Italië: Napels - Eolische eilanden - Sicilië
14 mei t/m 6 juni 2006
We maken een rondreis door het zuiden van ITALIË langs verschillende vulkanen. We beginnen in Napels met de Vesuvius, vervolgens de Stromboli op de Eolische eilanden en aan het eind de Etna op Sicilië.
Zondag 14 meiNaar Napels
Met de trein rijden we naar Schiphol, voor het eerst rechtstreeks. Thuis hebben we al ingecheckt en plaatsen met beenruimte gereserveerd. Nu hoeven we alleen nog maar de bagage af te geven. Dat gaat op deze manier lekker vlot.
De vlucht duurt maar twee uur, een kippeneindje voor ons. Onze rugzakken zijn er erg snel en we gaan op zoek naar de bus naar het Piazza Garibaldi, waar 'ons' hotel Cavour ligt. Er is een duurdere, luxe bus, maar wij willen de goedkope voor € 1. Kaartjes moeten we in het gebouw kopen. De bus is een beetje gammel, heeft geen airco, stopt wat vaker dan de duurdere, maar is verder prima.
Wij vragen een jongeman waar we er uit moeten en hij wijst ons de halte. Men spreekt hier redelijk Engels.
Hotel Cavour ligt aan het Piazza Garibaldi, niet de beste buurt van de stad, maar wij vinden het er wel gezellig. We krijgen een stadsplattegrond en een mooie kamer met een prachtig, enorm dakterras. Er is zowat niemand in het hotel en dan stoppen ze alle gasten bij elkaar op dezelfde verdieping. Vanaf het terras hebben we mooi uitzicht over het plein, het station en daarachter de Vesuvius.
Mooi weer, dezelfde temperatuur als de afgelopen weken in Nederland: begin 20°, zonnig met af en toe een wolkje.
We dwalen wat door de stad, maar omdat het zondag is, is alles gesloten. Er ligt een hoop troep op straat, dat men wel aan het opruimen is, maar niet erg opschiet.
Op het Piazza Garibaldi is nog het meest te beleven. Overal kraampjes met zwarte markt, vervalsingen in alle soorten en maten. We kopen wat bier en drinken dat op ons mooie dakterras op in de zon. Daarna siësta.
Tegen half negen gaan we eten op het stationsplein, waar een paar kleine tentjes zitten, die aardig bezet zijn. We vinden een leeg tafeltje en krijgen een kaart in het Italiaans. Nou is ons Italiaans eigenlijk nul komma nul, maar we kunnen de kaart wel lezen. We kiezen beide voor een primo en een segundo, fles witte wijn erbij en een éénslok kopje koffie. 30 €. Valt ons mee, we lazen thuis dat het hier net zo duur zou zijn als in Nederland, maar dat is duidelijk niet het geval.
Maandag 15 meiNapels
We krijgen een uitgebreid ontbijtbuffet met o.a. lekkere broodjes en ham. Vandaag willen we Napels te voet verkennen. Het is mooi weer en zonnig. Heerlijk om door een stad te dwalen. Gelukkig hebben we al een bruin ondergrondje en verbranden we niet. Er zijn amper toeristen in de stad. Vlakbij het hotel is een markt en daar beginnen we. Veel schoenen. In de rest van de stad veel ijssalons en pizzeria's, osteries en tratories.
Vandaag is alles open en zijn er veel mensen op straat. De bussen zijn overvol. Oversteken is een kunst en moet je gewoon doen. Er zijn wel verkeerslichten, maar dat wil niet zeggen, dat men zich daar aan houdt. Dus gewoon op goed geluk de straat oversteken, de auto's stoppen niet echt voor je.
We lopen naar het Archeologisch museum waar veel voorwerpen, mozaïeken, grote beelden en wandversieringen te zien zijn uit Pompeï. Momenteel is er een tijdelijke tentoonstelling van die plaats. Erg interessant. Daarna dwalen we door de buurt van Pignasecca waar voor de winkels nog allerlei kraampjes staan. De straten zijn er erg smal, de auto's kunnen er net door en dan blijft er weinig plaats voor de voetgangers over. Overal zijn balkonnetjes en, net als gisteren, wappert daar overal de was aan. Overal lopen mensen te eten.
Met de funiculare gaan we omhoog naar Castel Sant Elmo waar we prachtig uitzicht hebben over de stad en de Vesuvius op de achtergrond. Via de Spaccanapoli lopen we terug. Eerst een heleboel trappen af en dan door de supersmalle straatjes naar het hotel. Het is druk in die straatjes. Het is vol met Italianen, er zijn amper toeristen.
We zitten op ons terras en kijken uit op het stationsplein. We eten 's avonds weer op het plein, bij een andere tent waar ze 'open' wijn hebben. We bestellen een liter witte. We eten o.a. buffelmozzarella met gerookte ham. Heerlijk. Naast ons zit een Nederlander die vijftig jaar geleden als 15-jarige naar Canada is verhuisd en nooit meer Nederlands praat. Maar dat verleer je dus nooit.
