Sri Lanka

2 t/m 29 juli 2024

SRI LANKA heette tot 1972 Ceylon wat nu nog een bekende merknaam is in de thee-wereld.
Na meer dan tweeduizend jaar van heerschappij door plaatselijke koninkrijken werden delen van Sri Lanka veroverd door de Portugezen in 1505. In 1658 kwamen de Nederlanders die vooral geïnteresseerd waren in de handel in kaneel en olifanten. In 1796 verdreven de Engelsen de Nederlanders en noemden het Ceylon. Het land werd onafhankelijk in 1948.
In het midden van de jaren 80 waren er grote strubbelingen tussen de Tamil-minderheid en de Singalese meerderheid. Na 20 jaar vechten is in 2002 een staakt-het-vuren gesloten.

Pidurangala Rock in Sigiriya

Dinsdag/Woensdag 2/3 juliNaar Negombo
Via New Delhi in India vliegen we naar Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Het eerste stuk is ruim acht uur vliegen. Daarna drie uur wachten. De internationale transfer in Delhi is niet zo soepel als we gewend zijn in andere landen. Onze boardingpas, die voor de hele reis tegenwoordig op één papiertje wordt geprint, is hier niet goed. Er moet een nieuwe boardingpas komen en dat heeft wat voeten in de aarde. Na een uur is het eindelijk geregeld en mogen we door naar de andere gate.
De vlucht naar Colombo duurt dan nog bijna vier uur. We worden opgewacht door onze chauffeur, Lalith, die ons naar ons hotel in Negombo brengt. Het is een klein hotel met zwembad waar een paar Belgische jongetjes zich heerlijk vermaken. We verkennen de omgeving en zien een behoorlijk aantal eettentjes. We wandelen over het strand en zien daar hoe de verse vis uit de netten wordt gehaald. Het is warm en vochtig, maar een bui blijft uit en dat in het regenseizoen in deze streek. Dat sluit wel aan bij andere plekken waar we in het regenseizoen zijn geweest, af en toe, meestal 's avonds, een buitje. Hier blijft het op een paar spetters na, de hele dag droog. Ik heb het nog niet opgeschreven en de bui barst los 😁.
In de avond bezoeken we een restaurant (Jude) waar, naar later blijkt, veel Nederlanders komen, en gaan vroeg wat slaap inhalen.
Het is hier drieënhalf uur later.

Donderdag 4 juliVia Kosgada en Ambalangoda naar Galle
Na een lekker ontbijt gaan we op weg. Het einddoel vandaag is Galle en onderweg bezoeken we een paar plaatsen.
Het verkeer is een chaos. Meestal is het zo dat wie het eerst komt of het brutaalst is, als eerste doorrijdt. We zien geen ergernissen of ongelukken.
Schildpadjes in KosgodaIn Kosgoda zit een broedplaats van reuzenschildpadden. Hier komen de schildpadeieren in een beschermde omgeving uit. Er worden twee kleintjes uitgegraven die wij in een groot bad met soortgenootjes zetten. Ze hebben schildpadden in allerlei maten die later terug in zee worden gezet. Sommige hebben een gebrek en die blijven daar.
Het weer is niet best. Soms even droog, maar veel regen. Soms zacht, soms hard.
We rijden een stuk over de kustweg waar we hoge golven zien. Het is geen strandweer. Er staat een groot beeld ter herinnering aan de enorme tsunami van 2004.
We bezoeken ook het maskermuseum in Ambalangoda. Mooi.
Af en toe zien we een oud koloniaal huis.
In Galle zitten we in een mooi hotel waar we welkom worden geheten met een sapje en een hapje. Dat zijn nootjes, suiker en een kruid dat je samen in je hand moet scheppen en dan naar binnen moet schuiven.
Het ligt binnen het oude Hollandse fort. Dit is in 1663 gebouwd en het is eigenlijk meer een dorp dan een fort. Als we ’s middags rond gaan wandelen, het is droog, zien we pas goed hoe groot het is. We zien nog oude namen als Utrecht Bastion, Grote Kerk en de Leyn Baan. Ze herinneren aan de tijd dat er een levendige kruiden- en specerijenhandel tussen Ceylon en Nederland was.
Het is ’s avonds overal erg rustig. We vragen ons af waar iedereen eet; veel restaurants zijn leeg (het zijn er ook wel veel). Wij zitten bij een Indiaans restaurant boven voor het open raam. Hier is het best druk. Lekker gegeten.

