Albanië

14 t/m 28 oktober 2024

De geschiedenis van ALBANIE begint 3000 jaar v.Chr., maar pas in 1921 werd de Albanese staat uitgeroepen. Een vrij nieuw land dus. Het heeft een zeer roerige geschiedenis en in het hele land vind je resten van eeuwenoude beschavingen.
Het is de laatste jaren snel aan het veranderen. Vooral de kuststrook wordt vol gebouwd met hotels die vooral in trek zijn bij Italianen.

Mesi-brug bij Shkodër

Maandag 14 oktober Naar Berat
Om 13:00 uur vertrekken we naar Schiphol. We kunnen zonder tussenkomst van personeel zelf de instapkaart printen en de bagage inleveren. Dit gaat superhandig en supersnel. Bij de paspoortcontrole is het erg rustig. Dus zijn we erg snel binnen en we lopen richting gate. We weten dat daar dichtbij Murphy’s Irish Pub zit, een gezellige tent om met een biertje de tijd te doden.
Na aankomst in Tirana is het nog twee uur rijden naar Berat waar we overnachten.

Dinsdag 15 oktoberBerat
De dag begint niet goed. Lia komt uit de douche, staat nog druipend op het douchematje, als de douchedeur met een hoop gekletter in miljoenen stukjes uiteenvalt. In haar linkerkant komen verschillende bloedende plekjes tevoorschijn. In haar armen, benen, voeten en een paar in haar rug zitten wondjes. Ze blijft staan waar ze staat om niet in het glas te lopen. Martijn veegt brokjes en splinters opzij en reikt doekjes voor het bloeden aan. De gaatjes en sneeën zijn gelukkig niet diep en het bloeden stopt snel. Er zitten nog heel wat minimale splintertjes overal op haar huid die ze er met een handdoek af veegt. Overal ligt glas, ook in de wasbak en in de wc-pot. We melden dit aan de balie die aan een oplossing gaan werken. Met slechts één kleine pleister gaan we op pad.
Het is een mooie zonnige dag met 25°.
BeratWe gaan Berat verkennen. We lopen de plaats in; ons hotel ligt midden in het centrum. De Ishull-rivier loopt dwars door de stad. Aan de ene kant wonen de rijken, aan de andere kant het gewone volk. De mooie oude Gorica-brug verbindt de delen. In de stad liggen veel kerken en moskeeën met invloeden uit meerdere eeuwenoude beschavingen. Het staat op de Unesco-lijst. We bezoeken de Qendra Mesjetare-kerk met mooie iconen en de Xhamia Mbret-moskee met mooie muurschilderingen. Je kunt alles zo aanraken; er is niks beveiligd.
We dwalen wat door de smalle stegen met hobbelige keien en komen uit bij de vrijgezellen-moskee, de Beqar moskee. Alleen voor mannen uiteraard. Vrouwen komen hier niet in de moskeeën. De moskee is dicht, de imam is nooit aanwezig.
Oude citadelDaarna rijden we naar boven, naar de oude citadel. We wandelen onder de oude stadspoort door en gaan eerst koffiedrinken. Lekker buiten met mooi uitzicht op de omgeving.
We lopen verder, eerst naar een mooi uitzichtpunt en dan omhoog door de ruïnes van de oude vestingstad. Er staat een mooi rood byzantijns kerkje. Noyan, onze reisbegeleider, vertelt heel uitgebreid over de geschiedenis.
Bij de lunch krijgen we allemaal verschillende hapjes. Erg lekker.
In het museum van Onufri, dé iconenschilder van Albanië uit de zestiende eeuw, hangen zijn vele prachtige iconen. We bezoeken een oud koopmanshuis waar we rond mogen kijken en we krijgen plaatselijke hapjes en een glaasje raki. Turkse koffie toe.
We rijden terug naar het hotel. We kunnen kiezen tussen onze oude kamer of een andere. We gaan kijken en vinden geen splintertje glas meer terug, alleen de deur ontbreekt. We blijven dus.
We lopen de stad in. We pinnen geld. Het is een handige koers: 100 lek = € 1. Je kunt op veel plaatsen, zeker in grote steden met euro’s betalen, vaak krijg je dan leks terug.
We drinken een biertje op de boulevard. Een halve liter kost € 2,50. Op straat is het gezellig druk en mensen kijken is altijd leuk. We krijgen een gratis zakje chips.
’s Avonds hebben we een gezamenlijk diner. Ook nu weer allerlei verschillende hapjes. We drinken er plaatselijke wijn bij. Smaakt prima.