Dinsdag 16 meiPompeï, naar Eolische eilanden
En weer een mooie zonnige dag met een lekker windje. Met de cirumvesuviana rijden we voor € 4,50 p.p. retour naar Pompeï. Een entreekaartje kost € 10. We hebben een boekje met een plattegrond en een beschrijving van de belangrijkste gebouwen. Ruim vier uur doorkruisen we de stad die in 79 na Chr. door een uitbarsting van de Vesuvius onder een dikke laag as is verdwenen. Nog steeds zijn hele delen niet uitgegraven. Aan veel gebouwen is niet veel te zien, maar een paar zijn erg mooi met fresco's en mozaïeken. Ook de amfitheaters zijn indrukwekkend. Er zijn veel groepen met kinderen.
Weer terug in Napels zoeken we eerst een terrasje op voor een biertje, daarna dwalen we weer door de smalle straatjes, eten een broodje en een stukje pizza en belanden weer op een terrasje. Ze zetten er een bordje met hapjes bij, maar daar trappen wij niet in en laten ze staan. Ze zullen wel veel te duur zijn en we zien dat alleen toeristen die hapjes krijgen. Wij houden niet van een dergelijke poging tot afzetterij.
Met een taxi laten we ons naar de haven brengen waar de boot naar Stromboli, één van de Eolische eilanden, vertrekt. Die boot is lang niet vol, het is immers nog winterseizoen. We hebben een tweepersoonshut met douche en toilet. We zetten onze spullen daar neer en gaan naar het bovendek. Er vertrekken meer boten, andere richtingen op en op één boot zitten kinderen (op schoolreis?) die door de ouders worden uitgezwaaid.
Woensdag 17 meiStromboli
Om 4:45 uur staan we buiten (de boot zou om 5:00 uur aankomen, maar dat wordt een uur later). Het is nog donker en ineens zien we een uitbarsting van de Stromboli. De rode gloed van de eruptie steekt mooi af tegen de donkere lucht. Het is een nog werkende vulkaan die zo om het kwartier een eruptie heeft.
In de haven worden we opgewacht door een karretje van het hotel en worden daar naar toe gereden. We krijgen een grote kamer, lekker luxe, met alles er op en er aan. We hebben ook een terras met zeezicht. We gaan eerst nog een paar uur slapen en dan het dorpje verkennen. Er rijden geen auto's op het eiland alleen karretjes die net in de straten passen. Het is een kleine plaats met wat hotels, bars en winkeltjes. We kopen bier, water, brood, kaas en overheerlijke ham en eten dat op ons terras op. De rest van de dag liggen we bij het zwembad en houden we siësta. Lekkere temperatuur, zonnig, windje, niet te warm. Om 17:00 uur is het tijd voor een biertje en een douche. In de zomer schijnt dat op Sicilië vaak verplicht te zijn. Er staat een buffet met lekkere antipasti en voor de primo en segundo hebben we keus uit ieder vier schotels. IJs en zoetigheden na. Lekkere Siciliaanse wijn erbij.
Donderdag 18 meiStromboli
Een dagje luieren op ons terras en bij het zwembad: lezen en af en toe even slapen. We wandelen nog een keer het dorpje rond waar 350 mensen wonen. Weinig toeristen, terwijl het toch al prachtig weer is. Het hoogseizoen is juli en vooral augustus. Dan schijnt het hier afgeladen te zijn. Maar volgens ons is het dan bloedheet.
Om 16:00 uur gaan we naar Magmatrek op het plein bij de kerk, waar we gereserveerd hebben voor de wandeling naar de top om de vulkaan te zien uitbarsten. Je mag daar alleen onder begeleiding van een gids naar toe. Wij horen bij de rode helmen van Mario. Die helmen krijgen we van de organisatie en moeten we boven dragen. We moeten 910 meter omhoog en doen dat in drie uur. Twee uur echt lopen, een uur rusten. Het tempo is niet hoog en het pad is vrij steil. De gids vertelt dat we wat later zijn vertrokken, omdat het een heel warme dag is. Hoe moet het 's zomers dan wel niet zijn! We gaan zigzaggend de berg op en het eerste stuk lopen we regelmatig in de zon. Zonder die zon is het ook al warm genoeg. De gids vertelt wanneer we wat warmers aan moeten voor de wind. Boven is het fris, hoewel het veel kouder kan zijn, dan het vandaag is. Er staat veel wind. Het is een heldere dag en we zien de Etna op Sicilië liggen. We krijgen allemaal een mondkapje, dat zeker op de terugweg geen overbodige luxe is.