Vrijdag 5 juliGalle
We beginnen met een stukje rondrit met de auto.
Druk verkeer. Veel bussen, brommers, tuktuks en fietsen. Weinig toeristen.
GalleHet weer is zonnig en warm. Gelukkig droog. Maar we worden wel nat van het zweet 😃
Lalith brengt ons eerst naar de Nederlands Hervormde Kerk. Binnen liggen veel graven met Nederlandse teksten.
We lopen nogmaals over de muur naar het Utrecht Bastion. Nu is het zonnig en dan ziet het er toch anders uit. Er zit een kleine varaan op de muur, ongeveer zestig centimeter. Wij vinden hem groot, de Srilankanen kijken er niet van op.
Bij de vuurtoren zitten ijsvogels en een grote varaan van anderhalve meter met een enorme lange blauwe tong.
Op de muur loopt een groep van ongeveer 150 scholieren in uniform. Ze kwebbelen er lustig op los, maar ze rennen niet, ze gillen niet. Het is een keurige rij
Bij de markt zien we een groot beeld van Sri Gnanabhasha Mawatha en een kleine pagode. De markt is niet meer dan wat kleine stalletjes op straat.
In het hotel komen we even op temperatuur en we besluiten om snel weer te gaan wandelen. We verwachten dat de vismarkt snel zal stoppen. Nu zijn ze nog bezig met het schoonmaken en verkopen. Indrukwekkende stukken tonijn liggen er.
We worden regelmatig aangesproken door mensen die willen weten waar we vandaan komen. De mensen zijn erg vriendelijk.
Via het busstation waar veel kleurrijke bussen staan, lopen we naar een tempel. Bij het oversteken via een brug over het spoor zien we in het water ernaast een enorme oranjebruine watermonitor, zeker tweeënhalve meter lang.
Via de Sri Buddha Singha Rame Temple, de Saint Mary Cathedral met de Grotto of the Blessed Virgin Mary en de Sri Meenachi Sundareshwarar Hindu Temple (wat een namen) gaan we terug naar het hotel. Net op tijd voor een regenbui.

Zaterdag 6 juliVia Mulkirigala Rock Temple naar Tissamaharama, naar Kataragama
Elke ochtend krijgen we van Lalith een bloemetje. Vandaag een paar sterk geurende jasmijnblaadjes.
Mulkirigala Rock TempleWe rijden naar het oosten. Eerst naar de Mulkirigala Rock Temple. Als we uitstappen vallen er een paar druppels en we nemen een paraplu mee. Moeten we vaker doen, want we hebben nog geen tien meter gelopen of de zon begint te schijnen. We gebruiken ze maar als wandelstok.
De tempel ligt op een enorme rots en we lopen heel wat trappen omhoog. In de tempel ligt een eenentwintig meter lang Boeddhabeeld omgeven door kleinere beelden. De hele ruimte is mooi beschilderd. In de ruimte ernaast ligt nog zo’n groot Boeddhabeeld. Nog hoger ligt een witte pagode en staat een kaal stenen Boeddhabeeld van een meter of twee. Er worden bloemetjes geofferd.
Het is een groen gebied met veel water. Daarin zitten reigers, ooievaars, eenden, ibissen, ijsvogels, verschillende kleuren waterlelies.
In Tissamaharama zien we Yudaganawa, een witte dagoba, de grootste stupa in het zuidoosten.
We gaan eerst naar het hotel.
Aan het eind van de middag gaan we naar Kataragama, het belangrijkste pelgrimsoord in Sri Lanka. Het tempelcomplex is voor de Hindoes in Sri Lanka de meest heilige plaats, maar ook voor andere geloven belangrijk. Je moet de brug oversteken om bij het belangrijkste tempelcomplex te komen. Hieronder stroomt de populaire rivier Menik Ganga, waar de meeste pelgrims zichzelf reinigen voordat de heilige plaats wordt bezocht. Bij de ingang is de poort ‘principal shrine of God Kataragama” en twee andere schrijnen gewijd aan God Vishnu en God Ganesha. Het is enorm druk en het is goed dat de zon al aan het verdwijnen is, want we lopen met onze blote voeten door het hete zand en over warme tegels.
KataragamaWe offeren bloemen en we worden gezegend met water met kokosolie. In het grote complex zien we mannen die languit over de grond rollen met gestrekte armen en een kokosnoot in hun handen. Ze zullen omrollen tot ze helemaal om de tempel heen zijn. Sommige doen dat zelfs meerdere keren.
Een grote groep Tamils loopt dansend, roepend en zingend rond met allerlei offergaven. Tamils zijn herkenbaar aan de stip op het voorhoofd en de sierraden in oren en neus.
Een aantal mannen gooit als offer een brandende kokosnoot in een metalen omheining. De noot spat uit elkaar. Al met al een indrukwekkend gebeuren.
’s Avonds zitten we bij het hotel heerlijk buiten aan een tafel in het gras voor het zwembad. Er is een zeer uitgebreid buffet. Lekker.

