Saoedi-Arabië

11 t/m 27 november 2022

SAOEDI-ARABIË bestaat voor een groot deel uit woestijn en staat bekend om zijn welvarende economie. Het land heeft grote hoeveelheden aardolie. Hier liggen de twee belangrijkste heilige plaatsen van de islam: Mekka en Medina.
Het land hield haar deuren op slot. Veel pelgrims kwamen er, zakenreizigers waren welkom, maar toeristen mochten het land niet in. In oktober 2019 veranderde dit; de grenzen gingen open en er werd flink geïnvesteerd om toeristen binnen te halen. Het toerisme staat nog in de kinderschoenen en dat is soms wel te merken. Nogal wat bezienswaardigheden blijken zonder opgave van reden dicht.
Wat de kleding voor vrouwelijke toeristen betreft: Lia draagt een jurk met lange mouwen, een wijde lange broek, dichte schoenen. De meegenomen djellaba is niet gedragen, de hoofddoek alleen bij de moskee in Medina. Nooit heeft iemand daar wat van gezegd, geen afkeurende blikken gezien, nooit onveilig gevoel gehad. De bevolking is zeer vriendelijk en heet ons regelmatig van harte welkom.

Masjid an-Nabawi in Medina

Donderdag 10 novemberNaar Schiphol
We gaan naar Saoedi-Arabië. Omdat de vlucht morgenvroeg gaat, overnachten we in het Ibis Budget Hotel bij Schiphol. We reizen samen met Paul en Jeannette waarmee we hier hebben afgesproken. We eten en drinken wat en gaan vroeg naar bed.

Vrijdag 11 novemberNaar Riyad
Vroeg op en met de gratis bus gaan we naar Schiphol. Daar kunnen we onze bagage bij een zelf-bagage-incheck-kluis droppen. Dat gaat supersnel. Paul en Jeannette moeten via de bemande afgifte wat drie kwartier duurt. Volgens de schatting van Schiphol zou de controle een kwartier gaan duren. Dat klopt precies. We zitten dus supersnel aan de koffie.
Het vliegtuig vertrekt een half uur te laat door mist in Frankfurt waar we moeten overstappen. Dan is het nog een kleine zes uur vliegen. De reis gaat voorspoedig en we drinken de laatste wijn. De komende weken zal er geen alcohol te koop zijn.
We hebben een rondreis geboekt bij het Brits reisbureau Madventure. Deze heeft al een whats-app-groep gestart waarin iedereen zich voorstelt. Onze reisgenoten komen uit Groot-Brittannië, Verenigde Staten, Canada, Australië, Japan, Hongkong en Nederland dus. De reis zal morgen beginnen en we hebben een extra nacht in het hotel laten boeken. We worden op het vliegveld opgehaald en met een auto naar het hotel gebracht. Het verkeerde hotel. We geven de goede naam door aan de chauffeur en die moet even uitzoeken waar het is. We komen er rond tien uur ’s avonds aan. Het is hier twee uur later dan in Nederland. We zijn moe en gaan meteen naar bed.

Zaterdag 12 novemberRiyad
Omdat er al veel groepsleden zijn, wordt besloten om met z’n allen naar Diraiyah te gaan. Na het zeer uitgebreide ontbijtbuffet rijdt de bus voor. Gids Haroon heeft dat geregeld. Zijn baas Said gaat ook mee en er zijn twee chauffeurs. Een andere gids is er ook en maakt foto’s. De bus heeft zo’n vijftig zitplaatsen. We zijn met 21 man. Ruimte genoeg dus. Een liter benzine kost hier € 0,60.
De warmte valt mee. De vrouwelijke toeristen moeten hun schouders en benen bedekken. Een hoofddoek hoeft niet. De plaatselijke vrouwen zijn van top tot teen gekleed in het zwart, inclusief hoofd- en gezichtsbedekking. Veel mannen dragen een lange witte djellaba en een roodwitte hoofddoek met zwarte band.
We rijden dwars door de stad die vijf miljoen inwoners heeft. Een vrij kleurloos geheel. De gebouwen zijn zandkleurig, wit of grijs geglazuurd. De auto‘s zijn wit, de mannen zijn wit, de vrouwen zijn zwart. We zien alleen auto’s op straat. Geen brommers, geen fietsers, geen wandelaars, geen kinderen.
Er wordt heel veel gebouwd. Overal zie je kranen. Een paar enorme torenflats steken boven de stad uit. Niet zo massaal als we hadden verwacht. We vinden er weinig moois aan.
Sky BridgeVrouwHet voorouderlijk huis van de familie Al Saud in Wadi Hanifa, het Turaif-district in Diraiyah, ten westen van Riyad, werd in 2010 uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed en is een van de meest tot de verbeelding sprekende plaatsen in het Koninkrijk. Helaas is niet alleen dit gesloten, maar ook alles eromheen. Goed dat we niet zelfstandig met een taxi zijn gegaan, zoals we eerst van plan waren. Besloten wordt nu om naar het Al-Masmak museum te gaan, een oud fort van modderstenen waar het ontstaan van Riyad wordt getoond. Tevens wordt getoond hoe koffie een belangrijk iets was in Riyad. We krijgen koffie te drinken, maar die smaakt niet naar koffie, ruikt niet naar koffie, ziet er niet uit als koffie. Hij is geel van kleur. Later blijkt dat te komen omdat de helft maar koffie is, de andere helft is kardemom.
Rond het middaguur zijn we terug in het hotel en om 16:30 gaan we weer op pad. We wandelen zelf vanuit het hotel wat rond. Wat ons opvalt. Geen fiets gezien, behalve in het hotel aan het plafond een aantal fietswiellampen. Geen wandelaars. Veel winkels staan leeg. Wel heel veel kappers, alleen voor mannen uiteraard. Overal half afgemaakte projecten, we dachten vanochtend langs een oudheidkundig iets te rijden. Nu blijkt dat een half afgemaakt park. Een moderne busbaan met dito station, helemaal gesloten. Nergens een bus te bekennen; wel overal bushaltes met hokjes, maar nergens mensen. We denken dat ze het toerisme een boost willen geven, maar ze zijn er nog niet klaar voor. We willen het Nationaal Museum en Murabba Palace bezoeken, maar die zijn om onbekende reden gesloten.
Eind van de middag gaan we naar de Kingdom Tower, een meer dan 300 meter hoog gebouw waar je vanaf de Sky Bridge een geweldig uitzicht hebt over de stad. Onderin zitten luxe winkels, de twee liften, de eerste tot de 77e verdieping, de tweede naar 99, brengen je supersnel naar boven. Overdag is de stad vrij kleurloos. Nu bij avond, het is hier om 17:15 uur al donker, is er volop licht en kleur. De prominente gebouwen zijn in allerlei kleuren verlicht. We hebben prachtig uitzicht over de stad.
De buitenkant van de toren verandert en wordt om de paar minuten in het groene licht gezet. Mooi.
Daarna eten we in Najdi Village een typisch lokale maaltijd. Gezeten op de vloer wordt alles op een kleed voor ons opgediend. Heel veel keus en alles smaakt erg lekker. We moeten op de grond zitten wat voor de wat oudere mensen wat lastig is; ook omdat we dat niet gewend zijn.

