Italië: Napels - Eolische eilanden - Sicilië
14 mei t/m 6 juni 2006
We maken een rondreis door het zuiden van ITALIË langs verschillende vulkanen. We beginnen in Napels met de Vesuvius, vervolgens de Stromboli op de Eolische eilanden en aan het eind de Etna op Sicilië.
Zondag 14 meiNaar Napels
Met de trein rijden we naar Schiphol, voor het eerst rechtstreeks. Thuis hebben we al ingecheckt en plaatsen met beenruimte gereserveerd. Nu hoeven we alleen nog maar de bagage af te geven. Dat gaat op deze manier lekker vlot.
De vlucht duurt maar twee uur, een kippeneindje voor ons. Onze rugzakken zijn er erg snel en we gaan op zoek naar de bus naar het Piazza Garibaldi, waar 'ons' hotel Cavour ligt. Er is een duurdere, luxe bus, maar wij willen de goedkope voor € 1. Kaartjes moeten we in het gebouw kopen. De bus is een beetje gammel, heeft geen airco, stopt wat vaker dan de duurdere, maar is verder prima.
Wij vragen een jongeman waar we er uit moeten en hij wijst ons de halte. Men spreekt hier redelijk Engels.
Hotel Cavour ligt aan het Piazza Garibaldi, niet de beste buurt van de stad, maar wij vinden het er wel gezellig. We krijgen een stadsplattegrond en een mooie kamer met een prachtig, enorm dakterras. Er is zowat niemand in het hotel en dan stoppen ze alle gasten bij elkaar op dezelfde verdieping. Vanaf het terras hebben we mooi uitzicht over het plein, het station en daarachter de Vesuvius.
Mooi weer, dezelfde temperatuur als de afgelopen weken in Nederland: begin 20°, zonnig met af en toe een wolkje.
We dwalen wat door de stad, maar omdat het zondag is, is alles gesloten. Er ligt een hoop troep op straat, dat men wel aan het opruimen is, maar niet erg opschiet.
Op het Piazza Garibaldi is nog het meest te beleven. Overal kraampjes met zwarte markt, vervalsingen in alle soorten en maten. We kopen wat bier en drinken dat op ons mooie dakterras op in de zon. Daarna siësta.
Tegen half negen gaan we eten op het stationsplein, waar een paar kleine tentjes zitten, die aardig bezet zijn. We vinden een leeg tafeltje en krijgen een kaart in het Italiaans. Nou is ons Italiaans eigenlijk nul komma nul, maar we kunnen de kaart wel lezen. We kiezen beide voor een primo en een segundo, fles witte wijn erbij en een éénslok kopje koffie. 30 €. Valt ons mee, we lazen thuis dat het hier net zo duur zou zijn als in Nederland, maar dat is duidelijk niet het geval.
Maandag 15 meiNapels
We krijgen een uitgebreid ontbijtbuffet met o.a. lekkere broodjes en ham. Vandaag willen we Napels te voet verkennen. Het is mooi weer en zonnig. Heerlijk om door een stad te dwalen. Gelukkig hebben we al een bruin ondergrondje en verbranden we niet. Er zijn amper toeristen in de stad. Vlakbij het hotel is een markt en daar beginnen we. Veel schoenen. In de rest van de stad veel ijssalons en pizzeria's, osteries en tratories.
Vandaag is alles open en zijn er veel mensen op straat. De bussen zijn overvol. Oversteken is een kunst en moet je gewoon doen. Er zijn wel verkeerslichten, maar dat wil niet zeggen, dat men zich daar aan houdt. Dus gewoon op goed geluk de straat oversteken, de auto's stoppen niet echt voor je.
We lopen naar het Archeologisch museum waar veel voorwerpen, mozaïeken, grote beelden en wandversieringen te zien zijn uit Pompeï. Momenteel is er een tijdelijke tentoonstelling van die plaats. Erg interessant. Daarna dwalen we door de buurt van Pignasecca waar voor de winkels nog allerlei kraampjes staan. De straten zijn er erg smal, de auto's kunnen er net door en dan blijft er weinig plaats voor de voetgangers over. Overal zijn balkonnetjes en, net als gisteren, wappert daar overal de was aan. Overal lopen mensen te eten.
