Zondag 8 november Bangalore
Ook vandaag bij het ontbijt gaan we alle drie voor de Chinese noedelsoep. Dat is toch altijd erg lekker.
Martijn heeft eerst twee kleine Joomla-sessies en neemt dan even vrij, zodat hij met Lia en Petra naar de Hare Krishna-tempel kan gaan. Dat is maar een kleine tien minuten lopen. Ook hier weer overal controles, die werkelijk nergens op slaan. Het geeft een idee van een soort schijnveiligheid. We hebben een tas meegenomen waar het kleine fototoestel in kan. Voordat we de tas afgeven, willen ze eerst het fototoestel zien. Waar gaat dit om? Je mag dan wel geen fototoestel mee naar binnen nemen, maar iedereen loopt foto’s te maken met z’n mobiele telefoon. Binnen in de tempel mag dat niet.
In elke tempel moeten de schoenen uit en moet je op blote voeten verder. Soms mag je je sokken aanhouden. Gelukkig is het overal goed schoon. In de grote zaal staat een enorme vergulde schrijn met prachtige beelden. Omdat wij een ticket hebben moeten kopen, krijgen we een voorkeursbehandeling en mogen pal voor het schrijn gaan zitten. De anderen moeten er een stuk verder vanaf blijven. Er volgt een soort ceremonie met bloemblaadjes en we worden gezegend.
Een klein bandje maakt met zijn muziek een klereherrie. Uit de luidsprekers hoor je overal ‘Hare Krishna, Hare Krishna’; op een gegeven moment gaat dat behoorlijk irriteren.
Om bij de uitgang te komen, wordt iedereen langs een bepaalde weg gestuurd. Wat een commercie. Veel, heel veel zalen vol met boeken, cd’s, kleding, hapjes, frutsels, te gek om op te noemen. Op het eind kan iedereen een gratis hapje krijgen in een kunstig gevouwen blad.
We gaan op een muurtje zitten met mooi zicht op de tempel. Veel mensen kijken verbaasd naar ons. We zien slechts een enkele andere toerist. Veel willen er met ons op de foto. Sommige vragen het gewoon, anderen proberen, heel opvallend, een selfie te maken of foto’s van hun gezelschap dat steeds verder onze kant op schuifelt. Het is erg grappig.
Het valt ons op, dat alle vrouwen lang, zwart haar hebben; dat van de mannen is ook allemaal zwart. Blijkbaar verft iedereen het.
Terug in het hotel gaan we zwemmen. Het zwembad ligt op de vierde verdieping en is dus vanaf de straat niet te zien. Het is zo gebouwd, dat het lijkt, dat het water aan de achterkant zo de straat oploopt. We hebben mooi zicht op grote flatgebouwen en de Krishna-tempel. Als we er even liggen, komt een ober langs met grote glazen gratis smoothies. Dat heb je dan weer wel in zo’n duur hotel.
Het is niet zo zonnig vandaag. Veel bewolking en wat wind, maar een jas of trui is nog niet nodig.
Om 18:00 uur is de Joomla-conferentie afgelopen. We nemen afscheid van de (Nederlandse) deelnemers en gaan naar District 6. Het is er niet zo druk als gisteren en het bier komt wat sneller door. Voor het gemak eten we er ook en de rekening valt elke keer weer tegen. Als er al taxes bij komen, zou dat toch vermeldt moeten worden; wat dus niet het geval is. En meestal zijn die taxes 10-15%. Hier zijn ze echter ongeveer 30%. Zo wordt het wel erg duur.
Maandag 9 november Naar Saravanabelagola, Hassan
We genieten voor de laatste keer van het uitgebreide ontbijt.
We pakken onze spullen in, checken uit en wandelen naar buiten. David, onze chauffeur, komt meteen op ons af en brengt ons naar zijn wagen. Een moderne, grote kar. Hij blijkt een aardige man, die overal de weg weet.
We gaan voor een kleine drie weken rond rijden door Zuid-India. Vandaag gaan we naar het westen, naar Hassan. In Bangalore is het nog druk, daar buiten valt het reuze mee. Misschien komt dat doordat we over de tolwegen rijden en rijdt de Indiër over de andere wegen.
Het is groen. Overal zien we bananenplantages, rijstvelden, palmbomen. De koeien en honden lopen midden op de weg. Uitkijken dus, dat je ze niet aanrijdt. De koeien zijn tenslotte heilig en hebben overal voorrang. Het is vandaag bewolkt en er blijkt in de afgelopen dagen nogal wat regen gevallen te zijn. Het is de tijd van de noordoost-moesson, hoewel we daar thuis nergens over gelezen hebben. Het zou hier alleen tijdens de zuidwest-moessoen regenen, zo april, mei, juni. Beetje vreemd. Maar gelukkig blijft het vandaag droog. Achteraf blijkt de noordoost-moesson zó veel regen te brengen, dat het zelfs hier regent. Normaal blijft die moesson aan de oostkust.