Zondag 13 novemberRiyad, The Edge of the World
Omdat gisteren niet de hele groep naar het Al-Masmak museum is geweest, gaan we daar weer naartoe. Wij bekijken de winkeltjes in de omgeving. Veel damesjurken worden er verkocht, de verkopers zijn mannen. Geen klant te zien. We wandelen naar het plein waar vroeger handen werden afgehakt. Een deel is afgezet waar vrouwen niet mogen komen. Martijn en Paul gaan kijken, mogen nergens naar binnen en op het plein zelf is niets te zien.
Het is vandaag druk in de stad met auto’s, we zien één vrouwelijke chauffeur. Bussen rijden met een enkele passagier. We zien drie fietsen, één rijdend, geen brommers of motoren. De weinige mensen op het trottoir zijn mannen. Heel af en toe een zwart bedekte vrouw, geen kinderen.
We rijden naar een parkeerplaats om naar The Edge of the World te gaan. Daar stappen we over in 4x4’s. De rit duurt anderhalf uur en had volgens ons in de helft van de tijd gekund. Ze rijden een heel eind om. Bij het punt drinken we eerst koffie. Een enorme beker kost omgerekend € 3,50.
De indeling van de auto’s kost enige moeite. Stellen moeten bij elkaar blijven. Na een half uur is er een plaspauze bij een moskee waar de chauffeurs kunnen bidden. Het is 15:00 uur.
Edge of the WorldHet eerste stuk van de rest van de weg is nog asfalt, daarna wordt het gravel en gaan we omhoog. Het landschap is kaal. Soms een palmboom, een klein kamp, onze eerste kamelen van deze reis. Het laatste stukje om de auto’s te parkeren, is lastig voor de chauffeurs. We wandelen verder over een smal pad afgezet met stenen. Het uitzicht is fenomenaal. We lopen op een soort bergkam. Diep beneden ons, steil naar beneden, ligt het dal. We zien zeer grillige rotsformaties en kijken prachtig uit over kleine nederzettingen beneden ons. Bij de één zien we kamelen, bij de ander geiten. We kunnen een stuk de rotsen op lopen en moeten dan weer terug. De bergkam houdt op: het einde van de wereld.
De zon zien we niet helemaal de kim raken; er ligt een wolkenband net boven.
Weer terug bij de auto’s staat er een kring van stoelen rond een vuur waar koffie en thee gezet wordt. Er is een stellage met zoutjes, koekjes, reepjes en frisdrank. Een slinger lichtjes completeert het geheel. We eten en drinken en om 18:00 uur trekken de plaatselijke mannen zich weer even terug voor het gebed. Het is een lekkere temperatuur om nog buiten te zitten.
In het donker rijden we terug naar het hotel. Om 21:15 uur zijn we pas weer terug. We nemen een kijkje op de zesde, tevens hoogste, verdieping waar we uitkijken op het park. Daar is een lichtshow met drones bezig die we hier goed kunnen zien. Heel apart.
Op deze verdieping is ook een buitenzwembad. Dit is verboden voor vrouwen. Die mogen er nooit in.