Woensdag 16 oktoberBerat - Bylis - Apollonia – Vlorë
We gaApolloniaan naar Vlorë dat aan de Adriarische Zee ligt. Onderweg bezoeken we eerst Bylis. Hier ligt de belangrijkste en grootste archeologische site uit de oudheid, gesticht in 1200 v.Chr. De oude stad ligt op een hoogvlakte en afgelegen van de belangrijkste doorgaande wegen. Hierdoor komen er maar weinig toeristen. Er zijn overblijfselen te zien uit Helleense, Romeinse en de Byzantijnse periodes. Er worden nog steeds opgravingen gedaan. We kijken bij de overblijfselen van synagogen, kloosters, huizen, marktplaatsen, een amfitheater. Op heel wat plaatsen ligt grind waaronder goed bewaarde vloermozaïeken liggen. Eentje is er momenteel te zien; de anderen blijven bedekt om ze te beschermen.
Na de lunch gaan we naar Apollonia, een Griekse handelsstad uit de zesde eeuw v.Chr. We bekijken de opgravingen met o.a. het Odeon. Als we vijf minuten door lopen, kijken we neer op het oude Nimfeum, vroeger de watervoorziening van de stad en een drukke ontmoetingsplaats. In het mooie Mariaklooster zit nu een museum. Het oude kerkje dat erbij hoort, ziet er prachtig uit. Het ligt mooi in de zon.
Op weg naar Vlorë zien we langs de kant van de weg veel dikke, oude bomen vol met olijven.
In Vlorë eten we ’s avonds in de stad dicht bij de haven. Wat ons hier opvalt, zijn de groenten- en fruitstalletjes voor de vele supermarkten. Blijkbaar verkopen ze dat binnen niet.
We eten bij het bierrestaurant. Het eten is lekker, veel te veel en goedkoop.

Donderdag 17 oktoberVlorë - Sazan eiland - Karaburun - Vlorë
We rijden naBunker op Sazan-eilandar een haven waar een boot op ons ligt te wachten. Er liggen heel wat oude en verroeste schepen. Wij varen met een mooi bootje, net groot genoeg voor ons, naar het eiland Sazan. In de Koude Oorlog was dit eiland belangrijk. Er liggen honderden bunkers. Tot een paar jaar geleden mochten er alleen militairen komen. We kijken bij de bunkers, de loopgraven, het schooltje, de bioscoop en de flats, allemaal in dezelfde, vreselijk lelijke, Russische bouw. We varen door naar het schiereiland Karaburun waar we in de enorme grot, de Haxhi Ali Cave, rondvaren. Mooi gezicht. Bij Gjri i Shén Vasilit, ook op het schiereiland, liggen we aan en krijgen we een zeer uitgebreide lunch. We worden verwend. We kunnen hierna zwemmen, maar vinden het water te koud.
Weer terug in Vlorë gaan we aan het eind van de middag wat rondlopen. De plaats is niet bijzonder. Er is geen mooi oud centrum en ook geen bezienswaardigheden. Heel veel hotels langs de zee met heel veel Italiaanse restaurants. De Albanese Costa del Sol.
We drinken een lokaal biertje, een flesje Korça van 330 ml voor € 3, op de boulevard met mooi zicht op de zee waarboven de wolken kleuren na zonsondergang. Daarna gaan we terug naar het bierrestaurant van gisteren, waar ze lekker tapbier hebben. Een halve liter tapbier voor € 2,50. We hoeven na de lunch van vanmiddag niet meer te eten. Het hele restaurant stroomt vol met jonge vrouwen, een stuk of dertig, die elkaar allemaal kennen. Wat een gekwetter. Buiten zitten wel wat mannen, maar die hebben niets met die vrouwen te maken.

