Griekenland: Cycladen
25 mei t/m 16 juni 1996
De GRIEKSE CYCLADEN bestaan uit een archipel van zo'n zesenvijftig eilanden die ruim gezien tussen Attika en Kreta liggen. Daarvan zijn er vierentwintig bewoond; de overige zijn of geheel onbewoond of worden alleen bevolkt door schapen en geiten. Ze liggen midden in de Aegeïsche Zee. Al deze eilanden zijn in wezen niets anders dan de toppen van een tijdens het Tertiair in zee verdronken gebergte.
Wij gaan 'eiland hoppen' langs diverse Griekse eilanden. Vooraf hebben we bij de NBBS een aantal nachten op de volgende eilanden geboekt:
1 Athene Het wordt uiteindelijk: | 5 Kythnos |
4 Kythnos | 2 Sifnos |
4 Sifnos | 1 Santorini |
4 Naxos | 5 Naxos |
4 Amorgós | 2 Paros |
4 Santorini | 5 Santorini |
1 Kreta | 2 Kreta |
Zaterdag 25 meiNaar Kythnos
Om 1:30 (!) uur moeten we al opstaan om op tijd op Schiphol te zijn. Het vliegtuig (Air Holland) vertrekt nl. om 5:35 uur. Het voordeel is, dat je vroeg in Griekenland bent en nog wat aan je dag hebt.
Zowel de trein als het vliegtuig vertrekken op tijd. We zijn vrij vroeg met inchecken, waardoor we plaatsen bij de nooduitgang krijgen, zodat Martijn z'n benen kwijt kan. Na drie uur en een kwartier komen we in Athene aan. Gelukkig is het er droog (we zijn met regen van huis weggegaan). Het is er wel bewolkt en er staat een fris windje. We schatten de temperatuur op zo'n 20º. Toch altijd een stuk warmer dan in Nederland.
Op het vliegveld worden we opgewacht door een mevrouw van NBBS/Island Wandering, die ons allerlei informatie geeft en tickets voor de hotels. Wij vertrekken meteen met een taxi naar Piraeus, de haven. We wilden eigenlijk een nacht in Athene blijven en morgen doorgaan, maar dan gaat er geen boot. Dus varen we meteen naar Kythnos, waar we vijf in plaats van vier nachten zullen blijven.
In de haven moeten we twee uur wachten voordat de boot vertrekt en we strijken op een terrasje neer. We drinken koffie en laten de Griekse sfeer op ons in werken.
Goed 13:30 uur gaan we op zoek naar de boot Anémos, die ons naar Kythnos zal varen. We vinden hem vrij snel en gaan boven op het dek zitten. Er is bijna niemand op de boot. Door de wind die er staat, is het frisjes en we trekken onze truien aan. We zullen drie uur en een kwartier varen (tweeënvijftig zeemijl). Het is een mooi gezicht op zee met al die kusten en eilandjes. Langzamerhand trekken de wolken weg en wordt het zonnig. Daardoor lijkt alles meteen nog mooier.
KYTHNOS
Kythnos ligt ten zuiden van Kea en ten noorden van Sérifos in het westen van de Cycladen. Het heeft een oppervlakte van 86 km² en er wonen 1.600 mensen.
Kythnos staat bekend om zijn geneeskrachtige bronnen in Loutrá; deze worden door veel Grieken bezocht die hier genezing zoeken.
Op Kythnos worden we opgewacht door de eigenaar van het hotel. Hij laadt onze bagage (en die van vier Nederlandse vrouwen die gelijk met ons zijn gekomen) in een auto en wij mogen lopen naar het hotel, zo'n honderd meter verderop. Een leuk hotelletje met een kleine kamer en een balkon met uitzicht op de haven. Heel mooi. Op het terras voor het hotel drinken we meteen een (Amstel) biertje (800 drachmen/ƒ 6 voor twee halve liters). Op alle eilanden verkopen ze Amstel en Heineken. Meestal is er niet meer keus. Heerlijk zit je daar. Lekkere temperatuur, mooi uitzicht. Het plaatsje heet Mericha en is typisch Grieks met veel vissersbootjes in de haven.
Tegen zessen wandelen we het dorpje wat rond en gaan vervolgens op een terras aan het water zitten om wat te eten. We worden meegenomen naar de keuken, zodat we een keus kunnen maken uit het aanbod, want een menukaart hebben ze niet. De prijs krijg je pas te zien bij de rekening. We namen tzaziki, garnalensalade, Griekse salade, souflaki, kotelet en bier. Het smaakt ons uitstekend. Voor het geheel zijn we 6.300 drachmen kwijt (ƒ 46). We krijgen het wel wat fris in onze korte broeken en T-shirts. We gaan daarom snel terug naar het hotel. Omdat we zo moe zijn, tenslotte hebben we bijna een nacht gemist, gaan we tegen negenen al slapen. We hebben het echt nodig, want we snurken tot de volgende dag 8:30 uur.
Zondag 26 meiKythnos
Buiten in de zon op het terras met uitzicht op de haven genieten we van ons ontbijt. We krijgen een paar sneetjes brood met boter en jam en koffie en jus d'orange. We zitten daar lekker een uurtje en gaan dan naar de winkel. We kopen wat kaas, sinaasappels en water. Bij de bakker nemen we een brood, maar dat blijkt later meer toost te zijn, een soort scheepsbeschuit. Daarna pakken we de rugzakken in en wandelen we naar een strandje even verderop. Het uitzicht onderweg is prachtig. Vooral door de bloeiende roze oleanders, paarse distels, klaprozen en een soort gele dotters.
In het begin hebben we het strand voor ons alleen, tussen de middag komen er een paar anderen. We liggen een uur in de zon en zoeken vervolgens de schaduw op. Door de wind die er staat, is het er vrij fris en moet je wat kleren aantrekken.
Als we terugkomen bij het hotel zit het hele terras propvol. Wij gaan dan maar eerst douchen. Er is alleen 's avonds warm water. Als we boven zijn, horen we de fluit van een boot en er komt zo'n grote (hele volle) boot binnenvaren. Iedereen en alles stapt op, ook veel auto's en brommers, en vertrekt. Als wij beneden komen, hebben we het terras voor ons alleen. Het bier smaakt prima!
's Avonds eten we weer aan het strand. Dit maal bij de buren van gisteren. We nemen tzaziki, tamaro-salade, Griekse salade, moussaká, lamsvlees en een halve liter witte wijn. Vooraf krijgen we ieder een ouzo gratis. Kosten 5.400 drachmen/ƒ 40. We zitten hartstikke mooi: dicht aan het water met uitzicht op het dorpje en het is wat minder fris dan gisteren, doordat er weinig wind staat. Op de terugweg naar het hotel (ca. tweehonderd meter) kopen we bij de super blikjes bier en cola, die we op ons balkon opdrinken. 's Avonds worden we regelmatig wakker van de muggen en de discomuziek. Gelukkig gaat die niet de hele nacht door.
Maandag 27 meiKythnos
We ontbijten weer gezellig op het terras met uitzicht op de haven. Heerlijk ontspannen is dat.
We hebben geïnformeerd naar bussen die naar Loutrá zouden gaan, maar die vertrekken om 8:00 uur 's morgens en 'ergens' in de loop van de dag. We besluiten tot een taxi. We vragen dat aan onze hoteleigenaresse. Die gaat de straat op, roept iemand anders en die gaat de taxichauffeur waarschuwen. In een kwartier zijn we in Loutrá. Er is een soort eenheidsprijs voor de taxi: 2.000 drachmen.
Loutrá is niet veel. Een aardige haven, maar verder weinig te zien. Het lijkt een stuk toeristischer dan Mericha met allemaal restaurantjes aan de haven. Het schijnt dat veel Grieken daar naar toe gaan voor het bronwater.
Na een ijsje beginnen we aan de wandeling terug naar Mericha (ca. vijftien kilometer). Tot aan Chora (Kythnos) kunnen we via ezelpaadjes hele stukken afsnijden. Dat loopt veel gezelliger dan de asfaltwegen; we komen verschillende boeren op ezels tegen.