We passeren wat kleine dorpjes waar het overal een drukte van belang is. Soms zien we een kleurrijke tempel, een grote regenwaterplas, riksja’s volgeladen met van alles en nog wat. In Saravanabelagola bezoeken we het Jain Pelgrims Centrum, één van de beroemdste Jainistische bouwwerken, genaamd Vindhyagiri of Indragiri. We leveren eerst onze schoenen in en gaan op onze sokken de meer dan 600 treden op. We zijn niet de enige: verschillende schoolklassen en individuele Indiërs klimmen omhoog. Bovenaan staat een van de grootste beelden ter wereld: het enorme zeventien meter hoge beeld van Gomateswara, de meer dan 1000 jaar oude ‘mooie meneer’. Hij is naakt als teken van zijn verzaken aan de wereld. Elke morgen worden zijn voeten gewassen en eens in de twaalf jaar krijgt hij een grote wasbeurt. Het schijnt, dat er dan per dag meer dan honderdduizend bezoekers komen.
We wandelen er uitgebreid rond en zien overal beelden, bewerkte pilaren, brede paden met oranjewit gestreepte muren vol met beeldhouwwerken. Muizen en eekhoorns eten de gedoneerde rijst op. Een mooi complex. De oranje kleur staat voor vrouwelijk, de witte voor mannelijk.
We rijden door naar Hassan, waar we in het Southern Star Hotel inchecken. Het ligt in een kleine zijstraat van de BM (Bangalore-Mangalore) Road, waardoor het verkeer wat minder hoorbaar is. We gaan de plaats bekijken en zien riksja’s, riksja’s, brommers, auto’s, nog meer riksja’s, koeien midden op de weg, in de berm, langs de kant, brommers, bussen. We worden hoorndol van het getoeter en gaan op zoek naar iets te drinken. We hebben gelezen over een aangenaam terras bij Suvarna Gate, maar dat is niet open. We kunnen wel binnen zitten. Alle cocktails en verse sappen van de kaart hebben ze niet. Wel (dure) wijn en bier. Het geheel bestaat uit twee delen: een met airco en donker glas waar je niet naar binnen kunt kijken en een zonder airco waar alleen maar mannen zitten. Het personeel wil ons in het airco-deel stoppen, maar dat willen wij niet. Dat is verder geen probleem. Later zien we uit het airco-deel alleen maar vrouwen komen. Wij bestellen twee bier en een cola, maar uit het slechte Engels dat men spreekt, maken we op, dat we maar één bier mogen bestellen, omdat ze zo meteen dicht gaan. Dan maar eentje. We hebben dat nog niet gezegd, of er worden al twee grote flessen gebracht… Ze vragen wel vier keer of we willen eten, want dat kan eigenlijk niet meer. Ze zijn waarschijnlijk bang, dat we te lang (in hun vrije tijd) blijven zitten en ze zitten ons weg te kijken, terwijl er nog verschillende andere mensen aan het eten zijn. We waren van plan om hier vanavond te eten, de kaart ziet er goed uit, maar we gaan toch maar wat anders zoeken. Het bier is er wel goedkoop: 130 roepie (€ 1,50) voor een fles van 650 ml.
Na de siësta gaan we weer de straat op. Het is er nog net zo druk als 's middags. Waar zouden we wat kunnen gaan drinken? We proberen het bij een cocktailbar. Het is een beetje donker binnen en vrij druk, maar ala. We worden naar boven gebracht waar ze ons een aparte, afgesloten kamer willen geven. Dat willen we niet: we willen naar de andere gasten kunnen gluren. Wij weer naar beneden en vinden achterin nog een lege tafel. Ook hier alleen maar mannen. Martijn valt wel op met z’n harem. Ze hebben grote, koude kingfishers en Petra gaat voor een cocktail. Laten ze die nou niet hebben in deze cocktailbar. Het personeel en wij verstaan elkaar niet zo goed, maar naast ons zitten twee mannen die redelijk Engels praten, maar een rum cola krijgen we ze ook niet aan het verstand. Petra en Lia gaan maar naar voren, naar de bar. Daar hebben ze kleine flesjes rum en whiskey We nemen er eentje mee, want hij kost maar 100 roepie en hij is nog te drinken ook.
We hebben een adres van een ander hotel gevonden om te gaan eten. Het zou tegenover het busstation moeten liggen. Dat hebben we gevonden op de kaart, maar we zien geen hotel. Blijkt, dat we bij het nieuwe busstation zitten en we hadden naar het oude gemoeten. We hebben geen zin om nog eens op zoek te gaan en besluiten om toch maar terug te gaan naar Suvarna Gate. Het dakterras is nu wel open en ook hier zitten alleen maar mannen. Voor twee bier, een frisdrank en drie maaltijden zijn we 775 roepie kwijt, net geen € 10. Dat lijkt meer op het echte India.
