Donderdag 6 aprilAleppo

Een vrije dag in Aleppo. Ma'an, onze gids, zou voor kaartjes zorgen voor het museum en voor de citadel. Ze kosten dan 10 pond in plaats van 200 pond. Dus dat scheelt nogal wat. We moeten er echter wel allemaal tegelijk in, zodat we afspraken moeten maken. Om 10:00 uur vertrekken we naar het museum. Het is groot, mooi en er is erg veel te zien. Je mag er niet fotograferen, maar Lia heeft van een mooi mozaïek buiten toch een foto gemaakt. Ruim een uur zwalken we er rond, eigenlijk veel te kort, maar er is in Aleppo zo veel te zien dat de moeite waard is! Om 12:00 uur verzamelen we bij de citadel (3.000 jaar oud). Van hieruit heb je prachtig uitzicht over de stad. Er zijn veel mooie doorkijkjes.
Citadel, SyriëVervolgens gaan we naar de souk. We kopen eerst een broodje shoarma met een cola (105 pond - ƒ 4 met z'n drieën). Het is erg lekker en we hebben mooi zicht op hoe het gemaakt en in elkaar gedraaid wordt. Leuk.
We halen Joseph op bij een theehuis om mee te gaan kijken naar een gouden ketting die Wim voor Joke wil kopen. Als je hier goud koopt, is het ook goud. Dat is wel prettig om te weten. Een ketting van zeventig centimeter lang (eenentwintig karaat, elf gram) zouden we uiteindelijk voor 150 US$ moeten kunnen kopen (kosten in Nederland ƒ 1.000). Dat scheelt dus nogal wat. We komen na veel navraag bij verschillende winkeltjes en veel pingelen niet lager dan 160 US$. We besluiten dan ook maar eerst thee te gaan drinken en dan nog maar eens te gaan kijken.
Bij Baronhouse drinken we in een privé-vertrek een kopje thee. We willen eigenlijk buiten zitten, maar dat is niet open, omdat het te koud zou zijn. En dat terwijl het een stralende zonnige dag is. We zijn dan ook op het einde van de dag wel wat verbrand in ons gezicht en Lia ook op haar armen.
Daarna gaan we naar de kopersouk, waar veel koperslagers aan het werk zijn. We zoeken een mooi bewerkt (handgeslagen) bord en komen met een vele groter bord uit de markt dan eigenlijk de bedoeling was. Na een poosje pingelen (je moet veel geduld hebben), krijgen we het bord uiteindelijk voor 2.750 pond (ƒ 110). We hebben echt geen idee van de prijs, maar we zijn er blij mee. Deze souk is erg rustig, geen toeristen. Daarna gaan we weer terug voor de ketting van Wim. De verkoper herkent ons en we besluiten om hem toch maar de kopen voor 160 US$; we krijgen niets meer van de prijs af. Als hij hem afknipt en op ons verzoek nog eens weegt, blijkt hij echter lichter dan 's middags. Wij zijn het daar natuurlijk niet mee eens en we willen wat van de prijs af. Dat wil de verkoper niet en wij gaan dan maar naar de buren die ons een zelfde ketting wil verkopen (even zwaar) voor 155 US$. Binnen twee minuten is de zaak voor elkaar.
Met enige moeite vinden we Khan-el-Wazit, een karavanserai. Deze deed dienst als onderkomen voor de kamelen en reizigers. Het is jammer dat er allemaal auto's staan, want het is een mooi gebouw.
Op de markt kopen we drie sinaasappels voor 20 pond en gaan snel even naar het badhuis om een foto van binnen te maken. We mogen er niet in, want het is gesloten, maar we mogen wel een foto maken. Leuk. Terug naar het hotel, want het is ondertussen goed 19:00 uur en we zijn ontzettend moe. Dicht in de buurt van het hotel zien we een leuk dakrestaurant en we besluiten om maar meteen te gaan eten, hoewel het voor Syrische begrippen erg vroeg is. Die eten vaak pas na 21:30 uur. Er zijn echter nog verscheidene andere mensen zodat we niet alleen zitten. Het is lekker en voor dezelfde prijs dan gisteren. Je moet dat altijd maar weer afwachten, want er staan geen prijzen en worden niet genoemd. In het hotel is het lekker douchen en in bed drinken we een heerlijke whisky onder het genot van de Gigantjes.