Kythnos is een fantastisch dorpje. Hartstikke leuke kleine, smalle straatjes, die beschilderd zijn met bloemen. Veel huizen zijn wit met blauw, een enkeling wit met rood. Een prachtig gezicht. We dwalen er een hele tijd rond en genieten van het dorpje. Uiteindelijk gaan we op een terrasje zitten om wat te drinken. Daarna gaan we naar een supermarkt om wat te drinken te kopen voor de rest van de wandeling en meteen naar het postkantoor voor het wisselen van twee girokaarten, want er is op het eiland geen pinautomaat. Bij een bakker kopen we twee kaasmomo's, die we onderweg naar Mericha opeten. Lekker.We kunnen een stuk afsnijden via het ons reeds bekende strand. Dat doen we natuurlijk en gaan gelijk een poosje aan het strand liggen om wat bij te kleuren. Het strand is weer zo goed als verlaten.
We zijn te vroeg bij het hotel (goed 16:00 uur) waar het siëstatijd is. Op de minder toeristische eilanden is alles tussen 14:00 uur en 17:00 uur dicht. We gaan op het terras zitten, waar genoeg te zien is, dus is het niet zo erg. Lia is even naar de overkant van de baai gelopen om een foto van de kerk te maken die nu in de zon ligt.
Daarna drinken we een biertje en vragen we ons af wat iedereen toch drinkt: grote glazen met bruin spul met een schuimkraag. Je drinkt het met een rietje. Toevallig hebben we er een paar weken geleden thuis over gelezen in de krant, maar we zijn allebei vergeten wat het eigenlijk is. We gaan het in ieder geval een keer uitproberen.
's Avonds eten we bij een restaurant waar voornamelijk Grieken komen. Dat is erg leuk en bovendien zitten we uit de wind. We zijn er intussen achter dat de Grieken pas na negenen gaan eten. Men vraagt altijd eerst waar je vandaan komt en waarschijnlijk afhankelijk van het antwoord, vertellen ze wat ze hebben, mag je in de keuken kijken of krijg je de kaart. Ons wordt wat verteld en we besluiten tot tzaziki, Griekse salade, retsína en een lamsschotel, de specialiteit van het eiland. Wat klaar is, wordt meteen gebracht. Men kent geen echte gangen en alles wat op tafel staat, is voor iedereen. Het smaakt wederom prima en het wordt steeds goedkoper (5.000 drachmen). Op de terugweg halen we bij de super een fles wijn, twee glazen en een fles koud water. Op ons balkonnetje drinken we dat lekker op. Tegen elven gaan we naar bed en we krijgen 's nachts weer enigszins last van de muggen. Maar dat komt ervan als je de deuren en de luiken open laat staan.
Dinsdag 28 meiKythnos
Weer een luierdagje. Na het ontbijt doen we wat inkopen en vervolgens gaan we naar de oude stad Kythnos. Die ligt boven op een heuvel, ongeveer honderdveertig meter hoog. De weg daar naar toe is een smal ezelpaadje dat zelden gebruikt wordt. Dat maken we tenminste op aan de vele spinnenwebben die dwars over het pad lopen. Je ziet ze erg slecht en soms zit je er bijna met je gezicht middenin voor je er erg in hebt. We nemen daarom allebei een stok die we voor ons uit over de weg maaien. Onze benen worden goed beschadigd door de vele doornige struikjes op het pad. We vinden oreganostruikjes die we overal ruiken. Grappig.
Boven op de heuvel zijn de overblijfselen van de oude stad niet veel bijzonders. Het uitzicht daarentegen over Mericha en andere baaien is echter adembenemend. Werkelijk schitterend. We proberen een foto met de zelfontspanner te maken, maar die lukt pas na drie keer. 't Zal mij benieuwen.
Op de terugweg komen we bij ons strand en we zijn er de rest van de middag gaan lezen, zonnen, eten. Het weer is vandaag niet buitengewoon, enigszins bewolkt. Als de zon helemaal weggaat, vinden we het al met al te fris en wandelen we terug naar het hotel.
Na een biertje gaan we op de kaai kijken waar een passagiersboot aankomt. De hele dag ligt er een grote vrachtboot, die even aan de kant is gegaan. Een aantal vrachtauto's rijdt af en aan om de lading te lossen. Het duurt allemaal wel erg lang op die manier. Met de passagiersboot komen ook allerlei verse spullen voor de winkels en restaurants binnen.
's Avonds gaan we bij weer een ander restaurant eten. We hebben ze nou allemaal gehad. Ook daar zitten weer veel Grieken. Ondanks de harde wind die er staat, kunnen we buiten zitten. We zitten net uit de wind. Lekker gegeten: lamskoteletten, spaghetti, tzaziki, Griekse salade, wijn.
's Nachts gaat het echt stormen en moeten we onze luiken dicht maken. Bij de volgende windvlaag vliegen de stoelen over het balkon. Dus ramen open, luiken open, stoelen naar binnen, luiken dicht, ramen dicht. De luifel hadden we reeds opgehaald want die klapperde in de wind. 's Nachts is er een korte hevige regenbui met een donderslag.
Woensdag 29 meiKythnos
Het is bewolkt en frisjes. Onder de luifel ontbijten we toch nog buiten. Zoals elke dag zitten nu reeds autochtone mannetjes in de kroeg. We denken dat zij er op uit worden gestuurd om brood te kopen, want dat hebben ze allemaal bij zich en dat ze dan van de gelegenheid gebruik maken om de kroeg in de gaan en de andere oudjes even te spreken.
We pakken onze dagrugzak in en vertrekken met dezelfde taxi als de vorige keer naar Kanala, aan de zuidoostkust. Het enige dat er leuk uitziet, is een kerkje met een blauw dak dat op een landtong staat. De rest van het dorp is enigszins verwaarloosd.We beginnen aan de klim voor de terugtocht, waarvoor we een 'bergrug' van driehonderd meter over moeten. Het is een prima dag om te lopen; geen zon, maar wel een aangename temperatuur. Goed voor korte broek en T-shirt. Vlak voor Dryopís (Sylakkas) staat een molen met een prachtig wit kerkje met rode daken. We wachten of de zon gaat schijnen, maar dat gebeurt niet echt. Even verderop hebben we mooi uitzicht op het dorp zelf. Een paar blauwe daken van kerken knallen eruit. Het is ongelofelijk hoeveel kerken er in al die dorpen zijn.
In het dorp gaan we op zoek naar een bakker, maar die kunnen we niet vinden, terwijl we wel mensen met brood zien lopen. Bij een kruidenier kopen we dan maar van een heel oude man toost en een blikje vis. Na het dorp verkend te hebben, lopen we terug naar Mericha en onderweg eten we alles in de berm op.
Helaas begint het te regenen en we schuilen bij een huis dat afgesloten is met een hek. We klimmen daar over heen en kunnen onder het afdak staan. Het duurt niet lang en na tien minuten wandelen we verder. We zijn amper op onze kamer in Mericha of het begint echt te hozen. Hebben we nog mazzel gehad. Totaal hebben we ongeveer vier uur gelopen (vijftien kilometer).
Op het terras beneden probeert Lia een frapé, zo'n glas met bruin spul. 't Is net wat ze gedacht heeft: koude koffie met opgeklopt schuim en ijsklontjes. Niet zo lekker. Het bier erna smaakt beter.
's Avonds na het eten (bij het Griekse restaurant van de derde dag) drinken we op het terras bij ons pension wat: Lia een dubbel ouzo en Martijn een driedubbele metaxa. We krijgen er pistachenootjes bij. Samen kosten deze twee drankjes minder dan een biertje.
Donderdag 30 meiNaar Sifnos
Vandaag vertrekken we naar Sifnos. Eerst zou het om 14:00 uur zijn; later blijkt de boot om 17:00 uur te varen. Het wordt een leesdagje. Het weer is nog niet best: veel bewolking, gelukkig geen regen, veel wind, weinig zon.