Verschillende hotels zijn feestelijk verlicht met lichtjes; dit in verband met Diwali, het lichtjesfeest, dat deze week plaats vindt. Het ziet er wel gezellig uit.
Dinsdag 10 november Naar Halebid, Belur en Mysore
Het is niet druk bij het ontbijt en er staat een buffet met Indiaas en westers eten.
Om 9:00 uur vertrekken we naar het noordwesten, naar Halebid. Er staat een gids voor ons klaar en we bezoeken de tempel van Hoysaleshera. Het zijn eigenlijk twee heiligdommen verbonden via een hypostylzaal. Die is vrij donker, omdat er maar één opening is. De ene tempel is gewijd aan Shiva, de ander aan Parvati. Het geheel is in de vorm van een grote ster gebouwd, zodat door de vele hoeken en kanten meer oppervlakte beschikbaar is. De hele tempel is één groot beeldhouwwerk. Er staat zo verschrikkelijk veel op de muren, dat je niet weet waar je moet kijken. Tot in de kleinste details is alles bewerkt. De gids laat ons de mooiste delen zien en heeft daar een verhaal bij.
De jainistische tempel een stuk verder langs de kant van de weg heeft de pijlers die typische zijn voor de jainistische stijl. De meeste jainisten wonen in het noorden van het land. Hier zijn er niet zo veel.
In Belur staat de tempel van Chennakeshava. Bij alle tempels moet je je schoenen uitdoen en die worden bewaakt. Daar moet je natuurlijk voor betalen. Het complex werd in 1133 door de dynastie van Hoysala’s gebouwd om de overwinning op een naburige stam te gedenken. Er is een enorme binnenplaats met daarop verschillende gebouwen. De bas-reliëfs met danseressen op de kroonlijsten boven de zuilen zijn erg indrukwekkend. Ze buigen ver voorover en ze zijn allemaal anders. De thorana, de poort die toegang geeft tot het heiligdom is zelden open. Maar vandaag wel vanwege Diwali, het lichtjesfeest. Er worden allerlei ceremonies uitgevoerd en mensen bidden er. De tempel is nog altijd in gebruik. Binnen is het verboden te fotograferen, maar blijkbaar zijn mobieltjes geen fototoestellen; die worden namelijk volop gebruikt en niemand die er wat van zegt.
We zetten de gids af bij het busstation en wij rijden naar Mysore. De weg is redelijk goed. Soms zitten er echter wel hele grote gaten in de weg. Veel auto’s en bussen hebben geen remlicht. Aan richting aangeven doen ze niet. Iedereen rijdt zonder op of om te kijken de weg op. Veel verkeer haalt in als het eigenlijk niet kan; het gaat maar vaak op het nippertje goed. Er zitten veel vrij hoge drempels in de weg. De riksja’s zitten soms overvol. Je ziet veel benen en hoofden; de mensen zijn niet te tellen. Op de brommers zitten vaak twee mensen; alleen de voorste, meestal, met een helm. Soms zitten er drie of vier mensen op. Een enkele keer zelfs vijf. Honden en koeien lopen midden op de weg of steken plotseling over. Er rijden karren met ossen er voor of kleine paardjes. Er worden enorme grote vrachten vervoerd, zowel op brommers, riksja’s als vrachtwagens. Als er voor onze rijrichting twee rijbanen zijn, haalt men links en rechts in. We hebben geen idee of verkeer van links of rechts voorrang heeft. Men wacht wel voor een rood stoplicht, maar pas als het verkeer waar het groen wordt, echt gaat rijden. Veel mensen proberen ons af te zetten. Als er geen prijzen staan vermeld, weten we niet voor hoeveel. Maar als er wel prijzen staan, vragen ze voor bijvoorbeeld: cola veertig in plaats van vijfendertig, schoenen bewaren tien in plaats van drie, gebruik van de openbare wc vijf in plaats van drie. Wij betalen niet meer dan er aangeplakt staat. Hun verhaal is, dat de prijzen omhoog zijn gegaan. We zeggen, dat we de genoemde prijzen betalen, zodra zij de borden hebben aangepast. We moeten dus zorgen voor voldoende klein geld. Goed om te weten, dat dat ook bij Indiërs geprobeerd wordt en soms ook lukt.
Men praat erg slecht Engels en als ze het wel goed kunnen, gaat het zo snel, dat we twee, drie moeten vragen wat ze zeggen. Soms is het Engels zo slecht, dat het even duurt voor we door hebben, dat men Engels praat.