Bovenaan gaan we op het randje zitten en zien de zon ondergaan. Vijfhonderd meter beneden ons liggen rokende vulkaanmonden. En dan ineens een hoop gerommel en komt een hoog spuitende roodgloeiende stroom stenen uit een van die monden. Prachtig gezicht. Om de paar minuten spuit er wel ergens wat. Sommige laag, maar andere tientallen meters hoog. Vooral als het wat donkerder wordt, is het een spectaculair gezicht. Het gesteente na zo'n uitbarsting blijft nog een hele poos nagloeien. Geweldig. We mogen maar een uur boven blijven en lopen de eerste 400 meter in het donker in een rechte lijn naar beneden door los gruis. Heel, heel veel stof. Regelmatig hebben we de neiging om onze bril af te zetten en schoon te poetsen, maar we hebben helemaal geen bril op. Het zicht is soms erg slecht en dan zie je alleen de benen van je voorganger. De mondkapjes komen goed van pas. In 2,5 uur lopen we naar beneden. Moe, maar erg voldaan drinken we op ons terrasje een biertje om het stof weg te spoelen. Dat hadden we 's ochtends met vooruitziende blik al gekocht. Hier een videoverslag.
Vrijdag 19 meiNaar Lipari
Om 11:50 uur gaat de boot naar Lipari, een ander Eolisch eiland op 65 kilometer. We hebben de snelle boot en via Panarea en Salina komen we er om 13:15 uur aan. Het hotel ligt vlakbij de haven en in vijf minuten lopen zijn we er. We droppen onze spullen in de kamer en gaan het plaatsje in. Stukken groter dan Stromboli, veel winkels, terrasjes, restaurants en toeristen. Alles afgestemd op de toerist. Het ziet er wel gezellig uit. 's Middags houden we siësta op het dakterras van ons hotel. De mensen hier op de eilanden zijn niet zulke schreeuwers als op het vaste land van Italië. Aan het eind van de middag gaan we op het plein bij de Marina Corta, de oude haven, op een terrasje een biertje drinken. We krijgen er chips, nootjes en olijven bij. Het is er erg rustig en pas tegen zevenen wordt het wat drukker. We eten bij La Trattoria del Vicolo, waar nog net een tafeltje vrij is. Andere restaurants zijn vrij leeg. Het voordeel van het voorseizoen is, dat je overal kunt eten en nergens hoeft te wachten. Zonder trui of jas kunnen we nog buiten zitten. Lia neemt als antipasto een keur van plaatselijke specialiteiten. Heerlijke kaasjes, gedroogde tomaten, olijven, kappers, tonijn en iets ondefinieerbaars met weinig smaak. Daarna nemen we allebei een pasta en Martijn neemt nog een gemengde visschotel. Fles witte wijn erbij. Wat wil een mens nog meer...
Zaterdag 20 meiLipari
We slenteren wat door het dorp, bezoeken de basiliek en dwalen door de straatjes. Heerlijk rustig en relaxed. Dan weer naar het dakterras waar we in de schaduw, want de zon is toch wel erg warm, wat lezen.
's Avonds bij de haven weer een biertje en dan eten bij een restaurant in de hoofdstraat. Op het plein verzamelt de jeugd zich. De jonge jongens gaan voetballen, kleine meisjes met roze jurkjes rijden op roze fietsen en de wat ouderen hangen rond. De jongens apart van de meisjes. De hoofdstraat wordt 's avonds afgezet en wordt voetgangersgebied en terrassen komen midden op straat te staan. Gezellig.
We eten erg lekker met kleine rivierkreeftjes met tomaatjes, gemengde vis, vissoep (het is dat je weet dat het soep is, want je ziet alleen maar een berg vis), pasta met venusschelpen en sperziebonen (een wit shirt is dan toch niet zo'n goed idee), tonijn met tomaatjes. Dat laatste is de segundo van Martijn en Lia heeft dan niets meer. Ze krijgt een vork, zodat ze af en toe wat mee kan pikken. Liter open witte wijn erbij.
Zondag 21 meiNaar Cefalu
We waren van plan om met de boot naar Milazzo te gaan en daar de trein te nemen naar Cefalu. We hadden al gerekend op een lange reisdag, omdat de boot en de trein niet op elkaar aansluiten. Maar gisteren zagen we dat er drie keer per week een rechtstreekse boot naar Cefalu gaat. En zondag is een van die dagen. Daar hoeven we niet lang over na te denken.
Om 7:45 uur vertrekt hij en we maken twee landingen op Salina, een op Filicudi en een op Alicudi. Vanaf de haven van Cefalu is het een half uur lopen naar het hotel. Wel erg puffen in die warmte. Het blijft maar mooi weer. Het is té mooi weer voor de tijd van het jaar, maar je hoort ons niet klagen. In Nederland schijnt het nu té slecht te zijn voor deze tijd.
