IJsland - Reykjavik
27 t/m 31 augustus 2003
IJSLAND is het één na grootste eiland van Europa en heeft slechts 280.000 inwoners, waarvan de meeste in Reykjavik wonen. De rest woont in plaatsjes langs de kust. Er zijn geen treinen en metro's op het eiland. Wel veel vulkanisme, geisers, walvissen, papegaaiduikers en andere vogels, maar reptielen en mieren kennen ze niet.
Doordat een warme golfstroom langs het eiland komt, is het er 's winters niet heel erg koud en sneeuwt het ook niet veel. In de winter is bij helder weer het noorderlicht te zien.
Woensdag 27 augustusNaar Reykjavik, Blue Lagoon
Met Gerda en Carlo maken we een stedentrip van vijf dagen naar Reykjavik. We ontmoeten elkaar voor de incheckbalie waar het niet druk is, checken snel in en gaan koffie drinken.
Het vliegtuig is maar half vol en vertrekt op tijd. Het is drie uur vliegen en in IJsland is het twee uur vroeger dan bij ons. Als we het vliegtuig instappen, begint het te regenen. En dat na een lange, warme, droge zomer. We weten wel wanneer we weg moeten gaan! Als we op IJsland landen, schijnt zowaar de zon en is het een graad of zestien. Nou is er eigenlijk alleen maar zon langs de kust, de rest van het land is bewolkt. Het is windstil.
We wisselen meteen euro's tegen kronen. Voor € 300 krijgen we ruim 25.000 kr. 1000 kr = € 11,75.
We hebben thuis al een excursie naar de Blue Lagoon geregeld. Dit ligt op de weg naar Reykjavik en kan zo makkelijk aangedaan worden. We worden opgewacht door een mevrouw en we zijn de enigen vandaag die met haar mee gaan. We rijden in een vrij grote bus en hebben alle ruimte. De mevrouw heeft een koptelefoon op en vertelt onderweg van alles. De enige industrie op IJsland is een energiefabriek en men leeft van de visserij, de visserij of de visserij. Het toerisme is in opkomst.
Het landschap is hobbelig met veel zwart vulkanisch gesteente waar tussen geel mos kruipt. In de verte, honderd kilometer verderop, zien we de Snæfellsjökull, een gletsjer op 1.446 meter, helemaal helder liggen. Normaal ligt die in de wolken.
De Blue Lagoon is een kunstmatig aangelegd zwembad, dat door natuurlijke bronnen verwarmd wordt. Het water is er altijd tussen de 36º en 39º, wat heerlijk warm is. Het ruikt er sterk naar zwavel. Vooraf moet je je haar goed insmeren met balsem om het te beschermen. Langs de kant van het enorme bad staan grote bakken met gezuiverde klei, waarmee je je lichaam in kunt smeren. We nemen een gezichtsmasker en als dat opgedroogd is, lijken we clowns want het is helemaal wit geworden. We blijven ruim een uur in het water en hebben daarna het gevoel alsof we ons een hele maand niet meer hoeven te wassen.In Reykjavik zijn wegen opgebroken en overal zijn ze bezig met werk aan de weg, zodat er geen mogelijkheid is om een sluipweggetje te nemen. Er staat nu een file wat zeer ongebruikelijk is in IJsland.
We worden naar hotel Leifur Eiriksson in het centrum van Reykjavik gebracht. Het staat recht tegenover de beroemde Hallgrimskirkja die drieënzeventig meter hoog is. De witte kerk staat precies in de zon tegen een blauwe achtergrond. Mooi.
We drinken beneden in het hotel een biertje: 600 kr voor een halve liter (€ 7). Daarna gaan we op zoek naar een betaalbaar restaurant. We hebben een kaart waarop we in verschillende restaurants 10% korting kunnen krijgen, maar dat blijken wel dure restaurants te zijn met een hoofdgerecht van vis voor € 40. Vlees is nog duurder. We lopen verder en komen terecht bij een soort eetcafé. Soep of salade vooraf, vis als hoofdgerecht, koffie en een halve liter bier voor 3000 kr p.p. (€ 35). Dat is dus goed te doen. Op de terugweg lopen we langs andere restaurants om ideeën voor de komende dagen op te doen.
Reykjavik is net een groot dorp. In het centrum is geen hoogbouw en er zijn veel alleenstaande huizen. Veel houten huizen in allerlei kleuren. Dezelfde huizen naast elkaar zijn zo anders geverfd, dat het totaal verschillende huizen lijken.
Donderdag 28 augustusGeysir, Gullfoss
Als we het warme water van de douche aanzetten, ruikt de hele kamer naar zwavel.