Zondag 7 juliVia Buduruwagala Temple naar Gal Oya Lodge
Ook het ontbijt is buiten en ook nu een zeer uitgebreid assortiment. In het groene gras achter het zwembad zitten zes witte ibissen. We gaan weer op weg, nu naar het noorden, het binnenland in.
BuduruwagalaIn de buurt van Wellawaya bezoeken we Buduruwagala, een religieuze, historische plaats. Hier zijn een groot Boeddhabeeld, de Bodhisattva's en andere afbeeldingen uitgehouwen in een massieve rots die lijkt op de vorm van een olifant. Ze stammen uit de achtste, negende eeuw. Het grote beeld is dertien meter hoog en men zegt dat het het hoogste in steen uitgehouwen beeld in het land en in de wereld is, nadat beelden in Afghanistan werden vernietigd.
We rijden door naar het Gal Oya Reservaat over een kronkelige weg. Het is niet zo druk en er rijden vooral langzame tuktuks en bussen. We zien veel rijstvelden waar soms met maaimachines en soms handmatig wordt geoogst. Langs de kant suikerriet, bananen, palmbomen met kokosnoten, boomappels waar jam van gemaakt wordt, papaja’s.
Het is een overwegend zonnige dag.
In Gal Oya overnachten we in een bungalow midden in de natuur. Een enorme bungalow met een hele grote, deels buiten, badkamer. Er is geen internet en er ligt een zaklamp klaar om ’s avonds onze weg naar het restaurant te vinden.
We zitten heerlijk op ons terras buiten bij ons huis en genieten van de stilte. Je hoort wat bladeren ruisen en wat vogels en apen roepen.
We nemen een duik in het zwembad. Heerlijk relaxen met alleen maar groen om ons heen. Er zijn elf bungalows, dus druk wordt het nooit.
’s Avonds in het restaurant is er een meerkeuzemenu. Nog nooit zulke malse kip gegeten.
Het is ’s nachts pikkedonker. Het enige wat we zien is een vuurvliegje dat binnen om ons muskietennet dwarrelt.

Maandag 8 juliGal Oya Lodge
We staan om 5:00 uur op, we krijgen een kop koffie en een kop thee. Om 5:30 uur vertrekken we naar het stuwmeer, het Senanayaka Samudraya, onderdeel van het Oya Valley National Park. De asfaltweg is pas zes jaar geleden aangelegd. Het is dan ook erg rustig wat betreft toeristen.
NeushoornvogelOnderweg stoppen we regelmatig, als we weer een nieuwe vogelsoort tegenkomen. We hebben met z'n tweeën een bootje met twee bemanningsleden en onze gids. We zien direct al een krokodil. Op de eilanden in het meer stikt het van de vogels, steeds zien we andere soorten. We ontbijten op een van de eilanden. Steeds kijkt de gids en de bemanning uit naar olifanten. Die zwemmen hier van eiland naar eiland en eten daar hun buikje vol. Uiteindelijk zien we er drie, maar niet zwemmend. We zien ook een paar jakhalzen, apen met enorm lange staarten, watermonitoren en leguanen. Ook de grote neushoornvogel en een papegaai krijgen we te zien. Er varen typische vissersbootjes met kleurige zeilen.
We zijn tegen 11:00 uur terug in de lodge en we vertoeven verder aan de rand van het zwembad. Het personeel komt ons regelmatig een glas koud water brengen.
Om 16:30 uur maken we met onze gids nog een wandeling door het bos bij de Lodge waar we wat vogels zien.