Syrië - Jordanië
1 april t/m 29 april 1995
SYRIË is vierenhalf keer zo groot als Nederland en heeft 12,8 miljoen inwoners. Hiervan is 90% Arabier, waaronder een kleine groep bedoeïenen. In het noorden leven veel Koerden (6%) en Armeniërs (2%). Ongeveer 90% van de bevolking is moslim. Verder zijn er christenen (8%), waarvan het grootste deel Grieks-orthodox is, shi'ieten, druzen, alewieten en sunni-moslims.
Circa 10.000 jaar geleden ging men in het gebied van de Eufraat over op landbouw, het delven van koper en het vervaardigen van brons. Omstreeks 1450 voor Chr. ontstond het beroemde Ugaritisch spijkerschriftalfabet. Hier ligt de bakermat van de westerse beschaving: Mesopotamië.
JORDANIË is ruim twee keer zo groot als Nederland en heeft 3,4 miljoen inwoners, waarvan 60% Palestijn is. Velen zijn vluchtelingen uit Israël en de Westelijke Jordaanoever. Circa 96% is moslim. Het is er een stuk schoner en het ziet er allemaal wat beter uit. Engels is hier geen probleem. Geen getoeter van auto's meer, weinig gesluierde vrouwen. Meer westers dus.
Zaterdag 1 aprilNaar Damascus (Syrië)
Door de dochter van Wim, die met ons mee zal reizen, worden we om 14:30 uur opgehaald en naar het vliegveld gebracht. Het inchecken is niet goed geregeld, want we krijgen rokersplaatsen die niet meer om te ruilen zijn. Het valt tijdens de vlucht allemaal wel mee. In totaal zijn we met negentien man (negen vrouwen, tien mannen).
Na een tussenlanding in Amman komen we om 1:30 uur (een uur tijdsverschil) in Syrië aan. Een groepsvisum is snel geregeld (sneller dan voor de alleen reizende passagiers) en we zijn met z'n allen vlug de douane door. We worden opgewacht door Joseph Sein, onze reis(bege)leider van Baobab.
Na een rit van een half uur komen we in Damascus aan in hotel Venezia. Een goed hotel midden in het centrum, op loopafstand van de meeste bezienswaardigheden. We gaan meteen slapen, want je wordt toch wel moe van de reis.
Zondag 2 aprilDamascus
Om 9:30 uur ontbijten we gezamenlijk in het hotel: lekker brood, boter, geitenkaas, jam, eieren, olijven, koffie en thee. Ondertussen houdt Joseph een betoging over allerlei in Syrië. Vooral het geld is een probleem. Zwart wisselen is absoluut verboden en bij de banken duurt het erg lang. Daarom kunnen we bij hem eenmalig een bedrag wisselen, dat genoeg zou moeten zijn voor heel Syrië. Ondertussen heeft iedereen bij zijn bord een envelop gevonden met 500 Syrische Pond (ƒ 20) om de dag door te komen. De rest zouden we 's avonds krijgen.
Daarna gaan we met Wim de stad in. Damascus heeft 1,5 miljoen inwoners en veel ervan rijden in enorme oude auto's rond. We zien veel buick's, pontiacs, cadillacs, grote chevrolets. En allemaal rijden ze nog. Ongelofelijk. Voetgangers zijn er vogelvrij. We krijgen een goede conditie door het maken van sprintjes om de straat over te steken. We lopen naar het Nationaal Museum, waar de toegangsprijs sinds kort verhoogd is van 10 naar 200 pond (ƒ 8). De kaartjes zijn nog niet aangepast, waardoor we er twintig de man krijgen. Het is een mooi museum, vrij groot, waar we alles een beetje snel bekijken. In de tuin bij het museum drinken we thee. Het is half bewolkt, half zonnig, met best een fris windje. Onze truien kunnen we wel aan hebben. We gaan terug naar het hotel, want Wim heeft verkeerde schoenen aan: hij wordt steeds lastig gevallen door schoenenpoetsers.
Vervolgens gaan we naar de oude stad die binnen de stadsmuren ligt. Hier is de belangrijkste souk, de Souq-al-Hamadiyyeh. We slenteren uitgebreid door de overdekte straatjes, waar vooral veel huishoudelijke voorwerpen en kleding te koop zijn. Later zien we tapijten en shoarmatentjes. Net voor de markt kopen we bij een bakker verschillende soorten koeken. Erg lekker.
In de souk bezoeken we de imposante Omayyadehmoskee, waar het hoofd van Johannes de Doper begraven zou liggen. We mogen zelfs in de gebedsruimte als Lia een zwarte mantel met capuchon aantrekt. Ook het mausoleum van Saladin uit 1193 bekijken we. Goed 15:30 uur gaan we terug naar het hotel voor een late siësta.
's Avonds eten we met de hele groep in de oude stad bij Old Damascus. Heel lekker: allemaal sausjes vooraf met grote ronde lappen brood, wat gefrituurde dingetjes erbij, salade. Als hoofdgerecht gegrilde kip, gehakt en lamsvlees. Als toetje een zoet gebakje met crèmevulling. Daarna maken we met z'n allen een wandeling door de oude stad. We zien veel verlichte moskeeën. Erg mooi. Terug in het hotel maken we met z'n vijftienen een fles raki soldaat en zitten we gezellig te kletsen.
Maandag 3 aprilNaar Palmyra
Na het ontbijt vertrekken we goed 8:00 uur met een enorme bus. We zijn met z'n twintigen en er kunnen vijftig mensen in de bus. We rijden door de woestijn naar de oase Palmyra, in de oudheid Tadmor genaamd. Dat was een zelfstandige stadstaat die onder de Romeinen vanaf de eerste eeuw voor Chr. tot bloei kwam. Het is een van de belangrijkste historische plaatsen in het Midden-Oosten. Als karavaanstad genoot hij veel bekendheid tijdens het bewind van de legendarische koningin Septima Zenobia (267 - 272 na Chr.).Met z'n allen gaan we naar graftombes. De eerste is een graftoren die verschillende verdiepingen heeft waar de belangrijkste bewoners werden begraven. De tweede is een ondergronds graf van drie broers.
Als we bij de tempel van Baäl (de belangrijkste god van de stad) aankomen, blijkt die net gesloten. We gaan daarom eerst naar het hotel en eten wat: groentesoep voor Wim, spaghetti voor Martijn en een shoarmabroodje voor Lia. Samen met een fles water en thee toe: 380 pond (ƒ 15) met z'n drieën.
Daarna zwerven we door de oude stad. Het is erg indrukwekkend wat hier nog overeind staat: een grote straat met aan weerszijden pilaren, het theater, het Tetrapylon en de mooie toegangspoort. Ondertussen is de tempel van Baäl (oftewel de Beltembel) open en bekijken we die.
Na een half uurtje rust beginnen we aan de klim naar het Arab Castle, zo'n drie kwartier lopen. We zijn nog niet buiten of het begint te regenen en dat in een gebied waar soms twee of drie jaar geen regen valt. We worden er goed nat van. We laten ons er echter niet van weerhouden om naar boven te klimmen. Daar schijnt dan de zon en door de harde wind zijn we snel weer droog. We hebben een prachtig uitzicht over Palmyra met z'n oase, die er mooi bij ligt in het zonlicht. Naar beneden gaat sneller en om 19:00 uur zijn we terug in het hotel.
Na een lekker warme douche eten we met de hele groep mansaf, een typisch bedoeïenenschotel met rijst, kip en verschillende noten. Heerlijk. Samen met salade en cola 275 pond p.p. (ƒ 10). Tegen tienen gaan we naar bed om bij te slapen.
Dinsdag 4 aprilNaar Deir es Zor
Met een nieuwe, net zo grote bus vertrekken we om 7:30 uur richting Deir es Zor, dat aan de Eufraat ligt. Hier ligt de bakermat van de westerse beschaving: Mesopotamië.
