Azerbeidzjan - Georgië - Armenië
31 augustus t/m 26 september 2023
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 zijn er drie Kaukasische landen onafhankelijk geworden: Azerbeidzjan, Georgië en Armenië.
Kort na de onafhankelijkheid van AZERBEIDZJAN brak de oorlog in Nagorno-Karabach uit (waar vooral Armeniërs wonen) en verloor Armenië daar de controle over. Het is het grootste en dichtstbevolkte land. De meerderheid van de Azerbeidzjanen is sjiitisch, een minderheid is de islam.
De deelgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië van GEORGIË worden sinds 2008 door Rusland gecontroleerd. De relatie met Rusland is voornamelijk om die reden slecht. De bevolking is in meerderheid christelijk en behoort hoofdzakelijk tot de Georgisch-orthodoxe kerk.
De grenzen van ARMENIË met Azerbeidzjan en Turkije zijn nog steeds gesloten vanwege een conflict over Nagorno-Karabach. Het grootste deel van de inwoners van Armenië behoren tot de Armeens-apostolische kerk.
Donderdag 31 augustusNaar Baku (Azerbeidzjan)
Gisteren zijn we met de trein naar het Ibis hotel gegaan. Lekker relaxed. Vanochtend gaan we om 8:30 uur met de pendelbus naar Schiphol. Om 9:00 uur zijn we door alle controles en zitten we aan de koffie. Uiteindelijk vertrekken we een half uur te laat naar Frankfurt, maar komen we toch op de geplande tijd aan. We hebben hier ongeveer anderhalf uur voor de overstap naar Baku. Alles gaat net goed. Om 20:40 uur lokale tijd komen we in Baku aan. Het is hier twee uur later dan in Nederland. Als we bij de bagageband arriveren, krijgt Martijn al een appje dat zijn rugzak nog in Frankfurt staat. Lia heeft al haar spullen als handbagage mee, dus kunnen we, nadat Martijn online heeft doorgegeven naar welk hotel de bagage morgen moet, naar buiten. Er staat een man klaar met een naambord en we rijden vlot de stad door naar ons hotel. We wandelen nog even in de omgeving rond, die er gezellig uit ziet.
Vrijdag 1 septemberBaku
Na het ontbijt wandelen we door de stad. Ons hotel ligt vlak bij de ommuurde oude stad. We lopen richting Flame Towers die daar ten zuiden van ligt. Het zijn drie enorme wolkenkrabbers die door hun vorm aan vlammen doen denken. Ze zijn ongeveer 180 meter hoog. Bij het tapijtenmuseum zie je ze mooi liggen. Hier dichtbij staat de Deniz Mall, een groot winkelcentrum dat op het Sydney Opera House in Australië lijkt.
Langzaam lopen we terug en zien een oud mannenbadhuis, standbeelden, grote gebouwen die dienst doen als hotels en musea. De meeste zijn goed onderhouden. In de oude stad staat de Maagdentoren uit de 12de eeuw.
We struinen lekker rond. De temperatuur is aangenaam, de mensen vriendelijk, niet te veel toeristen, veel kleine winkeltjes met kleedjes en tapijten. Wel veel mensen die een toer willen verkopen.
Bijna iedereen spreekt alleen Azerbeidzjaans. Amper Engels, soms een paar woorden Duits.
We willen aan het begin van de avond een biertje gaan drinken. In de oude stad kan dat wel, maar eigenlijk alleen in restaurants. Wij willen een bar. Dicht bij ons hotel zijn die er wel en we komen uit bij de London Pub. Ze hebben er verschillende biertjes op de tap. We drinken er allebei twee en zijn 24 manat kwijt, ongeveer € 12. Dat vinden wij een prima prijs. Op weg naar de uitgang worden we aangehouden door een man die daar ook wat zit te drinken. Hij wil weten wat we betaald hebben. We laten het bonnetje zien en hij vindt dit een hele dure tent. Later blijkt het inderdaad goedkoper te kunnen.
’s Middags drinken we ergens een cola voor € 1 per flesje en de man naast ons vindt de prijzen in Baku vreselijk hoog. Het is maar wat je gewend bent.
We eten in een groot restaurant: twee hoofdgerechten en twee biertjes voor omgerekend € 15. Ook hier spreken ze alleen Azerbeidzjaans en de kaart is ook in die voor ons onbegrijpelijke taal. Gelukkig staan er plaatjes bij. Er is een klein vrouwtje dat de deur voor het personeel open houdt dat met volle dienbladen naar buiten moet. Soms is ze even weg als ze een gevallen glas op moet vegen. Dat gebeurt nogal eens.
