Griekenland: Andros – Tinos – Syros
3 t/m 18 september 2013
Samen met Petra gaan we drie voor ons onbekende Griekse eilanden verkennen. Bij SNP hebben we een individuele wandelreis geboekt naar Andros en Tinos. Syros hebben we er zelf achteraan geplakt. ANDROS is het meest noordelijke eiland van de Cycladen en heeft prachtige oude paden, fraaie zandstranden, weelderig groene dalen, hellingen vol fruit- en olijfbomen, bergstromen, natuurstenen huisjes en een oneindig aantal bronnen met zuiver drinkwater. Op TINOS vinden we witte labyrintdorpen, de burcht Exoburgo, kunstzinnige duiventorens en bizarre granietrotsen. De Agia Panagia-kerk is een bedevaartplaats voor de Grieken. SYROS is de hoofdstad van de Cycladen. Het is een klein heuvelachtig eiland met de gezellige hoofdstad Ermoupolis en veel mooie stranden. We overnachten in kleine gastvrije familiepensions aan zee op Andros en Syros en in het binnenland op Tinos.
Dinsdag 3 septemberNaar Andros
Om 08:55 uur vertrekken we vanaf Rotterdam Airport via München naar Athene. Op het Rotterdamse vliegveld waren we nog nooit eerder geweest, maar omdat we hier maar een uur voor vertrek aanwezig hoeven te zijn, hebben we hiervoor gekozen. Het is er rustig en lekker ontspannen.
We krijgen zowel in het eerste deel als in het tweede stuk wat te eten en te drinken, hoewel SNP had verteld, dat we niets zouden krijgen. Nou vliegen we wel met Lufthansa, dus dat zal het verschil wel maken.
Om 14:30 uur landen we bij Athene. We halen de bagage op en stiefelen naar de uitgang. We worden verwacht en met een taxi worden we naar Rafina gebracht alwaar de boot naar Andros zal vertrekken. We moeten even wennen aan de warmte; het is hier een graad of 28, toch zo'n tien graden warmer dan thuis. Maar wel lekker! We moeten een uur in de haven wachten en doden onze tijd met een kilo open witte wijn en wat chips die we er gratis bij geserveerd krijgen. De boot is niet druk en wij zitten lekker buiten op het dek uit de wind. Na twee uur varen komen we op Andros, het op één na grootste eiland van de Cycladen. We zijn in Gavrio aan de westkust en moeten naar Nimborio oftewel Chora aan de oostkust. Er staan verschillende bussen te wachten die snel vollopen en wij vragen het maar even voor de zekerheid. Na ruim een uur rijden komen we op het busstation waar we een telefoontje plegen naar Hotel Stella en na vijf minuten komt de eigenaar al voorrijden. Het hotel ligt een kilometer buiten de plaats pal aan zee. Je steekt de smalle straat over en je staat op het strand. Wat wil een mens nog meer.
We leggen onze spullen in de kamers en gaan meteen op pad om wat te eten. Het is al 21:00 uur en we lusten wel wat. We lopen richting stad en zien heel veel vooral lege cafeetjes. Na vijf minuten lopen zit een restaurant waar we gaan zitten; we zijn de enige gasten. Maar dat duurt niet lang: het is altijd overal hetzelfde: als er eenmaal iemand zit, volgen er meer. Ook nu. De mevrouw wil dat we meekomen naar de keuken om aan te wijzen wat we willen eten. Ze spreekt drie woorden Engels. We kiezen voor een tzatziki, die heel lekker en dik is, een boerensalade, kleine visjes, aubergines en een Andros-variant op de moussaka. Samen met (nog) een kilo open wijn smaakt het ons meer dan voortreffelijk. Het enige nadeel is dat we te veel eten.
Op het terras bij het hotel nemen we nog een afzakkertje in de vorm van een ouzo.
Daarna vallen we als een blok in slaap.
Woensdag 4 septemberAndros
Een voor Griekenland uitstekend en uitgebreid ontbijt met yoghurt (met honing), omelet, wit en bruin brood. Heerlijk. Het is lekker zonnig en we zitten buiten op het terras onder de druivenranken met uitzicht op zee. We zijn tevreden mensen.
We wandelen naar Chora in ongeveer vijftien minuten over de weg langs het strand. We doen het langzaamaan en nemen de trappen zodat we hele stukken weg afsteken. We zien veel leuke eettentjes voor vanavond. Het centrum is zowaar voetgangersgebied en er is een 'grote' winkelstraat.