We rijden meteen door naar Mari. Onderweg stoppen we in Deir es Zor waar we thee drinken en in Mayadin waar we op de markt wat boodschappen voor de lunch doen. We slenteren wat over de markt en zien zowat een hele geit binnenste buiten gekeerd op een tafeltje. De darmen liggen er naast. De meeste mensen willen niet op de foto vanwege hun geloof, maar sommige juist weer wel. Ook een paar gesluierde vrouwen hebben geen bezwaar. Wij zijn wel een bezienswaardigheid. Er komen hier maar weinig toeristen.In Mari zijn opgravingen van een belangrijke stad uit 1750 voor Chr. Hier stond ooit het grootste paleis van Zimrilim. Een groot deel van het paleis is overdekt gemaakt om het te beschermen tegen de weersinvloeden. Er zijn een paar begrafenisurnen gevonden, waar men vroeger in foetushouding in begraven werd.
We rijden verder naar het zuiden naar Abukamal, de laatste plaats voor de Irakese grens. Even voorbij het dorp is de eerste van de drie wachtposten en mogen we niet verder. Iedereen even de bus uit om naar Irak te kijken (niets te zien). Dan weer naar het noorden naar Doura Europos, gesticht in 280 voor Chr. Dat is een fortcomplex met tempels en een citadel van hellenistische oorsprong. Het ligt mooi aan de Eufraat, negentig meter lager. Er staat een harde wind.
We overnachten in Deir es Zor, een klein stadje waar niets te beleven is. 's Avonds in het hotel eten we met z'n allen aan een tafel, hetgeen eigenlijk niet de bedoeling is. Maar wat we voorgezet krijgen smaakt prima en ze verkopen er koud, Syrisch bier! Heerlijk.
Woensdag 5 aprilNaar Aleppo
Om 7:30 uur vertrekken we met de bus naar de brug van Deir es Zor: een hele lange voor voetgangers en fietsers.
Daarna door naar een klein dorpje aan de Eufraat. Het valt ons op dat bijna iedereen (ook de vrouwen met hoofddoek en sluiers) wel op de foto wil. Dat is wel erg prettig. We wandelen een tijdje rond en we zien veel vrouwen op ezels. Erg leuk. Op het laatst mogen we, onder luid gejoel van de kinderen, de school bekijken. In de lerarenkamer krijgen we snoepjes. De onderwijzers spreken een beetje Frans.
Vervolgens rijden we door naar Halabieh, een oude Byzantijnse vesting. Omhoog klauteren gaat goed en we hebben een weids overzicht over de landerijen, de vesting en de Eufraat. Bovenop is het wel erg winderig. De rest van de dag is (eindelijk) zonnig, nog wel een beetje veel wind, maar het wordt beter. Naar beneden is oppassen geblazen, want er ligt veel los gruis en het is behoorlijk steil. Gelukkig komt iedereen heelhuids beneden.
Vlak voor Rasafeh lunchen we in een groot hotel: iedereen krijgt een komkommer en een tomaat, een gefrituurde geitenkaasdingetje en kippenvlees met patat. Rasafeh is een Romeinsbyzantijnse stad. Hier wandelen we een uur lang rond en vooral de cisternen en de basiliek zijn erg mooi.
Vlak voor Aleppo bekijken we een dorpje waarvan de huizen in de vorm van bijenkorven (tegen de hitte) gebouwd zijn. Het is erg vervallen. Alleen in sommigen wonen wat bedoeïenen.
Goed 19:00 uur komen we in het Toerism Hotel in Aleppo aan, een stad met een miljoen inwoners. Samen met Wim zoeken we een restaurantje en eten in een vrij chique tent. We zitten boven op een soort balustrade en aten kip, schaslik, tomaten, komkommer, veel brood en uiteraard een halve liter bier (ƒ 10 p.p.). Eigenlijk kun je in Syrië zowat alles eten behalve peterselie. Die schijnt schadelijke stoffen uit de grond op te nemen, die er niet af te wassen zijn.
Om 22:00 uur hebben we met de groep afgesproken om naar de citadel te gaan, zodat we de weg alvast een beetje kunnen verkennen. Met z'n elven gaan we op weg en komen met z'n tienen thuis. Frans is ons kwijt geraakt. Joseph had bij voorbaat al gezegd, dat als dat zou gebeuren, je gewoon een taxi naar het hotel moest nemen. Dat heeft ze dus gelukkig gedaan.
We wandelen bij de verlichte citadel rond en gaan daarna nog even de Yalbougha-al-Nasri in. Dat is het fraaie gerestaureerde badhuis uit 1491. Het is mannendag. De vrouwen mogen alleen maar in het prachtige voorvertrek komen; de mannen lopen door naar de echte badruimte, waar het enorm warm is. Om 11:20 uur zijn we terug in het hotel waar we tot 12:30 uur jenever (van Wim) en raki zitten te drinken. Gezellig.
Donderdag 6 aprilAleppo
Een vrije dag in Aleppo. Ma'an, onze gids, zou voor kaartjes zorgen voor het museum en voor de citadel. Ze kosten dan 10 pond in plaats van 200 pond. Dus dat scheelt nogal wat. We moeten er echter wel allemaal tegelijk in, zodat we afspraken moeten maken. Om 10:00 uur vertrekken we naar het museum. Het is groot, mooi en er is erg veel te zien. Je mag er niet fotograferen, maar Lia heeft van een mooi mozaïek buiten toch een foto gemaakt. Ruim een uur zwalken we er rond, eigenlijk veel te kort, maar er is in Aleppo zo veel te zien dat de moeite waard is! Om 12:00 uur verzamelen we bij de citadel (3.000 jaar oud). Van hieruit heb je prachtig uitzicht over de stad. Er zijn veel mooie doorkijkjes.Vervolgens gaan we naar de souk. We kopen eerst een broodje shoarma met een cola (105 pond - ƒ 4 met z'n drieën). Het is erg lekker en we hebben mooi zicht op hoe het gemaakt en in elkaar gedraaid wordt. Leuk.
We halen Joseph op bij een theehuis om mee te gaan kijken naar een gouden ketting die Wim voor Joke wil kopen. Als je hier goud koopt, is het ook goud. Dat is wel prettig om te weten. Een ketting van zeventig centimeter lang (eenentwintig karaat, elf gram) zouden we uiteindelijk voor 150 US$ moeten kunnen kopen (kosten in Nederland ƒ 1.000). Dat scheelt dus nogal wat. We komen na veel navraag bij verschillende winkeltjes en veel pingelen niet lager dan 160 US$. We besluiten dan ook maar eerst thee te gaan drinken en dan nog maar eens te gaan kijken.
Bij Baronhouse drinken we in een privé-vertrek een kopje thee. We willen eigenlijk buiten zitten, maar dat is niet open, omdat het te koud zou zijn. En dat terwijl het een stralende zonnige dag is. We zijn dan ook op het einde van de dag wel wat verbrand in ons gezicht en Lia ook op haar armen.
Daarna gaan we naar de kopersouk, waar veel koperslagers aan het werk zijn. We zoeken een mooi bewerkt (handgeslagen) bord en komen met een vele groter bord uit de markt dan eigenlijk de bedoeling was. Na een poosje pingelen (je moet veel geduld hebben), krijgen we het bord uiteindelijk voor 2.750 pond (ƒ 110). We hebben echt geen idee van de prijs, maar we zijn er blij mee. Deze souk is erg rustig, geen toeristen. Daarna gaan we weer terug voor de ketting van Wim. De verkoper herkent ons en we besluiten om hem toch maar de kopen voor 160 US$; we krijgen niets meer van de prijs af. Als hij hem afknipt en op ons verzoek nog eens weegt, blijkt hij echter lichter dan 's middags. Wij zijn het daar natuurlijk niet mee eens en we willen wat van de prijs af. Dat wil de verkoper niet en wij gaan dan maar naar de buren die ons een zelfde ketting wil verkopen (even zwaar) voor 155 US$. Binnen twee minuten is de zaak voor elkaar.
Met enige moeite vinden we Khan-el-Wazit, een karavanserai. Deze deed dienst als onderkomen voor de kamelen en reizigers. Het is jammer dat er allemaal auto's staan, want het is een mooi gebouw.
