Woensdag 16 novemberVia Jubbah Rock Art naar AlUla
We krijgen het ontbijt op de kamer geserveerd. Twee grote ronde schalen met roerei, humus, bonenprutje, olijven en brood. Grote pot thee er bij. We moeten met de vingers eten. Leuk en lekker, zo’n lokaal ontbijt.
Vandaag is het eerst anderhalf uur rijden naar de oude rotskunst in Jubbah. Dit gebied was ooit een oase waar duizenden jaren geleden de Arabische voorouders sporen van hun reizen achterlieten in talloze rotstekeningen in de rotswand. De mooiste zijn van 5.500 v.Chr. Er zijn afbeeldingen van mensen, leeuwen, steenbokken, paarden, kamelen en struisvogels. Er zijn ook Thamudic inscripties van 1.000 v.Chr. Er schijnen drie versies van de taal te zijn. We wandelen een rondje om de rotsen en zien talloze tekeningen. Mooi om te zien.
Het is nog zeven uur rijden naar de oase van AlUla.
Bij een stop onderweg bij een benzinestation vinden we zowaar Heineken 0.0-bier. We kunnen het niet laten om twee flesjes te kopen. Ze verkopen ook stroopwafels.
ALula’s Middags verdwijnt de zon achter de wolken. Even later regent en hagelt het. Regen in de woestijn. Het regent niet lang, maar als het later droog is, liggen er overal plassen. Een heel vreemd gezicht.
We zouden naar een hotel in het centrum van AlUla gaan, maar blijken in een plaats 10 kilometer daar vandaan te zitten waar helemaal niets is: geen restaurants, geen winkels, geen park.
De gids regelt dat we met de bus naar een restaurant in AlUla gaan. We zitten daar in mooie tuin onder verlichte palmbomen lekker buiten. En omdat we nu toch in de plaats zijn, gaan we met de bus naar het centrum. Op het laatste stukje rijden elektrische karretjes naar het oude dorp. Dat doet ons denken aan de Chinese toeristenplaatsen zoals we die sinds het binnenlands toerisme daar opgang gekomen is, hebben leren kennen. Een gerestaureerd oud stadje vol winkels, waar voor ons geen aardigheid aan is. Er zijn opvallend veel vrouwen, helemaal in het zwart, die in groepjes rondlopen of in een restaurant zitten. Sommige zonder hoofddoek en sommige roken. Ze zeggen vriendelijk gedag,
Daarna zouden we nog naar de Elephant Rock kunnen, want die is morgen gesloten. Misschien is deze vandaag ook dicht, niemand weet het. We hebben er geen zin in. In onze hotelkamer drinken we het biertje op.

Donderdag 17 novemberNaar AlUla
Vandaag bezoeken we Hegra (Madain Saleh) dat bekend is om zijn oude graven. Het hele gebied is omgeven door wonderbaarlijke rotsen. Het staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst.
Het is bewolkt en daarom niet zo warm.
Na het ontbijt rijden we met onze bus naar het opstappunt van het vervoer naar de site. Hiervandaan rijden bussen naar de locaties. We gaan eerst naar de ‘bibliotheek’, een plek waar op rotsen allemaal teksten en tekeningen zijn aangebracht. Dit is gedaan door de Nabateërs, ongeveer 2000 jaar geleden. De stad Dadan was heel welvarend. Er zitten kwikstaarten en hagedissen.
Leeuwengraven van DedanMadain SalehTussen de middag drinken we koffie in de stad, waarna we 's middags een aantal tombes bezoeken, schitterend in de rotsen uitgehakt.  Zo’n rots is enorm en ligt eenzaam in het landschap. Andere liggen soms honderden meters verderop. In één rots zitten vaak meerdere graven. De grafkamers zijn aan de buitenkant gebeeldhouwd, van binnen zijn soms de muren en het plafond iets bewerkt, maar er zijn geen schilderingen en er zijn ook nergens artefacten gevonden. We zien o.a. de Leeuwengraven van Dedan, een plaats die dateert van vóór Hegra waar de koningen van Dedan werden begraven, de Tomb of Lihyan zoon van Kuza, de Jabal AlBanat, de Jabal Ithlib en de Jabal AlAhmar. Aan de (vergevorderde) Tomb of Lihyan is een van de grootste en moet voor een zeer belangrijk persoon zijn bedoeld. Men heeft er een jaar aan gewerkt, maar nooit afgemaakt. Men heeft geen idee waarom niet.
