Donderdag 21 septemberVia Haghartsin, Sevanavank, Hayravank, Noraduz, Selim naar Yeghegnadzor
We rijden omhoog naar het Dilijan Nationaal Park. Bij het Parz-meer wandelen we samen met een lokale gids een stukje van de Transcaucacian trail. Over smalle, soms modderige, paadjes wandelen we omhoog. Op het hoogste punt staat een houten stalletje waar we even kunnen zitten. De gids heeft een thermoskan koffie en koekjes bij zich. Daarna gaat het door velden naar beneden naar het dorpje Gosh waar het kleine vervallen klooster Goshavank staat. We lopen tweeënhalf uur over 7,2 kilometer. We beginnen op 1.320 meter en gaan via 1.650 meter naar 1.320 meter. In het begin is het bewolkt, later wordt het zonnig, ondanks de regen die voorspeld is.
Daarna rijden we naar het Haghartsin-klooster. Volgens de gids is het er nu rustig. In de zomer moet je je auto onderaan de heuvel parkeren, de weg naar het klooster staat dan helemaal vol en moet je de rest lopen. Nu rijden we door naar boven; het is er niet zo druk. We bekijken alle kerkjes van binnen.
We gaan verder naar het zuiden, naar het Meer van Sevan. De weg klimt door de bossen omhoog tot een tunnel die 2 kilometer lang is. Net hiervoor regent het een beetje. Aan de andere kant is het droog en is de lucht blauwer. We rijden nu op 1.900 meter door de bergen.
Het klooster Sevanavank ligt op een schiereiland in het meer. Er staan twee oude kerken die via een hoop trappen bereikbaar zijn. Het is druk vandaag door de nationale feestdag, 32 jaar onafhankelijk van Rusland. De kerken liggen mooi met het meer op de achtergrond.
Het schiereiland was tot in de jaren ’30 een eiland. Toen deed het overvloedige watergebruik door de Sovjets voor industrie en landbouw het waterpeil 20 meter dalen. Dit deden ze door een kanaal te graven.
Verder naar het zuiden liggen de kloosters van Hayravank en Noraduz. Bij Hayravank maakt een tv-ploeg opnames van dansers in klederdracht. Het kachkar-veld van Noraduz is waanzinnig: er staan er meer dan 1000, ze staan al eeuwenlang in weer en wind. De oudste zijn uit de 4de eeuw.
Kachkars zijn grafstenen, bewerkt met rozetten en bloemmotieven. Ze zijn kenmerkend voor Armenië. Veel zijn deels geel uitgeslagen.
De weg klimt naar de 2.410 meter hoge Selim-pas. We hebben prachtig weids uitzicht. Het is kaal en leeg met af en toe wat oude huizen en vee. Net over de pas ligt een caravanserai die op een oude zijderoute ligt. We hebben schitterend uitzicht over het dal.
We krijgen een prachtige kamer in het Green Stone Boutique Hotel in Yeghegnadzor. Alleen jammer dat we om 18:00 uur aankomen en dat we dan te laat zijn om voor het diner te reserveren. Het dichtstbijzijnde restaurant ligt op 20 minuten lopen. We wandelen daar naartoe en gelukkig zijn ze open. Een b&b met één kamer is ook een restaurant waar we prima eten. Op de terugweg kopen we bij een supermarkt wat bier voor op het terras voor onze kamer.
Vrijdag 22-septemberZorats Karer, Tatev, Yeghegnadzor
Vandaag gaan we verder naar het zuidoosten. We nemen de weg die van Jerevan naar Nagorno-Karabach en Iran loopt.
De natuur blijft mooi en indrukwekkend. Het rivierdal wordt steeds smaller en ligt vol stenen en rotsen. Na de Vorotan-pas op 2.344 meter ligt een brede, lege hoogvlakte zonder huizen, bomen en struiken. Af en toe zien we een kudde schapen of koeien. We zitten nu in de regio Syunik.
Bij het stadje Sisian ligt Zorats Karer, het ‘Armeense Stonehenge’. Midden op de hoogvlakte staan tientallen enorme stenen. Sommige staan in een kring, andere in een lange rij. In veel stenen zitten perfect ronde gaten van een centimeter of vijftien. Men weet niet waar dat voor was. Over waar al die stenen ooit voor bedoeld zijn, doen verschillende verhalen de ronde. Een mogelijkheid is dat het ooit een enorm observatorium was. Indrukwekkend.
Het stadje Sisian zelf is een wat arm stadje waar we even rond wandelen. Er staan enorm veel, soms hele oude, taxi’s. Er is geen bus waardoor de mensen uit de dorpjes in de omgeving hier op aangewezen zijn. Veel van die taxi’s zijn minstens veertig jaar oude Russische lada's.
Nog verder naar het zuiden ligt het Tatev-klooster dat te bereiken is via twee diepe kloven. Je kunt er met de auto naar toe, maar met de kabelbaan gaat een stuk sneller. We hebben tickets met een tijdslot voor 13:30 uur, maar omdat we vroeg zijn en het niet druk is, mogen we al om 13:00 uur. Er kan een man of dertig per keer mee; wij staan er met z’n vieren in. We doen er ruim tien minuten over. Eerst een stuk omlaag voor de eerste kloof, dan weer omhoog voor een bergkam, weer omlaag voor de tweede kloof en weer omhoog. Onder ons zien we de weg kronkelen en wat huizen liggen.
