Turkije
21 augustus t/m 20 september 1987
TURKIJE, een land van geurige oosterse markten, prachtige moskeeën en een oriëntaalse sfeer. Het is erg afwisselend met Byzantijnse, Romeinse, Griekse en islamitische cultuur. Al even gevarieerd is de Turkse keuken.
Turkije heeft een landklimaat. In het binnenland is het dan ook behoorlijk warm. In het noorden aan de Zwarte Zee kan het echter behoorlijk regenen.
Ankara is de hoofdstad en het land ligt voor een klein deel in Europa en voor het grootste deel in Azië.
Vrijdag 21 augustusNaar Ankara
De eerste persoon die we op Schiphol zien, is Kees, vorig jaar reisgenoot in Egypte. We gaan weer met Transglobal. Zodra we voet aan land zetten in Ankara, zien we een tweede (en tevens laatste) bekende: de Australiër Wayne, reisleider van een andere groep vorig jaar in Egypte, zal onze reisleider zijn. We treffen een lekkere kleine groep, veertien mensen. Daarnaast hebben we een Turkse chauffeur: Orhan. We vliegen met de KLM van Amsterdam naar Ankara.
Ankara is een groot dorp. Er zijn niet veel bezienswaardigheden die de moeite waard zijn: enkel de citadel, het mausoleum van Atatürk en het archeologisch museum. Het is er wel rustig en erg schoon en dat hebben we in Egypte wel anders meegemaakt. 's Avonds eten we in een restaurantje, waar alleen een menukaart in het Turks is. We mogen meelopen naar de keuken: heel veel lange en erg smalle gangetjes door en spiegelglad van het vet. We zitten in een toeristenwijk en het eten is hier duurder dan elders: inclusief drank betalen we ƒ 5 per persoon.
Zaterdag 22 augustusAnkara
We bezoeken het mausoleum van Atatürk. Hij is de grondlegger van het hedendaagse Turkije. Zelfs in de kleinste plaatsen kom je standbeelden van hem tegen.
De buitenmuren van de citadel, het oudste deel van Ankara, zijn gebouwd met stenen van andere bouwwerken. Dat zie je goed doordat de teksten die er op staan vaak op zijn kop staan.
Overal zijn hier kleine nauwe steegjes. Als we muziek horen in een steegje blijkt er een bruiloft gevierd te worden. Dit feest duurt meestal enkele dagen. De mensen zijn heel gastvrij: we moeten allemaal meedansen en krijgen sigaretten en snoep aangeboden. En natuurlijk rozenwater! Dit is in heel Turkije populair, samen met lemonwater. Als je ergens op bezoek komt, in een kantoor, een restaurant, of bij mensen thuis, dan krijg je meteen een flinke scheut om je hoofd en je handen mee te verfrissen.
Zondag 23 augustusNaar Hattusas
Vanuit Ankara rijden we richting Zwarte Zee, naar Hattusas (Bogaskale). Dit was vroeger de residentie van het grote rijk van de Hettieten. Dit werd bewoond vanaf 3500 voor Christus. Vroeger waren er stadsmuren, tempels, paleizen en straten. Alleen de sfinxpoort is bewaard gebleven.
Yazilkaya is een tempelcomplex van de dodencultus. Overal in de rotswanden zijn reliëfs. Dit stamt uit 1200 voor Christus en ziet er erg mooi uit.
Maandag 24 augustusNaar Trabzon
In Trabzon zijn de mensen erg vriendelijk. Als we enkele kilometers van de doorgaande weg af zijn, worden we uitgebreid bekeken. Toeristen zien ze hier amper. Van een paar vrouwen krijgen we een pas gebakken, plat, rond brood. Het is nog warm en heerlijk! Aan de Zwarte zee is het meestal slecht weer en dat geldt nu dus ook. We bekijken de Ayasophia in Trabzon die uit het Byzantijnse keizerrijk stamt. Hij is heel mooi.
Dinsdag 25 augustusTrabzon
Tussen de middag bezoeken we een pizzeria. Afwassen hoeft er niet, want de pizza wordt op een stuk vetvrij papier gelegd. Je kunt hem gewoon naar binnen schuiven: bestek is er niet.
's Middags regent het en daarom gaan we met een aantal mensen naar een echt Turks badhuis. De dames worden door twee dikke Turkse vrouwen van alle kanten bekeken. Ze hebben de grootste lol, en wij natuurlijk ook. Bij de mannen gaat vooral de massage na afloop er hardhandig aan toe.
's Avonds bezoeken we de familie van Orha: vader, moeder, broers, zus + echtgenoot en kinderen. In de huiskamer staan twee bedbanken, een televisie en een telefoon met een slinger. Dat is het zo'n beetje. Verder is er nog een klein primitief keukentje, ettelijke slaapkamers en een luxueus ingerichte badkamer. Beneden is nog een hele grote ruimte, waar wij mooi met zijn allen kunnen slapen.
Woensdag 26 augustusSumela-klooster
Hoog in de bergen is in de veertiende eeuw een byzantijns klooster gebouwd: het Sumela-klooster. We hebben geluk; aan de voet van de berg kun je het klooster zien. Dit gebeurt maar zelden, er zijn vrijwel altijd laag hangende wolken. Je moet een behoorlijke klim maken, maar dat is de moeite waard. Alleen de buitenkant van het klooster is bewaard gebleven, maar er zijn nog schitterende muurschilderingen.
We overnachten op een camping aan de kust. Het regent pijpenstelen en het water komt bij diverse mensen door het grondzeil naar binnen. Het lijkt wel een waterbed. Bij ons blijft de schade beperkt. Sommigen hebben werkelijk alles nat en hangen 's morgens de spullen te drogen.