Op de markt kopen we drie sinaasappels voor 20 pond en gaan snel even naar het badhuis om een foto van binnen te maken. We mogen er niet in, want het is gesloten, maar we mogen wel een foto maken. Leuk. Terug naar het hotel, want het is ondertussen goed 19:00 uur en we zijn ontzettend moe. Dicht in de buurt van het hotel zien we een leuk dakrestaurant en we besluiten om maar meteen te gaan eten, hoewel het voor Syrische begrippen erg vroeg is. Die eten vaak pas na 21:30 uur. Er zijn echter nog verscheidene andere mensen zodat we niet alleen zitten. Het is lekker en voor dezelfde prijs dan gisteren. Je moet dat altijd maar weer afwachten, want er staan geen prijzen en worden niet genoemd. In het hotel is het lekker douchen en in bed drinken we een heerlijke whisky onder het genot van de Gigantjes.
Vrijdag 7 aprilNaar Ebla, Latakia
Om 7:30 uur vertrekken we richting Middellandse Zee. We maken een stop bij Calaat Sam'aan, het Saint Simeonklooster. Dat is een pelgrimsoord waar in de vijfde eeuw na Chr. de heilige Simeon zesendertig jaar op een pilaar heeft gezeten om aan de wereld te ontsnappen. Vanwege vrijdag, de rustdag van de moslims, is het er erg druk; vooral met schoolkinderen. Na uitgebreid rondgekeken te hebben, drinken we een kopje thee op een mooi terras.
We rijden verder naar Ebla, waar zeer belangrijke kleitabletten (± 15.000) in Sumerisch dialect zijn gevonden in 1964. De meeste macht had de plaats in de late derde eeuw voor Chr.
We lunchen in een tuin en gaan verder naar Calaat Salahiddin. Een van oorsprong oud kruisvaarderkasteel, dat later in naam van de islam veroverd is. Omdat we zo laat zijn, hebben we maar kort de tijd om rond te kijken, wat wel erg jammer is. De rit er naar toe is heel mooi, vooral omdat er veel planten en bloemen in bloei staan: koolzaad, brem, bloesems, klaprozen, gele margrieten, boterbloemen, mimosa, roze ridderkruid.
's Avonds eten we in Latakia in restaurant Petra heel zuur (en vrij duur).
Zaterdag 8 aprilLatakia
Vrije dag in Latakia. Na het ontbijt gaan we met z'n allen naar Ugarit (Ras Shamra). Daar is op kleitabletten het eerste alfabet van de wereld gevonden: dertig tekens, daterend uit 1400 voor Chr. Het is een groot terrein met veel muurtjes. Het mooiste is echter het enorme aantal veldbloemen in het gras. Zo prachtig en het ruikt ook zo lekker. Sommige velden zijn helemaal geel. Een geweldig gezicht. Jammer, dat de zon niet schijnt, anders zou het nog mooier zijn.
Op de terugweg stoppen we bij een sinaasappelboomgaard. De sinaasappel is enige plant (zegt men) die vruchten draagt terwijl hij bloeit (witte bloempjes). We mogen allemaal een sinaasappel uit de boom plukken en opeten. Die smaken toch een stuk beter als ze aan de boom rijpen.De rest van de groep gaat ergens eten en vervolgens naar het strand. Maar omdat de zon niet schijnt en het best wel fris is (trui aan), hebben wij geen zin en gaan we te voet Latakia in. Er is niet zoveel te zien en ergens eten we een broodje shoarma. Bij een achenebbisj postkantoor dat net aan het verbouwen is, kopen we postzegels. Het gaat wel lastig, want bijna niemand spreekt Engels, alleen Arabisch. In een winkeltje kopen we vier flessen bier en wat zoutjes (verse!). Bij het betalen kunnen we als wisselgeld wat muntjes regelen.
Met de taxi (ƒ 1) gaan we terug naar ons hotel en zitten lekker in ons appartement (incl. keuken, grote woonkamer met zes fauteuils, twee balkons; de anderen hebben een gewone kamer), we schrijven de ansichtkaarten, drinken bier, eten zoutjes en douchen. Een heerlijk ontspannen middag, die je na een week van reizen wel nodig hebt.
's Avonds gaan we met z'n tweeën op zoek naar een restaurantje. Er zijn er niet zoveel, maar uiteindelijk komen we terecht bij ZZ, een soort steakhouse waar ze ook pizza's verkopen. Martijn bestelt een mixed-grill, maar krijgt een lekkere steak. Lia heeft een pizza.
Zondag 9 aprilNaar Arwad
We rijden naar Tartus, verder naar het zuiden, ook aan de kust. Daar nemen we de boot naar Arwad, een eilandje, ± twintig minuten varen. Dit was ooit een machtig marine-fort. Tijdens de kruisvaardertijd was het van strategisch belang en het was de laatste Frankische post die in handen van de moslims viel in 1302. Verder is er op het eiland niets te beleven.
We rijden door naar Crac des Chevaliers, een immens kruisvaarderkasteel net buiten het Amsariyangebergte. In de verte zien we Libanon liggen met bergen met sneeuw. Het achthonderd jaar oude fort heeft weinig geleden en in bepaalde periodes leefde hier een garnizoen van zo'n vierduizend man. We kijken uitgebreid rond en gebruiken de lunch. Daarna worden we naar het hotel gebracht en we gaan met de meeste een stukje (twintig minuten) wandelen naar een Grieks-orthodoxe kerk. Deze mogen we bezichtigen: een oude en een nieuwe kapel hebben ze. Daarna lopen wij met Wim een berg op naar een dorpje toe, maar hier valt werkelijk helemaal niets te beleven.
Terug in het hotel drinken we een lekker koud biertje en Martijn baddert uitgebreid. 's Avonds eten we heerlijk mansaf en we drinken maar weer een biertje; er zit toch praktisch geen alcohol in. We tafelen lang na met Rudi over allerlei verre vakanties. Leuk.
Maandag 10 aprilNaar Hama, Maaloula, Damascus
Om Hama te bezichtigen rijden we naar het noorden. Deze stad staat bekend om z'n houten waterraderen, de noria's. Deze stammen uit de Middeleeuwen. Deze raderen voorzagen vroeger de stad van water en worden nog steeds gebruikt voor irrigatiedoeleinden. Via lange aquaducten loopt het water naar de velden. De noria's gaan vanzelf draaien bij hoog water en maken dan krakende, droef klinkende geluiden. Helaas is het water erg laag en draaien ze niet.Hama is in 1982 in opstand gekomen tegen de regering en is daarom destijds op bevel van president Assad gebombardeerd. Hierbij zijn naar schatting vijfentwintigduizend doden gevallen. De regering wil dit verdoezelen.
We bezoeken het museumpje: erg kneuterig met verschillende poppen die beroepen/gebeurtenissen uitbeelden. Een mannetje leidt ons rond en zegt op een gegeven moment, dat we alles gezien hebben. Na het geven van een fooi, wijst hij naar boven en kunnen we daar verder rond kijken. Daar is men bezig met de restauratie van hele oude houten plafonds en wanden.
We gaan op zoek om wat te eten te kopen, dat we in de bus opeten. We kopen wat sinaasappels, wat kaasjes en bij een bakker hele lekkere gevulde broodjes.
Vervolgens rijden we door naar Maaloula, een pittoresk bergdorpje. In het dorp staat een der oudste kerken ter wereld met een altaar uit 300 na Chr. en de beroemde 'icoon der wonderen'. De meeste bewoners zijn Grieks-orthodox en spreken Aramees, de taal van Jezus Christus. Op de binnenplaats wordt de hele boel schoongemaakt door een aantal vrouwen. Via een steile weg omhoog lopen we naar een chique hotel boven op een heuvel (1.660 meter) en we krijgen van Baobab koffie en thee aangeboden. We zitten gezellig in de lounge en hebben vanaf het terras mooi uitzicht over de oude kerk en de rest van het dorp. Aan het eind van de middag gaan we terug naar Damascus, naar het Venezia hotel.