Op het terras lezen we zo'n beetje de hele dag. Tussen de middag kopen we een half brood, ham, een blikje sardientjes en fanta. Aan het water eten we dat op. Door de harde wind gaat dat echter niet zo makkelijk en de vis valt een keer op de grond in het zand.
De kaartjes voor de boot krijgen we om 17:00 uur, net voor het vertrek van de boot. Ze maken zich daar niet zo druk om; wij ook niet trouwens.
SIFNOS
Sifnos ligt ten zuiden van Sérifos en ten noorden van Milos. Het eiland is 80 km² groot, negentien kilometer lang en de grootste breedte is acht kilometer. Er wonen 2.100 mensen.
Het is al vanaf de oudheid een welvarend eiland vanwege zijn goud- en zilvermijnen. De bewoners geloven nog steeds in de nimfen die zich bij de bronnen zouden ophouden. Opvallend zijn de vele witte duiventorens die er uit zien als kleine kasteeltjes.
Sifnos staat bekend om zijn traditionele pottenbakkerijen en weverijen.
De boot komt om 17:15 uur en door de stevige wind die er staat, heeft hij wat problemen om goed aan te leggen. 't Is dezelfde boot als de vorige keer: de Anémos die van Athene naar Milos vaart. Boven op het dek moet je aan de goede kant gaan zitten: uit de wind, want anders word je haast weggeblazen. Er zijn wederom haast amper passagiers. Boven zee is de lucht telkens helder. Boven de eilanden zien we overal bewolking. 't Zal beter worden, zeggen de Grieken. We zien wel.
We maken een tussenstop bij het eiland Sérifos, waar nog meer problemen zijn met aanleggen. Het is een mooi gezicht hoe iedereen zich haast om alle spullen van boord af te krijgen. Op die kleine eilanden is geen vliegveld; dus alles moet met de boot aangeleverd worden. Je hebt er geen flauw idee van wat er allemaal binnenkomt.
Jammer dat het bewolkt is, want Sérifos-dorp ligt op een schitterende manier tegen een heuveltop. Een prachtig gezicht al die witte huisjes die tegen de berg geplakt lijken.Om 20:00 uur komen we op Sifnos aan. We worden opgehaald met een busje en naar ons hotel Kamari in Kamares-dorp gebracht. Een grote, ruime kamer met balkon aan de achterkant van het hotel. We lopen meteen het dorp in om even rond te kijken en te gaan eten. Het ziet er veel toeristischer uit als Kythnos, met veel meer restaurantjes, souvenirstalletjes e.d. Maar volgens de boekjes is, ondank het toerisme, het natuurlijke karakter en de charme bewaard gebleven. 't Zal ons benieuwen!
In een tentje dat er niet zo toeristisch en er dus Grieks uitziet, gaan we eten. Er ligt zowaar een menukaart op tafel. We hebben best trek en nemen daarom drie voorgerechten: tzaziki, Griekse salade en tamaro. Daarna souflaki en keftédes. Met een biertje erbij. Een kleine 5.000 drachmen kost het (ƒ 35). Vroeg naar bed.
Vrijdag 31 meiSifnos
Er zaten vannacht geen muggen. Hoera! Waarschijnlijk komt dat door de harde wind.
Het zal een mooie dag worden. In het begin wat wolken, daarna voornamelijk blauw en zon. Gelukkig staat er de meeste tijd wel wat wind, want als het echt windstil is (soms in de luwte), dan is het meteen heet.
Na het ontbijt (met een plakje tweekleuren cake) nemen we de bus naar Apollónia, de hoofdstad van Sifnos. Die ligt slechts vijfenhalve kilometer ten oosten van Kamares. Kosten 175 drachmen p.p. (ƒ 1,25). Je betaalt pas als je de bus verlaat. We kijken in het witte dorp wat rond en beginnen dan aan de trap die Apollónia met Katavati verbindt. Overal witte huizen, kleine straatjes, bloembakken, kerken met en zonder blauwe daken. We kunnen er maar niet genoeg van krijgen. Er staat een molen met een rood dak. We lopen terug naar Apollónia, waar we een ijsje eten en wat broodjes en cola kopen voor de lunch.
Volgens een boekje zou daar ergens een mooie wandeling beginnen, maar we kunnen dat punt maar niet vinden. Op een gegeven moment komen we in Artemóna uit, dat ook via traptreden te bereiken is. Omdat we er dan toch zijn, kijken we er wat rond. Van daar uit zien we echter het beginpunt van de wandeling (een brug) en dus is het niet voor niets geweest.We lopen over een smal pad dwars door olijf- en vijgenboomgaarden, opgestapelde muurtjes en duiventillen. Dat zijn kleine witte kasteeltjes die eruit zien als huizen, zo groot. We komen in Kato Petali en gaan dan op zoek naar de weg naar Kastro. We nemen zomaar een paadje in de hoop ergens in de buurt daarvan uit te komen. Onderweg vragen we het een keer aan een boer op een ezel. De paadjes worden steeds smaller en staan vol met prikplanten. Op de top zien we eindelijk het oude dorp op een uitstekende rots liggen. De moeilijkheid alleen is om naar beneden te komen. Het pad is nl. helemaal opgehouden. We moeten dwars door de struiken lopen en komen uiteindelijk op een niet meer gebruikt pad. We stuiten op een afgesloten trap waar we overheen klimmen, waardoor we bij mensen op het erf komen, maar een andere mogelijkheid zien we niet. Gelukkig staat het huis leeg. Om in de rivierbedding te komen (het verdere pad), moeten we over het afgesloten tuinhek heen klauteren.
Eenmaal bij Kastro aangekomen, beginnen de trappen (alweer) naar boven. Kastro was tot 1836 de hoofdstad van het eiland. Het is een vestingplaatsje met de ruïne van een Venetiaanse burcht. Dus weer veel smalle, witte trapstraatjes. Ze hebben balkons en onderdoorgangen die ons aan de Jemenitische architectuur doen denken. Ook daar is alles dicht tussen 14:00 uur en 17:00 uur.
Via een paadje (dit zou wel eens een pad kunnen zijn, laten we dat maar nemen) kunnen we een stuk van de asfaltweg afsnijden. Het is dus geen pad maar een rivierbedding die boven doodloopt. Met een hoop geklauter en bloed op onze benen van de planten, bereiken we de weg. Via een betere trap kunnen we nog een stuk afslaan. Overal kom je onderweg kerken tegen, zomaar in de middle of nowhere. Ook nu weer.
We zijn net op tijd in Apollónia om de bus naar Kamares terug te nemen. We vinden één open supermarkt (siëstatijd) waar we wat bier kopen, dat we op ons balkon opdrinken.
's Avonds in een echte Griekse kantine (zoals Martijn zich die voorstelde) kijken we in de potten en pannen en eten lekker. De witte huiswijn is er echt goedkoop: ƒ 3,50 per 0,5 liter. Eenmaal terug in het hotel worden we opgebeld door Stavros namens Wandering Islands. We zouden maandag naar Naxos varen, maar dan blijkt er geen boot te gaan. Hij doet wat voorstellen en wij besluiten er een nachtje over te slapen.
Zaterdag 1 juniNaar Santorini
Het beste voorstel is om diezelfde middag om 13:00 uur te vertrekken naar Santorini, daar te overnachten en dan de volgende ochtend om 8:00 uur door te varen naar Naxos, waar we dan een nacht langer zullen blijven. We zijn blij, dat we gisteren al een groot gedeelte van het eiland gezien hebben.
's Morgens zitten we uitgebreid op ons balkon in de zon om een beetje bij te bruinen. Goed 12:30 uur lopen we richting de haven; eerst bij Stavros naar binnen voor de kaartjes van de boot. Bij de bakker kopen we ieder een lekker gevulde bol en we gaan bij de haven wachten. Volgens goede Griekse traditie komt de boot van de Milos-express ruim een uur te laat. Op de boot is het een beetje drukker dan de vorige dagen: het begin van het toeristenseizoen staat voor de deur en de Grieken hebben een lang weekend in verband met Orthodox Pinksteren (maandag 3 juni).