In het voetgangersgebied is het heel druk met flanerende mensen. Gezellig.
Zaterdag 2 septemberBaku
We zien aan de tag in Martijn’s rugzak dat die inmiddels in de stad is aangekomen. Bij het ontbijt komt er iemand vertellen dat zijn bagage in het hotel is gearriveerd.
We wandelen vandaag naar het Heydar Aliyev Cultural Center, een bijzonder gebouw, dat op een heuvel staat. Dit is een modern architecturaal gebouw ontworpen door Zaha Hadid, gewijd aan de voormalige president van Azerbeidzjan.
Onderweg lopen we een enorme markt, de Yasil Bazar, binnen waar vooral fruit, zoete koekjes en kruiden verkocht worden.
Terug willen we langs de kust teruglopen. Google Maps heeft daarbij de onhebbelijke gewoonte om in offline modus geen ‘wandelen’ te ondersteunen. Via de autoroute weten we in ieder geval welke richting we uit moeten. Daarna is het voor ons gokken, of heel veel omlopen. We gokken goed blijkt later, als we bij een voetgangersbrug over het spoor en een snelweg uitkomen. Het gebied langs de kust is niet geweldig met afgesloten stukken en nog niet afgebouwde gebouwen. In verschillende gebouwen, ook in de City Tower, wordt het straatbeeld mooi weerspiegelt.
Uiteindelijk zijn we na een wandeling van 15 km terug in het hotel.
's Avonds drinken we eerst een biertje in een lokaal barretje (11,6 manat, € 6,30 voor vier halve liters), daarna lopen we naar een plek waar we nog een avondfoto maken van de verlichte Flame Towers en daarna eten we. Uiteindelijk staat er 21 kilometer op de teller.
Zondag 3 septemberBaku
Vandaag struinen we door de Oude Stad van Baku, Icheri Sheher. De stad is ommuurd en er liggen smalle straatjes, oude gebouwen, koopmanshuizen, moskeeën en bezienswaardigheden zoals de Maagdentoren en de paleizen van de Shirvanshahs, de vroegere lokale heersers.
We beklimmen de Maagdentoren en hebben mooi zicht op de stad. We dwalen verder en zien Street Art: een getekende leeuwenkop, bomen die gezichten voorstellen, maar ook schilderingen van vogeltjes. We drinken een cola in een park. De jonge vrouwen dragen strakke broeken en T-shirts, de oudere vormeloze jurken tot op de kuiten. Bijna niemand draagt een hoofddoek. Een enkele oude vrouw is helemaal in het zwart met sluier. Bij sommige mannen vallen de wel hele grote, dikke neuzen op.
Aan het eind van de middag gaan we een biertje drinken. We vinden een terrasje waar ook veel mensen een waterpijp roken. Er is speciaal personeel dat de waterpijp voorbereidt en aan tafel komt brengen. Ze hebben allerlei felle kleuren water, maar dat lijkt de smaak niet te beïnvloeden. Een grapefruit doet dat wel. Die zit net onder de kooltjes en ziet er wat vreemd uit.
Op een gegeven moment komen we in gesprek met de buren. We krijgen van hen een snack met gebakken kaas aangeboden. Lekker. Uiteindelijk blijven we er ook maar eten. Alleen bij het afrekenen gaat het mis. De gebakken kaas blijkt bij ons op de rekening te staan. Als die er vanaf is, vinden we de rekening nog veel te hoog. Blijken er opeens servicekosten berekend; dat hebben we hier nog niet eerder meegemaakt. Tot nu toe stonden altijd de bedragen van de menukaart op de afrekening, dan geven we nog wat fooi. We laten de baas van het restaurant komen. Als die er na een minuut of vijf nog niet is, staan we op om te vertrekken. Dan is hij opeens wel snel ter plaatse. Na wat discussie, waarbij we aangeven dat wij bepalen of de service goed is en niet hij, wordt de rekening gecorrigeerd. We vertrekken zonder een fooi te geven.
Maandag 4 septemberVia Diri Baba en Lahic naar Sheki
Stipt om 9:00 uur komt onze chauffeur het hotel in lopen met een bordje met Martijn’s naam. Chauffeur Parvin spreekt goed Engels en blijkt tevens gids. We hebben een groot busje voor ons tweeën.