We zijn aangenaam verrast over het gezellige dorp. Er zijn veel mooie doorkijkjes, kerkjes, gewone en souvenirwinkeltjes (voor sieraden) en vele terrasjes. Die laatste zitten veelal helemaal vol met vooral oude Grieken. Zowel mannen als vrouwen. Er wordt voornamelijk Griekse koffie met water en frappé gedronken. En heel veel gekletst. Iedereen kent iedereen. Een enkele verdwaalde (westerse) toerist dwaalt door de straten. Net als wij. Er lopen heel wat zwarte weduwen.
Aan de overkant staan een paar toestellen voor kleine kinderen. Zodra die dat zien, willen ze daar allemaal in. Zitten ze daar eenmaal in, dan zijn ze snel verveeld, want ze draaien wel heel erg langzaam rond. Het ziet er wel grappig uit: een koffiepot in het midden met kopjes er om heen waar de kinderen in zitten.
We slenteren door de straatjes en zien de winkels en de kerken. We komen uit bij de oude poort die vroeger toegang gaf tot het oude dorp dat geheel op het schiereiland lag. Het huidige dorp is in de richting van het vaste land flink uitgebreid. Een oude brug verbindt nog het dorp met de ruïne van het kasteel uit de 13de eeuw. De zee heeft een prachtige groenblauwe kleur. Het waait enigszins waardoor het een heerlijke temperatuur is. Uiteindelijk belanden we op het grote drukke terras waar nog net één tafeltje vrij is. We blijven een hele tijd zitten onder het genot van Griekse koffie, thee, bier, cola, tosti en we genieten van het bekijken en becommentariëren van allerlei passanten. Vooral de wat oudere vrouwen met vreemd rood haar moeten het ontgelden.
Om 14:00 uur begint ongeveer de siësta en de gewone winkels sluiten. We gaan terug naar het hotel en vervolgens steken we de weg over, leggen onze handdoeken op het strand en gaan zwemmen. Heerlijk water. Wat 'grote' golven, een fijne zandbodem, maar het water is wel troebel. We dobberen een tijdje rond en drogen daarna op het strand op.
Tijd voor een drankje. Op het terras van het hotel hebben ze tapbier, lekkere halve kilo's... (voor € 3). Petra gaat aan de ouzo. We zitten heerlijk met uitzicht op zee en horen Grieks en Vlaams (jawel) praten.
We moeten nog wat wennen aan de Griekse maten: ze drinken geen halve liters, maar halve kilo's. En een glaasje ouzo is zestig gram (€ 2,50).
We eten in een tentje dicht bij Chora aan zee. Er zitten er verschillende naast elkaar en in elke tent zitten een paar mensen te eten. Gefrituurde kaasflapjes, tzatziki, salade, een enorm groot bord aubergines (lekkerder dan gisteren), rundvlees en groentebladeren gevuld met gehakt en rijst. We genieten er van. Even als van een laatste ouzo bij het hotel.
Donderdag 5 septemberAndros
Vandaag gaan we wandelen. Van SNP hebben we goede beschrijvingen en mooie kaarten gekregen. We lopen naar Arikia en terug via Stenies en Yialia. Totaal ruim elf kilometer waar we inclusief pauzes vijfenhalf uur over zullen doen.
We wandelen over smalle paadjes met aan beide kanten gestapelde stenen muurtjes. Het is heel rustig, helemaal stil, we horen geen verkeer, soms wat mekkerende geiten, maar dat is het wel. Het is warm, maar er staat gelukkig wel een windje. Het eerste stuk moeten we omhoog, ongeveer driehonderd meter stijgen. Soms gaat het pad geleidelijk omhoog, soms zijn er onregelmatige treden. Er staan wat huizen langs de kant die er allemaal erg groot en allemaal erg goed onderhouden uit zien. Allemaal wit gepleisterd met rode daken. Tussen de groene bomen en tegen de blauwe lucht steken ze mooi af. Er staan wel heel veel kerkjes hier in de buurt. Eentje is er open en we nemen binnen een kijkje. Voor zover we kunnen zien, zijn ze mooi gedecoreerd van binnen. Veel van die kerkjes zijn privé-eigendom.
Er groeien olijven, vijgen en bloemen. Arikia is een wat groter dorp. We komen vanaf de kleine paadjes uit op een pleintje, waar we volgens de beschrijving trappen omhoog naar de beroemde bron van Sariza zouden kunnen. Het is echter zo'n pleintje, dat we dat niet als pleintje herkennen en we lopen dus een stukje verkeerd.
Natuurlijk komt het weer goed en bij de bron vullen we onze flesjes met vers water. Lekker koel. Een stukje naar boven staat nog een kerkje dat wel gesloten is, maar door het vensterglas zien we de mooie binnenkant.