Aan het eind staat het klooster. Het is voor veel mensen het favoriete klooster van Armenië. Het ligt geïsoleerd, hoog op een bergtop, het steekt mooi af tegen andere bergen en je hebt prachtig uitzicht op de kloof. We bekijken alle ruimtes; in eentje zijn twee priesters met een paar mensen aan het bidden. Er zijn veel bewerkte stenen te zien. Gelukkig is het er niet druk. Dat verandert als we terug gaan. We hebben ook nu een tijdslot voor de kabelbaan. Als die omhoog komt, stappen er dertig Chinezen uit.
We rijden dezelfde mooie weg terug naar Yeghegnadzor.
Zaterdag 23 septemberVia Noravank en Khor Virap naar Jerevan
Vandaag gaan we naar Jerevan, maar niet rechtstreeks. Eerst gaan we nog een paar kloosters bekijken.
We slaan af bij een heel smal dal dat naar de kerk van Noravank gaat. De hele steile berghellingen kleuren hier prachtig rood. De roodbruine kleuren van het klooster lijken op de kleur van de rotsen van de kloof. De blauwe lucht steekt er mooi bij af. De kerk heeft twee verdiepingen; de bovenste is alleen voor de priesters.
Als we verder rijden komen we bij het dorpje Areni. We zitten nu in de regio Vayots Dzor, bekend om de wijn. Er staan veel kraampjes langs de weg met colaflessen vol met rode wijn. Deze worden vooral gekocht door Iranese vrachtwagenchauffeurs die bij de Iranese douaniers niet met wijnflessen aan kunnen komen.
In de verte zien we de berg Ararat met besneeuwde top dichterbij komen. Daar dichtbij ligt het klooster van Khor Virap waar de christelijke geschiedenis begon. Armenië was het eerste land ter wereld dat het christendom omarmde als staatsgodsdienst. Het is pijnlijk dat de voor Armeniërs heilige berg aan de andere kant van de gesloten Turkse grens ligt.
We komen aan in Jerevan. Martijn is hier dertig jaar geleden twee keer geweest voor het werk. Het is teveel veranderd om nog wat te herkennen.
We wandelen wat rond en zien o.a. de Opera en het Plein van de Republiek. Ook overal veel terrasjes en restaurants.
We drinken ’s avonds ergens een biertje. Bij het eerste café worden we niet geholpen. Ze zien ons gaan zitten, gaan naar binnen, brengen iets naar de tafel naast ons, gaan naar binnen, komen weer buiten en gaan staan kletsen. Dan maar naar een park waar we besluiten om er ook te eten. Ze brengen een verkeerde salade, terwijl we naast de, volgens ons goede uitspraak, ook nog het plaatje aangewezen hebben. Kan gebeuren. Maar wat volgens ons niet kan, is dat die verkeerde salade als extra gerecht op de rekening staat. We zijn behoorlijk pissig. Ze krijgen dan ook geen fooi.
We lopen naar het Plein van de Republiek waar alle gebouwen mooi verlicht zijn. De beloofde lichtshow is er niet. Misschien omdat er veel mensen en politie op de been zijn vanwege protesten over Nagorno-Karabach.
Zondag 24 septemberEchmiadzin, Zvartnots, Geghard, Garni, Jerevan
In dit hotel staat het personeel op als een gast binnenkomt. Zowel bij incheckbalie als ’s morgens in de ontbijtruimte.
Vandaag bezoeken we nog wat kerken in de omgeving van Jerevan. Eerst gaan we naar de kathedraal van Echmiadzin, ook wel de ‘moederkerk’ van de Armeense kerk genoemd. Deze stamt uit de 4de eeuw na Christus. Volgens overlevering kreeg St. Gregorius de Verlichter, grondlegger van de Armeens-apostolische kerk, in een visioen opdracht om juist op deze plek een kerk te bouwen. Dat gebeurde. Tegenwoordig is de kathedraal het spirituele centrum van de Armeense kerk en is het ook de zetel van de Katholikos, de patriarch van alle Armeniërs wereldwijd.
De kerk is gesloten in verband met restauratie. We kunnen wel andere gebouwen op het terrein bekijken, waaronder het museum. We krijgen een privé rondleiding, omdat we de enige Engels sprekende bezoekers zijn. Hier ligt een aantal schatten met o.a. delen van het kruis van Jezus, zo wordt verteld. Ook vertelt de gids over Ani, ooit de hoofdstad van Armenië, nu ligt het in Turkije. Ze is zeer verbaasd als we vertellen dat we daar geweest zijn. Weliswaar 35 jaar geleden, naar toch. Er zal weinig veranderd zijn.