Vervolgens zullen we zeven uur varen naar Santorini. Onderweg doen we allerlei eilanden aan: Milos, Kímolos, Folégandros, Síkinos en Ios. Bij iedere haven is het elke keer weer leuk om naar al die bedrijvigheid te kijken. Soms is het op de boot frisjes door de (harde) wind, soms is het warm (uit de wind en in de zon).
Om 21:00 uur bereiken we eindelijk Santorini; we kunnen net de dorpjes zien liggen in het licht van de volle maan. Aan de andere kant gaat de zon als een rode bal onder (net naast het eiland Ios).
We worden weer verwacht en in een busje scheuren we over de haarspeldbochtige weg naar boven. Je hebt hier prachtig uitzicht op de baai met de verschillende eilanden.
Wij moeten naar Kamari aan de andere kant van het eiland. We krijgen een kamer met balkon op de begane grond met uitzicht op (jawel!) een zwembad. We wandelen het dorp in en zien hoe erg toeristisch het er is. Bij bijna ieder restaurant schalt harde muziek naar buiten. Heel uitgebreide kaarten met gerechten uit allerlei landen. Echte Griekse tentjes ontdekken we niet ontdekt. Wij gaan ergens giros eten, omdat ze dat elders niet hebben. Vervolgens wandelen we over de boulevard langs het strand. Allemaal dezelfde winkels, hotels en restaurants met obers die je naar binnen proberen te lokken.
Zondag 2 juniNaar Naxos
Goed 7:00 uur worden we naar de boot gebracht die inmiddels ligt te wachten. Prompt om tijd (7:45 uur) vertrekt hij rechtstreeks naar Naxos. Het weer is enigszins bewolkt. Jammer, het is daardoor vrij fris op de boot. Dat verandert echter snel en alle wolken verdwijnen. In de zon en uit de wind is het lekker.
NAXOS
Naxos is het grootste eiland van de Cycladen en ligt ten oosten van Paros en ten zuiden van Mykonos. Het eiland is 428 km² groot. De grootste lengte is drieëndertig kilometer en de breedte vierentwintig kilometer. Er wonen 14.000 mensen. De 1.004 meter hoge Dziá of Zas is de hoogste berg van de Cycladen.
Samen met Andros is Naxos het meest groene en vruchtbare eiland. Naxos is van zichzelf een rijk eiland. Naxos produceert een kruidige likeur, de kítro, gemaakt van citroen.Twee uur en drie kwartier later zijn we in Naxos. George is iets te laat, waardoor we al hadden besloten om maar te gaan lopen. Maar dat hoeft gelukkig dus niet. Een niet zo'n grote kamer met een nog kleiner (heel smal) balkon. We leggen onze spullen neer en gaan het dorp in. We zitten vlak bij het centrum en vlak bij het strand. Het plaatsje is erg leuk met (alweer) smalle straatjes en witte huizen. Veel bloempotten en veel poezen. Er loopt een promenade langs de haven die vol staat met terrasjes en restaurantjes. Het ziet er leuk uit. Gelukkig staan de kelners ons nergens naar binnen te praten en te wenken. We kopen de volkskrant van vrijdag en een plattegrond van Naxos. De krant lezen we op een terras bij een cola. Vervolgens kopen we bij een bakker een Frans stokbrood en bij de supermarkt ernaast kaas, ham en lemon. Op ons balkon eten we dat op.Daarna gaan we naar het strand. De eerste aanblik valt ons tegen: al die mensen! Wat een drukte. Door echter een minuut of vijf verder te lopen, komen we op een vrij leeg gedeelte waar we heerlijk kunnen bakken en wat lezen. Lekker lui dus. We kleuren aardig bij.
Daarna lopen we het centrum in voor een tapbiertje op een terras uit de wind en uit de zon. Want daar hebben we allebei even genoeg van. Op een ander terras aan de boulevard drinken we een ouzo. Weer eens wat anders!
's Avonds bij een Italiaan gegeten. Wel tzaziki, maar tonijnsalade deze keer, een souflaki en een lekkere pizza. Even flaneren over de boulevard. We zien verschillende Grieken die gemiddeld op drie stoelen zitten: op een zitten ze, de tweede gebruiken ze voor hun voeten en op de derde laten ze, zo achteloos mogelijk, hun arm rusten.
Maandag 3 juniNaxos
Weer eens een inspannend dagje. Daar zijn we aan toe na een aantal ontspannende dagen. Bij het busstation hebben we naar tijden gekeken en er blijkt om 10:00 uur een bus naar Halki te gaan. Dat ligt zo'n beetje midden op het eiland. Gelukkig zijn we vroeg bij de bus (9:45 uur), want die zit dan al aardig vol. Wij hebben de twee laatste zitplaatsen. Als de bus tegen tienen vertrekt, zit hij propvol. Veel mensen staan in het gangpad. Niet alleen toeristen, maar ook Grieken zitten erin. Een meisje komt langs voor de kaartjes.
We hebben mooi uitzicht op Naxos met het er achter liggende Paros, als we een beetje in de bergen komen.
In Halki zijn we een van de weinige passagiers die uitstappen. Op ons gemak lezen we de weinige informatie die we hebben over Halki en we besluiten om gewoon rond te lopen en uit te kijken naar een paar middeleeuwse woontorens die hier zouden moeten staan. Die vinden we te midden van veel olijfbomen.
In het plaatsje zelf hebben we veel belangstelling van de oude Griekse mannetjes die daar rondhangen. Volgens de kaart loopt er een karrenspoor richting Mili. Vlak voor Tsikalari begint die en we kunnen het makkelijk vinden. Na een poosje houdt hij echter gewoon op. We doen verschillende pogingen om verder te gaan, maar komen er niet echt uit. Op een gegeven moment lijkt niets meer op een pad en lopen we maar op ons gevoel door de struikjes. We houden er allebei bloedende benen aan over, want er staan veel prikkende planten. Daarnaast groeit er veel oregano, wat je vaak sterk ruikt. Eindelijk komen we op een beetje pad uit, maar nu weten we niet welke kant we op moeten. Na lang overleg doen we maar wat. Ondertussen komen we langs verschillende marmergroeven. Ongelofelijk wat een werk moet dat zijn (geweest).
Uiteindelijk zien we een dorpje liggen en het eerste het beste paadje dat die kant opgaat, nemen we. Onderweg eten we een heerlijk, goed vers gebleven, brood (met pitjes erop) met camembert en komkommer die we in Naxos gekocht hebben.In het dorpje is één café open, waar we wat drinken. Er zitten twee andere toeristen en bij navraag blijkt dat we in Kinídaros zijn, een dorp teveel naar het oosten. We wandelen verder/terug naar Kili, waar een kouros ligt in een groene, lommerrijke tuin. Die ligt daar al meer dan 2.500 jaar. Het is een brok marmer van een onvoltooide jongeling, die tijdens zijn eerste transport zijn been brak. Men heeft hem gewoon laten liggen. Normaal zou hij op de plaats van bestemming afgemaakt zijn door een beeldhouwer.
Via Melanes lopen we terug naar Naxos. Op het eind vlak bij het hotel (bij de zacha) genieten van een biertje en van de stoel, waar we op zitten. We zijn goed moe. Maar wat wil je: we hebben zeven uur gewandeld met twee kleine rustpauzes!
's Avonds eten we bij Farao-restaurant, heel dicht bij het hotel, zodat we niet zo ver hoeven te lopen. Om 21:00 uur zijn we er zo'n beetje en pas om 23:00 uur staan we weer buiten. Een record in Griekenland. Er komen op hetzelfde moment nogal veel mensen binnen en wij geven aan dat we alle tijd hebben. Kunnen we tenminste op ons gemak de 'kilo open wijn' opdrinken. We eten souflaki en stifado (een rundvleesschotel). Het ziet er allemaal goed verzorgd uit en het smaakt prima. Omdat we lang moeten wachten, krijgen we een gratis glaasje kítro aangeboden, de plaatselijke kruidige likeur, gemaakt van citroen.