's Avonds eten we in het Sahloul restaurant. We hebben kip, steak, en stukjes vlees besteld en krijgen vooraf weer allerlei schaaltjes met salades, gepureerde kikkererwten, sausjes, gefrituurde dingetjes. Dat hoort er gewoon bij. We zijn 710 pond kwijt. Later in het hotel op de tweede verdieping drinken we Wim z'n jenever op. We krijgen gezelschap van zo'n tien man van de groep. Nic stuurt een ober van het hotel weg om bier te halen en we zitten gezellig bij elkaar. In dezelfde ruimte komt de lift uit en in het hotel zitten heel veel Russen (op de tweede verdieping) die telkens met enorme zakken kleren aan komen dragen, die ze in Rusland doorverkopen. Er komt geen eind aan. Volgens ons kunnen ze nooit meer in de slaapkamer slapen, want die moet inmiddels wel zò vol staan.
Dinsdag 11 aprilDamascus
We zouden naar Baalbek In Libanon gaan, maar het boekingskantoor heeft het verkeerd geboekt en het zal morgen worden. Daardoor hebben we vandaag vrij in Damascus. Wim moet nog diverse souvenirs kopen en wij zullen hem daarbij helpen, omdat we toch geen andere plannen hebben. We moeten overal pingelen en op verschillende plaatsen prijzen vergelijken en we doen er de hele dag over om spullen te kopen. In de tussentijd koopt Lia wat zilver gekocht: een armband voor 16 US$ (ƒ 24) en een paar oorbellen voor 5 US$ (ƒ 7,50). We proberen om kruiden voor mansaf te kopen. In eerste instantie kopen we iets hardgeels (dat lijkt op saffraan) voor ƒ 6 en later komen we andere mensen van de groep tegen die wat bruins hebben. We kopen er dan nog maar wat bruins erbij voor ƒ 1. Het zal mij benieuwen of onze mansaf zal gaan smaken.
Onderweg nemen we (alweer) een broodje shoarma en een blikje cola, omdat het zo lekker is en 's middags drinken we op een groot terras thee, waar Lia de enige vrouw is.'s Avonds gaan we met z'n elven naar restaurant El Omayyad in de oude stad. Een 'duur' restaurant in oude stijl. Het ziet er erg mooi uit met allemaal koperen bladen als tafel en lage stoeltjes. Er is een kwartet dat speelt en drie dansers (dansende derwisjen) die af en toe wervelende rondedansen maken. Er is een enorm mooi, groot lopend buffer met werkelijk van alles. Het is vreselijk lekker en we eten heel veel. Er loopt o.a. een dwerg rond die koffie schenkt. Bij ons heb je lilliputters maar die zien er altijd zo gedrongen uit. Deze man is goed in proporties verdeeld. Het is erg gezellig en goed 11:30 uur zijn we terug in het hotel.
Woensdag 12 aprilNaar Baalbek (Libanon), Damascus
De excursie naar Libanon. Met een bus vertrekken we om 8:00 uur richting grens. Daar beginnen de problemen. Het blijkt, dat Kees en Nora niet op de visalijst staan en er niet in mogen. En dat terwijl zij al een week eerder naar Syrië zijn gekomen om te proberen een week in Libanon door te brengen. Dat is niet gelukt en nou zouden ze er nog steeds niet in mogen. Na een uur zeuren bij de Syrische grens, vertrekken we naar de Libanese grens om te proberen ze alsnog mee te krijgen. Daar wachten we anderhalf uur en de gidsen hebben geen resultaat. We staan op het punt om terug te gaan en Kees en Nora met een taxi terug te sturen, als de gids opeens de baas aan ziet komen. Hij gaat het nog een keer proberen en na vijf minuten komt hij al terug en is het geregeld. We zijn blij, dat we alsnog (na drie uur wachten) met iedereen naar Baalbek kunnen vertrekken.
Het is smerig in Libanon. Allerlei troep ligt langs de kant van de weg en er zijn veel tentenkampen waar mensen wonen. In Zahlé krijgen we een lunch aangeboden (dat mag ook wel, want voor de excursie naar Baalbek moeten we iedere 57 US$ betalen; het is wel leuk, dat iedereen meegaat; een unicum volgens Joseph). We maken er een snelle lunch van (een half uur in plaats van de gebruikelijke twee uur), zodat we tenminste wat tijd inlopen.
Baalbek is een grote plaats die ongeveer 1000 jaar voor Chr. is gebouwd. Het is schitterend wat er nog overeind staat. Vooral de zes enorme zuilen zijn indrukwekkend. We zien o.a. de tempel van Bacchus. Er is zelfs een stuk plafond bewaard gebleven. Als je de enorme stukken zuil ziet, snap je niet dat men dat ooit voor elkaar heeft gekregen. Het zijn enorme brokken graniet die uit Aswan, Egypte, zijn gehaald. Het geheel is gebouwd door slaven. Op de achtergrond liggen besneeuwde bergen, wat een erg mooi gezicht is. Wel jammer, dat de zon niet schijnt, anders is het nog mooier.
We wandelen ruim twee uur hier rond en gaan dan terug naar Damascus.
Bij de grens gaat het supersnel (een kwartiertje) en we hebben er weer een paar mooie stempels in het paspoort bij.
Terug in Damascus rijdt de bus even de heuvels op, zodat we een schitterend overzicht over de verlichte stad hebben. Daarna eten we snel, waarbij we weer allerlei (elf stuks) schaaltjes krijgen als 'hapje vooraf'. Lekker.
In het hotel horen we een uitgebreid verhaal van Joseph aan over Jordanië. Het zou behoorlijk anders zijn dan Syrië. We zijn benieuwd. Joseph heeft twee flessen raki die hij in Libanon gekocht heeft en probeerde te smokkelen naar Syrië. Prompt werden ze aan de grens ontdekt. Lachen! Met een paar man maken we die soldaat. Het is erg gezellig.
Donderdag 13 aprilNaar Bosra, Jerash (Jordanië), Amman
Een warme, zonnige dag. Dat in tegenstelling met de afgelopen dagen, toen het bewolkt, winderig en best fris was.
Op weg naar Jordanië stoppen we in Bosra, een zeer goed bewaard gebleven Romeins theater met zitplaatsen voor 15.000 mensen. Het is erg indrukwekkend om hier te zitten en te fantaseren hoe het er vroeger uitgezien zou hebben.
Heel snel bekijken we de moskee van Omar. Hij is precies vijf minuten open. Net als wij er zijn. Men zegt, dat hij een van de drie oudste moskeeën in de wereld is en gebouwd in 720 na Chr. (de andere zijn in Medina en Cairo); het is waarschijnlijker dat hij in 1112 is gebouwd. We wandelen hier slechts een uurtje rond, wat eigenlijk veel te kort is. Jammer.
Daarna rijden we naar Der'a, waar we de grens naar Jordanië oversteken. Het is de enige grenspost tussen die twee landen en daarom vrij druk. Vooral veel vrachtauto's. Maar daar hoeven wij niet op te wachten. Joseph regelt alles en het gaat vrij snel, hoewel men wel strenger is geworden. Martijn z'n video moet in z'n paspoort genoteerd worden en dat heeft nogal wat in. Bij de grens wisselen we geld en eten een broodje. Het is wel even wennen aan de dinars en iedereen is druk aan het rekenen (1 dinar = ƒ 2,25). We bezoeken eerst Jerash, circa 300 voor Chr. gesticht. Samen met Palmyra en Baalbek zijn dit de hellenistische steden. De verwoeste stad is in 78 voor Chr. door de Romeinen op monumentale wijze herbouwd, waarvan nog vrij veel resten over zijn: de triomfboog, het zuidelijke theater, de tempel van Artemis en de hoofdstraat met veel zuilen. Onder begeleiding van een gids wandelen we er twee uur rond.
Vervolgens rijden we door naar Amman, de hoofdstad van Jordanië. Het is een nette, ordentelijke stad met allemaal witte huizen. Wij zitten ergens in een buitenwijk, in de vierde cirkel in het Dove hotel. Daar treffen we het weer, want we krijgen een enorme kamer met twee grote banken en een kleine eethoek. Natuurlijk ook een badkamer en twee bedden. We kijken naar de wedstrijd voor de jeugdwereldkampioenschappen voetballen in Qatar en zien Nederland in de blessuretijd van Argentinië verliezen. Jammer.