Op weg naar Zvartnots maken we een ongeplande stop bij de Saint Hripsime-kerk. Onverwacht is hier een dienst bezig. We staan net binnen in het heel druk bezochte kerkje als de geestelijke het gordijn open maakt en met misdienaars een rondje door de kerk maakt en iedereen zegent met een tik van een kruis op het voorhoofd. Indrukwekkend.
Vlakbij liggen de ruïnes van de kathedraal van Zvartnots die gebouwd is in de 7de eeuw na Christus. Ooit was deze aan de Heilige Joris gewijde kathedraal de grootste kerk van Armenië, bedoeld om de nieuwe hoofdkerk te worden en daarmee die van Echmiadzin te overtreffen. Helaas is het heiligdom verwoest, door waarschijnlijk een aardschok in 930, maar aan de hand van de overgebleven zuilen zien we de vormen van de grootsheid van het geheel. Echmiadzin en Zvartnots staan samen op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Hierna gaan we naar het klooster van Geghard, aan de oostkant van Jerevan. De naam verwijst naar de speer – ‘geghard’ – waarmee Jezus’ zijde doorboord zou zijn en die in de 13de eeuw naar deze plek werd gebracht (en nu te zien is in museum van het Echmiadzin-klooster). De kerken in het complex zijn gedeeltelijk uitgehouwen in de rotsen en bekend om hun architectuur en akoestiek; er worden zelfs opnamen van kerkkoren gemaakt. Al met al is dit een erg sfeervolle plek die niet voor niets op de Werelderfgoedlijst staat. Omdat het zondag is, is het hier vrij druk.
Vervolgens door naar de Garni-tempel, de enige nog uit de oudheid overgebleven tempel in Armenië. De ligging is imposant: aan drie kanten van de tempel liggen diepe afgronden die leiden naar de Azat-rivier. Op het terrein zijn ook de ruïnes van een kerk en een gedeelte van een oud badhuis met mooie mozaïeken te vinden. De tempel van Garni is in de jaren 70 van de vorige eeuw volledig gerestaureerd en is het enige overgebleven monument uit de Hellenistische periode, gewijd aan de zonnegod Mithra. Waarschijnlijk werd de tempel niet verwoest toen Armenië zich tot het christendom bekeerde, omdat deze in de zomerresidentie van de koninklijke familie stond.
Terug in Jerevan bezoeken we nog het Mother Armenië monument, na de tweede wereldoorlog een ode aan Stalin, nu een eerbetoon aan het ontstaan van Armenië.
Aan het eind van de middag gaan we een lokaal Kilikia-biertje drinken. Scheelt de helft van de prijs van gisteren, toen we Duits bier van de tap dronken. Ook maar blijven eten, morgen gaan we terug.
Maandag 25 septemberJerevan
Naast het hotel ligt een stadion. Martijn herinnert zich dat hij hier geweest is bij de voetbalwedstrijd Armenië tegen Denemarken. Op Google vinden we terug dat dit op 16 augustus 1995 was.
We zien naar weinig van de berg Ararat. Hij ligt in nevelen gehuld.
Jerevan is een stad van parken, terrassen en brede boulevards met flanerende mensen. Hoewel op de huidige locatie van Jerevan al ruim voor Christus een nederzetting bestond, is de stad pas vanaf 1827, toen de Russen kwamen en later in de Sovjettijd, echt tot ontwikkeling gekomen. Nu telt de stad 1,1 miljoen inwoners, bijna een derde van alle inwoners van het land.
We dwalen door de stad. Eerst naar de oude bazaar dat nu een supermarkt is. Het heeft een prachtige poort buiten, enigszins ontsierd door de lelijke bloemenstalletjes er voor. Binnen zijn de oude ramen ook nog zichtbaar.
De Blauwe Moskee met minaret is mooi van buiten, sober van binnen.
Op weg naar de Vernissage zien we oerlelijke oude Russische flats staan. Eigenlijk zijn ze mooi van lelijkheid. De trolleybussen kennen we natuurlijk uit Arnhem. Hier rijden er naast wat recente exemplaren een paar hele oudjes rond. Bij de Vernissage staan lange rijen kraampjes met lokale producten, veel schaakspellen. Veel prullaria.
Via het Plein van de Republiek lopen we naar de Opera. We gaan op een bankje een cola drinken en dan horen we achter ons geruis. Nog meer geruis. Een grote boomtak is afgebroken.
Bij de Opera staat een mooi standbeeld van Arno Babajanyan, een bekende componist/pianist. Als we naar het Cafesjian Center lopen, zien we nog meer mooie standbeelden. In dat gebouw gaan we met roltrappen helemaal omhoog. Langs de kanten staan allerlei kunstwerken. Het museum zelf is dicht. Boven hebben we mooi uitzicht over de stad.
Van ons laatste contante geld kopen we een pakje gedroogd fruit voor Gerty die volgende week jarig is.
Dinsdag 26 septemberNaar huis
Vannacht om 02:15 uur worden we opgehaald door de chauffeur die ons naar het vliegveld brengt. Met een overstap in Wenen van slechts 40 minuten zijn we verbaasd dat zowel wij als de bagage de aansluiting halen.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Deze reis is georganiseerd door Blini reizen.