Er is een ontbijtbuffet in het hotel met (zelf te roosteren) brood, kaas, ham, worst, tomaat, komkommer, sinaasappel, cruesli en cornflakes met melk, yoghurt, koffie, thee en sap.
Daarna wachten we op iemand van het autoverhuurbedrijf die om 9:00 uur een auto met vierwielaandrijving zou afleveren, maar er komt niemand en we gaan maar bellen. Het blijkt dat onze auto nog niet klaar is en dan hoeven ze ons ook niet op te halen, toch. Ze hebben zeker nog nooit van telefoon gehoord. We wachten het niet af en nemen een taxi naar Avis. Hier blijkt dat de auto nog niet teruggebracht is en pas om 11:00 uur kunnen we vertrekken. Nu krijgen we wel de 'tweede chauffeur' gratis en in plaats van vrijdagavond om 18:00 uur in te moeten leveren, komt men de auto nu zaterdagochtend bij het hotel halen.
We rijden naar het oosten over een goede asfaltweg en stoppen bij een mooi uitzichtpunt over het Þingvallavatn, een groot meer. Het weer is niet zo best vandaag. Grauw, grijs, druilerig, soms droog, soms echte regen. Een enkel vleugje zon. We rijden door naar Þingvellir, een nationaal park. Er zijn veel kloven en scheuren langs een veertig kilometer lange verzakking. Hier ligt de Midden-Atlantische rug. Het is de geologische grens tussen het Noord-Amerikaanse en het Europese continent. De verzakking zelf is niemandsland. We zien veel graseilandjes tussen helder stromend water en ook kleine boompjes. Het verhaal gaat, dat als je op IJsland verdwaalt in een bos, je gewoon op moet staan en dan overzie je alles. We wandelen een heel eind langs de kloven en rotsen, waarvan het lijkt alsof iemand de enorme stenen netjes op elkaar heeft gestapeld. Öxaráfoss is een twintig meter hoge waterval die zo te zien in de loop der tijd regelmatig verplaatst is. Na een koffiestop rijden we naar Geysir. Het landschap is erg mooi. Veel helder groen met zwarte lava er tussen, wat schapen en paarden. In Geysir bevindt zich de bekendste springbron van IJsland en naar hem zijn alle andere geisers in de wereld, inclusief keuken- en badgeisers, genoemd. Vroeger had men de gewoonte om zeep in de Geysir te gooien om ze te laten spuiten, maar dat heeft de waterhuishouding zodanig ontregeld dat deze nu zowat dood is. Na de grote aardbevingen in 2000 is hij weer enigszins tot leven gekomen en spuit nu één á twee keer per dag een paar meter hoog. Vroeger was dit veertig tot zestig meter. Net op het moment als wij aankomen, staat hij te spuiten.
Honderd meter verderop ligt de Strokkur, die iedere vier tot acht minuten een waterstraal van tien tot twintig meter spuit. Vlak voordat hij gaat spuiten, kleurt het water prachtig blauw als het langzaam omhoog komt. We kunnen er heel dichtbij komen, zodat we dat goed kunnen zien. In dit gebied liggen tal van geisertjes en pruttelpotjes waarvan sommige gloeiend heet water bevatten. Als die ene bus met toeristen weg is, blijven er maar een paar toeristen over. Het is jammer dat het bewolkt is en begint te regenen, want zo steekt de rookpluim niet mooi af tegen de lucht en zie je hem niet goed.
We eten in een wegrestaurant een hotdog.
Tien kilometer verderop ligt de Gullfoss, IJslands mooiste waterval. Het water valt ruim tweeëndertig meter naar beneden. Grote wolken fijne nevel worden omhoog geblazen en kunnen je goed nat maken. Van bovenaf hebben we een mooi overzicht over de waterval en de omliggende hoogvlakte. We kunnen helemaal naar beneden lopen (door de nevel) en hier is het donderend geweld van het neerstortende water erg indrukwekkend.
Via Selfoss rijden we terug naar het hotel in Reykjavik in bijna twee uur. Het landschap blijft erg mooi en het weer erg wisselvallig. Binnen de kortste keren kan dit omslaan. Denk je dat het gaat regenen omdat het zover als je kunt kijken helemaal grijs is, schijnt even later de zon. En vijf minuten later regent het. Het is niet koud en er is amper wind.
We eten 's avonds bij de Italiaan Caruso. Het is binnen veel groter dan we gedacht hadden en het restaurant is over vier verdiepingen verdeeld en wij zitten helemaal bovenin. Alle tafels zijn rookvrij, maar er zijn rookhoekjes waar je even kunt gaan roken. Koffie krijgen we een verdieping lager in de 'huiskamer' waar een aantal zitbanken staat.