Maandag 14 novemberVia Ushaiger Heritage Village naar Buraidah
UshaigerNa her ontbijt verlaten we Riyad en gaan we naar Buraidah, noordwaarts. Het is erg druk met auto’s, vooral de stad in. Iedereen gebruikt de auto, niet het openbaar vervoer of wat dan ook. De chauffeur wil de snelweg op, maar mag dat niet. Misschien maar goed ook want er staan alleen maar files. We rijden over ‘kleinere’ wegen, die nog altijd 6-baans zijn.
Langs de hele weg zien we activiteiten voor nieuwe wegen, nieuw steden waar soms alleen de lantaarns al staan en verder niets. Af en toe zien we een plaats in de verte liggen. Het is kaal, geen bomen, geen kleur, geen bergen. Bij een grotere plaatsen zien we buiten de stad wel wat bedoeïenententen met wat geiten en schapen binnen een omheining
Bij een benzinestation zijn ook een aantal winkels waaronder een grote supermarkt. We kopen koekjes en snickers als noodrantsoen, en betalen met 500 riyal. Ze hebben hier genoeg wisselgeld voor dit grote biljet. We geven ook een Australische groepsgenote een biljet van 100 riyal, omdat die helemaal geen cash heeft.
We bezoeken Al Jeraisy Castle in Raghbah, een onlangs gerenoveerd 12e-eeuws fort met een fascinerende geschiedenis. Het is 400 jaar oud en al 200 jaar niet meer bewoond. Ook dit is dicht; het wordt gereconstrueerd. Gelukkig kan de gids regelen dat de eigenaar binnen een paar minuten aanwezig is met de sleutels. We mogen naar binnen maar niet fotograferen. Het is een oud kasteel met een aantal huizen er omheen. Alles ligt binnen de muren van het slot.
UshaigerWe gaan verder naar het cultureel erfgoeddorp Ushaiger, een levend museum waar we dwalen door het doolhof van kronkelende steegjes met gele lemen huizen met traditionele Najdi-architectuur. Een deel van de huizen is niet opgeknapt zodat je de puinhoop van vroeger kan zien. Er staan verschillende moskeeën. Er wonen nog amper mensen in de huizen.
In het donker rijden we naar Buraidah, een plaats beroemd om zijn dadelboerderijen en een kamelenmarkt.
Als de zon net onder is, kleurt de lucht vreemd geel. Dat komt door het vele zand in de lucht.
De meeste auto’s hebben rode achterlichten, sommige rood met groen, andere rood met blauw.
In de buurt van het hotel is niets te doen en er zijn alleen fast-food restaurants. Daar zitten we niet op te wachten.
Om 19:45 uur worden we naar het Best Western Hotel in Buraidah gereden. Ze hebben daar een dinerbuffet en we besluiten daar te eten samen met Paul en Jeannette. Er zitten er meer van de groep. Prima eten, lekkere toetjes, gratis water. Het eten kost 70 riyal, een blikje pepsi 7 riyal; omgerekend € 17 p.p.
We gaan vroeg naar bed, omdat we morgen vroeg op moeten voor de kamelenmarkt.
We hebben één handdoek op onze kamer. Dat zullen we nog een paar keer meemaken. Dat verzin je toch niet?

Dinsdag 15 novemberVia Hutaymah Crater naar Hail
BuraidahIn Buraidah is 's werelds grootste kamelenmarkt, waar elke ochtend duizenden kamelen, geiten en schapen worden verhandeld. Een levendige markt waar de kamelen worden gekeurd. Kleine kamelen worden aan hun staart opgetild en handmatig in pick-ups getild. Er rijden vrachtwagentjes met een katrol waarmee een gekochte kameel in de laadbak wordt gehesen. Typisch mannenwerk, geen vrouw te zien. Ook geen kinderen. Men kijkt niet op van de vrouwen in onze groep.
We zijn tegen negenen terug in ons hotel voor het ontbijt en horen dat we pas om 11:30 uur zullen vertrekken. We maken een ommetje om het hotel; het centrum is te ver weg. Er is weinig te zien behalve een sportschool met een vrouwenafdeling. Af en toe komt er een vrouw uit die met de auto wordt opgehaald. We zien nooit spelende kinderen op straat. Er voor staat een kraan met kannen water waar iedereen gratis drinkwater kan tappen. Deze kennen we uit Soedan. Grappig. Ook is er een enorm parkeerterrein waar amper een auto staat. We hebben die al zo vaak gezien en vragen ons af waar ze voor zijn. Zou het ’s avonds daar soms druk worden?
We rijden de stad uit en gaan via Hutaymah Crater naar Hail. Overal langs de weg zijn bouwterreinen. Overal wordt gebouwd. Wat verder de stad uit zien we weer kale velden.
Na een half! uur is er een stop bij een benzinestation waar we wat kunnen kopen voor de lunch. Tevens plasstop.
De Hutaymah-krater is het resultaat van een vulkaanuitbarsting van miljoenen jaren geleden. Een half uur voor we er zijn, zien we de grond veranderen. Hij ligt vol met grijze stukjes gruis van de uitbarsting.
BuraidahDe krater ligt op een kale vlakte. Bij de kleine nederzettingen zien we plassen water. Op het kale stuk lopen kamelen. De kraterrand loopt maar iets omhoog, het middelpunt daalt af naar de diepte waar een klein zoutmeer ligt. Er is niet veel leven, maar als je goed kijkt, zijn een heleboel groene torren, een gele vlinder, een witkruintapuit en wat sprinkhanen. Mooi. Op de vlakte in de buurt lopen een hoop kamelen.
Vanmiddag bereiken we de stad Hail, waar we bij zonsondergang op Hail Hilltop voor een prachtig uitzicht over de stad Hail hebben.
Het hotel ligt in een buitenwijk, weinig restaurants, alleen fast-food restaurants, geen centrum, geen park.
We gaan ’s avonds met z’n vieren uit eten. Er zitten vooral fast-food restaurants, maar vinden gelukkig ‘de Kameel’, een echt Saoedisch restaurant. Er zijn allemaal aparte hokjes, wij krijgen een apart kamer met slot: de familiekamer waar vrouwen ongestoord kunnen eten, buiten de blikken van andere mannen. De schoenen gaan uit en we zitten op de grond. Bestellen lukt door middel van het plaatjesmenu. Men spreekt twee woorden Engels, maar dat is nog altijd meer dan ons Arabisch. Grote schotels worden op een stuk plastic in het midden van de kamer gezet. Gelukkig zijn er wel wat lepeltjes bij. Lekker. Ze vragen of wij naar Qatar gaan. Met z’n tweeën zijn we € 20 kwijt.
Er vallen zowaar een paar spetters regen.
Ook nu is er één handdoek in de kamer. We vragen twee keer om eentje extra, maar dat is niet gelukt.