's Avonds eten we met z'n allen in het hotel: mixed grill. Kees heeft een fles wijn die hij onder iedereen opdeelt en erg lekker is. Het lijkt een beetje op port. Daarna nemen we een biertje: ¾ liter Amstel (binnenlands bier met alcohol) voor 2 dinar (ƒ 4,50). Het betalen is een probleem, want de man heeft totaal geen wisselgeld. Samen met Joseph zakken we door tot 11:45 uur. Gezellig.
Vrijdag 14 aprilNaar Madaba, Dode Zee, Amman
Martijn is jarig en wordt tweeënveertig. Voor het ontbijt heeft de groep bij ieder bord een ballon gelegd wat erg leuk is. Als Martijn binnenkomt wordt er gezongen.Met een bus rijden we naar Madaba. Dat heeft wel wat in, want de chauffeur weet de weg niet en rijdt tig-keer verkeerd. In Madaba bekijken we in de St. Georgekerk een zeer belangrijk mozaïek. Het is een landkaart van Palestina en Egypte. Het is gemaakt rond 560 na Chr. en heeft ooit vijf bij vijfentwintig meter gemeten en is gemaakt van meer dan twee miljoen stukjes. Daarna gaan we naar het huis van de ouders van de gids. Dat is ingepikt door de regering omdat er mozaïeken zijn gevonden. Ze liggen bedekt onder het zand en worden gerestaureerd. Hier komt geen enkele toerist, dus dat is wel leuk. De gids veegt de mooiste mozaïeken met een bezem schoon, zodat we ze kunnen zien. We lopen door naar de kerk van de heilige maagd en mogen heel snel binnen kijken naar andere mozaïeken. Dat is eigenlijk verboden, omdat men hier nog aan het werk is.
Daarna nemen we afscheid van Nic en Rudi, die de zestiendaagse reis hebben geboekt. Zij gaan twee dagen naar Petra en dan via Amman naar huis en wij zullen ze dus de volgende avond nog even zien.
We rijden naar Mount Nebo (800 meter hoog), waar Mozes (volgens bepaalde bronnen) in de dertiende eeuw voor Chr. het beloofde land zag voordat hij stierf. We hebben vanaf de berg uitzicht over de jordaanvallei, waar je met helder weer de Dode Zee, Jericho en het gouden dak van de tempel in Jeruzalem kunt zien. Helaas is het vrij heiig en zien we weinig.
Vervolgens dalen we af naar de Dode Zee. Deze ligt tweehonderdnegentig meter onder zeeniveau en is het laagste punt op aarde (zegt men). De Dode Zee heeft een zoutgehalte van 33% en daardoor is het planten- en dierenleven onmogelijk. Dat is ontstaan door de hoge verdampingsgraad. Hoewel de Jordaan er in uitmondt, zakt het waterpeil, omdat het water voor irrigatie wordt gebruikt. De zee heeft geen uitweg, is vijfenzeventig kilometer lang en tussen de zes en zestien kilometer breed.
Wij zitten bij een hotel waar je kunt douchen en wat kunt eten. We rijden eerst langs de kustweg om een plekje te zoeken in de buurt van heetwaterbronnen (om ons af te kunnen spoelen), maar het is overal zo verschrikkelijk druk, het is vrijdag, en gewoon niet leuk meer. We rijden daarom maar naar een hotel. Wel zo rustig. Zwemmen is een belevenis. De hoge opwaartse druk van het water maakt het lichaam drijvend, zodat zinken onmogelijk is. Gewoon zwemmen kan bijna niet, omdat je te hoog in het water ligt. Je benen spartelen dan hoog het water uit. Je kunt gaan zitten, de benen gekruist, armen over elkaar en dan maar lekker dobberen. Je moet oppassen dat er geen zeewater in je ogen komt en je meteen als je uit water bent, goed afspoelen, want het zout bijt wel in. We liggen even op het strand, niet te lang, want omdat je zo laag zit, en bijna levend verbrand. Het is een lekker ontspannen middagje: net vakantie!
's Avonds nemen we met Govert en Wim een taxi naar de wijk Shmeisani (kosten incl. fooi ƒ 2,25). Bij restaurant La Terrasse eten we lekker met lokaal bier. Vervolgens gaan we even naar een koffieshop (la Sultan) en drinken we koffie. De heren bestellen Franse koffie en krijgen een soort cappuccino met nootjes erin. We kijken onze ogen uit naar alle mannen (Lia is de enige vrouw) die koffie en thee drinken en allemaal aan de waterpijp zitten te lurken. Het is een prachtig gezicht met al die kooltjes, al hangt er wel een enorme rook.
We laten ons met een taxi naar het hotel brengen waar Joseph een verhandeling houdt over de morgen.
Vanwege Martijn z'n verjaardag geven we een rondje (26 dinar = ƒ 62,50) en op Schiphol hebben we een fles whisky gekocht die we op tafel zetten en iedereen naar believen kan nemen. Samen met Joseph en Farzana, de andere Baobab-reisleidster, hebben we om 1:00 uur de fles leeg. Gezellig. Martijn krijgt van Joseph een boekje over Petra.
Zaterdag 15 aprilAmman
Een vrije dag in Amman. Door Baobab is een excursie georganiseerd naar de woestijnkastelen. Met z'n veertienen gaan we daar heen (twee half zieken) met Bert als reisleider en dezelfde chauffeur als gisteren. Wij moeten dus goed op de weg letten, maar alles gaat erg goed.
We rijden naar het oosten naar de woestijn. Als eerste bezoeken we Qasr al-Kharanak, een kasteeltje in 'the middle of nowhere'. Echt, zo ver als je kunt kijken, is er niets te zien en dan zo'n kasteeltje. Deze ziet er erg goed uit en we klimmen naar boven naar het dak, waar we mooi uitzicht hebben over de (soms groene) woestijn. Waarom de woestijnkastelen zijn gebouwd, is niet bekend. Men denkt aan verdedigingsforten. Ook als afzonderingskasteel tijdens epidemieën is gedacht en aan een soort hoerententen. De volgende is de mooiste: Qasr Amra. Daar zijn nog verschillende, in slechte staat, muurschilderingen en mozaïeken te zien.
Daarna door naar Azraq. Daar ligt een veel groter fort, maar wel erg bouwvallig. Er lopen veel kinderen rond (dit kasteel ligt bij een plaatsje). Op een terras drinken we uitgebreid thee en koffie met koek erbij, terwijl we lekker in de zon zitten (verbrand, het is een warme dag). Er bloeien veel heerlijk geurende bloemen. Het laatste woestijnkasteel is Qasr al-Hallabad. Dat vinden we meer een hoop stenen en is derhalve niet interessant.
Eenmaal in Amman laten we ons in downtown afzetten. Na weer een broodje shoarma (600 fills = ƒ 1,50 voor drie personen) klimmen we zijn naar de citadel, waar we een mooi uitzicht hebben over het Romeinse theater, het grote plein en het busstation met veel gele margrieten op de voorgrond. Daarna wandelen we nog even door de straatjes (er is geen souk in Amman), maar we hebben het snel gezien. Met een taxi gaan we terug naar het hotel en luieren lekker.
's Avonds eten we bij een soort Hoog Catharijne. Een enorme tent waar wij alleen zitten. Er wordt speciaal een televisie voor ons neergezet, maar dat geeft zo'n herrie, dat we hem gewoon uitzetten. Wij vinden het erg prijzig (ƒ 25 p.p.), maar het is wel goed. Terug in het hotel drinken we nog een biertje met zowat de hele groep. Alweer een gezellige avond. Vandaag gaan we naar bed (11:00 uur).
Zondag 16 aprilNaar Petra
Over de King's Highway rijden we naar het zuiden. Het is een ruig en kaal berglandschap met lange, diepe valleien (wadi's). We stoppen bij de wadi Walla waar we een half uur klauteren over stenen. Voor de rest is er niet zoveel te zien.
Verder naar het zuiden richting naar Mujeb hebben we een enorm mooi uitzicht over de vallei. Op een paar uitzichtpunten stoppen we even om wat foto's te maken. Het geheel is een grote canyon met weidse blikken. Prachtig. Al slingerend over haarspeldbochten rijden we naar beneden. Onderaan staat nog wat water, waarin verschrikkelijk veel kikkers, hele kleine kikkertjes en kikkerdril zitten. Dat is een grappig gezicht. Verschillende (roze) oleanders bloeien wat erg mooi is. We gaan de wadi uit, met steeds andere vergezichten.