Dinsdag 4 juniDelos, Mykonos
Voor vandaag hebben we een excursie geboekt naar de eilanden Delos en Mykonos. De boot vertrekt om 9:15 uur. Bij de bakker kopen we allebei een kaasbroodje voor onderweg.De boot vertrekt prompt op tijd en het is, volgens verwachting, vrij rustig. We hebben de zaterdag-volkskrant gekocht en om die rustig te kunnen lezen (uit de wind) gaan we binnen zitten. De mensen die voor op de boot hebben plaatsgenomen, zijn binnen een minuut daar allemaal weg.
DELOS
De Cycladen cirkelen om Delos. Het ligt ten zuiden van Mykonos. De enige bewoners zijn de bewakers. Het eiland is 3.6 km², vijf kilometer lang en de grootste breedte is dertienhonderd meter.
Delos is het heilige eiland waar Apollo werd geboren. In de oudheid vormde Delos ook een cultisch-spiritueel middelpunt voor de Grieken.
Om 10:30 uur zijn we op Delos en we kunnen tot 13:00 uur rondwandelen. In onze reisgids staat een rondgang beschreven, die we gedeeltelijk volgen. Het eiland is een groot openluchtmuseum en er zijn geen hotels. Eerst komen we langs de Stierenhal met het portaal van de tempel van de vreemde goden. Wij beklimmen de Kynthos-heuvel, honderddertien meter hoog. Vandaar uit hebben we prachtig uitzicht over de opgravingen, de mooi gekleurde zee en de rond Delos liggende Cycladen. Op de top bevindt zich een heiligdom van Zeus en Athena, waar men vroeger met rooksignalen werkte. In de antieke stad zien we bij het huis van Cleopatra en Dioskóurides mooie beelden van dit echtpaar (100 voor Chr.). Verder zien we verschillende mozaïeken o.a. met kubusmotieven, die een optisch beeld vormen. Ook is er een theater (oorspronkelijk 250 voor Chr.) dat plaats had voor 5.500 toeschouwers. Vlak daarbij bevindt zich het voormalige, overwelfde stadsriool. Aan de andere kant van het complex bezoeken we snel het terras van de Naxische Leeuwinnen, de oudste monumentale beeldhouwwerken van Griekenland, gemaakt van Naxisch marmer. Eigenlijk hebben we wat tijd tekort om alles goed te kunnen bekijken.
MYKONOS
Mykonos ligt in het midden van de Aegeïsche Zee en is 85 km² groot. De grootste breedte is tien kilometer en er wonen 5.500 mensen.
De belangrijkste bron van inkomsten is het toerisme. Daarnaast is er wat visserij en landbouw.
Mykonos-stad is eigenlijk de enige bezienswaardigheid; een groot naaktstrand is de ontmoetingsplaats van 'gays' uit alle windrichtingen.
De boot vertrekt weer op tijd. Na een half uur varen zijn we al in Mykonos, een erg toeristisch eiland. De plaats zelf is een prachtig wit stadje met veel nauwe straatjes, bloembakken enz. enz. De rest van het eiland zou alleen maar interessant zijn voor strand- en discobezoekers. Er staan vijf windmolens. We slenteren op ons gemak door alle straatjes, kopen wat te drinken en bekijken alles uitgebreid. Het blijft mooi al die kleuren! En dan al die kerken. Op een pleintje staan er maar liefst vier naast elkaar en aan de andere kant staan er nog twee. Er staan driehonderdvierenzestig kerken op dit eiland! (85 km², 5.500 inwoners.) Veel van die kerken zijn privé-bezit en worden sporadisch gebruikt.
Tegen vieren drinken we op een terras aan de haven een biertje (de duurste tot nu toe; twee keer zo duur als de goedkoopste), want we zijn moe van het slenteren. Om 16:50 uur vertrekt de boot en om 18:30 uur zijn we terug op Naxos. We gaan naar de zes meter hoge marmeren poort van een nooit voltooide Apollo-tempel uit de zesde eeuw voor Chr.
Woensdag 5 juniNaxos
We hebben nu mooi licht om deze te fotograferen.
Met de (sport)krant van maandag gaan we op een terras bier en ouzo drinken. Lekker. 's Avonds bij de Chinees gegeten met kroepoek, spareribs, loempia's, 'sweet and sour pork' en bami-speciaal. Er staat bij dat hij 'hot and spicy' is, maar dat geldt niet voor onze Hollandse begrippen. Het smaakt allemaal goed en Chinees en het is de duurste maaltijd tot nu toe (7.400 drachmen).
We lopen terug via de smalle straatjes en besluiten bij de Dolfini-bar een borreltje te gaan drinken (ouzo). Dat is een heel gezellig terras, rustige muziek, rustige mensen, overal gekleurde cocktails op tafel. Het terras bestaat uit verschillende verdiepingen. Steeds komen er mensen langs die langzamer gaan lopen, even blijven staan en kijken. Grappig.We hebben een auto besproken, want we willen het eiland een beetje verkennen. Na negenen kunnen we die ophalen. Hij kost 8.000 drachmen. Voor 2.000 drachmen kunnen we er gratis benzine bij krijgen. Dat hebben we gedaan, zodat we voor ƒ 75 een hele dag kunnen rijden.
We hebben verschillende kaarten met wegen. Allemaal geven ze wat anders aan. Zeker als het om asfalt/onverharde wegen gaat. Er is een georganiseerde excursie waarvan we een routebeschrijving hebben. We besluiten om die zo'n beetje te volgen. Via Galadano rijden we naar Halki. We zien maar liefst drie excursiebussen en we zijn blij, dat we daar niet meegegaan zijn. Via Filoti rijden we naar Apíranthos. Onderweg hebben we schitterende uitzichten over de bergen. In Apíranthos bekijken we het stadje. Er zitten veel oude mannetjes. Als de bussen komen, vertrekken wij net en we rijden snel verder. Via Korones, Skado en Mesi bereiken we Apóllona, het hoofddoel van vandaag, aan de andere kant van het eiland, waar we de kouros bezoeken. In de vroege zesde eeuw voor Chr. werd een bestelling gedaan voor het beeld van Dionysos, die ruim tien meter lang moest worden. Al tijdens het eerste modelleren kwamen er barsten in het marmer en staakte men het werk.In Apóllona nemen we op een terrasje een cola. Via de westkant van het eiland rijden we terug. Dat wordt ons afgeraden door de vrouw van de autoverhuur: de wegen zijn slecht en er is niets te zien. De weg valt erg mee: sommige stukken zijn onverhard, maar goed berijdbaar; een groot deel is al geasfalteerd. We gaan op zoek naar het Abram-strand, waar we willen gaan eten. Op een gegeven moment zien we een pad naar beneden dat we nemen. Een mooi kiezelstrand helemaal voor ons alleen. Er ligt een brok marmer, dat heerlijk koel is, terwijl de rest van de stenen bloedheet is. Na het eten liggen we even in de zon, maar dat wordt al snel te warm, doordat er amper wind staat. We toeren nog een eindje. We zijn niet op het Abram-strand geweest, want dat staat een stuk verder pas aangegeven. Via Naxos rijden we naar de zuidkant, over de enige weg die daar loopt, naar Alyko. We willen er wat drinken, maar er is alleen maar zee en duinen. Verder helemaal niets. We rijden daarom terug en zien in Vivlos een grote kerk met vierkante toren. Terug in Naxos leveren we de auto in. Totaal hebben we zo'n honderdvijfentwintig kilometer gereden en hebben zo'n beetje alle verharde wegen van het eiland gehad.
Bij de zacha drinken we twee biertjes en eten dicht bij het hotel. Een hele grote salade (erg lekker), tzaziki, pazzizio (macaroni) en gevulde rollade. Erg veel alles bij elkaar. Als afsluiting krijgen we een kítro aangeboden. Vervolgens drinken we weer een ouzo op ons inmiddels bekende terras van de Dolfini-bar. Er is nog steeds amper wind, zodat we heerlijk buiten in een T-shirt kunnen zitten.