Woensdag 16 novemberVia Jubbah Rock Art naar AlUla
We krijgen het ontbijt op de kamer geserveerd. Twee grote ronde schalen met roerei, humus, bonenprutje, olijven en brood. Grote pot thee er bij. We moeten met de vingers eten. Leuk en lekker, zo’n lokaal ontbijt.
Vandaag is het eerst anderhalf uur rijden naar de oude rotskunst in Jubbah. Dit gebied was ooit een oase waar duizenden jaren geleden de Arabische voorouders sporen van hun reizen achterlieten in talloze rotstekeningen in de rotswand. De mooiste zijn van 5.500 v.Chr. Er zijn afbeeldingen van mensen, leeuwen, steenbokken, paarden, kamelen en struisvogels. Er zijn ook Thamudic inscripties van 1.000 v.Chr. Er schijnen drie versies van de taal te zijn. We wandelen een rondje om de rotsen en zien talloze tekeningen. Mooi om te zien.
Het is nog zeven uur rijden naar de oase van AlUla.
Bij een stop onderweg bij een benzinestation vinden we zowaar Heineken 0.0-bier. We kunnen het niet laten om twee flesjes te kopen. Ze verkopen ook stroopwafels.
ALula’s Middags verdwijnt de zon achter de wolken. Even later regent en hagelt het. Regen in de woestijn. Het regent niet lang, maar als het later droog is, liggen er overal plassen. Een heel vreemd gezicht.
We zouden naar een hotel in het centrum van AlUla gaan, maar blijken in een plaats 10 kilometer daar vandaan te zitten waar helemaal niets is: geen restaurants, geen winkels, geen park.
De gids regelt dat we met de bus naar een restaurant in AlUla gaan. We zitten daar in mooie tuin onder verlichte palmbomen lekker buiten. En omdat we nu toch in de plaats zijn, gaan we met de bus naar het centrum. Op het laatste stukje rijden elektrische karretjes naar het oude dorp. Dat doet ons denken aan de Chinese toeristenplaatsen zoals we die sinds het binnenlands toerisme daar opgang gekomen is, hebben leren kennen. Een gerestaureerd oud stadje vol winkels, waar voor ons geen aardigheid aan is. Er zijn opvallend veel vrouwen, helemaal in het zwart, die in groepjes rondlopen of in een restaurant zitten. Sommige zonder hoofddoek en sommige roken. Ze zeggen vriendelijk gedag,
Daarna zouden we nog naar de Elephant Rock kunnen, want die is morgen gesloten. Misschien is deze vandaag ook dicht, niemand weet het. We hebben er geen zin in. In onze hotelkamer drinken we het biertje op.

Donderdag 17 novemberNaar AlUla
Vandaag bezoeken we Hegra (Madain Saleh) dat bekend is om zijn oude graven. Het hele gebied is omgeven door wonderbaarlijke rotsen. Het staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst.
Het is bewolkt en daarom niet zo warm.
Na het ontbijt rijden we met onze bus naar het opstappunt van het vervoer naar de site. Hiervandaan rijden bussen naar de locaties. We gaan eerst naar de ‘bibliotheek’, een plek waar op rotsen allemaal teksten en tekeningen zijn aangebracht. Dit is gedaan door de Nabateërs, ongeveer 2000 jaar geleden. De stad Dadan was heel welvarend. Er zitten kwikstaarten en hagedissen.
Leeuwengraven van DedanMadain SalehTussen de middag drinken we koffie in de stad, waarna we 's middags een aantal tombes bezoeken, schitterend in de rotsen uitgehakt.  Zo’n rots is enorm en ligt eenzaam in het landschap. Andere liggen soms honderden meters verderop. In één rots zitten vaak meerdere graven. De grafkamers zijn aan de buitenkant gebeeldhouwd, van binnen zijn soms de muren en het plafond iets bewerkt, maar er zijn geen schilderingen en er zijn ook nergens artefacten gevonden. We zien o.a. de Leeuwengraven van Dedan, een plaats die dateert van vóór Hegra waar de koningen van Dedan werden begraven, de Tomb of Lihyan zoon van Kuza, de Jabal AlBanat, de Jabal Ithlib en de Jabal AlAhmar. Aan de (vergevorderde) Tomb of Lihyan is een van de grootste en moet voor een zeer belangrijk persoon zijn bedoeld. Men heeft er een jaar aan gewerkt, maar nooit afgemaakt. Men heeft geen idee waarom niet.
Aan het eind van de middag gaan we nog even langs het oude centrum, dat nog doodser is als gisteravond. Als we nog iets verder doorlopen in het voetgangersgebied is het wat drukker en zien we opmerkelijk veel (gesluierde) vrouwen.
Daarna eten bij een Saoedisch eettentje. Al met al een mooie dag.