Aan het eind van de middag gaan we nog even langs het oude centrum, dat nog doodser is als gisteravond. Als we nog iets verder doorlopen in het voetgangersgebied is het wat drukker en zien we opmerkelijk veel (gesluierde) vrouwen.
Daarna eten bij een Saoedisch eettentje. Al met al een mooie dag.

Vrijdag 18 novemberVia Hejaz naar Medina
We rijden vandaag naar het zuiden, door het land van Lawrence of Arabia. In WO1 saboteerden de Arabische stammen regelmatig de beroemde Hejaz-spoorlijn die van Damascus naar Medina liep. Waarschijnlijk omdat de spoorlijn concurreerde met het vervoer van moslims door middel van kamelen naar de steden Medina en Jeddah. Maar ook omdat er vooral wapens werden vervoerd. We stoppen bij een oud verlaten station waar een locomotief en een paar wagons op hun kant liggen. Er staan nog twee oude stationsgebouwen.
Om twaalf uur stoppen we bij een benzinestation waar de crew kan bidden en wij wat bij de winkel kunnen kopen. Maar tijdens de bidtijd gaat alles dicht. Op de winkel staat wel: open 24 uur, maar dat is dus niet zo. Ook restaurants gaan tijdens een bidtijd even dicht. De voordeur tenminste, het werk gaat gewoon door. Tot nu toe hebben we geen bidstop gemaakt, maar het is vrijdag vandaag, de belangrijkste dag voor moslims. Zodra de deur van een zaaltje open gaat, stromen de mannen naar buiten en wordt alle werk weer hervat. Ook de winkel gaat open.
Vroeg in de middag komen we in de heilige stad Medina aan. Officieel blijven het stadscentrum en de Moskee van de Profeet, Masjid an-Nabawi, verboden terrein voor niet-moslims, maar wij wandelen gewoon die kant op en zien wel hoever we komen. Het is een klein uur lopen en alle winkels zijn dicht. De zon schijnt en we willen aan de overkant van de straat in de schaduw gaan lopen. We moeten verschillende rijbanen over die gescheiden zijn. De auto’s rijden vrij hard en er zijn geen oversteekplaatsen.
Masjid an-Nabawi, Moskee van de Profeet, in MedinaDichtbij de moskee wordt het steeds drukker. Jeannette en Lia doen hun hoofddoeken op om minder op te vallen. We zien de acht minaretten steeds dichterbij komen. De wandelpaden zijn overdekt met grote parasols. We hebben geen idee tot hoever we mogen gaan. Nergens staat wat aangegeven. We zijn een punt gepasseerd waar alleen moslims mogen komen en op een gegeven moment wordt Paul aangehouden door een man in uniform vanwege zijn fototoestel. Het wordt afgepakt en de foto's worden bekeken. Na wat heen en weer getelefoneer krijgt hij zijn camera terug en worden we buiten het hek gezet. Er lijken geen foto's te zijn verwijderd. Je mag wel foto’s met een mobieltje maken. We lopen nu verder buiten het hek en genieten van de mooie beelden die we zien. We hebben het idee dat als we geen fototoestellen hadden, geen rugzak en de hoofddoeken fatsoenlijk hadden opgehad, we zo naar binnen hadden kunnen lopen.
Er zijn heel veel pelgrims uit andere landen in soms zeer kleurrijke kleding. Lia trekt de aandacht van vrouwen uit andere landen door de grijze krullen die onder de hoofddoek uitkomen. Van geen enkele vrouw is een plukje haar te zien. Verschillende dames willen met haar op de foto of maken een praatje. Leuk!
Masjid an-Nabawi, Moskee van de Profeet, in MedinaWe zien iets verder het Skyview hotel en denken daar op het dak onder het genot van een drankje een mooi uitzicht over het geheel te hebben. Helaas, Skyview heeft alleen een zitje bij de ingang, geen uitzicht. We nemen toch maar een drankje.