's Middags dwalen we uitgebreid door de smalle straatjes van de oude stad. Toeristenwinkels zijn open en het is er aardig druk met toeristen. Ook met Italianen trouwens. Op het domplein zitten we bijna twee uur om ons heen te kijken en te genieten.
Tegen acht uur 's avonds gaan we weer terug naar het plein. In de hoofdstraat ziet het zwart van de Italianen die aan het flaneren zijn. Het lijkt wel of het hele dorp is uitgelopen. Ze wandelen allemaal wat heen en weer en kwebbelen er lustig op los. Op het plein is een politiek rede door verschillende mensen en denken dat dat snel afgelopen zal zijn. Als we echter een uur later weg gaan, zijn ze nog steeds bezig.
Het is hier drukker en goedkoper in de restaurants dan op de Eolische eilanden. Een liter wijn kost € 5,50 en twee liter water € 0,28.
Maandag 22 meiCefalu
Na het ontbijt lopen we de honderd meter naar het strand. Het is er veel en veel rustiger dan gisteren toen er allemaal Italianen waren, die vandaag weer moeten werken. Volgens de televisie zou het vandaag 28° worden. Er staat nogal wat wind, waardoor het prima uit te houden is.
Om 14:00 uur is het tijd voor siësta. Je ziet het: we hebben het druk vandaag.
Daarna gaan we naar de supermarkt voor een drankje en een antipasto (gedroogde tomaatjes) voor op ons balkon(netje). Heerlijke tomaten hebben ze hier.
Iedereen schijnt hier Mario te heten. Overal hoor je die naam roepen.
Daarna slenteren we weer uitgebreid door het centrum waar nu alle winkels open zijn. Het is een stuk rustiger dan gisteren. Buiten het dorp richting haven drinken we een glas wijn. Daarna nog wat slenteren en dan eten. In een té toeristische tent, waar we de laatste hap antipasto nog niet op hebben of het volgende gerecht staat al voor je neus. Jammer.
Dinsdag 23 meiCefalu
Zelfde programma als gisteren. Alleen nog een paar graden warm en zo goed als geen wind. We houden het dan ook niet lang uit op het strand.
Men verkoopt hier broodjes ijs: een wit kadetje opgesneden en opgevuld met ijs. Het vindt gretig aftrek.
's Middags gaat het waaien, maar het is een warme wind, waardoor het nog warmer aanvoelt. We vinden een erg leuk terrasje, net buiten het centrum met veel Sicilianen. Gezellig. Daarna naar een kleine tent met heel erg goed eten (Nna Pesctoni) en goedkoop: € 32 inclusief een liter wijn. Het is nog steeds erg warm.
Woensdag 24 meiNaar Palermo
Met de trein gaan we naar Palermo. We kopen kaartjes bij de automaat op het station en voor bepaalde treinen moet je stoelen reserveren. De meeste mensen hebben geen gereserveerde plaatsen en wij sturen mensen van onze stoelen weg, wat ze zonder morren doen.
Met de taxi laten we ons naar hotel Europa brengen. We wachten met de stad in gaan, want het is siëstatijd en ook vrij warm.
Om 15:00 uur gaan we en we slenteren door de stad, de oude haven en zien o.a. Fontana Pretoria, het Piazza Pretoria met grote gebeeldhouwde figuren. We lopen door de wijk Cala waar het zou moeten wemelen van de kleine winkeltjes. Ze zijn waarschijnlijk zo klein, dat wij ze niet zien. Ook de Mercato Vucciria, de oudste markt van Palermo moet een belevenis zijn, maar niet als wij er zijn. We zien veel ijswinkels, schoenenwinkels en er ligt veel troep op straat.
Het is vanmiddag zowaar twee uur bewolkt geweest en wat frisser, maar het wordt weer snel blauw.
We eten pizzeoali, pasta met tonijn, gemengde vis, tomatensalade met mozzarella. Kaas toe: provola, provolina en picorni. Lekker.
Donderdag 25 meiPalermo
Het is grotendeels bewolkt, maar het blijft een aangename temperatuur en we kunnen zonder trui of jas de stad in.
Eerst gaan we naar Convento del Cappuccini. Vanaf 1739 kon men zich laten bijzetten in de ondergrondse gangen van dit klooster. Niet alleen de oversten, maar iedereen kon dat. In de grote gangen staan en liggen ongeveer 8.000 skeletten opgesteld. De doden zijn gekleed in gewaden die typisch waren voor hun tijd. Een mummie van een tweejarig meisje is erg goed bewaard gebleven. Het is wel een beetje macaber.We lopen naar de kathedraal, die een mengelmoes van stijlen heeft. De markt op Piazza Balloro is erg leuk. Veel vis, enorme, maar dan ook enorme tonijnen en zwaardvissen liggen er. Veel groente en fruit. Bij de eetstalletjes zien we alleen mannen die broodjes met meusa (trijp) eten.