Sommige huizen hebben blauwe kozijnen, andere rode, groene of oranje. Ze zitten allemaal erg goed in de verf, zodat het er welvarend uitziet. Er is een open taverne waar we wat kunnen drinken. Eten kan niet, want ze gaan een half uur later dicht voor de siësta. Gelukkig hebben we zelf wat te eten meegenomen.
Via nog smallere paadjes dalen we via Stenies af naar zee. Niet alle trappen zijn even goed vindbaar en we moeten soms een stukje terug lopen. Dicht bij Yialia-strand lopen we langs de rivier waar eenden en ganzen zwemmen en ook zien we een paar schildpadjes in het water. Een erg mooi gebied. Aan het strand staat een taverne waar we wat drinken voor we ons aan de laatste 'klim' wagen. We moeten tien minuten vrij steil omhoog lopen waardoor we mooi zicht op Chora en het omliggende strand hebben. Daarna langs een oud ezelspad naar beneden zodat we niet over de asfaltweg hoeven te lopen en een groot deel af kunnen steken. Om half vier zijn we terug en houden we siësta.
Tegen zessen lopen we naar Chora waar we op het grote plein op een terras neerstrijken. We bestellen bier en ouzo en gaan weer naar alle andere mensen zitten kijken. Dat zijn er nu nog niet veel. Het is bijna uitgestorven. Ze houden hier wel lang siësta: van half drie tot een uur of zeven. Dan komt men pas weer zo'n beetje te voorschijn en in beweging. Gelukkig zijn er wel terrassen open.
Petra bestelt karamel-ijs van de kaart, maar dat hebben ze niet; wel snicker-ijs. Smaakt ook prima. Elke dag eten we in een ander tentje en de laatste dag gaan we terug naar de lekkerste c.q. leukste. Waar we nu zitten, Palinorio, is tot nu toe de winnaar. Op het terras waait het wat te veel, maar binnen is het aangenaam. Petra mag twee voorgerechten bestellen, morgen is iemand anders aan de beurt. Op deze manier hopen we de hoeveelheid eten een beetje binnen de perken te houden. Het gaat er lekker Grieks aan toe: als Martijn en Petra al lang klaar zijn, krijgt Lia haar hoofdgerecht. Maar dat was de moeite van het wachten waard: overheerlijke spareribs (zo noemen zij het; wij vinden het meer koteletten). Mmmmm.
En alweer een ouzo als afzakkertje bij het hotel.
Vrijdag 6 septemberAndros
Zoals elke nacht tot nu toe slapen we uitstekend. We zijn wel een beetje stijf van de wandeling van gisteren. Vooral als we weer trappen lopen, voelen we onze kuiten. Daarom nemen we vandaag een rustdag. Na het ontbijt steken we de weg over en gaan op het strand liggen. Nu is het nog niet zo warm en prima uit te houden. Na een poosje gaan we zwemmen. Vandaag zijn er helemaal geen golven, de zeebodem heeft allemaal golfjes en het water is super helder. Als we er eenmaal 'door' zijn, is het heerlijk water.
Tegen enen lopen we weer naar Chora voor een kopje koffie op een terras. We lopen een iets andere weg en komen een ander eethuisje tegen, dat we vanavond uit zullen gaan proberen. We moeten weer een hoop trappen op om in de hoofdstraat te komen en we voelen onze kuiten.
We gaan bij een ander terras zitten en vragen de kaart voor een klein lunchgerecht. Een kleine schotel met gevarieerde hapjes blijkt heel groot. En de boerensalade is ook erg groot uitgevallen. Omdat we wat eten, drinkt Martijn een biertje in plaats van koffie. Een halve kilo plaatselijk bier in een Heineken-glas uit de vriezer. Een vers vruchtensapje is ook groot en mooi opgemaakt.
We passen ons aan aan de plaatselijke bevolking en houden siësta.
Aan de rand van Chora staat een bestelbusje met zigeuners. In het midden van de auto ligt hun bed; het achterste deel is gevuld met kooien vol met kippen die ze proberen te verkopen.
Op vijftig meter van het hotel is een cafeetje met een terras pal aan het strand. Hier gaan we wat drinken voordat we gaan eten. Bij het restaurant zijn verschillende grote tafels gereserveerd en het wordt er vrij druk. De mevrouw van de bediening is niet de vriendelijkste, maar het eten is overheerlijk. Staat voorlopig op de eerste plaats.
Op weg terug naar het hotel schitteren de lampjes van de stad, de kerk en de haven mooi in zee.
Zaterdag 7 septemberAndros
We zijn nog enigszins stijf in de benen van de wandeling en we houden het vandaag rustig. We ontbijten vroeg en nemen de bus naar Batsi, een aardig stadje aan de westkust. In september gaan op zaterdag alleen bussen om 8:20 uur; daarna pas 's middags weer. Dus we moeten wel zorgen om op tijd te zijn.