Langzaam valt de avond in en we gaan terug naar de omloop net buiten het hek. De parasols worden ingeklapt en we zien de moskee met z’n vele torens in volle glorie liggen. We schieten prachtige plaatjes bij de ondergaande zon. In de minaretten branden groene lichten en die steken mooi af tegen de wolken die oranje kleuren. Dan krijgen we weer gedonder met een andere geüniformeerde man. Volgens deze mogen we ook niet vlak buiten het hek staan. Hij begint druk te bellen. Er komen wat vrienden van hem in burger bij staan. Wij beginnen met hen te praten, zover dat gaat en alle bekende Nederlandse voetballers uit de afgelopen decennia komen voorbij. Er wordt wat afgelachen. Ondertussen belt de dienstklopper door en wordt met Google Translate een bericht getoond dat we hier niet mogen zijn als niet-moslim. De vriendjes verdwijnen dan schielijk. Wij proberen aan te geven dat we van iemand anders te horen hebben gekregen dat we hier buiten het hek gewoon mogen zijn. De dienstklopper verdwijnt weer en komt na een tijdje terug met de mededeling dat er alleen met mobiel mag worden gefotografeerd. Nu kunnen we dus rustig blijven en Lia vindt haar hoofddoek nu toch wel handig want die is groot, verbergt het fototoestel grotendeels en fotografeert lekker verder.
Hoewel onze gids had gezegd dat we niet naar de Moskee van de Profeet mochten, zijn we blij dat we dat toch gedaan hebben.
We wandelen terug naar het hotel en nu zijn de winkels wel open. In deze wijk zijn er vooral stoffen te koop. We eten in een groot restaurant met allemaal aparte kamertjes met gordijnen als deuren. Er rennen veel kinderen rond. We kiezen een kamer met een gewone tafel en stoelen in plaats van kleden op de grond. We bestellen drie kleine voorgerechtjes en hebben daar genoeg aan.

Zaterdag 19 novemberVia Al Wahbah Crater naar Taif
Al Wahbah CraterWe hebben om 7:00 uur net de lamp aangedaan als het ontruimingsalarm van het hotel afgaat. Dat hebben we nog nooit meegemaakt. We doen wat ons geleerd is: we kleden ons snel aan, pakken onze paspoorten, bankpasjes en telefoon en gaan via de trap van vijf hoog naar beneden. Daar krijgt het personeel het (valse) alarm net uit. We staan samen met nog een groepslid bij de receptie. Maar we vragen ons wel af: waar zijn alle andere gasten?
Vandaag rijden we verder naar het zuiden.
Bij een benzinestation vinden we Duits 0.0-bier en nemen dat, uiteraard, mee. Een man met z’n armen vol boodschappen schrikt zo van Lia dat hij een flesje frisdrank laat vallen dat op de vloer kapot valt. Bij de kassa hangt een grote bos met een wirwar van losse usb-kabeltjes.
Het is een uur of drie rijden naar de Al Wahbah Crater. We rijden op een secundaire weg, maar we worden na een poosje bij een politiepost tegengehouden en we moeten terug naar Medina en daar de tolweg nemen. Dat is wel een heel eind om.
Het landschap is veranderd van geel zand in zwart lavagesteente. De krater ligt midden in de woestijn, 250 km ten noorden van Taif en is het resultaat van een ondergrondse vulkanische explosie. Hij is maar liefst vier kilometer breed en 250 meter diep. In het midden ligt een ondoorzichtig meer van witte kristallen van sodiumfosfaat dat melkachtig kleurt als het geregend heeft. In de diepte groeien wat palmbomen. De omgeving is kaal, er groeit weinig, geen dier te zien, in de verte een dorpje.
We rijden verder naar Taif dat op een plateau op 1.700 meter ligt waardoor het wat koeler is. Taif is de stad van de rozen.
Na het inchecken in het hotel in een kamer van zo’n 32 m2, gaan we naar de markt. Dat is een groot voetgangersgebied met talloze winkeltjes. Iedereen kijkt ons aan en iedereen groet ons zeer vriendelijk. Sommige vragen waar we vandaan komen. Een enkeling spreekt twee woorden Engels.
We besluiten de dag met een Arabische maaltijd.

Zondag 20 novemberNaar Jeddah
De weg is verboden voor niet-moslimsWe rijden Taif uit. Aan de bewegwijzeringsborden op de wegen te zien, komen hier weinig toeristen. De plaatsnamen zijn alleen in het Arabisch. We gaan eerst naar een rozenboerderij. Het is echter niet de bloeitijd en er is weinig te zien. De koffie is lekker.
