Zaterdag 16 septemberVia Dadiani naar Batumi
Via dezelfde bochtige bergweg gaan we terug. Het is nog steeds helder zonnig weer.
Als we de bergen uit zijn, stoppen we in Zugdidi. We bezoeken het paleis van de Dadiani’s, één van de oude adellijke families uit Georgië. We gaan weer lunchen. Dit keer nemen we, op aanraden van Omar, het plaatselijke gerecht Elarji, een kaasfondue. Dit is alleen maar kaas. Daarnaast een saus met kaasballetjes en kruiden, wei en mint. Als het nog goed warm is, kun je er lange draden van trekken. Er zijn zelfs wedstrijden. De langste draad ooit was 21 meter. Het smaakt prima.
Het is hier een stuk warmer dan in de bergen; 28° graden wordt er gemeten. Er komen wel wat wolken opzetten.
Om 16:00 uur komen we in Batumi aan, een tropische bad- en havenplaats aan de Zwarte Zeekust. Er is aan het eind van de middag en de hele avond regen voorspeld, maar het blijft droog. Lekkere temperatuur.
Er zijn talloze piepkleine bars en restaurants. Veel flanerende mensen. Het is er vrij druk.
We drinken bier bij Popey, 0,3 l voor maar € 1,10.
Daarna eten we eten champignons met kaas en dimsums met vlees aan de overkant.
Veel moderne torens en gebouwen zijn mooi verlicht.
Zondag 17 septemberBatumi
Ook voor vandaag is de hele dag regen voorspeld. Het is droog, zonnig, wolkeloos en een graad of 23. Beter zo dan andersom.
We dwalen door de stad. Eerst gaan we naar het nieuwe deel dat de laatste jaren flink is opgeknapt. We wandelen over de boulevard die langs de Zwarte Zee ligt. Er zijn kiezelstranden, terrassen, palmbomen en heel veel kleine winkeltjes. De Batumi Toren steekt overal bovenuit. Bij het reuzenrad staan Ali & Nino, twee 7 meter hoge metalen beelden. Ze draaien langzaam rond, om elkaar heen, zodat ze er telkens anders uitzien. We zien de St. Nicolas-kerk met twee torens, de Chacha Tower (klokkentoren), een Armeense kerk, de vuurtoren, grote schoenen waar je in kunt gaan staan, het standbeeld ‘me, you and Batumi’, een tafel met twee figuren op stoelen, de derde stoel is leeg.
De oude binnenstad is leuk, met veel horeca maar ook mooie kerkjes, waar het, omdat het zondag is, vrij druk is. Ook bezoeken we de Moeder van God-kathedraal. We hebben ons volgens de regels gekleed, maar toch worden we aangesproken. We zijn op een bankje gaan zitten met de benen over elkaar. En dat mag niet. Dat zitten wel, maar die benen niet.
Tegen de avond druppelt het wat.
Na het eten bekijken we nog wat verlichte gebouwen, Ali en Nino, de Alphabet Tower en het reuzenrad.
Maandag 18 septemberVia Promotheus en Tskaltubo naar Kutaisi
We gaan terug naar Kutaisi. Als we de stad uit rijden, zien we een lange file van auto’s die de stad in wil.
Het heeft vannacht geregend, maar het is weer droog en eenmaal buiten de stad worden de wolken steeds minder en later wordt het zonnig.
We stoppen bij de Prometheus-grot ten noordwesten van Kutaisi. Dit is een groot grottencomplex dat in 1984 is ontdekt. We maken binnen een wandeling langs stalagmieten, stalactieten en versteende watervallen. Een lichtshow geeft door de kleuren een vreemd beeld van de grot.
In Tskaltubo staan oude Sovjet-sanatoria die vroeger veel bezoekers trokken. Nu liggen ze er verlaten en vervallen bij. We gaan er een paar bekijken. In sommige wonen nu mensen; andere worden verkocht. Er zijn er wel een stuk of twintig. Het moeten vroeger prachtige gebouwen zijn geweest.
In Kutaisi zitten we in hetzelfde hotel als vorige keer. We wandelen wat rond en drinken wat op een terras.
We blijven ons verbazen over de manier waarop men hier auto’s parkeert. Midden op een rotonde, op een hoek van de straat zodat niemand er fatsoenlijk langs kan, voor een zijstraat zodat niemand die in of uit kan. Het is vaak maar even, maar toch.
s Avonds eten we eindelijk Khatchapuri Acharuli, een typisch Georgisch gerecht van brood, ei en kaas.
Dinsdag 19 septemberVia Ubisa, Borjomi, Akhaltsikhe en Khertvisi naar Vardzia
Vandaag gaan we naar Vardzia in het zuiden van het land.
De eerste stop is in Ubisa waar verschillende markten met allerhande aardewerk potten, schalen, karaffen, kerken, peper-en-zoutstelletjes en toeristenprullaria. Dichtbij ligt de kleine St. Georges-kerk met woontoren. De muren zijn beschilderd met hele mooie fresco’s. In de tuin binnen de muren liggen oude graven.
Elk dorp verkoopt z’n eigen dingen. Het ene dus aardewerk, het volgende klapstoelen, eentje met speciale zoete broden die Omar ook voor ons koopt. Lekker.