In het Palazzo Comitimi krijgen we een gratis privé-rondleiding. Het is dat we dat ergens gelezen hebben, anders stap je hier niet zomaar naar binnen. Tegenwoordig zit hier de provincieraad. Het is een paleis uit de 18e eeuw en in 1931 gerestaureerd met behoud van plafonds in Siciliaanse barokstijl, fresco's, spiegels, schilderijen en kristallen kroonluchters. Er zijn nog maar weinig paleizen met een intact interieur. Het is erg de moeite waard.
Op een terrasje nemen we allebei de grootste bak die ze hebben en laten die vullen met o.a. citroenijs waar de pitten nog in zitten. Heerlijk.
Na de siësta proberen ze ons op het terras bij het betalen van het bier af te zetten. Ze willen ons het dure internationale bier laten betalen, terwijl we het goedkopere nationale bier drinken.
Vrijdag 26 meiNaar San Vito lo Capo
We halen de auto op, een knalrode vierdeurs smart. Het is even wennen aan de automaat en het erg drukke verkeer midden in Palermo. Het duurt dan ook even voor we de stad uit zijn. Allemaal knetterende brommertjes die ons aan alle kanten voorbij schieten en auto's die zich overal tussen wringen. Ze moeten wel, want anders komen ze nergens. Maar zo in de stad is zo'n kleine auto wel handig en wij kunnen ook overal tussen piepen.
We rijden eerst naar Monreale voor de kathedraal. Erg toeristisch en men heeft er een grote poppenkast van gemaakt. De kathedraal is wel mooi van binnen.
Dan rijden we naar Corleone, een slaperig stadje. Het is moeilijk voor te stellen dat dit ooit het bolwerk van de maffia was. Maffiabaas Bernardo Provenzano is hier in april dit jaar nog opgepakt na een speurtocht van ruim 40 jaar.
Dan rijden we door naar Segesta. We zetten de GPS op de kortste route en dat hadden we niet moeten doen. We komen op allerlei kleine wegen die niet op de kaart staan en die helemaal niet geschikt zijn voor onze auto. Het schiet dan ook niet op. Maar mooi is het wel. Veel groen, heel veel bloemen, nog meer druiven.
In Segesta staan nog een oude Griekse tempel en een amfitheater. De tempel is nooit afgemaakt. Als we naar het amfitheater lopen, ligt hij er prachtig bij met veel gele en rode bloemen op de voorgrond. Erg indrukwekkend. Voor het theater moeten we twee kilometer omhoog lopen. En het is weer erg warm en zonnig. Hoe moet dat in de zomer dan wel niet zijn! Zweten, maar we hebben genoeg water bij ons. In de verte zien we de Etna liggen. Het kleine theater is gerestaureerd en ziet er mooi uit. Het uitzicht op de bergen en in de verte de zee is fantastisch.
Dan rijden we door naar San Vito lo Capo waar we een bed-and-breakfast hebben gehuurd. We halen de sleutel op op het centrale plein, maar het valt niet mee om daar te komen. Veel straten mag je niet in. Het BB ligt een kilometer buiten de plaats en is een luxe villa met zwembad. Er zijn drie kamers te huur. 's Avonds weer lekker eten. Overal hebben ze wel 'open' wijn van een euro of zes de liter. Het smaakt prima.
Zaterdag 27 meiSan Vito lo Capo
We ontbijten op ons eigen terrasje. Hier staat een tafeltje met stoelen en nog twee luie stoelen. Erg leuk. Het ontbijt wordt gebracht zodra we ons buiten vertonen. Lekker en uitgebreid.
We wandelen het dorp door, maar dat is eigenlijk helemaal niets. Af en toe een souvenirwinkeltje, een supermarkt. Meest restaurants. Je komt hier echt voor het strand. Daar gaan we dus ook naar toe. Het is groot en schoon met niet zoveel mensen. Het meest nog Italianen. Terug bij het BB duiken we het zwembad in. Het is een aardig groot zwembad dat we helemaal voor ons alleen hebben. Op die ene kikker na dan, die er ook in rond zwemt. Daarna houden we siësta in de hangmatten. Het is zonnig en vrij warm met een lekker windje, waardoor het goed uit te houden is. Zonder wind is het veel te warm. Het is nu ook veel te warm voor de tijd van het jaar.
's Avonds is het een stuk drukker dan gisteren (het is weekend) en er flaneren veel mensen door de straten. We gaan eten bij een blijkbaar erg populair restaurant, want als wij zitten te eten, staan er drommen mensen buiten te wachten. Het eten is erg goed en veel. Alleen weer erg jammer dat het tweede gerecht zo snel komt. Nu zelfs als we nog bezig zijn met het eerste. Ze proberen het twee keer om het eten alvast neer te zetten, maar dat lukt ze niet. Jammer dat het zo commercieel is.