In Karak bezoeken we het grootste kruisvaarderkasteel van Jordanië. Dit stamt uit de twaalfde eeuw en behoorde tot dezelfde verdedigingslinie als Crac de Chevaliers. Het kruisvaarderkasteel in Stoubak hebben we alleen aan de buitenkant gezien.
In een restaurant eten we kipsaté en drinken we veel cola, want het is een erg warme dag.
Verder over de King's Highway zien we Wadi al-Hesa met wederom schitterende vergezichten. De hele weg is prachtig; je hebt geen tijd om je te vervelen.
In een druiventuin drinken we muntthee, lekker in het zonnetje. Heerlijk.
Daarna door naar Wadi Musa, op een steenworp afstand van Petra, waar ons hotel staat. Een kamer met drie bedden, geen uitzicht naar buiten, warm en een douche waarvan je de slang niet kunt ophangen. 't Is wel even wennen na de luxe kamer in Amman.
Maandag 17 aprilPetra
Vrije dag in Petra. Deze stad werd in de tweede eeuw voor Chr. hoofdstad van het kleine maar machtige rijk der Nabateeërs. Het beheerste de karavaanhandel tussen Egypte en Mesopotamië. In 105 na Chr. werd het rijk door de Romeinen geannexeerd als Provincia Arabia. Na de vijfde eeuw raakte Petra in verval. De stad lag totaal verborgen in de bergen en alleen de plaatselijke bedoeïenen wisten van het bestaan af. Pas in 1812 ontdekte de Zwitser Burckhardt deze al eeuwen vergeten stad. Veel rotsgraven dateren uit de tijd van de Romeinse keizer Augustus (27 voor Chr - 14 na Chr) en uit de tweede eeuw.Om 6:00 uur zitten we al te ontbijten om maar zo vroeg mogelijk in Petra te zijn. Het zou dan nl nog niet druk zijn, zodat we rustig foto's kunnen maken. We gaan in groepjes van drie à vier man, omdat je met een groep verplicht wordt gesteld om paarden en een gids te huren. En daar heeft niemand zin in. De entree is zo al duur genoeg: 20 dinar - ƒ 45. Het zal een zonnige dag worden met af en toe wat sluierbewolking. Smeren dus, want we lopen voor het eerst in korte broek en een hemdje. De tocht door de drie kilometer lange kloof is schitterend. Vooraf hebben we wel wat plaatjes hiervan gezien, maar wat we zien, slaat alles. Het is zo overweldigend. Hoge, steile rotswanden passeren we in de meest vreemde kleuren. Het wordt dan ook wel de 'roze stad' genoemd.
Aan het eind van de kloof, de enige toegangsweg, sta je plotseling oog in oog met de wonderschone Treasury; een uit rozerode kalksteen uitgehouwen gebouw. Het is de voorpost van de verlaten stad. We staan vol bewondering te kijken en besluiten tegen elven terug te komen als de zon erop zal staan.
Vervolgens lopen we door naar Tomb 67 via een trap van maar liefst zo'n duizend (!) treden: drie grote tombes op een rij; dan het theater en de High Place of Sacrifice. Gelukkig is het nog vroeg en dus niet zo warm. Vanaf de top hebben we schitterend uitzicht over de vallei. We zitten hier dan ook geruime tijd en kijken onze ogen uit. Daarna lopen we naar de twee obelisken en dan langs de andere kant naar beneden. Een werkelijk adembenemende tocht door het prachtige uitzicht en vooral door de prachtige kleuren rots. Ongelofelijk dat zoiets bestaat.
Onderweg zien we een klein stukje van het oude schrift van de Nabateeërs en het Lion Monument. Ook hier verschillende tombes. Vervolgens snel terug naar de Treasury waar we nog net de zon erop zien schijnen. Lia klimt een stuk naar boven, waar je een nog beter uitzicht op de Treasury hebt.
We zien achtereenvolgens de Urn Tomb, de Silk Tomb, de Corinthi Tomb, de Palace Tomb en Sextius Florentinus Tomb. De een nog mooier dan de andere, vooral door de mooie kleuren. We krijgen er maar niet genoeg van.
Daarna dwalen we door allerlei velden, waarbij we regelmatig naar een beetje pad moeten zoeken. Op aanwijzing van Govert wandelen we richting al-Habees Crusader-fortress. Het is al de hele dag berg op, trap op, berg af, trap af. En nu ook weer. We komen bij Habees High Place (alweer trappen) en we belanden op een adembenemend uitzichtpunt. Daar zit een blauwe kameleon die rustig blijft zitten voor een foto. We zitten hier lekker een half uurtje in de schaduw en klimmen dan naar de top. Je hebt hier zo'n weids uitzicht naar alle kanten over de bergen heen, dat we er stil van worden.
Onderwijl lopen we stilletjes aan richting uitgang, waarbij we onderweg een niet afgemaakte tombe zien. Daar kun je zien hoe dat vroeger gemaakt werd.
Vanaf Petra lopen we naar ons hotel Rose City Hotel en kopen we onderweg we een anderhalve liter fles cola, die we op onze kamer achter elkaar op drinken. Dat mag wel; we zijn op pad geweest van 6:30 uur tot 17:15 uur: bijna elf uur!
's Avonds krijgen we in het hotel weer een uitgebreid buffet.
Dinsdag 18 aprilPetra
Nog een dag in Wadi Musa en omgeving. In de ochtend maken we een wandeling waardoor we uiteindelijk aan 'de achterkant' over de bergen Petra binnen komen. Het voordeel hiervan is, dat we zo geen entreegeld hoeven te betalen.
Met taxi's gaan we naar Klein-Petra en wandelen hier even rond. Niet echt spectaculair na gisteren. Het is behoorlijk bewolkt en er staat vrij veel wind. Toch lopen wij in korte broek en T-shirt, want de temperatuur is niet onaangenaam. Onder begeleiding van een bedoeïenengids gaan we op weg naar het klooster (Ad Zair). Het is een hele mooie wandeling met veel klim- en klauterwerk. Vaak is er geen pad te bekennen. Onderweg regent het een beetje, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben. Wel staat er een harde wind, soms stormachtig. Het giert af en toe behoorlijk door de bergen. We lopen dwars door velden, sommige vol met klaprozen, andere met koren. Soms gaat het pad over smalle richels en een stuk is wel erg smal. Als vliegen drukken we ons tegen de wand om maar niet naar beneden te vallen (100-150 meter lager). Sommigen zijn erg bang, dan duurt het wat langer. Maar het geeft geen problemen.
Uiteindelijk komen we na drieënhalf uur bij het klooster aan, dat een schitterend vooraangezicht heeft. Je kunt hier helemaal naar boven, van waar je een prachtig uitzicht hebt over de Wadi Arabia. Omdat het in tussentijd echt is gaan regenen, doen we dat niet, want uitzicht heb je nauwelijks meer.
Na een kopje thee besluiten we maar om gelijk terug te lopen naar het hotel: een tocht van ongeveer anderhalf uur. En het begint steeds harder te regenen. Het duurt dan ook niet lang of we zijn tot op onze huid toe nat. Het ziet er niet naar uit, dat het vandaag nog droog zal worden. Als we eenmaal door de kloof lopen, is het pad al veranderd in een stroompje. We zijn blij, dat we hebben besloten om meteen weg te gaan, want het begint alleen maar harder te regenen. We zijn wel blij met ons plastic hoesje, waardoor onze spullen droog blijven.
Terug in het hotel douchen we meteen en hangen alle natte spullen aan de kapstok en zetten de fan ervoor. Lia doet nog even boodschappen (cola, chocolade en chips), moet zo'n honderd meter heen en weer door de regen en is wederom doorweekt. Later horen we van anderen, dat het stroompje in de kloof een rivier is geworden en ze erdoor heen moesten waden tot hun knieën in het water.
