Woensdag 5 juniNaxos
We hebben nu mooi licht om deze te fotograferen.
Met de (sport)krant van maandag gaan we op een terras bier en ouzo drinken. Lekker. 's Avonds bij de Chinees gegeten met kroepoek, spareribs, loempia's, 'sweet and sour pork' en bami-speciaal. Er staat bij dat hij 'hot and spicy' is, maar dat geldt niet voor onze Hollandse begrippen. Het smaakt allemaal goed en Chinees en het is de duurste maaltijd tot nu toe (7.400 drachmen).
We lopen terug via de smalle straatjes en besluiten bij de Dolfini-bar een borreltje te gaan drinken (ouzo). Dat is een heel gezellig terras, rustige muziek, rustige mensen, overal gekleurde cocktails op tafel. Het terras bestaat uit verschillende verdiepingen. Steeds komen er mensen langs die langzamer gaan lopen, even blijven staan en kijken. Grappig.We hebben een auto besproken, want we willen het eiland een beetje verkennen. Na negenen kunnen we die ophalen. Hij kost 8.000 drachmen. Voor 2.000 drachmen kunnen we er gratis benzine bij krijgen. Dat hebben we gedaan, zodat we voor ƒ 75 een hele dag kunnen rijden.
We hebben verschillende kaarten met wegen. Allemaal geven ze wat anders aan. Zeker als het om asfalt/onverharde wegen gaat. Er is een georganiseerde excursie waarvan we een routebeschrijving hebben. We besluiten om die zo'n beetje te volgen. Via Galadano rijden we naar Halki. We zien maar liefst drie excursiebussen en we zijn blij, dat we daar niet meegegaan zijn. Via Filoti rijden we naar Apíranthos. Onderweg hebben we schitterende uitzichten over de bergen. In Apíranthos bekijken we het stadje. Er zitten veel oude mannetjes. Als de bussen komen, vertrekken wij net en we rijden snel verder. Via Korones, Skado en Mesi bereiken we Apóllona, het hoofddoel van vandaag, aan de andere kant van het eiland, waar we de kouros bezoeken. In de vroege zesde eeuw voor Chr. werd een bestelling gedaan voor het beeld van Dionysos, die ruim tien meter lang moest worden. Al tijdens het eerste modelleren kwamen er barsten in het marmer en staakte men het werk.In Apóllona nemen we op een terrasje een cola. Via de westkant van het eiland rijden we terug. Dat wordt ons afgeraden door de vrouw van de autoverhuur: de wegen zijn slecht en er is niets te zien. De weg valt erg mee: sommige stukken zijn onverhard, maar goed berijdbaar; een groot deel is al geasfalteerd. We gaan op zoek naar het Abram-strand, waar we willen gaan eten. Op een gegeven moment zien we een pad naar beneden dat we nemen. Een mooi kiezelstrand helemaal voor ons alleen. Er ligt een brok marmer, dat heerlijk koel is, terwijl de rest van de stenen bloedheet is. Na het eten liggen we even in de zon, maar dat wordt al snel te warm, doordat er amper wind staat. We toeren nog een eindje. We zijn niet op het Abram-strand geweest, want dat staat een stuk verder pas aangegeven. Via Naxos rijden we naar de zuidkant, over de enige weg die daar loopt, naar Alyko. We willen er wat drinken, maar er is alleen maar zee en duinen. Verder helemaal niets. We rijden daarom terug en zien in Vivlos een grote kerk met vierkante toren. Terug in Naxos leveren we de auto in. Totaal hebben we zo'n honderdvijfentwintig kilometer gereden en hebben zo'n beetje alle verharde wegen van het eiland gehad.
Bij de zacha drinken we twee biertjes en eten dicht bij het hotel. Een hele grote salade (erg lekker), tzaziki, pazzizio (macaroni) en gevulde rollade. Erg veel alles bij elkaar. Als afsluiting krijgen we een kítro aangeboden. Vervolgens drinken we weer een ouzo op ons inmiddels bekende terras van de Dolfini-bar. Er is nog steeds amper wind, zodat we heerlijk buiten in een T-shirt kunnen zitten.