Zondag 28 meiSan Vito lo Capo
Het grootste deel van de dag liggen we op het strand. Het is drukker dan gisteren. Iedereen loopt te sjouwen met parasols, handdoeken, tassen en speelgoed voor de kinderen. Iedereen gaat zo dicht mogelijk aan het water zitten waar het dan ook vrij vol is. Wij zitten een heel stuk naar achteren onder een palmboom waar veel meer ruimte is. Aan de parasols hebben ze vandaag niet zo veel. Het is wel zonnig, maar er staat een harde wind en veel parasols waaien om.
's Avonds is het weer erg druk met flanerende mensen en in de restaurants. We eten voor het eerst pizza en er is een prettig gestoorde serveerster.
Maandag 29 meiNaar Agrigento
Om 9:30 uur vetrekken we naar Agrigento aan de zuidkust. Er is een stralend blauwe lucht en weinig wind. Erg warm dus.
We laten de grote wegen links liggen en rijden over kleine weggetjes. We komen door tal van dorpjes en dat schiet niet op. Maar het is wel heel erg leuk.
Eerst gaan we naar Eriche, een dorp dat op een berg van 700 meter ligt en waarvan we mooi uitkijken over de hele streek. Veel druiven- en olijvengaarden en nog meer bloemen. Het is een leuke plaats en zoals overal staan er erg veel kerken.
Langzaam gaan we op weg naar Selinunte, een oude Griekse stad uit de zevende eeuw voor Chr. Van de Acropolis staan alleen nog zuilen overeind en het grootste deel van de oude stad ligt nog onder de grond. In de verte zien we de tempel liggen waar we later naar toe wandelen. Deze is opnieuw overeind gezet en er staan achtendertig zuilen en is erg indrukwekkend. Het is vandaag heel erg warm.
Dan rijden we naar Agrigento over een mooie, grote weg. We zijn daar dan ook erg snel. We moeten even zoeken naar het hotel, maar uiteraard vinden we het. Onze kamer heeft uitzicht op de 'vallei van de tempels'. We douchen en gaan dan de oude stad in. We dwalen door de smalle straatjes, de vele trappen en verstopte pleintjes. Het is erg leuk. De kathedraal is open hoewel dat volgens het bordje niet zou moeten zijn. Hij wordt volop verbouwd van binnen.
Voor een barretje staan twee tafels waarvan één bezet is met oude mannetjes en één leeg is. Die is voor ons. Twee andere oude mannetjes die binnen zitten komen ook naar buiten en ze kennen iedereen die langs komt. Waarschijnlijk zitten ze hier iedere dag. We eten in een verlichte kamer, een soort huiskamer. Voor het eerst zien we lasagne op het menu staan en die nemen we dan ook. In tegenstelling tot bij ons zijn er veel laagjes lasagne en weinig saus. Hij is overheerlijk.
Dinsdag 30 meiNaar Piazza Armerina
Eerst gaan we naar de tempelvallei uit de zesde eeuw voor Chr. We zijn erg vroeg, maar het is al aardig druk en het wordt snel veel drukker. Nu zijn er nog genoeg parkeerplaatsen. We beginnen bij het hoger gelegen deel bij de tempel van Herakles (het oudste heiligdom van Agrigento), de tempel van Concordia (één van de drie best bewaarde tempels van de hele Griekse wereld) en de tempel van Hera. In het lagere deel liggen de tempels van de Olympische Zeus (één van de grootste van de Griekse wereld) en de Castor en Pollux tempel waarvan maar één hoek overeind staat. Het is erg indrukwekkend en zeker de moeite waard.
Dan rijden we dwars door de stad en kleine wegen en dorpjes naar Piazza Armerina. De plaatsen zijn een grote plaag. De 'grote' weg leidt er dwars door heen, komt altijd uit in de kleine straatjes midden in het centrum en nergens staat wat aangegeven. Vaak dwalen we door de eenrichtingstraatjes zonder enig benul te hebben welke kant we op moeten. Maar we komen er altijd weer uit. Niet dat we altijd op de weg komen die we wilden nemen, maar wel zo ongeveer in de goede richting. Eenmaal buiten het centrum gaat het eenvoudig.
Het landschap is heuvelachtig met veel olijf- en amandelbomen en hele eucalyptusbossen. Ook veel fruitbomen en cactusgaarden. In deze buurt staan wat minder druiven. Het is nog steeds erg warm en de airco is dan ook lekker in de auto.
Vlakbij Piazza Armerina ligt de Romeinse villa Casala. Deze grootse, luxueuze villa is van de vroege vierde eeuw en pas in 1929 ontdekt en 1954 echt naar waarde geschat. Oorspronkelijk was het het tweede huis van de keizerlijke familie. Het had veel andere bewoners voordat de villa ten prooi viel aan plunderingen en vandalisme. Maar liefst 4000 m² mozaïekvloeren ligt er. Deze tonen het dagelijks leven en zeden van die tijd. Doodzonde dat die meeste mozaïeken gewoon in de zon liggen. De villa wordt dan ook vaak bedreigd met sluiting door het slechte onderhoud. Maar wat we zien aan mozaïeken is ongelofelijk. Heel erg mooi.