Woensdag 19 aprilNaar Wadi Rum, Aqaba
Om 8:00 uur vertrekken we met een bus naar Wadi Rum. Het weer is opgeklaard. Eerst nog wat wolkjes, later alleen maar blauw en het wordt steeds warmer.We stappen over in drie open auto's met vierwielaandrijving en rijden de wadi in. Het is een schitterend gezicht: aan alle kanten de meest vreemde vormen en prachtige kleuren. Bij een spleet wordt gestopt en we lopen er een stukje in. Er staat water in en je kan niet zien hoe diep dat is. Het is dus best wel eng om hier over die smalle richeltjes te lopen.
Een andere stop is op de plaats waar de film Lawrence of Arabia is opgenomen. Weer ergens anders is een grote zandduin die we opklimmen. Van hieruit heb je prachtig uitzicht over de Wadi Rum. Van de duin af rennen we als een gek naar beneden. Leuk gaat dat!
Op het beginpunt aangekomen, gaan we met de bus weer verder. Alleen de bagage zit niet zo lekker op het dak en bijna valt er een koffer af. De chauffeur heeft er totaal geen kijk op, hoe hij zoiets moet stapelen en vastbinden.
In Aqaba aangekomen, rijden we naar het Alcazar-hotel, een vrij groot hotel in Arabische stijl, compleet met zwembad: ons thuis voor de komende tien dagen. Wij krijgen speciaal een kamer op de vierde (en bovenste) verdieping met uitzicht op zee; de rest zit bij elkaar op de tweede (zonder zeezicht). Leuk.
Na onze kamer bekeken te hebben, gaan we meteen richting zwembad. We bestellen een lekkere sandwich met tonijn en een cola. Heerlijk, zo'n lekker luxe hotel. We houden het hier vast wel een week vol. Later zwemmen we wat, wel koud, maar als je er even in bent, wordt het lekker.
Daarna bekijken we Aqaba. Het is groter als we verwacht hadden en ziet er best wel aardig uit. We gaan op zoek naar bier en wijn, maar bij elke supermarkt verkopen ze alleen maar water en frisdrank. Als we bijna de moed opgeven, vinden we twee drankwinkels, die werkelijk van alles te koop hebben. We kopen een paar flessen Amstelbier, een fles Israëlische wijn en een paar zakken chips. In het hotel zetten we alles in de koelkast. Het gaat vast allemaal op!
's Avonds trakteert Wim ons op een etentje in Ali Baba. Heerlijk gegeten: Franse uiensoep, roquefortvlees en beef curry. Lekker. We zijn alweer op de terugweg naar het hotel, als we Joseph tegen komen en gaan dan met z'n vieren koffie drinken. Ook Auk en Petra zitten daar. We hebben echter niet veel tijd, want om 21:30 uur begint de halve finales van de Europacup I: Ajax tegen Bayern München. Helaas laten ze die wedstrijd niet zien, maar AC Milaan tegen Paris Saint Germain (2 0). Later zien we op een Russische zender met heel slecht beeld en geen geluid een samenvatting van Ajax dat met 5 2 Bayern verslagen heeft. Goed zo! De finale wordt dus Ajax- AC Milaan. Spannend.
Donderdag 20 aprilAqaba
We ontbijten uitgebreid in het hotel met o.a. lekkere croissants en bespreken natuurlijk uitgebreid Ajax (vooral met Joseph, want die is zo fanatiek).
Daarna liggen we heerlijk aan het zwembad met de diskman en een boek. Af en toe zwemmen we wat en spelen we met de bal. Doordat er een vrij harde wind staat, heeft niemand in de gaten, dat iedereen goed verbrandt. Dat merken we pas 's avonds.
Na weer een lekkere sandwich gaan we met dertien man van de groep snorkelen. Beneden in het hotel is een duikcentrum en we kunnen hier flippers en duikbrillen huren. Met een bus gaan we naar het strand en vandaar kun je zo de zee instappen. Die heeft een prachtige turkooizen kleur. Zo mooi! Het koraal is prachtig, alleen is er niet zoveel grote vis te zien. Wel veel kleine, mooi gekleurde en Lia ziet een grote dikke. Lekker ontspannen zo'n middagje.
Terug nemen we in het hotel snel een duik in het zwembad om het zout af te spoelen. Vervolgens gaan we duiklessen regelen. We willen het toch een keer proberen en we hebben er nu mooi de tijd voor, want het duurt een kleine week. Het is wel duur ƒ 550 p.p., maar dan kun je wel wereldwijd terecht en het blijft altijd geldig. Bovendien krijgen we les van een Nederlandse, Elja de Vries, wel zo handig.
's Avonds genieten we met z'n allen van het afscheidsdiner bij de Mongool in het hotel. Het is een lopend buffet met drie soorten vlees, verschillende groenten en sauzen. Je moet dan een schaaltje met jouw voorkeur vol scheppen en net als bij de Japanner wordt het dan door een kok op een grote bakplaat klaargemaakt, waar wij omheen zitten. Erg lekker.
Frans houdt namens de groep een dankwoord aan Joseph en overhandigt hem een enveloppe met inhoud. Buiten op het terras aan het zwembad drinken we nog wat en we worden plannen gemaakt voor de reünie.
Vrijdag 21 aprilAqaba
Vanwege wat verbrandingen (net als de rest van de groep, vooral Joseph heeft last) besluiten we om in de schaduw te blijven. Met het theorieboek van de duikcursus zitten we onder een dakje aan het zwembad. Het waait nogal, waardoor het wat fris is. Later wordt dat minder en geeft de thermometer 28.8º in schaduw aan. We werken hoofdstuk een en twee door en beantwoorden alle vragen.
Om 13:15 uur vertrekt de groep (op Auk en Petra na die naar Israël gaan) naar Amman en dan naar huis. Met z'n vieren zwaaien we ze uit bij het busstation en met een dikke zoen van Joseph nemen we afscheid.
Op het eind van de dag vinden op onze kamer een vaasje gevuld met bloemen en zitten we lekker op ons balkon(netje). Leuk. Later gaan we op zoek naar de Chinees, maar die kunnen we niet vinden. We komen terecht op een dakterras, waar we weer echt oosters eten: veel schaaltjes met voorgerechten, mixed grill, lamskoteletten zonder bot en geen bier. Een stuk goedkoper dan de andere restaurants (ƒ 10 p.p.).
Later op de hotelkamer drinken we in bed een glaasje cognac uit de fles die we van Wim voor Martijn z'n verjaardag hebben gekregen. Lekker.
Zaterdag 22 aprilAqaba
Het echte begin van de duikcursus. Dat hebben we geweten! Maar liefst zeven(!) uur zijn we er mee bezig en dan moeten we 's avonds nog een module bestuderen (twee uur).
We beginnen met een videofilm (met z'n tweeën); er is ook een Duitser (Joachim), die alles in het Duits verteld krijgt. Daarna legt Elja alles nog eens uit en moeten we een multiple-choice maken. Met z'n drieën krijgen we buiten les van haar. Daarna leggen we een zwemtest af en kunnen we spullen uitzoeken: een natpak, een trimvest, een loodgordel van tien kilo, een luchtfles, zwemvliezen, schoentjes, snorkel met duikbril, slangen met automaat, mano- en dieptemeter, octopus (reserve-automaat) en een slang om aan je inflater aan je trimvest te bevestigen.
Na een pauze van een goed uur krijgen we de tweede theorieronde en om 15:00 uur gaan we ons dan eindelijk klaar maken om het zwembad in te gaan. We krijgen uitgebreide uitleg en moeten dan alles zelf doen. Het gaat allemaal goed en al snel gaan we het water in. De eerste keer is erg vreemd als je zo naar de bodem van het zwembad zakt en daar rustig kunt blijven zitten. Daar krijgen we allerlei oefeningen en gaan we naar het diepe gedeelte. Al met al veel geleerd en het lijkt ons erg leuk. Vooral als we later naar zee gaan natuurlijk. Daar doen we het tenslotte voor.
s Avonds gaan we lekker naar de Chinees (we moeten er gisteren gewoon voorbij gelopen zijn) en zoetzure varkensspareribs gegeten en kip met cashewnoten. Gefrituurde ananas na. In het hotel komen we Auk en Petra tegen waar we afscheid van nemen, want die reizen de volgende ochtend vroeg door naar Israël. Nu zijn we echt met z'n tweeën.