Bij Khashuri rijden we naar het zuiden door het brede rivierdal de bergen in.
In Borjomi ontspringt een bron met geneeskrachtige werking. Je kunt je fles hier gratis vullen met water. Het was vroeger erg populair bij de Russische adel. Het park zelf is een speelplaats voor kinderen.
Langzaam verdwijnen de bergen en wordt het terrein glooiender.
Akhaltsikhe ligt niet ver van de Turkse grens en er staat het oude Rabati-kasteel dat gerestaureerd is. Er staan verschillende kerken: Georgisch-orthodox, Armeens-apostolisch, katholiek, een synagoge en een moskee. Het een groot complex en we kijken er een hele tijd rond. Erg mooi.
Het landschap verandert; het wordt steeds kaler.
Bij het Khertvisi-fort stoppen we even. Deze beroemde vesting stamt uit de 2de eeuw voor Christus. We lopen niet naar boven, het ziet er leeg uit.
In Vardzia hebben we een mooi hotel met twee zwembaden. Het heeft bovendien het beste restaurant van de plaats. We krijgen een grote kamer met zitkamer en twee balkons met uitzicht op het zwembad en de grotten aan de overkant.
Woensdag 20 septemberVia Gyumri naar Dilijan (Armenië)
Vandaag naar Armenië. Gisteren kregen we door dat de situatie in Nagorno-Karabach een beetje uit de hand aan het lopen is. Azerbeidzjan heeft aanvallen op dit gebied gedaan waar veel Armeniërs wonen en dat helemaal omgeven is door Azerbeidzjan en dat al een tijd afgesloten is van hulp en voedsel. Vooralsnog gaat de reis gewoon door, ondanks dat er in Jerevan, de hoofdstad van Armenië protesten zijn, omdat de regering niet genoeg doet om de inwoners van Nagorno-Karabach te beschermen. We krijgen een geruststellend mailtje van onze reisorganisatie. Later ook een appje van de Armeense organisatie.
Niet ver van het hotel ligt het grottencomplex van Vardzia. Het klooster werd in de 11de eeuw gesticht door Koningin Tamar. Door een aardbeving in de 13de eeuw is de voorgevel verdwenen. Voor die tijd kon niemand van buiten iets van de binnenkant zien. Het was een christelijke plaats met naar schatting 4/5.000 bewoners. Omar weet de weg naar de bijzondere plaatsen, waar de meeste toeristen niet komen. We bekijken het oude kleine kerkje, de bron, de apotheek, wijnkelders, voorraadkuilen, smederijen, de grotere kerk met klokken. We maken een lange, steile afdaling waarbij we door lage gangen kruipen wat vroeger een geheime uitgang was en nu gedeeltelijk niet meer overkapt doordat het ingestort is.
De weg gaat naar een hoogvlakte op ongeveer 2.100 meter.
Aan het begin van de middag bereiken we de grens met Armenië. De grensposten staan midden in het niets, op een lege vlakte.
We nemen afscheid van Omar en Georgië.
Aan de grens lijkt alles snel te gaan. Georgië-uit gaat flitsend snel. Helaas staat er bij Armenië-in weer een grote groep Chinezen voor ons. Het duurt allemaal heel lang. Als we eindelijk aan de beurt zijn, gebeurt er iets waar we gisteren nog aan dachten: het stempeltje van ons gedeelte door Azerbeidzjan blijkt verdacht. Er komt een tweede persoon bij en er wordt gevraagd wat we daar moesten. We geven aan dat we van Baku naar Georgië zijn gereisd. Om een lang verhaal kort te maken: na het doorgeven van onze hotels in Armenië en ons mobiele nummer mogen we het land in. De beambten heten ons hartelijk welkom.
We krijgen een andere auto met Armeense chauffeur Arayik. Ook deze spreekt goed Engels.
We zien hooibalen, gedroogde mesthopen, glooiende heuvels, kuddes vee, af en toe een dorpje, een klein kerkje. Het verkeer is een stuk rustiger dan in Georgië. Geen vrachtwagens.
Het schrift is totaal anders dan het Georgisch, maar ook voor geen meter lees- en verstaanbaar.
In Gyumri wandelen we door het oude centrum. De stad heeft deze naam sinds de onafhankelijkheid van Rusland in 1991. In 1988 is de stad bij een aardbeving zwaar beschadigd. De ene kerk heeft het overleefd, de ander is opnieuw opgebouwd. Binnen zien ze er anders uit dan de kerken in Georgië. Het grote gele gebouw is een administratiekantoor.
Het is twee uur rijden naar Dilijan en we dalen af naar beboste dalen.
Op een hoogvlakte komen we door enkele dorpen waar vrijwel alleen Russen wonen. Hun voorouders trokken in de 19de eeuw weg uit Rusland, toen zij daar werden vervolgd voor hun interpretatie van het orthodoxe geloof. Ze houden zich afzijdig van de Armeniërs. Ze bemoeien zich niet met hen, trouwen niet met hen, de jeugd gaat uit in Rusland. Dilijan is bij Armeniërs populair als vakantieoord en wordt door hen Armeens-Zwitserland genoemd.