Met de funiculare gaan we omhoog naar Castel Sant Elmo waar we prachtig uitzicht hebben over de stad en de Vesuvius op de achtergrond. Via de Spaccanapoli lopen we terug. Eerst een heleboel trappen af en dan door de supersmalle straatjes naar het hotel. Het is druk in die straatjes. Het is vol met Italianen, er zijn amper toeristen.
We zitten op ons terras en kijken uit op het stationsplein. We eten 's avonds weer op het plein, bij een andere tent waar ze 'open' wijn hebben. We bestellen een liter witte. We eten o.a. buffelmozzarella met gerookte ham. Heerlijk. Naast ons zit een Nederlander die vijftig jaar geleden als 15-jarige naar Canada is verhuisd en nooit meer Nederlands praat. Maar dat verleer je dus nooit.
Dinsdag 16 meiPompeï, naar Eolische eilanden
En weer een mooie zonnige dag met een lekker windje. Met de cirumvesuviana rijden we voor € 4,50 p.p. retour naar Pompeï. Een entreekaartje kost € 10. We hebben een boekje met een plattegrond en een beschrijving van de belangrijkste gebouwen. Ruim vier uur doorkruisen we de stad die in 79 na Chr. door een uitbarsting van de Vesuvius onder een dikke laag as is verdwenen. Nog steeds zijn hele delen niet uitgegraven. Aan veel gebouwen is niet veel te zien, maar een paar zijn erg mooi met fresco's en mozaïeken. Ook de amfitheaters zijn indrukwekkend. Er zijn veel groepen met kinderen.
Weer terug in Napels zoeken we eerst een terrasje op voor een biertje, daarna dwalen we weer door de smalle straatjes, eten een broodje en een stukje pizza en belanden weer op een terrasje. Ze zetten er een bordje met hapjes bij, maar daar trappen wij niet in en laten ze staan. Ze zullen wel veel te duur zijn en we zien dat alleen toeristen die hapjes krijgen. Wij houden niet van een dergelijke poging tot afzetterij.
Met een taxi laten we ons naar de haven brengen waar de boot naar Stromboli, één van de Eolische eilanden, vertrekt. Die boot is lang niet vol, het is immers nog winterseizoen. We hebben een tweepersoonshut met douche en toilet. We zetten onze spullen daar neer en gaan naar het bovendek. Er vertrekken meer boten, andere richtingen op en op één boot zitten kinderen (op schoolreis?) die door de ouders worden uitgezwaaid.
Woensdag 17 meiStromboli
Om 4:45 uur staan we buiten (de boot zou om 5:00 uur aankomen, maar dat wordt een uur later). Het is nog donker en ineens zien we een uitbarsting van de Stromboli. De rode gloed van de eruptie steekt mooi af tegen de donkere lucht. Het is een nog werkende vulkaan die zo om het kwartier een eruptie heeft.
In de haven worden we opgewacht door een karretje van het hotel en worden daar naar toe gereden. We krijgen een grote kamer, lekker luxe, met alles er op en er aan. We hebben ook een terras met zeezicht. We gaan eerst nog een paar uur slapen en dan het dorpje verkennen. Er rijden geen auto's op het eiland alleen karretjes die net in de straten passen. Het is een kleine plaats met wat hotels, bars en winkeltjes. We kopen bier, water, brood, kaas en overheerlijke ham en eten dat op ons terras op. De rest van de dag liggen we bij het zwembad en houden we siësta. Lekkere temperatuur, zonnig, windje, niet te warm. Om 17:00 uur is het tijd voor een biertje en een douche. In de zomer schijnt dat op Sicilië vaak verplicht te zijn. Er staat een buffet met lekkere antipasti en voor de primo en segundo hebben we keus uit ieder vier schotels. IJs en zoetigheden na. Lekkere Siciliaanse wijn erbij.
Donderdag 18 meiStromboli
Een dagje luieren op ons terras en bij het zwembad: lezen en af en toe even slapen. We wandelen nog een keer het dorpje rond waar 350 mensen wonen. Weinig toeristen, terwijl het toch al prachtig weer is. Het hoogseizoen is juli en vooral augustus. Dan schijnt het hier afgeladen te zijn. Maar volgens ons is het dan bloedheet.