Donderdag 6 juniNaxos
Een rustige dag zou het worden. We besluiten om voor de laatste keer uitgebreid door het oude gedeelte te gaan slenteren. We komen zowaar in straten waar we nog niet geweest zijn. Bovenaan bezoeken we het archeologisch museum. Beeldjes die wij eerder gezien hebben bij toeristische winkels en die wij aanzagen voor moderne kunst, blijken tot de primitieve kunst te horen. Het zijn typisch beelden uit de Cycladen en zijn van 2.300 voor Chr. Later kopen wij een handgemaakte van marmer voor 6.800 drachmen, ƒ 50.
Bij een zacha drinken we koffie met gebak erbij. Wij vinden dat we dat toch minstens een keer moeten proberen. Op het terras met een krant genieten we er uitgebreid van.
's Middags liggen we op het strand, waar het een stuk rustiger is dan de vorige keer (toen was het zondag). Toch zijn we helemaal doorgelopen naar een stil stuk.
Na een pilsje bij de zacha en het avondeten (met een overheerlijke kalamári-salade) drinken we een flesje witte wijn bij de Dolfini-bar.
Vrijdag 7 juniNaar Paros
We staan om 10:00 uur ingepakt en wel klaar om te worden weggebracht voor de boot van 10:30 uur naar Amorgós. Het zou een draagvleugelboot worden en dat lijkt ons wel leuk. Helaas krijgen we te horen dat hij niet komt. Hij moet uit Athene komen en er staat te veel wind. Jammer. We gaan dan maar wat rond wandelen en beraadslagen wat we zullen gaan doen. Op een bord met de vertrektijden van alle boten staat voor morgen echter geen boot naar Amorgós. En als we op de terugweg naar Santorini ook zulke problemen zullen krijgen, zouden we Santorini wel eens kunnen missen. En dat willen we in geen geval.
George van het hotel vertelt dat er misschien zaterdagavond wel een boot naar Amorgós zou gaan. Misschien ook wel niet. Daar willen we echter niet op wachten: we hebben Naxos wel gezien en we willen niet het risico lopen hier nog twee dagen te zitten. We besluiten ondertussen om te kijken of het mogelijk is een paar dagen naar Paros en twee dagen eerder naar Santorini te gaan. Dan kunnen we Paros bekijken en hebben we in Santorini meer tijd om het eiland te verkennen. George belt het trefpunt en krijgt ze met veel moeite te pakken. Gelukkig blijkt ons voorstel geen probleem en kunnen we 's avonds naar Paros vertrekken.
De middag brengen we lezend op het strand door, waar we veel moeite moeten doen om uit de wind (en uit de zandstormen) te liggen.
De (kleinere) boot naar Paros vertrekt iets na achten. En omdat er erg veel wind staat, blijven de mensen op en neer lopen met kotszakjes. Heel wat mensen hebben er last van.
PAROS
Paros ligt ten westen van Naxos en ten oosten van Andíparos. De oppervlakte is 194 km². De lengte is tweeëntwintig kilometer en de grootste breedte vijftien kilometer. Er wonen 8.000 mensen.
Het eiland is arm aan groen, er is weinig water en bepaalde gebieden zijn uitgesproken kaal.
Paros is het marmereiland bij uitstek. Parisch marmer wordt beschouwd als het mooiste van de wereld. Al in de vijfde eeuw voor Chr. werden de tempels op de acropolis in Athene voornamelijk met Parisch marmer gedecoreerd.
Om halftien komen we op Paros aan. De hoteleigenaar en iemand van de reisorganisatie wachten ons op Doordat er bij ons vrij veel veranderd is in het reisschema, vinden ze ons blijkbaar een probleemgeval en hebben we wat extra aandacht nodig. We krijgen van haar nieuwe tickets en meteen de boottickets voor zondag naar Santorini.
We worden naar villa Marisa in Paroikía [Parikía], de havenplaats, gebracht. Het hotel is in feite een gewoon huis met acht kamers. De entree is de woonkamer van de familie waar we telkens door moeten. Grappig. We krijgen een plattegrond van het dorp en we stappen er op uit om te gaan eten. Er zijn erg veel pizzeria's en bij een ervan komen we uiteindelijk terecht. Er staan veel obers ons naar binnen te lokken. We eten tzaziki (alweer), tonijnsalade, de heerlijkste lamskoteletten die er in Griekenland te vinden zijn en een goed gevuld potje met spaghetti. Aan het eind krijgen we een of ander likeurtje. Daarna gaan we meteen slapen.
Zaterdag 8 juniParos
Voor het ontbijt moeten we eerst de hoteleigenaar waarschuwen en dan kunnen we op het dakterras gaan eten. We krijgen er zelfs een plakje kaas bij! Wat een luxe.Vervolgens bekijken we uitgebreid het dorp. We komen langs de haven, waar een cruiseschip op zijn kant in de haven ligt. De huizen zien er allemaal iets minder verzorgd uit dan op Naxos. Veel kunnen er wel een verfje gebruiken. Toch is het erg leuk.Het Kastro is uit 1266 en is op de antieke acropolis gebouwd. Je hebt een mooi uitzicht over zee. Tussen de middag eten en drinken we bij een van de vele zacha's.Na een siësta zoeken we tegen vijven op de boulevard een café waar we naar de openingswedstrijd van het EK voetbal kunnen kijken. We vinden er al snel een en het wordt lekker druk met Engelsen, Grieken en Scandinaviërs. Onder het genot van een pilsje zien we Engeland gelijk spelen tegen Zwitserland. Vooral het commentaar van de Engelse supporters is erg leuk.'s Avonds eten we luxe in Apollon Garden. We zitten heerlijk buiten in een tuin; er is weinig wind. We nemen een fles lokale wijn, een bordje met allemaal verschillende voorafjes, souflaki en een schnitzel met ham en kaas. roquefortkaas toe en koffie met metaxa. Lekker en duur (11.200 drachmen ƒ 82,50) voor Griekenland dan.
Zondag 9 juniNaar Santorini
In Paroikía vinden we met veel moeite de Panayía Ekatontapylianí-kerk met klokken in de boom. Er staat een oud kerkje naast uit de zesde eeuw, waar vroeger wonderen zouden zijn verricht.
Na een ijsje en een drankje zitten we uitgebreid op de kade te kijken naar de komende en vertrekkende boten. Onze boot naar Santorini zou om 12:45 uur vertrekken, maar dat wordt 13:30 uur. Het is een enorme grote boot die uit Piraeus komt. Het is een erge warme dag zonder wind. Op de boot blijven we daarom in de schaduw.
SANTORINI
Santorini is het meest zuidelijke eiland van de Cycladen. Het ligt ten zuiden van Ios en ten westen van Anáfi en is eigenlijk een kleine archipel van vijf eilanden die gevormd zijn door vulkanische uitbarstingen.
Thira is 16,7 kilometer lang met een grootste breedte van 6 kilometer. Er wonen 6.200 mensen.
Thirasía is 5,7 kilometer lang met een grootste breedte van 2,7 kilometer. Er wonen 250 mensen.
Nea Kaïméni is 2,4 kilometer lang met een grootste breedte van 2,2 kilometer.
Paleá Kaïméni is 1,4 kilometer lang met een grootste breedte van 0,66 kilometer.
Asproníssi is 0,6 kilometer lang met een grootste breedte van 0,2 kilometer.
Het halvemaanvormige Thira en de andere eilandjes vormen de overblijfselen van een ooit 150 km² metend eiland met een vulkaankegel die oorspronkelijk 500-800 meter boven de zee uitrees. Aan het eind van een uitbarsting omstreeks 1470 voor Chr. stortte de vulkaankegel ineen en zakte in de diepte, waarbij de zee in de krater stroomde.
Toen we vorige keer op Santorini aankwamen, was er van drukte op de kade geen sprake. Nu zijn er talloze hoteleigenaren met bordjes die gasten afhalen. Die van ons is er ook bij. Even verderop, ze mogen waarschijnlijk niet verder, staan hotel-/kamereigenaren met bordjes om te proberen een kamer te slijten. Het is een lachwekkend gezicht.