Donderdag 27 augustusNaar Çayeli
Omdat het maar blijft regenen stoppen we in Rize bij een theefabriek. We krijgen hier van de bedrijfsleider een rondleiding. Deze rondleiding eindigt in het directiekantoor met, hoe kan het ook anders, een handje rozenwater en een kopje thee.
In Turkije drinkt men overal thee. Koffie is moeilijk te krijgen en veel te duur voor de meeste Turken. Thee kost zo'n 0,15 per glas. In elk plaatsje is wel een theehuis, een verzamelplaats voor oude mannetjes, die thee drinken uit hele kleine glaasjes, op een mooi gekleurd bordje. Een lepeltje gebruiken ze niet, ze klemmen een suikerklontje tussen hun tanden en zoeten op die manier hun thee.
In Çayeli, vijfentwintig kilometer van de Russische grens, komen maar weinig toeristen. Op het pleintje zie je nu overal groepjes Turken staan, met in het midden een of twee Nederlanders uit onze groep. Ze zijn allemaal erg geïnteresseerd. Een enkeling spreekt Engels of Duits en vraagt dan honderduit, terwijl de rest toekijkt.
Door de vele regen die aan de kust valt, is het overal mooi groen. Als even de zon tevoorschijn komt, stoppen we meteen en duiken de zee in.
Onderweg wordt wel vaker gestopt en dan gaan we een stukje wandelen. Soms moeten we over wiebelende hangbruggen. Het houten planken waarop we lopen zijn niet altijd even nieuw. Sommige bruggen zijn half of helemaal ingestort.
Vrijdag/Zaterdag 28/29 augustusNaar Barhal
In Yusefeli stappen we over in kleine busjes, omdat de wegen te smal worden. We worden twee uur lang door elkaar geschud op een weggetje dat hoog de bergen in loopt tot een plaatsje genaamd Barhal. Van daar uit lopen we nog een half uur door beekjes en riviertjes, tot we bij een Turkse familie komen. Hier zullen we twee nachten slapen. Een oase van rust. Het heldere water uit de kraan, komt zo uit een bergstroompje. We eten aan lage ronde tafels en zitten daarbij op de grond op grote kleden.
Het enige wat ons hier niet zo goed bevalt, is de enorme hoeveelheid bijen, die afkomen op het fruit. Sommige leden van de groep worden een paar keer gestoken.
Overdag gaan we in een bergbeekje badderen en zonnen. Het water is ijs- en ijskoud. De service is uitstekend, de lunch wordt per paard gebracht. Het is een lekker ontspannen dagje.
Zondag 30 augustusNaar Kars
We komen nu in Kars, de vroegere hoofdstad van Armenië. De citadel uit de zestiende eeuw is de enige bezienswaardigheid. We kamperen op een grasveldje naast een hotel in Sarikamis. Dit hotel ligt 2.150 meter hoog en is 's winters een geliefd ski-oord. In het hotel mogen we zowaar de wasmachine gebruiken. Nou ja, een wasmachine; een soort tobbe, waar je je was in stopt, zeep en heet water en vervolgens wordt het geschud. Alles kun je daarna door een wringer halen.
Maandag 31 augustusNaar Ani
Ani ligt pal aan de Russische grens. Alleen een riviertje scheidt de twee landen. Er staan nog schitterende Armeense ruïnes uit de elfde eeuw. Mooi zijn de overblijfselen van de grote koepelbaseliek (gebouwd tussen 989 en 1001). De Kerk van de Verlosser staat er nog maar voor de helft.
Je mag alleen naar binnen als je je fototoestel afgeeft aan de militairen.
Het eten is elke dag weer een verrassing. Het is erg afwisselend en lekker. Je moet wel uitkijken met wijzen, want alles wat je naar wijst, wordt voor je besteld.
Dinsdag 1 septemberNaar Dogubayazit
Op weg naar Dogubayazit komen we langs de berg Ararat. Een lange rit door een dor droog landschap. Wel zien we regelmatig vreemd gekleurde rotsen, waardoor de bergen niet echt lijken. Het is meer een maanlandschap. Hierdoor wordt het een erg mooie tocht. Ook zien we bergen met obsidiaan; het vulkanisch glas ligt zo voor het oprapen.
Hier zou volgens sommigen de ark van Noach gestrand zijn na de zondvloed. Jammer genoeg is het bewolkt, wat meestal het geval schijnt te zijn.
Aan de Russische grens in Dogubayazit staat het schitterende Ishak-Paça-paleis. Omdat Wayne vindt dat de camping in de buurt de slechtste is die hij ooit gezien heeft, slapen we met ongeveer veertig mensen in het cafeetje bij het paleis.
Woensdag 2 septemberNaar Van
We hebben vandaag geluk, als we tussen de middag picknicken, staat de Arafat er onbewolkt bij.
Van (Tupsa), is de hoofdstad van het Oerartoe-rijk. Het is een van de grootste plaatsen in Koerdistan, aan het gelijknamige meer. Na een korte zwemstop, waar je heel schoon van wordt (want het is een sodameer), bezoeken we de citadel uit de achtste eeuw.
We kamperen in Gevas.
Donderdag 3 septemberVanmeer
Vandaag gaan we met een motorbootje naar een eiland in het Vanmeer: Akdamer. Er is enkel een mooi Armeense kerkje uit de tiende eeuw. Het heeft mooie afbeeldingen in reliëf. We kijken er wat rond, wandelen wat en gaan daarna in de zon liggen. Het is een ontspannen dagje. De Turkse mensen van de camping verzorgen een barbecue met o.a. heerlijke verse vis.