We slapen vannacht in Agriturismo Gigliotto, een oude omgebouwde boerderij. Het ligt tien kilometer ten zuiden van Piazza Armerina en als we daar, na lang zoeken, eindelijk de oprit naar de goede weg vinden, is het verder niet moeilijk te bereiken. Het ziet er heel leuk uit met een mooie binnenplaats met tafels, parasols en planten. We hebben een mooie kamer direct aan de binnenplaats. We zetten onze spullen op de kamer en gaan buiten onder een parasol zitten. Na één (!) flesje is het bier al uitverkocht (de baas is nieuwe aan het halen) en we stappen over op de witte wijn van het huis. Een fles witte Tenute Gigliotto voor maar € 5. En hij smaakt uitstekend. Het diner 's avonds staat vast en wordt opgediend. Maar wat een hoeveelheid. Eerst koude antipasto met verschillende hapjes, dan warme. Omdat we veel dingen niet kennen of er anders uitzien dan we gewend zijn, moeten we alles proeven. Als primo zijn er twee soorten pasta en als segundo drie soorten vlees en een salade. En dan ook nog een dessert van ijs met nootjes en een zoet hapje. En dat voor € 25 p.p. Volgens ons zijn wij de enigen die alles op eten.
Woensdag 31 meiNaar Siracusa
We ontbijten buiten op de binnenplaats. Heerlijk zo in de open lucht.
We rijden eerst een stukje terug naar Piazza Armerina. Midden in de stad is het lastig parkeren, je hebt een parkeerkaart nodig en dan mag je een uur blijven staan. Wij hebben geen kaart en parkeren aan de rand van het centrum, dat trouwens maar een paar honderd meter lopen is. We vinden een kleine plaats en dan is die smart erg handig, want hij past er net in. De koepel van de kathedraal hadden we al in de verte zien liggen en staat op het hoogste punt van de stad en blinkt in de zon. Ook deze kerk is eigenlijk niet open, maar er staat een zijdeur open en wij wandelen even naar binnen. Wel mooi. We dwalen nog een half uurtje door de straatjes en trappetjes en zien overal oude mannetjes op terrassen zitten.
Dan rijden we verder naar Noto en in deze buurt staan in de kleine plaatsen de wegen wel goed aangegeven. Geen problemen om de weg te vinden vandaag. Noto staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco. In 1693 is de stad totaal verwoest en negen kilometer verderop snel opnieuw opgebouwd. Het was in de oudheid de belangrijkste Griekse stad buiten Griekenland. Er zijn drie evenwijdige hoofdstraten: de meeste ruimte voor de adel, dan de geestelijken en dan het gewone volk. De balkons met rondingen zijn zo gemaakt dat de dames met hun hoepelrokken er goed op konden staan. In de straat van de geestelijk staat het klooster dei Santi Salvator waar vroeger de geestelijken achter getraliede vensters het gewone volk konden bespieden en zo in de gaten hielden wat er op straat gebeurde. De dom staat in de steigers.Het is redelijk bewolkt vandaag, maar in Noto komt de zon weer te voorschijn en is het al snel weer helemaal blauw en warm.
Ons hotel in Siracusa ligt op het schiereiland Ortigia. We kunnen er, tegen verwachting in, gratis voor de deur parkeren. Het schiereiland is niet groter dan één km² en is gevuld met huizen en paleizen van de adel en de hoge geestelijken. Ook hier staat de dom in de steigers. We kunnen wel naar binnen en zien een doopvont gedragen door twee engelen. We slenteren door de straatjes en het is weer bewolkt geworden en we voelen zelfs vijf spatjes regen. Bij een kleine winkel kopen we wat bier en drinken dat op het dakterras van het hotel op.
's Avonds eten we bij een kleine spaghetteria. Erg lekker, vooral die pasta met gerookte spekjes. Maar alweer krijgt Lia 's nachts last van haar maag. In al die verre landen waar wij geweest zijn, is het nog nooit zo erg geweest als hier in Italië.