We zouden de kronkelende route door het Al Hada-gebergte nemen, maar die is verboden voor vrachtwagens en bussen.
We rijden verder naar Jeddah. Het verkeer in Saoedi-Arabië is een ramp. Het lijkt er op dat veel mensen óf geen rijbewijs hebben óf het hebben gekocht. Iedereen rijdt zo de weg op zonder op of om te kijken, Iedereen snijdt iedereen en men probeert elkaar van de weg drukken. Niemand geeft iemand voorrang. Men wisselt van rijbaan ongeacht of er iemand naast rijdt. Borden ‘verboden in te halen’ worden genegeerd. Als voetganger moet je helemaal goed uitkijken. Je hebt geen voorrang op zebrapaden. Het recht van de sterkste geldt hier.
We rijden met een boog om Mekka heen. Niet-moslims mogen niet eens in de buurt van de plaats komen. Je hebt ‘moslim-’ en ‘niet-moslim’-wegen. Dat staat zelfs op borden boven de snelwegen met rood aangegeven. Omdat alle vrachtwagens op de ‘niet-moslimweg’ rijden, schiet het niet op.
In een grotere plaats stoppen we voor de lunch. Eerst tien minuten wachten tot het gebed voorbij is en er een paar winkeltjes en restaurants open gaan. In de hele plaats is er, buiten de huizen, geen vrouwen-wc. Niet in de restaurants en ook niet in de vrouwen-afdeling van de moskee. In een supermarkt kopen we twee dozen koekjes en ijsjes. Daarna moeten we nog drie kwartier wachten voordat de lunchpauze om is. Hier is verder niets te doen. Wij waren liever door gereden naar Jeddah.
Al Rahma floating MoskeeBij een benzinestation onderweg is ook geen vrouwen-wc.
De buitenwijken van Jeddah zijn helemaal plat gegooid en we zie grote puinhopen met wat ooit flatgebouwen waren. In 2030 moeten dit mooie nieuwe wijken zijn. Mensen moeten 15 jaar hun huis uit.
‘ s Middags gaan we eerst naar het hotel, dat ziet er goed uit. De stad is enorm uitgebreid, er wonen meer dan 4,5 miljoen mensen. We gaan naar de Al Rahma floating Moskee. Die valt een beetje tegen, hij is net zo floating als de pier in Scheveningen. Bovendien staat er een enorme kraan naast en wordt het gezicht onttrokken door een enorm hotel in aanbouw. Een beetje een tegenvaller dus. In de buurt staat een groot scherm, waar de opening van het WK getoond wordt. Vervolgens rijden we naar King Fahd’s fontein, 312 meter hoog, wat het de hoogste fontein ter wereld maakt. Hij is in 1985 officieel geopend.
Als afsluiting van de dag eten we heerlijk bij een typisch Saoedisch restaurant.

Maandag 21 novemberJeddah
Vandaag gaan we eerst naar het Tayebat City Museum, een gebouw van vier verdiepingen vol met oude Arabische kunst, munten, kleding, wapens, mineralen. Zowel het gebouw als de inhoud zijn indrukwekkend.
We zijn om 12:00 uur terug bij het hotel. Morgen vliegen we naar Jazan; de bus vertrekt nu en zal ons daar weer ontmoeten. Wij pakken de paar dingen die we komende 20 uur nodig denken te hebben en zetten onze rugzakken in de bus. Dan hoeven we daar morgen niet mee te slepen.
Al Balad, het oude centrum van JeddahAl Balad, het oude centrum van JeddahDe groep gaat pas om 15:30 uur naar het centrum en wij hebben geen zin om daar op te wachten. We bestellen een Uber-taxi die even later netjes voor komt rijden. Het is een kwartiertje rijden. Het oude, historische centrum, Al Balad, staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Veel oude huizen en moskeeën worden gerestaureerd of zijn al klaar. De prachtige oude hoge huizen met balkonnetjes zijn prachtig om te zien. De oude huizen zijn wel mooier versierd dan de nieuwe gerestaureerde. Winkeltjes met dezelfde waren liggen bij elkaar: stoffen bij stoffen, schoenen bij schoenen, kruiden bij kruiden, enz. Ook hier is iedereen erg aardig en heet ons welkom.