Vrijdag 18 novemberVia Hejaz naar Medina
We rijden vandaag naar het zuiden, door het land van Lawrence of Arabia. In WO1 saboteerden de Arabische stammen regelmatig de beroemde Hejaz-spoorlijn die van Damascus naar Medina liep. Waarschijnlijk omdat de spoorlijn concurreerde met het vervoer van moslims door middel van kamelen naar de steden Medina en Jeddah. Maar ook omdat er vooral wapens werden vervoerd. We stoppen bij een oud verlaten station waar een locomotief en een paar wagons op hun kant liggen. Er staan nog twee oude stationsgebouwen.
Om twaalf uur stoppen we bij een benzinestation waar de crew kan bidden en wij wat bij de winkel kunnen kopen. Maar tijdens de bidtijd gaat alles dicht. Op de winkel staat wel: open 24 uur, maar dat is dus niet zo. Ook restaurants gaan tijdens een bidtijd even dicht. De voordeur tenminste, het werk gaat gewoon door. Tot nu toe hebben we geen bidstop gemaakt, maar het is vrijdag vandaag, de belangrijkste dag voor moslims. Zodra de deur van een zaaltje open gaat, stromen de mannen naar buiten en wordt alle werk weer hervat. Ook de winkel gaat open.
Vroeg in de middag komen we in de heilige stad Medina aan. Officieel blijven het stadscentrum en de Moskee van de Profeet, Masjid an-Nabawi, verboden terrein voor niet-moslims, maar wij wandelen gewoon die kant op en zien wel hoever we komen. Het is een klein uur lopen en alle winkels zijn dicht. De zon schijnt en we willen aan de overkant van de straat in de schaduw gaan lopen. We moeten verschillende rijbanen over die gescheiden zijn. De auto’s rijden vrij hard en er zijn geen oversteekplaatsen.
Masjid an-Nabawi, Moskee van de Profeet, in MedinaDichtbij de moskee wordt het steeds drukker. Jeannette en Lia doen hun hoofddoeken op om minder op te vallen. We zien de acht minaretten steeds dichterbij komen. De wandelpaden zijn overdekt met grote parasols. We hebben geen idee tot hoever we mogen gaan. Nergens staat wat aangegeven. We zijn een punt gepasseerd waar alleen moslims mogen komen en op een gegeven moment wordt Paul aangehouden door een man in uniform vanwege zijn fototoestel. Het wordt afgepakt en de foto's worden bekeken. Na wat heen en weer getelefoneer krijgt hij zijn camera terug en worden we buiten het hek gezet. Er lijken geen foto's te zijn verwijderd. Je mag wel foto’s met een mobieltje maken. We lopen nu verder buiten het hek en genieten van de mooie beelden die we zien. We hebben het idee dat als we geen fototoestellen hadden, geen rugzak en de hoofddoeken fatsoenlijk hadden opgehad, we zo naar binnen hadden kunnen lopen.
Er zijn heel veel pelgrims uit andere landen in soms zeer kleurrijke kleding. Lia trekt de aandacht van vrouwen uit andere landen door de grijze krullen die onder de hoofddoek uitkomen. Van geen enkele vrouw is een plukje haar te zien. Verschillende dames willen met haar op de foto of maken een praatje. Leuk!
Masjid an-Nabawi, Moskee van de Profeet, in MedinaWe zien iets verder het Skyview hotel en denken daar op het dak onder het genot van een drankje een mooi uitzicht over het geheel te hebben. Helaas, Skyview heeft alleen een zitje bij de ingang, geen uitzicht. We nemen toch maar een drankje.
Langzaam valt de avond in en we gaan terug naar de omloop net buiten het hek. De parasols worden ingeklapt en we zien de moskee met z’n vele torens in volle glorie liggen. We schieten prachtige plaatjes bij de ondergaande zon. In de minaretten branden groene lichten en die steken mooi af tegen de wolken die oranje kleuren. Dan krijgen we weer gedonder met een andere geüniformeerde man. Volgens deze mogen we ook niet vlak buiten het hek staan. Hij begint druk te bellen. Er komen wat vrienden van hem in burger bij staan. Wij beginnen met hen te praten, zover dat gaat en alle bekende Nederlandse voetballers uit de afgelopen decennia komen voorbij. Er wordt wat afgelachen. Ondertussen belt de dienstklopper door en wordt met Google Translate een bericht getoond dat we hier niet mogen zijn als niet-moslim. De vriendjes verdwijnen dan schielijk. Wij proberen aan te geven dat we van iemand anders te horen hebben gekregen dat we hier buiten het hek gewoon mogen zijn. De dienstklopper verdwijnt weer en komt na een tijdje terug met de mededeling dat er alleen met mobiel mag worden gefotografeerd. Nu kunnen we dus rustig blijven en Lia vindt haar hoofddoek nu toch wel handig want die is groot, verbergt het fototoestel grotendeels en fotografeert lekker verder.
Hoewel onze gids had gezegd dat we niet naar de Moskee van de Profeet mochten, zijn we blij dat we dat toch gedaan hebben.
We wandelen terug naar het hotel en nu zijn de winkels wel open. In deze wijk zijn er vooral stoffen te koop. We eten in een groot restaurant met allemaal aparte kamertjes met gordijnen als deuren. Er rennen veel kinderen rond. We kiezen een kamer met een gewone tafel en stoelen in plaats van kleden op de grond. We bestellen drie kleine voorgerechtjes en hebben daar genoeg aan.