Donderdag 1 juniSiracusa
We lopen naar het Archeologische Park. Het Griekse theater wordt klaar gemaakt voor schouwspelen waardoor een groot deel van de oude stenen onder houten banken is verdwenen. Het Romeinse amfitheater is ovaal en mooier om te zien. De steengroeven leverden het materiaal voor de bouw van tempels en paleizen. Het begint een klein beetje te regenen, maar de temperatuur blijft goed. Als voorzorg hadden we de paraplu's al meegenomen. De toegang is deze week gratis, omdat zaterdag een of andere feestdag is. Wij vinden het best. Het Archeologisch museum is groot en mooi en ook gratis vandaag. Er staan veel voorwerpen, grote beelden, amforen en zwart gelakte vazen uit de vijfde eeuw voor Chr. Het is ondertussen harder gaan regenen en het ziet er somber uit. De trottoirs zijn erg glad en glibberig. We houden een lange siësta. 's Avonds gaan we naar de Chinees. Niet omdat we het Italiaans eten beu zijn, maar om te kijken hoe het hier is. Het is de eerste Chinees die we op Sicilië zien. Het is wel een Chinees, maar duidelijk op z´n Italiaans. De rijst en de pasta krijg je als primo en de rest als segundo. De gestoomde momo´s zijn erg lekker en de rest ook trouwens. Bijna niemand eet met stokjes. Als dessert hebben ze gekaramelliseerd fruit. In Nederland hebben we dat nog nooit goed gehad. Tot nu toe alleen twee keer bij een Chinees: één in China en één in Jordanië. Dus we hebben goede hoop en niet onterecht, blijkt. Het is werkelijk uitstekend!
Vrijdag 2 juniNaar Taormina
Het is half bewolkt vandaag. 's Morgens is er volop zon in Siracusa en we lopen nog even de plaats in. Dan rijden we naar Taormina, niet over de snelweg maar over de oude weg door allerlei dorpjes. Die lijken allemaal wel aan elkaar gebouwd te zijn. Het is een lang lint van huisjes. We zijn wat te vroeg in het hotel om in te checken en gaan daarom eerst het centrum in. We bezoeken eerst het Griekse theater waarvan een deel van de achtergevel nog overeind staat. Prachtig uitzicht over het strand en de Etna zien we niet omdat die in de wolken ligt.
Tegen de avond gaan we het centrum weer in, een paar minuten lopen vanaf het hotel. Het is daar verschrikkelijk druk met flanerende mensen. Eerst doen we zelf mee, later bekijken we het vanaf een terrasje. Taormina is wat ons betreft de duurste plaats op Sicilië. Zowel het bier als het water (erg duur) als het eten. Het wordt 's avonds fris. De eerste tweeënhalve week van onze vakantie zijn we verwend met warme, zwoele avonden. Het was te zonnig en te warm voor de tijd van het jaar. Nu is het meer normaal. Vlak bij het hotel zit een klein restaurant met normalere prijzen dan in de rest van de plaats. En het eten, o.a. spaghetti carbonara, is er erg, erg lekker.
Zaterdag 3 juniTaormina
's Morgens is het zonnig. Na het opgediende ontbijt gaan we zonnen naast het (koude) zwembad. Er hangt een enorme donkere wolk vlak bij de zon en het waait hard. Maar hoe vreemd het ook is, de wolk blijft zo'n beetje op dezelfde plaats en wij blijven in de zon. 's Middags wordt het weer bewolkt en wij gaan het centrum weer in. Veel meer dan restaurants, ijswinkeltjes en souvenirwinkels is het niet. Maar het is er wel gezellig druk. Maar dan begint het te spetteren en even later te gieten en wij vinden een droog plekje onder een brede poort samen met een hoop andere mensen. In een mum van tijd zijn de net nog volle straten helemaal verlaten en de mensen op de terrasjes onder de parasols vluchten naar binnen. Maar even later schijnt de zon weer en wandelen we weer verder. En eten een ijsje zoals bijna iedereen hier doet.
Zondag 4 juniTaormina
Zelfde als gisteren, alleen minder regen en vooral 's morgens veel zon. 's Middags flaneren we door het stadje, eten een ijsje, drinken een biertje, eten met een wijntje en kijken naar de tweede helft van Jong-Oranje die we Europees jeugdkampioen voetbal zien worden.
Maandag 5 juniTaormina
's Morgens is het helemaal blauw en liggen we aan het zwembad te zonnen en te lezen. Halverwege de middag wordt het bewolkt, maar we hebben alweer lang genoeg in de zon gelegen en houden dan siësta.
Dinsdag 6 juniNaar huis
Alweer de laatste dag van de vakantie en stralend blauw. We moeten om 11:30 uur de kamer verlaten en tot die tijd lezen we bij het zwembad onze boeken uit.
We halen onze rode smart uit de garage en gaan een stukje toeren. We rijden een rondje om de Etna en zien een stukje sneeuw van de top zichtbaar worden. Castaglione di Sicilia is een dorpje dat je niet over mag slaan, hebben we gelezen. We vragen ons af waarom niet, want er is niets maar dan ook helemaal niets te zien. Vanaf een afstandje ligt het wel mooi in de flanken van de Etna.
We zijn vroeg op het vliegveld, leveren de auto in en gaan wachten tot we naar huis kunnen. De terugvlucht verloopt zonder problemen en het blijft toch wel erg handig dat we midden in de nacht nog met de trein naar huis kunnen.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Deze reis is voor ons georganiseerde door Fundadore.