Baku is erg groot. We hebben zelf alleen het centrum gezien. Het is druk in de ochtendspits.
We rijden naar het westen. Als we echt de stad uit zijn, zien we de centrale vlakte van Azerbeidzjan. We zien kale vlaktes, kale heuvels, sommige stukken zijn landbouwgrond, maar momenteel groeit er niets. Af en toe een dorpje met gekleurde daken. Een enkele herder met geiten. De huizen zien er goed uit. De weg is prima.
We stoppen bij het mausoleum van Diri Baba in Qobustan. De tombe van de sjeik ligt in een mooie kloof en is een belangrijk pelgrimsoord. Er omheen ligt een aantal uitgehakte, lege grotten. De oude begraafplaats vinden we mooier dan de nieuwe.
In Shamakhi bezoeken we de oude, na een aardbeving verwoeste maar weer gerestaureerde Juma-moskee. Daarna naar de overkant van het dal, waar oude tombes zijn (Yeddi Gümbaz) van de Shirvanshahs, de vroegere heersers. We vinden ze mooier dan de moskee.
Als we de afslag naar Lahic nemen, wordt de weg smaller, maar wel beter. Over een kronkelende weg rijden we omhoog de bergen in naar 1.200 meter. We zien enorme uitgestrekte wijngaarden liggen. Het dorp is bekend om de koperslagers, maar dat vinden we tegenvallen. Er is vooral toeristenprullaria te koop. Ook wel veel kruiden waarvan we de meeste niet kennen. Veel thee, begrijpen we. We zien een enkele koperen pot hangen. De huizen in het dorpje zijn mooi en vaak hebben ze prachtige balkons. De omgeving is hier mooi groen.
We gaan verder naar Sheki. De weg wordt smaller, slechter. Op sommige stukken wordt gewerkt. Stalletjes staan langs de weg met fruit en kruiden, soms loopt er een koe op de weg.
Boven Sheki ligt Kish waar een oud Albanees kerkje staat, heel mooi.
Daarna gaan we door naar het Macara Hotel in Sheki. Vandaag hebben we 350 km gereden. We zitten er aardig doorheen en we besluiten een biertje in het hotel te drinken. Ze hebben een mooi terras buiten en we blijven er ook maar eten.
Sheki ligt aan de voet van de Kaukasus en we hebben prachtig zicht op de bergen. Het was vroeger de hoofdstad van een zelfstandig kanaat dat op een belangrijke kruising van handelswegen lag, tussen de route van Baku naar Tbilisi en de passen over de Kaukasus naar Dagestan. Omdat we nu op 600 meter zitten, is de temperatuur aangenamer dan in Baku.
Vandaag blijkt het omgekeerde van gisteren. Op de menukaart staat dat we 10% servicekosten moeten betalen, maar op de rekening vinden we daar niets van terug. Als we met de kaart willen afrekenen, kunnen ze die 10% fooi er niet bij doen. Die geven we dan maar contant.
Dinsdag 5 septemberQax, Ramramay watervallen, Sheki
Vandaag rijdt Parvin ons een dag rond. We gaan wat kerkjes bezoeken. Eerst de Kürmük, ook een Albanese kerk, in Qax die we al van verre in de heuvels zien liggen. Het laatste stukje lopen we, omdat de weg te slecht is. Deze kerk wordt onderhouden door de overheid en daarom gebeurt er weinig volgens de gids. De buitenkant is mooi, binnen is het niets.
De orthodoxe kerk St. George is van binnen wel mooi. Hij is helemaal beschilderd.
We rijden verder naar het noordoosten richting Russische grens (zover komen we niet).
De enkele fietser die we zien, rijdt aan de linkerkant van weg, zodat ze het autoverkeer zien aankomen.
Bij Ilisu ligt een mooie oude brug, de Ulu Körpü. Hier ligt ook de Sumaq Qala, een vierkante toren, overblijfsel van een oud verdedigingswerk. Om bij de Ramramay-watervallen te komen, rijden we het laatste stukje bergop met een oude legerjeep. Zo slecht is de weg.
In Sheki bezoeken we de oude caravanserai die is omgebouwd tot een hotel.
Het zomerpaleis van de vroegere khan bekijken we ook. Het werd gebouwd aan het einde van de 18de eeuw, nadat het oude paleis door een overstroming was verwoest. We krijgen een mooi beeld van het leven van de vroegere heersers hier.