Maandag 18 juliNaar Lahemaa N.P.
Lahemaa N.P.Vandaag gaan we naar Lahemaa N.P. dat een uur rijden naar het oosten ligt aan de Finse Golf. We maken een mooie wandeling dwars door een dennenbos en langs moerassen. Er liggen veel paden met planken zodat we droge voeten houden. Vervolgens rijden we naar de kust. We zien enorme zwerfkeien bij Kasmu, veel kleurige motjes, vlinders, eendjes, kwikstaarten, sternen, paddestoelen, kevertjes, korstmossen. Er liggen wat kleine oude dorpjes met houten huizen. We wandelen langs het strand en door hoog gras.
’s Avonds gaan we nogmaals naar het Beer House. Het is er niet heel druk, maar men heeft duidelijk een personeelstekort. Ook hier.

Dinsdag 19 juliNaar Kuressaare op Saaremaa
MuhuIn het westen van het land ligt een aantal eilanden voor de kust. Saaremaa is het grootste en daar gaan we naar toe. Eerst met de bus op de veerpont naar het eiland Mahu en vervolgens over de dijk naar Kuressaare op Saaremaa, het grootste dorp.
Het landschap is saai: vlak, bomen, velden, gras of gewassen, weiden met hooibalen maar zonder beesten, een enkel huis, wat ooievaars.
Op Mahu stoppen we bij een oud dorp, Muhu, met oude huizen en werktuigen. Het is net een openluchtmuseum.
Kuressaare is een kleine plaats met ongeveer 17.000 inwoners. Een groot dorp dus. Het is er gezellig wat deels komt door het mooie weer. Het is zonnig, er staat wel wat wind, maar het is warm genoeg om buiten te zitten. We lopen naar het oude Episcopal Castle, nu een museum. Het stamt uit de 13de eeuw en is het best bewaarde kasteel in Estland. Aan de zuidkant ligt een strandje. Het centrumpje heeft veel restaurants, veel Italiaanse, en veel terrasjes. Op het centrale pleintje drinken we een biertje want hier kunnen we alles en iedereen mooi zien.
We eten samen met vijf mensen van de groep bij Ku Kuu, een visrestaurant.

Woensdag 20 juliKuressaare
We werden vannacht regelmatig wakker van krijsende meeuwen,
Ontbijten doen we vandaag in de banketbakkerswinkel die bij het hotel hoort. We mogen alles kiezen wat we willen.
We maken een tour over het eiland. Het is een mooie, zonnige dag.
Eerst zien we de Kaali-krater. Hier is 7.200 jaar geleden een meteoriet ingeslagen. Heel apart.
AnglaIn Angla staan vier schraagwindmolens uit begin 20ste eeuw; ze zijn kenmerkend voor het eiland. Het is de plaats waar het meeste wind is. Er staat ook een Hollandse molen uit 1927. We kunnen ze allemaal van binnen bekijken. Op het terrein zitten zwaluwen, groene vinken, klaprozen, waterlelies, ganzen, geiten, konijnen. Pas als we weg gaan, komen er grote bussen met andere toeristen en wordt het drukker.
De Karja-kerk, een stukje verderop, heeft mooie glas-in-loodramen en is gebouwd in de 14deeeuw.
Bij Panga wandelen we langs de kliffen, we lopen naar beneden over een strand vol met stenen.
De vuurtoren van Sörve staat op het uiterste zuidpuntje van het schiereiland. De toren is in de 2de wereldoorlog verwoest en in 1960 opnieuw gebouwd. We beklimmen de 250 treden, naar 50 meter hoogte, en hebben mooi uitzicht over de omgeving. Het land dat we dichtbij zien liggen, hoort bij Letland. Er groeien veel bloemen, zwanen en eenden zwemmen in de niet zoute zee, sternen en zwaluwen met rode koppen vliegen rond en krijsen.

Donderdag 21 juliVia Pärnu naar Cēsis (Letland)
Sint Johns-kerk in CēsisVia Mahu en de veerpont rijden we naar Pärnu. Het landschap blijft saai. Wat bossen, akkers, lege weilanden en af en toe een huis of oude boerderij. Het is een leeg land.
De plaats wordt ook wel de zomerhoofdstad van Estland genoemd. Het is een populaire bestemming met een paar mooie stranden. Hoewel stad, het is meer een dorp met een wandelgebied. Er zijn een paar kerken, een rode toren, een muzikant met een grote, aparte mondharmonica, muurschilderingen, terrasjes, cafés en restaurants. We eten en drinken wat bij de Irish Pub Sweet Rosie.
We rijden naar Cēsis in Letland. Ander land, andere taal, andere gewoontes.
Cēsis bestaat al meer dan 800 jaar en is één van de best bewaarde middeleeuwse steden in de Baltische staten. Er is een mooie binnenstad met smalle straatjes en gezellige pleinen. De witte St. John’s kerk met rood dak steekt mooi af tegen de felblauwe lucht. We lopen naar het oude fort waar nog wat torens overeind staan. Op diverse plaatsen in het centrum staan beschilderde schoenen van joodse mensen ter herdenking van de 2de wereldoorlog, zoals ze bij ons struikelsteentjes hebben.
We proberen een paar plaatselijke biertjes: Piebalgas en Wenden. De laatste is een amberkleurige en smaakt het beste.
Het is een rustige, gezellige plaats.