Zaterdag 19 novemberVia Al Wahbah Crater naar Taif
Al Wahbah CraterWe hebben om 7:00 uur net de lamp aangedaan als het ontruimingsalarm van het hotel afgaat. Dat hebben we nog nooit meegemaakt. We doen wat ons geleerd is: we kleden ons snel aan, pakken onze paspoorten, bankpasjes en telefoon en gaan via de trap van vijf hoog naar beneden. Daar krijgt het personeel het (valse) alarm net uit. We staan samen met nog een groepslid bij de receptie. Maar we vragen ons wel af: waar zijn alle andere gasten?
Vandaag rijden we verder naar het zuiden.
Bij een benzinestation vinden we Duits 0.0-bier en nemen dat, uiteraard, mee. Een man met z’n armen vol boodschappen schrikt zo van Lia dat hij een flesje frisdrank laat vallen dat op de vloer kapot valt. Bij de kassa hangt een grote bos met een wirwar van losse usb-kabeltjes.
Het is een uur of drie rijden naar de Al Wahbah Crater. We rijden op een secundaire weg, maar we worden na een poosje bij een politiepost tegengehouden en we moeten terug naar Medina en daar de tolweg nemen. Dat is wel een heel eind om.
Het landschap is veranderd van geel zand in zwart lavagesteente. De krater ligt midden in de woestijn, 250 km ten noorden van Taif en is het resultaat van een ondergrondse vulkanische explosie. Hij is maar liefst vier kilometer breed en 250 meter diep. In het midden ligt een ondoorzichtig meer van witte kristallen van sodiumfosfaat dat melkachtig kleurt als het geregend heeft. In de diepte groeien wat palmbomen. De omgeving is kaal, er groeit weinig, geen dier te zien, in de verte een dorpje.
We rijden verder naar Taif dat op een plateau op 1.700 meter ligt waardoor het wat koeler is. Taif is de stad van de rozen.
Na het inchecken in het hotel in een kamer van zo’n 32 m2, gaan we naar de markt. Dat is een groot voetgangersgebied met talloze winkeltjes. Iedereen kijkt ons aan en iedereen groet ons zeer vriendelijk. Sommige vragen waar we vandaan komen. Een enkeling spreekt twee woorden Engels.
We besluiten de dag met een Arabische maaltijd.

Zondag 20 novemberNaar Jeddah
De weg is verboden voor niet-moslimsWe rijden Taif uit. Aan de bewegwijzeringsborden op de wegen te zien, komen hier weinig toeristen. De plaatsnamen zijn alleen in het Arabisch. We gaan eerst naar een rozenboerderij. Het is echter niet de bloeitijd en er is weinig te zien. De koffie is lekker.
We zouden de kronkelende route door het Al Hada-gebergte nemen, maar die is verboden voor vrachtwagens en bussen.
We rijden verder naar Jeddah. Het verkeer in Saoedi-Arabië is een ramp. Het lijkt er op dat veel mensen óf geen rijbewijs hebben óf het hebben gekocht. Iedereen rijdt zo de weg op zonder op of om te kijken, Iedereen snijdt iedereen en men probeert elkaar van de weg drukken. Niemand geeft iemand voorrang. Men wisselt van rijbaan ongeacht of er iemand naast rijdt. Borden ‘verboden in te halen’ worden genegeerd. Als voetganger moet je helemaal goed uitkijken. Je hebt geen voorrang op zebrapaden. Het recht van de sterkste geldt hier.
We rijden met een boog om Mekka heen. Niet-moslims mogen niet eens in de buurt van de plaats komen. Je hebt ‘moslim-’ en ‘niet-moslim’-wegen. Dat staat zelfs op borden boven de snelwegen met rood aangegeven. Omdat alle vrachtwagens op de ‘niet-moslimweg’ rijden, schiet het niet op.
In een grotere plaats stoppen we voor de lunch. Eerst tien minuten wachten tot het gebed voorbij is en er een paar winkeltjes en restaurants open gaan. In de hele plaats is er, buiten de huizen, geen vrouwen-wc. Niet in de restaurants en ook niet in de vrouwen-afdeling van de moskee. In een supermarkt kopen we twee dozen koekjes en ijsjes. Daarna moeten we nog drie kwartier wachten voordat de lunchpauze om is. Hier is verder niets te doen. Wij waren liever door gereden naar Jeddah.
Al Rahma floating MoskeeBij een benzinestation onderweg is ook geen vrouwen-wc.
De buitenwijken van Jeddah zijn helemaal plat gegooid en we zie grote puinhopen met wat ooit flatgebouwen waren. In 2030 moeten dit mooie nieuwe wijken zijn. Mensen moeten 15 jaar hun huis uit.
‘ s Middags gaan we eerst naar het hotel, dat ziet er goed uit. De stad is enorm uitgebreid, er wonen meer dan 4,5 miljoen mensen. We gaan naar de Al Rahma floating Moskee. Die valt een beetje tegen, hij is net zo floating als de pier in Scheveningen. Bovendien staat er een enorme kraan naast en wordt het gezicht onttrokken door een enorm hotel in aanbouw. Een beetje een tegenvaller dus. In de buurt staat een groot scherm, waar de opening van het WK getoond wordt. Vervolgens rijden we naar King Fahd’s fontein, 312 meter hoog, wat het de hoogste fontein ter wereld maakt. Hij is in 1985 officieel geopend.
Als afsluiting van de dag eten we heerlijk bij een typisch Saoedisch restaurant.