Vrijdag 7 aprilNaar Ebla, Latakia

Om 7:30 uur vertrekken we richting Middellandse Zee. We maken een stop bij Calaat Sam'aan, het Saint Simeonklooster. Dat is een pelgrimsoord waar in de vijfde eeuw na Chr. de heilige Simeon zesendertig jaar op een pilaar heeft gezeten om aan de wereld te ontsnappen. Vanwege vrijdag, de rustdag van de moslims, is het er erg druk; vooral met schoolkinderen. Na uitgebreid rondgekeken te hebben, drinken we een kopje thee op een mooi terras.
We rijden verder naar Ebla, waar zeer belangrijke kleitabletten (± 15.000) in Sumerisch dialect zijn gevonden in 1964. De meeste macht had de plaats in de late derde eeuw voor Chr.
We lunchen in een tuin en gaan verder naar Calaat Salahiddin. Een van oorsprong oud kruisvaarderkasteel, dat later in naam van de islam veroverd is. Omdat we zo laat zijn, hebben we maar kort de tijd om rond te kijken, wat wel erg jammer is. De rit er naar toe is heel mooi, vooral omdat er veel planten en bloemen in bloei staan: koolzaad, brem, bloesems, klaprozen, gele margrieten, boterbloemen, mimosa, roze ridderkruid.
's Avonds eten we in Latakia in restaurant Petra heel zuur (en vrij duur).

Zaterdag 8 aprilLatakia

Vrije dag in Latakia. Na het ontbijt gaan we met z'n allen naar Ugarit (Ras Shamra). Daar is op kleitabletten het eerste alfabet van de wereld gevonden: dertig tekens, daterend uit 1400 voor Chr. Het is een groot terrein met veel muurtjes. Het mooiste is echter het enorme aantal veldbloemen in het gras. Zo prachtig en het ruikt ook zo lekker. Sommige velden zijn helemaal geel. Een geweldig gezicht. Jammer, dat de zon niet schijnt, anders zou het nog mooier zijn.
Op de terugweg stoppen we bij een sinaasappelboomgaard. De sinaasappel is enige plant (zegt men) die vruchten draagt terwijl hij bloeit (witte bloempjes). We mogen allemaal een sinaasappel uit de boom plukken en opeten. Die smaken toch een stuk beter als ze aan de boom rijpen.
Mannen, SyriëDe rest van de groep gaat ergens eten en vervolgens naar het strand. Maar omdat de zon niet schijnt en het best wel fris is (trui aan), hebben wij geen zin en gaan we te voet Latakia in. Er is niet zoveel te zien en ergens eten we een broodje shoarma. Bij een achenebbisj postkantoor dat net aan het verbouwen is, kopen we postzegels. Het gaat wel lastig, want bijna niemand spreekt Engels, alleen Arabisch. In een winkeltje kopen we vier flessen bier en wat zoutjes (verse!). Bij het betalen kunnen we als wisselgeld wat muntjes regelen.
Met de taxi (ƒ 1) gaan we terug naar ons hotel en zitten lekker in ons appartement (incl. keuken, grote woonkamer met zes fauteuils, twee balkons; de anderen hebben een gewone kamer), we schrijven de ansichtkaarten, drinken bier, eten zoutjes en douchen. Een heerlijk ontspannen middag, die je na een week van reizen wel nodig hebt.
's Avonds gaan we met z'n tweeën op zoek naar een restaurantje. Er zijn er niet zoveel, maar uiteindelijk komen we terecht bij ZZ, een soort steakhouse waar ze ook pizza's verkopen. Martijn bestelt een mixed-grill, maar krijgt een lekkere steak. Lia heeft een pizza.