We houden een groene taxi aan om terug naar het hotel te gaan. Lia heeft een briefje gevraagd met de Arabische naam en ligging van het hotel. Martijn helpt de chauffeur door de route op zijn telefoon te zetten en die aan de chauffeur te geven. We zijn snel weer terug.
’s Avonds eten we bij een Chinees. Er zijn allemaal aparte hokjes waar een vierpersoons tafel in staat en boven Martijn’s hoofd zit een belletje tegen de muur met knopjes om aan te geven of je wilt bestellen of betalen. Ze hebben een papieren kaart en een tablet voor de plaatjes. Die hebben we niet nodig, want de gerechten zijn ons bekend. Lekker.
Terug in het hotel blijkt in de hotellobby geen voetbal (WK Qarar) te worden uitgezonden. Dan maar op onze kamer, met een VPN lukt het de wedstrijd van Nederland te zien. Uiteindelijk komt het goed met de uitslag.

Dinsdag 22 novemberNaar de Farasan-eilanden
JazanDe binnenlandse vlucht naar Jazan vertrekt om 6:25 uur. Om 4:15 uur moeten we al vertrekken. Busjes van het hotel brengen ons naar het vliegveld. Het gaat allemaal voorspoedig, vooral ook omdat er maar weinig koffers zijn. De meeste hebben ze gisteren met de bus meegegeven.
In Jazan moeten we wat tijd doorbrengen, want de veerboot naar de Farasan-eilanden vertrekt pas om 15:30 uur. We drinken ergens koffie. De service is belabberd. Je moet eerst wifi verbinden, dan met de barcode de kaart lezen en dan mag je iets bij de ober bestellen. Hoe moeilijk kan het zijn. We zijn bijna drie kwartier verder voordat we koffie hebben. In een andere tent proberen we blikjes fris te kopen. We wijzen ze aan in de koelkast. Ze vertellen dat de kleine pakjes voor de kinderen zijn. Zien wij er uit als kinderen dan? Na drie pogingen geven we het op en gaan naar een andere tent. Lia gaat naar de ‘Ladies serving area‘. Bij de mannen is het veel drukker dan bij de vrouwen. Hier is het geen enkel probleem om wat te kopen.
Ook hier nergens vrouwen-wc’s. Dan maar in de bosjes. Er vliegen zwarte wouwen en gele kwikstaarten.
Bij de veerboot moeten de vrouwen in de vrouwenwachtruimte wachten. Op de boot zit iedereen in één ruimte al is er wel een ‘men-’ en een ‘family-section’.
De Farasan-eilanden liggen ongeveer 45 kilometer uit de kust. Het is anderhalf uur varen. Het is een archipel van meer dan 80 eilanden. We zitten in een hotel dichtbij de grootste plaats van de eilanden en hebben een kamer met balkon die op zee uitkijkt.
’s Avonds eten we in een visrestaurant met garnalen en hamour, de plaatselijke vis. Lekker. Een gewild restaurant want als wij zitten te eten, komen er steeds meer groepjes mensen om te wachten.

Woensdag 23 novemberFarasan-eilanden
Farasan-eilandenFarasan-eilandenTegen negenen gaan we met twee boten een tocht maken langs de eilanden. Eenmaal buitengaats waait het nogal en worden we aardig nat. We stoppen bij een plek waar aardig gesnorkeld kan worden. Er zijn duikbrillen aan boord. Martijn gaat ook en vindt dat hij wel betere plekken gezien heeft. Niet echt spectaculair. Bij een eiland gaan we de kant op en wandelen we een stukje. We zien zwartkruinvinkleeuweriken, kuifleeuweriken, kwikstaarten, bruine genten, treurmaina’s, oeverlopers.
Bij een mangrovebos zitten en vliegen veel pelikanen. In een top van de boom zit er eentje met jongen, die door z’n partner wordt gevoerd. Een mooie boottocht van een uur of vier.
Het zandstenen dorp Al Qassar hoeft van ons niet. Al zitten er wel mooie vogeltjes, Arabische buulbuuls en bruinkeelwevers. De zandstenen gebouwen zijn nu van beton met een verfje dat op zand moet lijken.
De historische wijk Pearl Merchants is wel mooi met oude huizen.
Achter het hotel zien we bijna de zon in het water zakken. De hemel kleurt daarna mooi. Er lopen oeverlopers en doodgravers op het strand.