Maandag 21 novemberJeddah
Vandaag gaan we eerst naar het Tayebat City Museum, een gebouw van vier verdiepingen vol met oude Arabische kunst, munten, kleding, wapens, mineralen. Zowel het gebouw als de inhoud zijn indrukwekkend.
We zijn om 12:00 uur terug bij het hotel. Morgen vliegen we naar Jazan; de bus vertrekt nu en zal ons daar weer ontmoeten. Wij pakken de paar dingen die we komende 20 uur nodig denken te hebben en zetten onze rugzakken in de bus. Dan hoeven we daar morgen niet mee te slepen.
Al Balad, het oude centrum van JeddahAl Balad, het oude centrum van JeddahDe groep gaat pas om 15:30 uur naar het centrum en wij hebben geen zin om daar op te wachten. We bestellen een Uber-taxi die even later netjes voor komt rijden. Het is een kwartiertje rijden. Het oude, historische centrum, Al Balad, staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Veel oude huizen en moskeeën worden gerestaureerd of zijn al klaar. De prachtige oude hoge huizen met balkonnetjes zijn prachtig om te zien. De oude huizen zijn wel mooier versierd dan de nieuwe gerestaureerde. Winkeltjes met dezelfde waren liggen bij elkaar: stoffen bij stoffen, schoenen bij schoenen, kruiden bij kruiden, enz. Ook hier is iedereen erg aardig en heet ons welkom.
We houden een groene taxi aan om terug naar het hotel te gaan. Lia heeft een briefje gevraagd met de Arabische naam en ligging van het hotel. Martijn helpt de chauffeur door de route op zijn telefoon te zetten en die aan de chauffeur te geven. We zijn snel weer terug.
’s Avonds eten we bij een Chinees. Er zijn allemaal aparte hokjes waar een vierpersoons tafel in staat en boven Martijn’s hoofd zit een belletje tegen de muur met knopjes om aan te geven of je wilt bestellen of betalen. Ze hebben een papieren kaart en een tablet voor de plaatjes. Die hebben we niet nodig, want de gerechten zijn ons bekend. Lekker.
Terug in het hotel blijkt in de hotellobby geen voetbal (WK Qarar) te worden uitgezonden. Dan maar op onze kamer, met een VPN lukt het de wedstrijd van Nederland te zien. Uiteindelijk komt het goed met de uitslag.

Dinsdag 22 novemberNaar de Farasan-eilanden
JazanDe binnenlandse vlucht naar Jazan vertrekt om 6:25 uur. Om 4:15 uur moeten we al vertrekken. Busjes van het hotel brengen ons naar het vliegveld. Het gaat allemaal voorspoedig, vooral ook omdat er maar weinig koffers zijn. De meeste hebben ze gisteren met de bus meegegeven.
In Jazan moeten we wat tijd doorbrengen, want de veerboot naar de Farasan-eilanden vertrekt pas om 15:30 uur. We drinken ergens koffie. De service is belabberd. Je moet eerst wifi verbinden, dan met de barcode de kaart lezen en dan mag je iets bij de ober bestellen. Hoe moeilijk kan het zijn. We zijn bijna drie kwartier verder voordat we koffie hebben. In een andere tent proberen we blikjes fris te kopen. We wijzen ze aan in de koelkast. Ze vertellen dat de kleine pakjes voor de kinderen zijn. Zien wij er uit als kinderen dan? Na drie pogingen geven we het op en gaan naar een andere tent. Lia gaat naar de ‘Ladies serving area‘. Bij de mannen is het veel drukker dan bij de vrouwen. Hier is het geen enkel probleem om wat te kopen.
Ook hier nergens vrouwen-wc’s. Dan maar in de bosjes. Er vliegen zwarte wouwen en gele kwikstaarten.
Bij de veerboot moeten de vrouwen in de vrouwenwachtruimte wachten. Op de boot zit iedereen in één ruimte al is er wel een ‘men-’ en een ‘family-section’.
De Farasan-eilanden liggen ongeveer 45 kilometer uit de kust. Het is anderhalf uur varen. Het is een archipel van meer dan 80 eilanden. We zitten in een hotel dichtbij de grootste plaats van de eilanden en hebben een kamer met balkon die op zee uitkijkt.
’s Avonds eten we in een visrestaurant met garnalen en hamour, de plaatselijke vis. Lekker. Een gewild restaurant want als wij zitten te eten, komen er steeds meer groepjes mensen om te wachten.

Woensdag 23 novemberFarasan-eilanden
Farasan-eilandenFarasan-eilandenTegen negenen gaan we met twee boten een tocht maken langs de eilanden. Eenmaal buitengaats waait het nogal en worden we aardig nat. We stoppen bij een plek waar aardig gesnorkeld kan worden. Er zijn duikbrillen aan boord. Martijn gaat ook en vindt dat hij wel betere plekken gezien heeft. Niet echt spectaculair. Bij een eiland gaan we de kant op en wandelen we een stukje. We zien zwartkruinvinkleeuweriken, kuifleeuweriken, kwikstaarten, bruine genten, treurmaina’s, oeverlopers.
Bij een mangrovebos zitten en vliegen veel pelikanen. In een top van de boom zit er eentje met jongen, die door z’n partner wordt gevoerd. Een mooie boottocht van een uur of vier.
Het zandstenen dorp Al Qassar hoeft van ons niet. Al zitten er wel mooie vogeltjes, Arabische buulbuuls en bruinkeelwevers. De zandstenen gebouwen zijn nu van beton met een verfje dat op zand moet lijken.
De historische wijk Pearl Merchants is wel mooi met oude huizen.
Achter het hotel zien we bijna de zon in het water zakken. De hemel kleurt daarna mooi. Er lopen oeverlopers en doodgravers op het strand.