In Kamari gaan we op zoek naar een café om voetbal te kijken. Op de boulevard zijn er wel een paar met slecht beeld. Bovendien is het geluid weggedraaid en komt er een achterlijk muziekje bovenuit. Totaal geen sfeer, vandaar dat er waarschijnlijk niemand zit te kijken. Na een duur pilsje (33 cl voor 500 drachmen; normaal 50 cl voor 350 drachmen), gaan we maar verder in het hotel kijken. We zijn wel de enige, maar er zijn tenminste voetbalachtergrondgeluiden, goedkoper bier en een lekkere bank waar je op kunt zitten. Vervolgens gaan we op zoek naar een beetje Grieks restaurant. De boulevard mijden we in het vervolg. Afschuwelijk is het er, met allemaal mensen die je naar binnen praten. Bah.
Vlak bij het hotel is een tent die ons wel aan staat. De gerechten zijn echt Grieks en de kilo open witte wijn is lekker. We staan op het punt van weggaan, als we van de taverne een extra halve kilo wijn aangeboden krijgen. Dat slaan we natuurlijk niet af.
Op de terugweg lopen we wat rond en zien wat enthousiaste Grieken die naar het EK kijken. Ze zijn vol lof over Ajax. De tweede helft van die wedstrijd kijken we in het hotel.
Maandag 10 juniSantorini
Na het ontbijt (met ham en kaas) gaan we naar het busstation aan het strand. De bus naar Thira is net weg, dus moeten we een half uur wachten. Hij is erg vol. De rit duurt twintig minuten en kost 200 drachmen (ƒ 1,50).
Thira blijkt een groot toeristendorp. De witte huizen zijn niet te zien door alle spullen die te koop zijn uitgestald. Niet leuk. We besluiten om eerst maar naar beneden naar de haven te lopen. Thira ligt nl. op een driehonderd meter hoge en bijna loodrechte kraterwand. Je kan daar komen door een trap van vijfhonderdachtentachtig treden te bewandelen of op een ezel of paard te rijden of met de kabelbaan. Wij gaan lopen. Onderweg hebben we prachtig uitzicht over de dorpjes en de zee en de kliffen. Prachtige kleuren. In de baai liggen verschillende cruiseschepen, waarvan de gasten met kleine bootjes aan wal worden gebracht. In het driehonderdnegentig meter diepe kratermeer kan geen enkele boot ankeren; de cruiseschepen leggen daarom bij een grote boei aan.
Beneden drinken we wat en daarna beginnen we aan de tocht naar boven. Het valt ons mee. Wel zweten natuurlijk, want er staat nog steeds niet veel wind. We slenteren wat rond en bij een zacha eten we een overheerlijk stokbroodje en drinken we een hele fles water (anderhalve liter).
Daarna wandelen we wat verder uit het centrum en dan vinden we warempel stille, witte straatjes. Met veel witte kerkjes en prachtige uitzichten over zee. Dit is dan een prachtig gedeelte en daar komt dan geen toerist. Wij snappen er niets van. Om 14:00 uur besluiten we terug te gaan met de bus. We gaan vervolgens aan het zwembad van het hotel liggen lezen/zonnen/zwemmen. Lekker.
Om 18:30 uur zitten we met een pilsje voor de tv (als enige) voor de wedstrijd van Nederland tegen Schotland: 0 - 0. Jammer, Nederland heeft veel meer kansen gehad.
's Avonds gaan we schuin tegenover het hotel eten bij Castello. We nemen weer de traditionele tzaziki en Griekse salade. Daarna krijgt Martijn een potje met stifado en Lia een potje met juvetsi of zoiets. Het is in ieder geval allebei iets met rundvlees en erg lekker.
We horen van de dochter van de eigenaar dat het 's winters in Kamari zo goed als uitgestorven is. Drie of vier families blijven over en ergens is een supermarkt open. De rest trekt weg.
Dinsdag 11 juniSantorini
Vandaag bezoeken we het oude Thira. De overblijfselen van de antieke hoofdstad worden aan het eind van de vorige eeuw ontdekt en vanonder een zes meter dikke laag vulkanische as opgegraven. Het is een flinke klim. Thira ligt op een driehonderd meter hoge berg die aan drie zijden steil in zee afloopt.Het mooiste zijn de reliëfs van de tempel van het Heiligdom van Artemidoros (reliëf van zichzelf, dolfijn, arend en leeuw). Voor de rest moet je een hoop fantasie hebben. Wel hebben we prachtig uitzicht over Kamari en het strand. We zien de vliegtuigen onder ons landen.Bij de supermarkt doen we inkopen voor de lunch en eten die op onze kamer op. 's Middags liggen we bij het zwembad te lezen.'s Avonds halen we bier en drinken dat op ons balkon op en gaan eten bij Ambrosia. Het is er Griekser als we in eerste instantie dachten. We nemen eens een keer kalamári vooraf. Alleen krijgen we die pas op het eind; waarschijnlijk moest die nog gevangen worden.
Woensdag 12 juniSantorini
We hebben de excursie 'Santorini's beauty's in one day' geboekt. Voor het hotel worden we om 9:00 uur (Griekse tijd) opgehaald. We gaan diverse andere hotels af en met een halflege ac-bus rijden we naar Akrotiri. Onderweg vertelt de gids een heel verhaal over het ontstaan van Santorini. Vlakbij Akrotiri stoppen we bij een uitzichtpunt over alle eilanden van Santorini. Daar stappen een boel mede-excursisten is. Dat blijkt een groep Baobabbers te zijn. Grappig, dat je die daar tegen komt.Akrotiri was een stad in 1500 voor Chr. Er staan grote delen van huizen en er zijn vele, grote, mooi beschilderde potten gevonden. Er zijn verschillende schilderingen aangetroffen, zoals de Antilopen, de boksende jongens, een visser. Alle fresco's zijn nu in Athene. Jammer. Het schijnt dat er nog heel wat onder de vulkanisch as en stof verborgen ligt. Wie weet wat er allemaal uitkomt.
Daarna stappen we in de haven Athiniós in een boot, die ons naar het eiland Nea Kaïméni brengt (in een kwartier). We lopen naar de Yorgos-krater (honderdvierentwintig meter hoog). We zien wat gaten waar gas en stoom uitkomt, de fumarolen (rottende eieren!). Van daar uit hebben we mooi uitzicht op de Caldera (de krater) en het grote eiland: Thira. We varen verder naar het eiland Palea Kaïméni. In de baai gaan we voor anker. Wie wil, kan vanaf de boot naar de warmwaterbronnen zwemmen. Daarvoor moet je wel een eind door koud water heen. Bovendien is de zon achter de wolken verdwenen, waardoor het meteen frisjes wordt, zodat we afzien van het zwemmen. Redelijk veel mensen doen het wel. Het valt ze wat tegen.
We varen naar het eiland Thirasía, waar ongeveer tweehonderdvijftig mensen wonen, verspreid over drie dorpen. Onderaan zijn wat tavernen, maar wij besluiten meteen de trap naar boven te nemen. Bovenaan gaan we op een terrasje zitten om wat te eten (het is ondertussen 14:45 uur). En alweer merken we, dat als ergens mensen zitten, ook anderen komen. Nu ook weer. Al snel zitten er verschillende mensen van de boot. Wij nemen (hoe kan het anders!) tzaziki en Griekse salade, anderhalve liter water en twee blikjes lemon.
We kijken wat in het dorp rond, maar er is niet zo veel te beleven. Daarna vertrekken we naar Oia [Ia] op het grote eiland. Na de laatste grote aardbeving in 1956 werd het grotendeels verwoest. Het is opnieuw opgebouwd in oorspronkelijke staat. Het is een prachtig stadje, lang niet zo toeristisch als Thira en mooie straatjes. Er is in de huizen en kerken wat meer kleur gebruikt. Wederom moeten we trappen (tweehonderdtachtig stuks) omhoog lopen om vanuit de haven het dorpje te bereiken. Puf puf. We kunnen geen trap meer zien. We lopen uitgebreid rond tot we uitgeput bij de molen gaan zitten om de zonsondergang af te wachten. Die gaat mooi als een oranje bal onder, maar verder kleurde de hemel amper. Met de bus worden we teruggebracht naar Kamari.