We moeten voor de bus hetzelfde betalen als voor de hele rit Andros-Gavrio en krijgen de indruk dat we afgezet worden. Maar ja, wat moet je, men spreekt al heel weinig Engels en in zo'n geval helemaal niet.
Batsi is wel leuk, een mooie haven en boulevard met allemaal eettentjes. Wel veel toeristenplaatsen met pizza en hamburgers. Weinig winkeltjes. We lopen een poosje rond en drinken koffie. Er blijken ook kleine bussen tussen Batsi en Gavrio te rijden, maar de vertrektijden zijn uiterst vaag. Ze staan wel op een bord, maar die tijden zijn de vertrektijden in Gavrio en dan moet je maar zo'n beetje gokken hoe laat die in Batsi aankomen. Uiteindelijk belanden we in Gavrio, maar daar is eigenlijk weinig te beleven. Alleen wat eet-/dranktentjes langs de haven en een kerk die niet open is. Dan gaan we maar een biertje drinken.
Om 15:00 uur legt de boot naar Rafina aan en dan vertrekt meteen daarna de bus naar Chora. Wij blijken echter de enige gasten te zijn en een mevrouw legt ons uit, dat dat te weinig is voor een rit en dat de bus wacht op de volgende boot die een uur later aan zal komen. We moeten maar zolang op een terrasje wat gaan drinken, zegt ze. Dat doen we dan maar in de tent tegenover de bus. Ze hebben alleen Amstel en Heineken en dat weigeren wij te drinken in Griekenland. Na wat gesoebat is er toch Grieks bier, dat ze volgens ons bij de buren haalt. Tegen half vier zien we ineens een chauffeur 'onze' bus in klimmen en de motor starten. We sprinten er naar toe en ja, hij gaat nu naar Chora. We rekenen snel af en laten onze drankjes half vol achter. Ook nu zijn we maar met z'n drieën. Hij zou dus nu wel leeg rijden en een half uur geleden niet met ons drieën? Beetje vreemd. Als er verderop iemand instapt om de kaartjes te verkopen, weigeren wij die te betalen. We hebben immers op hun advies wat bestelt in de veronderstelling, dat we een uur moesten wachten. Zonder morren gaat men er mee akkoord. Later stappen nog wat mensen in en wij hebben het idee, dat helemaal niemand wat betaalt. Geen wonder dat de Griekse economie niet goed werkt.
Aan het water eten we wat in weer een ander tentje. Het is er vrij druk en de zoon des huizes rent zich rot. Hij doet het wel allemaal erg goed en houdt alles in de gaten. Ook lekker, maar deze tent wordt niet de beste keus.
Zondag 8 septemberAndros
We gaan weer wandelen. We zijn bekomen van de spierpijn en kunnen wel weer wat hebben. Het wordt een wandeling richt het klooster van Panachrantou door verschillende dorpjes als Ipsilou, Lamira en Messaria. De eerste helft is erg mooi over zeer prettige wandelpaadjes. We lopen regelmatig in de schaduw en het klimmen valt ook wel mee. Het gaat wat geleidelijker. We lopen over smalle paadjes langs oude duiventorens en natuurlijk vele kerkjes. Ook hier weer veel stenen muurtjes van schistgesteente. Grote schistplaten zijn rechtop gezet met een taps toelopende punt omhoog. Daar langs zijn kleinere stenen toegevoegd die de grote platen overeind houden.
De meeste kerken zijn gesloten, alleen de meest afgelegen kleine kerkjes zijn open en daar kunnen we even kijken. Sommige zijn alleen wit geschilderd; andere hebben een blauwe koepel.
In Messaria is een roze huis met bruine deuren zonder opschrift wat een café annex winkel blijkt te zijn. We drinken er een cola en kopen een pakje tucs. Ondanks het vroege uur zitten de Griekse mannen al aan het bier.
We lopen verder over paadjes met aan weerszijde stenen muren. We komen over een oude Venetiaanse brug waar zowaar water onder stroomt. We nemen beneden een kijkje en zien een paar schildpadjes.
Het klooster Panachrantou ligt vier kilometer extra lopen en driehonderd meter hoogteverschil verder. We besluiten om dat maar over te slaan. Meestal is dat ook gesloten, zodat je alleen de buitenkant kunt zien. Die zien we vanuit de verte ook. Het laatste stuk volgen we de bijna geheel droge rivierbedding en na vijfenhalf uur zijn we weer terug in hotel Stella. We ploffen op het terras en wij bestellen een grote tapbier en Petra een grote cola.
Daarna houden we siësta.
We eten bij het 'blauwe' restaurant, dat onze beste keus is. Het eten is overheerlijk en de bediening chagrijnig.