Vrijdag 18 oktoberVlorë - Porto Palermo – Sarandë
Palermo CastleWe rijden langs de kust naar het zuiden. In Vlorë staat de hele kustweg vol met hotels en pizzeria’s. Het doet denken aan de Costa del Sol. We zien grote steengroeves, waar kalk en marmer gewonnen wordt.
In het Llogara National Park, wat verder uit de kust, maken we een wandeling over het Ceazar-pad. Het gaat lichtelijk omhoog en is een beetje glad door de vele dennennaalden die op het pad liggen. Boven is er mooi uitzicht over de vallei.
Het is niet helemaal helder en er vallen een paar spettertjes regen. Men zegt dat Julius Caesar vroeger hier in de buurt aan land kwam vanuit Italië.
Verder naar het zuiden stoppen we bij een uitzichtpunt over zee.
Noyan trakteert ons op koekjes wat hij elke dag een paar keer doet; kokoskoekjes, notenkoekjes, Turks fruit. Lekker.
SarandëWe rijden over de mooie bochtige kustweg langs de Albanese Riviera. Er liggen kleine dorpjes met duidelijk Griekse invloeden, witte huizen, blauwe kerkjes. Er staan veel bomen met granaatappels.
Als we dicht langs de kust rijden, zien we schuilplaatsen voor onderzeeërs.
Dichtbij Porto Palermo gaan we lunchen. Zoals gewoonlijk krijgen we allerlei verschillende hapjes. Vandaag dipsausjes, Griekse salade, frietjes, schelpdieren- en vleespasta. Het gaat erg snel op deze manier. Noyan bestelt en betaalt uit de pot. Aan de overkant ligt de eeuwenoude burcht Palermo Castle van Ali Pasha, een pasja die het rond 1800 schopte van omhooggevallen roverhoofdman tot heerser over Albanië en groot deel van Noordwest- en Centraal-Griekenland. Een man met wrede uitspattingen. We wandelen ernaartoe en kijken uitgebreid rond. Noyan vertelt over de geschiedenis.
We rijden verder naar Sarandë waar we overnachten. De weg is erg rustig, wel steekt een grote kudde schapen de weg over.
We krijgen een hotelkamer met twee tweepersoonskamers en twee balkons.
’s Avonds eten we aan de boulevard een lekker visje.

Zaterdag 19 oktoberSarandë - Butrint - Mesopotam – Gjirokastër
ButrintEerst gaan we naar Butrint dat niet ver van de grens met Griekenland ligt, een archeologische site die op de Unesco-lijst staat. We zijn zo dicht bij de Griekse grens dat onze telefoon zelfs opeens de Griekse tijd aangeeft. De site werd al in de bronstijd bewoond. Er liggen een goed bewaard Romeins theater, een waterbron, de leeuwenpoort en de ruïne van een grote kapel. Erg mooi.
Onderweg naar Gjirokastër bekijken we de Sint Nicolaaskerk bij Mesopotam. Dit is een kerk uit de elfde eeuw en is een mix van verschillende bouwstijlen.
Zoals elke dag lunchen we laat, ergens tussen 14:00 en 15:00 uur. Vandaag krijgen we weer gerechtjes die we niet eerder hebben gehad. Heerlijk. Er vallen een paar regendruppels.
Ook Gjirokastër staat op de Unesco-lijst. In de verte zien we het kasteel hoog boven de stad liggen. Aan de rand vGjirokastëran de plaats worden we de bus uitgezet. De bus mag niet het centrum in. De bagage wordt door een lokale auto naar het hotel gebracht.
Wij maken meteen een wandeling door het centrum. De straten zijn smal en van keien gemaakt. Sommige hebben mooie patronen. De oude huizen hebben daken van platte leisteentegels. De bazaar is een paar straatjes met allemaal toeristenwinkels met allemaal dezelfde spullen. Er zijn wel andere toeristen, maar niet zo veel. Het weer is prima: bewolkt, een graad of 20 en gelukkig droog.
Het Skendulihuis is een Ottomaans huis waar jarenlang een rijke Soefi-familie heeft gewoond. Het is nu een museum. We krijgen een rondleiding door de kamers met verhalen hoe er vroeger geleefd werd. De Xhamia e Pazarit-moskee bekijken we ook vanbinnen. Mooie muren en plafond.
Bij een lokaal eettentje gegeten. Was weer veel te veel. Als we teruglopen naar het hotel zien we het slot boven het stadje, gaan we morgen bezoeken.

Zondag 20 oktoberGjirokastër - Antigonea - Libohove - Gjirokastër
AntigoneaHet is een redelijk zonnige dag met temperaturen van een graad of 22.
Over smalle wegen rijden we naar Antigonea, een stad die in 295 v.Chr. werd gesticht door Pyrrhus. Hij noemde de plaats naar zijn jong overleden vrouw. De resten zijn pas in 1968 gelokaliseerd. Een groot deel van de oude stad zit nog in de grond. We hebben mooi zicht op Gjirokastër dat aan de andere kant van het dal ligt.
Daarna, op weg naar Libohove, wordt de weg nog smaller. We krijgen we een boerenmaaltijd als lunch. Lekker, maar wel weer veel. Naast de taverne ligt de oude Mariakerk uit 554. Deze heeft een hele mooie iconostase. Prachtig Ook hier is er niks beschermd.
Terug in Gjirokastër lopen we naar het kasteel dat boven de stad uitsteekt. Het is enorm groot, stamt uit de twaalfde eeuw en is nu een museum. Ook nu weer mooi uitzicht over de stad.