Bij de 'halve kilo wijn' gaan we weer eten. Alweer kalamári-salade besteld. Hij is totaal verschillend van de vorige. Leuk is dat. Zo weet je eigenlijk nooit wat je precies krijgt. Het zit er vrij vol met allerlei Grieken. Vroeg naar bed, want we zijn bekaf.
Donderdag 13 juniSantorini
Met de bus gaan we weer naar Thira. Het is een kleine bus en al propvol. Wij moeten staan. Dat zou niet zo erg zijn geweest, als hij maar niet zo laag is. Martijn past niet en moet gebukt staan. Gelukkig gaan er ergens mensen uit, waarna hij bij de achteringang een trapje lager kan gaan staan. Een Belgische die daar al staat, vindt dat prettig, want eerst stond ze in de tocht en nu fungeert Martijn als windscherm.
In Thira lopen we helemaal door naar het noorden; weg van alle toeristenstalletjes. Daar is het een stuk rustiger en toch zo mooi. Prachtig al die uitzichten over het dorp met de zee op de achtergrond. Thira gaat langzaam over in Meroriglí. Weer dwalen we uitgebreid door de straten en ontdekken we dat het eiland echt smal is: aan beide kanten zie je de zee.
Na een grote fles water en een ijsje (Magic i.p.v. Magnum) lopen we terug naar Thira. In dezelfde zacha als de vorige keer nemen we weer een overheerlijk stokje. Ditmaal met koffie en cola. Met de bus gaan we terug naar Kamari.
We liggen 's middags (na 14:15 uur) bij het zwembad. 't Het is maar goed, dat we dit hotel als laatste hebben. Het heeft net iets meer dan de rest (Kythnos uitgezonderd).
's Avonds gaan we vroeg eten, schuin aan de overkant, i.v.m. het voetballen (Zwitserland-Nederland voor de EK). We nemen mixed-grill, die inclusief tzaziki en Griekse salade is. Een halve liter open wijn erbij en anderhalve liter water.
Bij een café hebben we ergens een aankondiging gezien van het voetballen, dus dat lijkt ons wel wat. Nou, het is dus helemaal niks. Een paar Scandinaviërs zitten er en wij. Het geluid van de televisie is uit en de muziek die ze draaien, komt met moeite boven de muziek van de buren uit. En we zitten flink ver van het beeld vandaan. Zo verschrikkelijk sfeerloos! In de pauze (0 - 0) gaan we snel naar het hotel terug. Daar zitten drie Nederlanders, het beeld staat een stuk dichterbij en het geluid is aan. Ook al versta je bijna niets, je hoort de toeschouwers en de fluit van de scheidsrechter. Het begint bij Nederland wat beter te lopen en ze winnen zowaar met 2 - 0.
Vrijdag 14 juniNaar Kreta
De laatste ochtend op Santorini. We hebben het wel zo'n beetje gezien en samen met vier anderen die met dezelfde boot als wij mee zullen gaan, brengen we de ochtend lui bij het zwembad door. Tussen de middag halen we een stokbrood, camembert en anderhalve liter lemon.
KRETA
Kreta is het zuidelijkste van de Griekse eilanden. De oppervlakte is 8.312 km² en er wonen 503.000 mensen. Het ligt ca. honderd kilometer ten zuiden van Santorini.
Om 14:00 uur worden we naar de boot gebracht die zowaar op tijd (15:15 uur) vertrekt. Het is een grote boot en het wordt onze laatste vaart van deze vakantie. Tegen zevenen varen we de haven van Heraklion op Kreta binnen. Met twee taxi's worden we naar ons hotel, niet ver van het centrum gebracht. Snel douchen we, want om 20:00 uur zou er een mevrouw van de reisorganisatie komen. Van haar krijgen we een drankje aangeboden (wij nemen ouzo) en ze vertelt het een en ander. We krijgen o.a. een plattegrond van Heraklion. Wij zwerven wat door de stad en zien veel brommertjes, veel Grieken ook. Er zijn verschillende pleinen met terrassen die helemaal vol met Grieken zitten. De restaurants zijn niks. Overal probeert men je naar binnen te sleuren. Daar hebben we altijd zo'n hekel aan, dus gaan we er niet heen. Uiteindelijk vinden we in een achteraf straatje een restaurant waar enkel Grieken zitten. Je wordt er niet binnen gehaald en het ziet er erg Grieks uit. Het eten is erg lekker en heerlijk gekruid met veel oregano. De open witte wijn is lauw, waardoor we er een fles koud water bij drinken. Achteraf krijgen we een borrel en een bord met kersen gratis. Leuk. Aan de overkant van de straat kunnen we bij een klein stalletje voetballen op de tv zien. De Grieken vinden helemaal niet leuk, dat Italië achter komt. Omdat we het einde van die wedstrijd willen zien, gaan we op weg naar het hotel ergens een café in, waar vier tv's naast elkaar aan staan. Er komen daar rijke Grieken; veel meisjes in cocktailjurken en mannen met strop. Maar toch ook mensen in spijkerbroek, zodat wij niet uit de toon vallen. Het is er prijzig: 33 cl bier en een ouzo: maar liefst 1.800 drachmen! Je krijgt er wel luxe nootjes en een schaaltje rauwkost bij. Italië verliest.
Zaterdag 15 juniKreta
We slenteren wat rond door het centrum en besluiten om naar het archeologisch museum te gaan (entree 1.500 drachmen p.p.). Er is veel te zien en beslist de moeite waard. We kijken er een hele tijd rond. Na afloop zitten we een poosje in de tuin de krant te lezen.
Vervolgens naar het centrum en bij een zacha eten we een lekker stokje en drinken we lemon. We kijken even bij de haven en lopen verder. Eigenlijk is er helemaal niets aan. Niks bijzonders te zien. Daarom houden we 's middags maar siësta en doen een tukje. En dat terwijl een irritant onregelmatig geluid overal in het hotel (dag en nacht) doordringt.
Om 17:00 uur gaan we op zoek naar een fatsoenlijke kroeg om naar Engeland-Schotland te kijken (die spelen in dezelfde poule als Nederland). En die vinden we zowaar. Het is een beetje Engelse kroeg met redelijk veel mensen, vooral Engelsen. Onder het genot van een pilsje zien we Engeland met 2 - 0 van Schotland winnen. En dat is best gunstig voor Nederland.
Snel nog even 10.000 drachmen gepind en daar kopen we o.a. een fles zevensterren metaxa van. Na een douche willen we naar hetzelfde restaurant als gisteren. Tot onze grote verbazing is dat gesloten. En dat op zaterdagavond. We komen dan op een meer toeristischer terras terecht en het is meteen minder leuk. Ze hebben niet eens open wijn; alleen hele dure flessen. We drinken daarom maar bier. Verder tamaro-salade, Griekse salade (de tzaziki komt zo'n beetje onze strot uit), souflaki en giros. Het smaakt wel goed.
In hetzelfde café als gisteren drinken we weer een ouzo. We krijgen deze keer zelfs een schoteltje met allerlei hapjes erbij (worst, gehakt, kaas, olijven).
Zondag 16 juniNaar huis
Na het ontbijt gaan we snel op zoek naar een krant, maar op zondag zijn de winkels niet zo vroeg open.
We worden ruim op tijd met een taxi opgehaald en dat is maar goed, want zo staan we vrij vooraan om in te checken. Als we daarmee klaar zijn, zien we pas hoe lang die rij is. We willen wat gaan drinken en moeten weer aansluiten in een enorme rij. Overal is het even druk, terwijl de voorzieningen minimaal zijn. Er is een grote wachtruimte, maar daar staan amper stoelen. Terwijl Lia cola haalt, heeft Martijn twee stoelen kunnen bezetten. Daarna maken we onze laatste drachmen (op vijf na = ƒ 0,035) op aan nootjes in de taxfree.
De vlucht met Martinair heeft een uur vertraging zodat we om 13:45 uur vliegen. Om 16:10 uur Nederlandse tijd landen we op Schiphol en om 18:15 uur zijn we thuis.
Dit was een door NBBS voor ons georganiseerde reis.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.