandaan. We hebben een heel mooi appartement.
We zijn de eerste, maar al snel komen Petra, Mark, Ria en Wout met de taxi aan. We verdelen de kamers en gaan boodschappen doen. We besluiten om vanavond thuis te eten, want voor een restaurant zal voor tien man gereserveerd moeten worden. En dat wordt wel heel kort dag.
Aan het eind van de middag zijn ook Loek, Els, Guido en Jolanda binnen. We hebben de meeste al weer een poosje niet gesproken, dus wordt gezellig bij gekletst.
Met de nodige moeite krijgen we het koffiezetapparaat, de oven en de afwasmachine aan de praat. (Read the fucking manual.)
Donderdag 14 juni Edinburgh
Na een uitgebreid ontbijt met o.a. heerlijke scones gaan we de stad in. Het waait zo hard, dat het Castle en haar tuinen gesloten zijn. Dat zal wel komen door een grote tribune die men aan het opzetten is voor een taptoe volgende week. Er liggen heel wat takken en bladeren op de straten. Het weer verder valt wel mee. Redelijk zonnig vandaag.
We bekijken de Giles-kathedraal en dwalen door de straten met zijn oude gebouwen. Per ongeluk komen we langs het Hard Rock Café en daar moeten we natuurlijk even naar binnen. We regelen de reservering voor het diner van morgenavond. Anderen hebben ondertussen ook restaurants geregeld. Blij toe, want vooral voor zaterdagavond is het al overal vrij vol.
Camera Obscura is een leuk museum met veel optisch bedrog. Boven is er mooi zicht op gebied rond Castle Hill. Aan het eind van de middag drinken we een biertje in een sportcafé in Rose Street waar alleen de lokalen naar het WK zitten te kijken, dat vanmiddag begonnen is.
Iedereen druppelt langzaam het appartement weer binnen met verhalen van de belevenissen van de dag.
's Avonds dineren we in de Dome, een bijzonder en sfeervol gebouw van binnen met een enorme koepel. Het is er prima eten voor een betaalbare prijs. Goede keus.
Vrijdag 15 juni EdinburghWe gaan naar het Castle. Misschien zouden we beter morgen kunnen gaan, omdat het gisteren dicht was, maar onze Explorer Pass is tot en met vandaag geldig. Het is er afschuwelijk druk. De Schotse kroon, zwaard en scepter zijn er te zien. Verder is het oorlogsmuseum. Het valt wat tegen.
We dwalen verder door de stad. Gelukkig is de wind wat gaan liggen. We lopen naar het Nationaal Monument waar we mooi uitzicht over de stad hebben.
Na een korte siësta drinken we een pint in het sportcafé waar we al snel gezelschap krijgen van Loek en Els. ’s Avonds eten we in het Hard Rock Café.
Zaterdag 16 juni Edinburgh
Qua weer de slechtste dag van de vakantie. Wat regen, frisjes. Toch hebben we ook even de zon gezien, zodat we kunnen zeggen, dat we alle twintig dagen in Schotland zon hebben gehad en slechts twee met wat regen.
Omdat de weersverwachting niet zo goed was, gaan we naar het Nationaal Museum of Scotland. Heel groot, heel divers, heel mooi. Een echte aanrader. Wij zijn er vier uur binnen geweest, maar je zou hier makkelijk vier dagen kunnen doorbrengen.
’s Avonds eten we in een pub. De ober heeft hele Britse humor. Leuk.
De cocktailbar was te klein voor onze groep en we mogen niet naar binnen. We houden het voor gezien en drinken nog een pintje in een pub.
Zondag 17 juni Naar Newcastle upon TyneBij het ontbijt maken we alles op. We ruimen het huis op, nemen afscheid van de Schavuiten en lopen naar het station. We kopen kaartjes voor de trein naar Newcraighall waar onze auto op de Park&Ride staat. Daarna rijden we naar Newcastle waar de boot naar IJmuiden op ons wacht.
We eindigen met het weer wat we vooraf hadden gehoopt: 15°, bewolkt en vooral droog. Het is zoveel zonniger en warmer geweest dan we hadden durven dromen.
We zijn vroeg voor het inchecken en het gaat net als op de heenreis vrij snel. Er is geen douanecontrole, wat we een beetje vreemd vinden. We krijgen een kaartje met de plaats waar de auto geparkeerd staat, zoeken onze hut op en leggen onze spullen er in. Daarna verkennen we de boot die een iets andere indeling heeft als de heenboot. We zitten net aan een pintje als er wordt omgeroepen, dat aan boord de Midden-Europese tijd wordt aangehouden. We hebben daar even niet aan gedacht. Dan valt het weer mee met de tijd, dat we aan het bier zitten. Thuis kicken we wel weer af.
We vertrekken een half uur te vroeg. Ook nu genieten we van het uitgebreid buffet. Lekker.
Vroeg naar bed.
Maandag 18 juni Naar huis
’s Morgens schommelt de boot een heel klein beetje. We drinken koffie.
Het duurt drie kwartier voor we de boot af zijn en door de douane mogen.
Omdat Elvira en Joost zowat om de hoek wonen, drinken we bij hen nog even koffie voor we naar huis gaan.
Totaal hebben we 2.715 kilometer gereden.
De reis hebben we zelf via Internet geregeld.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.