Zondag 23 aprilAqaba
Weer de hele dag bezig met duiken. Vanwege ziekte bij de staf beginnen we met video en daarna kunnen we hoofdstuk vier gaan lezen.
Om 11:30 uur is Elja terug en beginnen we aan onze tweede zwembadduik. Voor dat je zover bent, ben je wel een half uur verder: spullen opzoeken, alles naar boven sjouwen, flessen klaarmaken, aankleden. Maar eindelijk is het zover en zitten we bepakt aan de rand van het zwembad. We doen veel oefeningen en het gaat ons steeds beter af.Totaal tweeënhalf uur zijn we er mee bezig en gaan daarna een hapje eten. Om 14:45 uur worden we weer verwacht voor de mondelinge toelichting op hoofdstuk drie en de test. Ook deze gaat goed en we kijken meteen naar de video van module vier. Om 16:15 uur is het afgelopen en we werken tot 18:00 uur module vijf (de laatste!) door. Al met al zijn we negen uur (incl. eetpauze) bezig. Je moet er wat voor over hebben!
's Avonds eten we bij Captain's Restaurant (in de vorm van een boot) boven. Martijn heeft een heerlijke inlandse vis en Lia een hamburgersteak. Bitter lemon erbij: ƒ 22 met z'n tweeën.
Maandag 24 aprilAqaba
Om 9:00 uur zijn we alweer bezig met het theoriegedeelte van deel vier; snel de test en meteen de video van deel vijf. Tussen 11:30 uur en 13:30 uur zijn we vrij en lezen in de schaduw wat en eten een broodje. Het is een beetje wazig weer. Maar dat gaat snel over in een strak blauwe lucht met weinig wind.
's Middags het zwembad in voor allerlei oefeningen. Het gaat steeds beter en we hebben er nog steeds plezier in. Daarna krijgen we over deel vijf theorie/uitleg en uiteindelijk maken we de totaaltest van vijftig vragen. We slagen daar allebei voor (Lia 92% en Martijn 88%). We zijn nu klaar met de theorie. Lekker! We hebben nu waarschijnlijk wat meer vrije tijd.
Op het balkon drinken we een pilsje en wisselen belevenissen uit. 's Avonds eten we in het hotel: een groot lopend buffet met allerlei salades, kip, vis, soep, rijst, gevulde komkommers en een soort moussaká. Erg lekker allemaal. Ze hebben een uitgebreide toetjestafel met soesjes, karamelpudding, taarten e.d. Heerlijk.
Dinsdag 25 aprilAqaba
Die vrije tijd valt wel tegen: niet dus. Om 8:30 uur moeten we al verzamelen omdat we in zee gaan duiken voor onze eerste echte duik! Dat kost natuurlijk extra tijd en dus hebben we niet meer vrije tijd.
Veel tijd om om ons heen te kijken, hebben we echter niet; we zijn zo druk met ons zelf te controleren en beheersen, dat we daar geen tijd voor hebben. We gaan vandaag tot elf meter diepte. Dat gaat zo ongemerkt; voor je het weet, zit je zo diep. We zien een kleine koraalduivel. Mooi.
's Middags zouden we weer oefenen in het zwembad, maar omdat dat water kouder is dan de zee, gaan we naar zee. Daar doen we enkel oefeningen, waardoor dit niet als een duik geldt. Om 17:15 uur zijn we klaar (een uurtje pauze en de rest hard werken).
We gaan snel naar de bank en laten pasfoto's maken voor ons duikbrevet (ƒ 7,50 voor een grote en zes kleintjes). 's Avonds eten we weer bij de Chinees en vallen om 22:00 uur doodmoe in slaap.
Woensdag 26 aprilAqaba
Alweer een drukke dag. De tweede echte duik is aan de Saoedische grens. Met het vrolijk rondduiken zien we een Arabische keizersvis (een grote) en later een enorme oester. Het koraal is erg mooi om te zien. Met duiken lig je veel stabieler in het water dan met snorkelen, dat je aan de oppervlakte doet.
Tussen de middag moeten we nog even de laatste zwembadtraining doen, zodat we maar drie kwartier rust hebben om wat te eten.
's Middags om 13:30 uur moeten we weer aantreden voor de derde duik. Nog steeds wat oefeningen doen, maar ook een tijd rustig rondzwemmen. Dat is erg mooi. Dat mag ook wel, want daar doen we het tenslotte voor.
Na afloop liggen we een uurtje in de zon, douchen we, smeren ons is, drinken een biertje en gaan vroeg naar bed.
Donderdag 27 aprilAqaba
Webbenut! Na zesenhalve dag (incl. lezen) hebben we ons duikbrevet. We zijn nu gediplomeerde open-water-duikers. Klinkt dat hè! Maar het is net als met autorijden: je kunt het, maar je leert het met veel oefenen. We gaan in Nederland eens kijken of we het bij kunnen houden. Maar we hebben het en het blijft een leven lang en wereldwijd geldig.
's Middags liggen we alleen maar in de zon. Nou ja, zon, het is zo warm en geen wind, dat we onder een afdak liggen. Martijn z'n benen zijn gestreept roodwit van de schaduw van het afdak. 't Is wel lekker. Eigenlijk hadden we dit de hele week willen doen, maar door de duikcursus is er niets van gekomen.
We zouden onze buskaartjes (voor Amman) op kunnen halen die Joseph geregeld zou hebben. Niet dus, er is niets gereserveerd, hoewel Joseph er speciaal voor weg is gegaan en er voor betaald heeft. We gaan maar naar het busstation, maar daar blijkt dat alle bussen voor vrijdag naar Amman al vol zitten. We zijn van plan om een taxi te nemen en de kosten te declareren bij Baobab. We zien wel. We gaan even snel het dorp in om wat blikjes te kopen voor de reis naar Amman en twee T-shirts (samen ƒ 35).
's Avonds in het hotel zitten we goed te schransen van het uitgebreide buffet. Heerlijk. In bed maken we het laatste restje wijn op.
Vrijdag 28 aprilNaar Amman
Tijdens het ontbijt vragen we aan Elja wat wij het beste kunnen doen. In samenspraak met Nabeel, de assistent-duiker krijgen we het advies gewoon naar het busstation te gaan. Er zijn nl voor elke bus tien plaatsen gereserveerd voor militairen en als die niet op komen dagen, verkopen ze de plaatsen alsnog. Het is 8:30 uur en om 9:00 uur vertrekt de eerste bus (ƒ 10 p.p.). We besluiten om die proberen te halen, want je zit toch niet lekker meer. Om 8:55 uur komen we aan het bij busstation en Martijn krijgt het voor elkaar om twee kaartjes te kopen en we kunnen meteen weg. Dat is wel zo lekker, want het is de comfortabelste manier van reizen en dan zijn we tenminste in Amman. Om 13:15 uur komen we er aan en we nemen een taxi naar het Dove Hotel, waar we een kamer voor een halve dag krijgen.
De rest van de middag luieren we, lezen we wat, slapen even en doen wat boodschappen. Goed 18:00 uur gaan we naar het restaurant om een biertje te drinken. Al gauw zien we Farzana, de andere reisleidster van Baobab. Die krijgt het voor elkaar dat wij ons geld terug krijgen van de bus. We hebben Joseph maar een briefje geschreven hoe het een en ander in elkaar zit en hij moet maar zien hoe hij zich er uit redt.
Met de taxi gaan we bij La Terrasse eten en daarna weer terug naar het hotel. Snel gedoucht en de laatste spullen ingepakt. Beneden ons koperen bord opgehaald, dat we in Syrië hebben gekocht en dan staat de auto al voor om ons naar het vliegveld te brengen.
Het gaat allemaal redelijk voorspoedig, alhoewel het vliegtuig wel een half uur vertraging heeft. We krijgen daarvoor wel een consumptiebon. Ons overgebleven geld kunnen we inwisselen voor dollars. Makkelijk.
Zaterdag 29 aprilNaar huis
Om 1:15 uur in de morgen vertrekt het vliegtuig naar Amsterdam met een tussenlanding in Beiruth, Libanon. Om 6:25 uur komen we in Amsterdam aan (gewoon op tijd), waar Wim ons opwacht en ons naar huis rijdt. Wat een luxe!
Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.