Donderdag 6 juniNaxos
Een rustige dag zou het worden. We besluiten om voor de laatste keer uitgebreid door het oude gedeelte te gaan slenteren. We komen zowaar in straten waar we nog niet geweest zijn. Bovenaan bezoeken we het archeologisch museum. Beeldjes die wij eerder gezien hebben bij toeristische winkels en die wij aanzagen voor moderne kunst, blijken tot de primitieve kunst te horen. Het zijn typisch beelden uit de Cycladen en zijn van 2.300 voor Chr. Later kopen wij een handgemaakte van marmer voor 6.800 drachmen, ƒ 50.
Bij een zacha drinken we koffie met gebak erbij. Wij vinden dat we dat toch minstens een keer moeten proberen. Op het terras met een krant genieten we er uitgebreid van.
's Middags liggen we op het strand, waar het een stuk rustiger is dan de vorige keer (toen was het zondag). Toch zijn we helemaal doorgelopen naar een stil stuk.
Na een pilsje bij de zacha en het avondeten (met een overheerlijke kalamári-salade) drinken we een flesje witte wijn bij de Dolfini-bar.
Vrijdag 7 juniNaar Paros
We staan om 10:00 uur ingepakt en wel klaar om te worden weggebracht voor de boot van 10:30 uur naar Amorgós. Het zou een draagvleugelboot worden en dat lijkt ons wel leuk. Helaas krijgen we te horen dat hij niet komt. Hij moet uit Athene komen en er staat te veel wind. Jammer. We gaan dan maar wat rond wandelen en beraadslagen wat we zullen gaan doen. Op een bord met de vertrektijden van alle boten staat voor morgen echter geen boot naar Amorgós. En als we op de terugweg naar Santorini ook zulke problemen zullen krijgen, zouden we Santorini wel eens kunnen missen. En dat willen we in geen geval.
George van het hotel vertelt dat er misschien zaterdagavond wel een boot naar Amorgós zou gaan. Misschien ook wel niet. Daar willen we echter niet op wachten: we hebben Naxos wel gezien en we willen niet het risico lopen hier nog twee dagen te zitten. We besluiten ondertussen om te kijken of het mogelijk is een paar dagen naar Paros en twee dagen eerder naar Santorini te gaan. Dan kunnen we Paros bekijken en hebben we in Santorini meer tijd om het eiland te verkennen. George belt het trefpunt en krijgt ze met veel moeite te pakken. Gelukkig blijkt ons voorstel geen probleem en kunnen we 's avonds naar Paros vertrekken.
De middag brengen we lezend op het strand door, waar we veel moeite moeten doen om uit de wind (en uit de zandstormen) te liggen.
De (kleinere) boot naar Paros vertrekt iets na achten. En omdat er erg veel wind staat, blijven de mensen op en neer lopen met kotszakjes. Heel wat mensen hebben er last van.
PAROS
Paros ligt ten westen van Naxos en ten oosten van Andíparos. De oppervlakte is 194 km². De lengte is tweeëntwintig kilometer en de grootste breedte vijftien kilometer. Er wonen 8.000 mensen.
Het eiland is arm aan groen, er is weinig water en bepaalde gebieden zijn uitgesproken kaal.
Paros is het marmereiland bij uitstek. Parisch marmer wordt beschouwd als het mooiste van de wereld. Al in de vijfde eeuw voor Chr. werden de tempels op de acropolis in Athene voornamelijk met Parisch marmer gedecoreerd.
Om halftien komen we op Paros aan. De hoteleigenaar en iemand van de reisorganisatie wachten ons op Doordat er bij ons vrij veel veranderd is in het reisschema, vinden ze ons blijkbaar een probleemgeval en hebben we wat extra aandacht nodig. We krijgen van haar nieuwe tickets en meteen de boottickets voor zondag naar Santorini.
We worden naar villa Marisa in Paroikía [Parikía], de havenplaats, gebracht. Het hotel is in feite een gewoon huis met acht kamers. De entree is de woonkamer van de familie waar we telkens door moeten. Grappig. We krijgen een plattegrond van het dorp en we stappen er op uit om te gaan eten. Er zijn erg veel pizzeria's en bij een ervan komen we uiteindelijk terecht. Er staan veel obers ons naar binnen te lokken. We eten tzaziki (alweer), tonijnsalade, de heerlijkste lamskoteletten die er in Griekenland te vinden zijn en een goed gevuld potje met spaghetti. Aan het eind krijgen we een of ander likeurtje. Daarna gaan we meteen slapen.