Zondag 9 aprilNaar Arwad

We rijden naar Tartus, verder naar het zuiden, ook aan de kust. Daar nemen we de boot naar Arwad, een eilandje, ± twintig minuten varen. Dit was ooit een machtig marine-fort. Tijdens de kruisvaardertijd was het van strategisch belang en het was de laatste Frankische post die in handen van de moslims viel in 1302. Verder is er op het eiland niets te beleven.
We rijden door naar Crac des Chevaliers, een immens kruisvaarderkasteel net buiten het Amsariyangebergte. In de verte zien we Libanon liggen met bergen met sneeuw. Het achthonderd jaar oude fort heeft weinig geleden en in bepaalde periodes leefde hier een garnizoen van zo'n vierduizend man. We kijken uitgebreid rond en gebruiken de lunch. Daarna worden we naar het hotel gebracht en we gaan met de meeste een stukje (twintig minuten) wandelen naar een Grieks-orthodoxe kerk. Deze mogen we bezichtigen: een oude en een nieuwe kapel hebben ze. Daarna lopen wij met Wim een berg op naar een dorpje toe, maar hier valt werkelijk helemaal niets te beleven.
Terug in het hotel drinken we een lekker koud biertje en Martijn baddert uitgebreid. 's Avonds eten we heerlijk mansaf en we drinken maar weer een biertje; er zit toch praktisch geen alcohol in. We tafelen lang na met Rudi over allerlei verre vakanties. Leuk.

Maandag 10 aprilNaar Hama, Maaloula, Damascus

Om Hama te bezichtigen rijden we naar het noorden. Deze stad staat bekend om z'n houten waterraderen, de noria's. Deze stammen uit de Middeleeuwen. Deze raderen voorzagen vroeger de stad van water en worden nog steeds gebruikt voor irrigatiedoeleinden. Via lange aquaducten loopt het water naar de velden. De noria's gaan vanzelf draaien bij hoog water en maken dan krakende, droef klinkende geluiden. Helaas is het water erg laag en draaien ze niet.
Waterrad, SyriëHama is in 1982 in opstand gekomen tegen de regering en is daarom destijds op bevel van president Assad gebombardeerd. Hierbij zijn naar schatting vijfentwintigduizend doden gevallen. De regering wil dit verdoezelen.
We bezoeken het museumpje: erg kneuterig met verschillende poppen die beroepen/gebeurtenissen uitbeelden. Een mannetje leidt ons rond en zegt op een gegeven moment, dat we alles gezien hebben. Na het geven van een fooi, wijst hij naar boven en kunnen we daar verder rond kijken. Daar is men bezig met de restauratie van hele oude houten plafonds en wanden.
We gaan op zoek om wat te eten te kopen, dat we in de bus opeten. We kopen wat sinaasappels, wat kaasjes en bij een bakker hele lekkere gevulde broodjes.
Vervolgens rijden we door naar Maaloula, een pittoresk bergdorpje. In het dorp staat een der oudste kerken ter wereld met een altaar uit 300 na Chr. en de beroemde 'icoon der wonderen'. De meeste bewoners zijn Grieks-orthodox en spreken Aramees, de taal van Jezus Christus. Op de binnenplaats wordt de hele boel schoongemaakt door een aantal vrouwen. Via een steile weg omhoog lopen we naar een chique hotel boven op een heuvel (1.660 meter) en we krijgen van Baobab koffie en thee aangeboden. We zitten gezellig in de lounge en hebben vanaf het terras mooi uitzicht over de oude kerk en de rest van het dorp. Aan het eind van de middag gaan we terug naar Damascus, naar het Venezia hotel.
's Avonds eten we in het Sahloul restaurant. We hebben kip, steak, en stukjes vlees besteld en krijgen vooraf weer allerlei schaaltjes met salades, gepureerde kikkererwten, sausjes, gefrituurde dingetjes. Dat hoort er gewoon bij. We zijn 710 pond kwijt. Later in het hotel op de tweede verdieping drinken we Wim z'n jenever op. We krijgen gezelschap van zo'n tien man van de groep. Nic stuurt een ober van het hotel weg om bier te halen en we zitten gezellig bij elkaar. In dezelfde ruimte komt de lift uit en in het hotel zitten heel veel Russen (op de tweede verdieping) die telkens met enorme zakken kleren aan komen dragen, die ze in Rusland doorverkopen. Er komt geen eind aan. Volgens ons kunnen ze nooit meer in de slaapkamer slapen, want die moet inmiddels wel zò vol staan.