Het is erg groen langs de kant. Veel rijstvelden en palmbomen. Het is ook vandaag bewolkt.
We rijden naar Mysore waar we in hotel United 21 zitten, dicht bij het paleis. We gaan op zoek naar een leuke tent om de avond door te brengen en komen uit bij Parklane Hotel. Dat heeft een open dakterras waar al een paar mensen zitten. Er is een aparte afdeling voor vrouwen en families. Boven elke tafel hangt een rood lampje met een touwtje waarmee je de aandacht van het personeel kunt trekken. Als het lampje brandt, staat er binnen de kortste keren iemand bij je aan tafel. Wel handig. Ook hangt er boven elke tafel een eigen kleine fan, die je zelf kunt bedienen. Het wordt steeds drukker met alleen maar buitenlanders. Wij bestellen een mogito, een pitcher met 1,5 halve liter bier en een schaaltje vers gebrande cashewnootjes. Lekker. Zien drinken, doet drinken: er worden na de onze volop pitchers besteld. Het dak gaat open en we zitten heerlijk in de buitenlucht. Tot het een beetje begint te regenen; dan gaat het meteen weer dicht. We bestellen verschillende gerechten die we samen delen. Het is ongeveer 1,5 keer zo duur als in Hassan, maar het eten smaakt ons een stuk beter.
Woensdag 11 novemberMysoreHet regent. Blijkbaar is nu hier het regenseizoen, hoewel we daar thuis niets over gelezen hebben. Het zou regenen in april, mei, juni. De rest van het jaar hoort het warm en droog te zijn. De temperatuur is wel goed, een graad of 25, 26.
Bij het ontbijt staat alleen koffie en thee met melk. Als we ergens niet van houden… Maar goed, we bestellen omeletten, zwarte thee en koffie. Smaakt prima.
Om 9:00 uur staat de auto voor met David en een gids. Eerst gaan we naar Chamundi Hill, naar de tempel van Sri Chamundeswari, gewijd aan de zeven beschermgoden van Mysore. Pelgrims worden geacht deze tempel te bezoeken via ongeveer 700 treden, maar iedereen komt via de asfaltweg met gemotoriseerd vervoer. Het is jammer, dat het wat mistig is, zodat we de mooie gele tempel met de witte Shiva-beelden niet zo goed zien. De één na grootste stier van het land staat hier ook. Deze is gehouwen uit één blok zwarte steen en draagt steevast een krans van verse oranje bloemen om zijn nek. De Indiërs offeren hier gepofte rijstkorrels.
Dan gaan we naar het Mysore Paleis, het paleis van de maharadja. We krijgen een indruk van de grootheidswaanzin, de overweldigende pracht en praal, waaraan de maharadja’s vroeger leden. Elke vertrek is extravagant met houtsnijwerk, spiegels, vloermozaïeken, met houtsnijwerk versierde plafonds, deuren van massief zilver, marmer ingelegd met edelstenen. En dat is dan alleen nog maar het deel, dat toegankelijk is voor het publiek. De afstammelingen van de laatste maharadja’s bewonen nog altijd een deel van het paleis.
We laten ons afzetten bij de Devaraja-markt, een grote, zeer kleurrijke markt. Het is ondertussen wel droog, maar de smalle paadjes zijn zompig. Overal bloemen en slingers in allerlei kleuren, kleurstoffen in felle tinten, groente, fruit, parfums. Veel bijen komen op de zoete geur van de bloemen af. Die kun je los kopen, maar ook in guirlandes per strekkende meter. Daarna dwalen we door de pottenbuurt, waar de binnenkant van de ketels wordt verhit met oude kranten. Lia laat een naadje van haar geldbuidel naaien in een klein zaakje. Kost niets. Service van de zaak. Een man wijst ons de weg naar een wierrookfabriekje dichtbij een moskee en een katholieke kerk. Na een paar keer vragen, komen we er warempel. Een mevrouw zit stokjes te draaien, zo’n 6.000 per dag maakt ze er. Daarna moeten die nog veertig dagen in de olie gedompeld worden. Door de verschillende oliën krijgen ze hun aparte geur. Daarna ‘moeten' we nog wat olies ruiken, waarvan we de meeste niet lekker vinden. We kopen niets en gaan terug naar het hotel.
De wifi werkt alleen in de lobby en dan nog niet altijd. Vanochtend niet, maar nu weer wel. Snel is die sowieso niet.
Morgen is het Diwali, het Hindoe Nieuwjaar. We merken er maar weinig van. Er zijn wel wat verlichte gebouwen, maar niet echt veel. En van het vuurwerk is ook niet veel te merken.
We eten en drinken weer bij Parklane. Zelfde verhaal als gisteren.