Om 16:00 uur gaan we naar Magmatrek op het plein bij de kerk, waar we gereserveerd hebben voor de wandeling naar de top om de vulkaan te zien uitbarsten. Je mag daar alleen onder begeleiding van een gids naar toe. Wij horen bij de rode helmen van Mario. Die helmen krijgen we van de organisatie en moeten we boven dragen. We moeten 910 meter omhoog en doen dat in drie uur. Twee uur echt lopen, een uur rusten. Het tempo is niet hoog en het pad is vrij steil. De gids vertelt dat we wat later zijn vertrokken, omdat het een heel warme dag is. Hoe moet het 's zomers dan wel niet zijn! We gaan zigzaggend de berg op en het eerste stuk lopen we regelmatig in de zon. Zonder die zon is het ook al warm genoeg. De gids vertelt wanneer we wat warmers aan moeten voor de wind. Boven is het fris, hoewel het veel kouder kan zijn, dan het vandaag is. Er staat veel wind. Het is een heldere dag en we zien de Etna op Sicilië liggen. We krijgen allemaal een mondkapje, dat zeker op de terugweg geen overbodige luxe is.
Bovenaan gaan we op het randje zitten en zien de zon ondergaan. Vijfhonderd meter beneden ons liggen rokende vulkaanmonden. En dan ineens een hoop gerommel en komt een hoog spuitende roodgloeiende stroom stenen uit een van die monden. Prachtig gezicht. Om de paar minuten spuit er wel ergens wat. Sommige laag, maar andere tientallen meters hoog. Vooral als het wat donkerder wordt, is het een spectaculair gezicht. Het gesteente na zo'n uitbarsting blijft nog een hele poos nagloeien. Geweldig. We mogen maar een uur boven blijven en lopen de eerste 400 meter in het donker in een rechte lijn naar beneden door los gruis. Heel, heel veel stof. Regelmatig hebben we de neiging om onze bril af te zetten en schoon te poetsen, maar we hebben helemaal geen bril op. Het zicht is soms erg slecht en dan zie je alleen de benen van je voorganger. De mondkapjes komen goed van pas. In 2,5 uur lopen we naar beneden. Moe, maar erg voldaan drinken we op ons terrasje een biertje om het stof weg te spoelen. Dat hadden we 's ochtends met vooruitziende blik al gekocht. Hier een videoverslag.
Vrijdag 19 meiNaar Lipari
Om 11:50 uur gaat de boot naar Lipari, een ander Eolisch eiland op 65 kilometer. We hebben de snelle boot en via Panarea en Salina komen we er om 13:15 uur aan. Het hotel ligt vlakbij de haven en in vijf minuten lopen zijn we er. We droppen onze spullen in de kamer en gaan het plaatsje in. Stukken groter dan Stromboli, veel winkels, terrasjes, restaurants en toeristen. Alles afgestemd op de toerist. Het ziet er wel gezellig uit. 's Middags houden we siësta op het dakterras van ons hotel. De mensen hier op de eilanden zijn niet zulke schreeuwers als op het vaste land van Italië. Aan het eind van de middag gaan we op het plein bij de Marina Corta, de oude haven, op een terrasje een biertje drinken. We krijgen er chips, nootjes en olijven bij. Het is er erg rustig en pas tegen zevenen wordt het wat drukker. We eten bij La Trattoria del Vicolo, waar nog net een tafeltje vrij is. Andere restaurants zijn vrij leeg. Het voordeel van het voorseizoen is, dat je overal kunt eten en nergens hoeft te wachten. Zonder trui of jas kunnen we nog buiten zitten. Lia neemt als antipasto een keur van plaatselijke specialiteiten. Heerlijke kaasjes, gedroogde tomaten, olijven, kappers, tonijn en iets ondefinieerbaars met weinig smaak. Daarna nemen we allebei een pasta en Martijn neemt nog een gemengde visschotel. Fles witte wijn erbij. Wat wil een mens nog meer...