Vrijdag 22 juliNaar Riga
Small Devils CaveWe ontbijten in een tentje aan de voet van de kerk, want het hotel heeft geen restaurant. Lekker.
Onderweg naar Riga bezoeken we verschillende plaatsen. Het is erg warm vandaag, > 30°.
Bij de bobbaan in Sigulda willen we naar beneden lopen, maar dat mag niet want er zijn trainingen. We kijken wel buiten het hek.
De grootste grot van Letland ligt bij de Gauja-rivier op weg naar Turaida. Het is maar een kleintje, een paar meter hoog en een paar meter diep. Hij heet de Small Devil's Cave en de River of Wisdom loopt er door heen, een stroompje van amper een halve meter breed.
Van Castle Turaidas Mūra Pils staan een paar torens en muren nog overeind. Die kunnen we beklimmen voor een mooi uitzicht.
We lunchen in Sigulda met koude bietensoep bij het Catshouse. In de tuin staan spinnen, sprinkhanen, egels, kraanvogels, gemaakt van metaal met gras en planten.
Om 15:00 uur komen we in Riga aan, de hoofdstad van Letland.
Het hotel ligt in de oude stad en is luxer dan we tot nu toe gehad hebben. We moeten wennen aan het aantal verdiepingen. Wat bij ons de tweede etage is, is hier de derde.
De Petrikerk ligt dichtbij en we besluiten de toren te gaan beklimmen. We hoeven alleen maar twee verdiepingen te lopen, de rest gaat met de lift. We hebben prachtig uitzicht over de stad en de rivier.
Daarna is het tijd voor een biertje. De keuze is enorm. Er zijn heel veel eet- en drinkgelegenheden. We kiezen voor Bon Vivant, een Belgisch biercafé. Buiten is slechts een klein terras, maar wij krijgen daar een tafel. Binnen is het vrij groot, maar het is warm en iedereen wil buiten zitten. We drinken en eten er; later schuiven er twee Denen aan en we kletsen gezellig de avond weg.

Zaterdag 23 juliRiga
RigaMet een gids maken we een wandeling door de oude binnenstad. Gelukkig is het niet meer zo warm als gisteren. We zien interessante gebouwen en horen de verhalen over de binnenstad. Een aantal van de gebouwen waarvan je denkt dat ze oud zijn, zijn in werkelijkheid recent. Zo zijn er bijvoorbeeld klokgeveltjes, welke nep zijn. Aan het eind zien we het wisselen van de wacht op het centrale plein. Als we hier nog wat blijven hangen, zien we een militair langs de kant staan die de twee op wacht staande soldaten in de gaten houdt. Na twintig minuten gaan de twee soldaten een stukje paraderen. Als ze weer op hun plek staan komt de man in camouflagepak naar hen toe en trekt hun tenue recht, wat niet nodig is, want alles hangt recht. Allemaal heel apart. Hierna gaan we naar een rooftop bar op de 26e etage vanwaar we een mooi uitzicht hebben over de stad. De Kathedraal van de Geboorte van Christus met een mooi bloembed ervoor springt er uit.
Daarna naar het KGB museum. Hier krijgen we een rondleiding van een uur. Interessant om te horen hoe het hier vroeger toeging. Er komen toeristen uit allerlei landen behalve uit Rusland.
Op het eind van de middag maken we een boottocht om de oude binnenstad heen. We herkennen ondertussen de torens en de gebouwen. Het is leuk om ze van een andere kant te zien.

Zondag 24 juliRiga
Stadhuisplein met het ZwarthoofdenhuisHet is druk bij het ontbijtbuffet. Het valt ons op dat de plaatselijke bevolking lomper is dan de andere gasten. Ze schuiven zonder te vragen aan aan tafel, zelfde bij het weg nemen van stoelen bij andere tafels, laten veel eten liggen, nemen niet één servetje, maar meteen twintig.
Estland lijkt ons welvarender dan Letland.
Het Stadhuisplein met het Zwarthoofdenhuis ziet er erg mooi uit met kleurrijke gotische gebouwen. Er staan meerdere grote kerken zoals de Dom en de Petri-kerk. In het Quiet Centre zijn veel grote statige gebouwen in de Jugendstilkunst te zien. Het ene pand is nog rijker versierd dan het andere. Heel mooi.
We houden een korte siësta in het hotel en net als we weer weg willen, begint het regenen. Zo hard, dat we een poosje in de hotellobby blijven zitten. Daarna lopen we naar de markthallen waar ze in de ene hal vis verkopen, in de volgende vlees, eentje met kleding en een met kazen. Buiten verkopen ze fruit. Het is het seizoen van kersen, aardbeien en allerlei bessen. Die verkoopt dan ook iedereen.
We eten ’s avonds met de groep.