Donderdag 24 novemberVia Jazan en Rijal Almaa naar Muhayil
Weer vroeg op. Om 5:15 uur dit keer voor de ferry terug naar Jazan op het vasteland. Die gaat om 7:00 uur.
De bus staat al klaar en we gaan vandaag via Rijal Almaa naar Muhayil. De bus mag niet over de kortste, snelste weg, maar moet omrijden. In het begin is de weg nog vlak met af en toe een nieuwe plaats langs de weg. Die hebben allemaal dezelfde lelijke vierkante huizenblokken. Allemaal hetzelfde. Zo lelijk.
Bij grotere plaatsen liggen recreatieruimtes. Die zijn helemaal leeg, net als de parkeerplaatsen.
Langzaam gaat de weg omhoog. De snelheid van alle auto’s gaat omlaag als er een flitspaal wordt gesignaleerd. Vaak zie je net daarvoor donkere remsporen op de weg.
Het is regelmatig een troep in de bermen. Iedereen gooit gewoon alle afval uit de auto’s. Ook onze bijrijder flikkert de lege plastic flesjes aan de kant van de weg.
Rijal AlmaaWe zien schapen en bavianen onderweg.
Een geel verkeersbord meldt dat we in een zandstormgebied zitten.
Rijal Almaa is een dorp dat mooi gerestaureerd is. Het centrum tenminste; de huizen er om heen zijn bouwvallen. De huizen doen ons sterk aan Jemen denken. Hoge donkere blokachtige huizen met witte kwarts versierde ramen en luiken in allerlei kleuren. Prachtig. Zeer de moeite waard. Er zouden hier bloemenmannen wonen, maar die hebben we niet gezien. Bloemenmannen dragen kleurrijke wikkelrokken en versieren zichzelf met bloemenkransen. Wel zien we Oriëntaalse hoornaars, oftewel de oosterse horzels.
Ook de dorpen op weg naar Muhayil zien er mooi uit. Veel meer kleur, veel groen, goed onderhouden huizen.
Het hotel ligt 2,5 kilometer van het centrum en er is niets in de buurt. Geen restaurant, geen winkel, geen park. We hebben niets van de plaats gezien.
We worden met de bus in een winkelcentrum afgezet. Er zouden genoeg eettentjes zijn. Dat blijken de McDonald’s, een afhaalpizza en één ander restaurant te zijn. Er zijn ook hier verschillende hokjes voor het familiegedeelte, maar daar hebben we geen zin in. We gaan met z’n vieren in de ‘mensection’ zitten. Niemand zegt er wat van en niemand heeft er een probleem mee. We bestellen ieder een gerecht, maar de mevrouw van de bediening zegt dat één portie genoeg is voor twee personen. Dat is ook zo.
We lezen over overstromingen en wateroverlast in Jeddah. Gelukkig zijn wij daar net op tijd weg.

Vrijdag 25 novemberVia Asir N.P. naar Abha
Vanmorgen rijden we over een kronkelende weg naar de provincie Asir, een gebied met grote bergen en prachtige uitzichten. We verwachten bij de berg Soudah te komen, maar dat hele gebied blijkt afgesloten. We zien de Hamadryas-bavianen alleen in een flits vanuit de bus.
We stoppen bij een uitzichtpunt op 2600 meter waar niets te zien in. Amper uitzicht, geen apen, geen wandelpaden.
We rijden naar Abha en checken in bij een hotel. Zoals gewoonlijk ligt dit aan de rand van de stad. De plaats staat bekend om zijn Shada-paleis met lemen muren. Maar ook hier hebben we niets van de stad gezien.
Dan weer anderhalf uur lunchpauze, maar ook hier geen restaurant in de buurt. Wij willen naar de mooie dorpjes in de buurt!
We maken een ommetje door de buurt, maar die is zo deprimerend dat we snel terug zijn. Geen winkels, half afgemaakte huizen, alleen auto’s op straat, geen mensen, geen spelende kinderen. Het is overal zo doods. Er valt niets te zien, niets te beleven, je kunt nergens naar toe.
Al YanfaNa de lunch bezoeken we het hangende dorp Al Habala dat dramatisch op de richel van een steile klif ligt. Dit dorp, bijna 400 jaar geleden gebouwd door de Qahtan-stam en alleen toegankelijk via touwladders, is het enige in zijn soort in het Koninkrijk. Je kunt de huizen zien als je met de kabelbaan naar beneden gaat. Maar die gaat maar tot oktober. Gesloten dus. Het uitzichtpunt daar in de buurt van waar je wel een blik zou kunnen werpen. is afgesloten met hekken. We gaan wel naar de huizen toe, maar daar is echt niets te zien. Je ziet ze hier niet hangen. Je staat er een beetje bovenop en kijkt het dal in. De huizen zie je niet. Alleen bergen afval wat de Saoedische mensen gewoon overal neer flikkeren.
We gaan verder naar Al Yanfa, een dorp dat bovenop ondergrondse tunnels ligt. We kruipen erdoor heen. Oppassen voor je hoofd, want de plafonds zijn laag. Op sommige plekken zijn nog mooie oude details bewaard gebleven. Mooi.
Op de terugweg naar Abha maken we een korte stop bij een moskee, want de chauffeur en de gids moeten even bidden. We rijden door voor ons afscheidsdiner in een modern restaurant. Hier geen hokjes maar lange tafels voor ons. Het personeel is zeer efficiënt: bij het opnemen van je bestelling noteren ze ook je naam. Zo krijgt iedereen wat hij besteld heeft, wat met grote groepen nogal eens fout gaat. We krijgen de telefoon van een ober die we kunnen gebruiken als wifi-hotspot zodat we onder het eten naar het Nederlands elftal kunnen kijken. Ze spelen gelijk tegen Ecuador.

Zaterdag 26 novemberVia Riyad naar huis
Het gaat een lange dag wachten worden.
Om 12:00 uur vertrekken we naar de luchthaven van Abha voor onze vlucht naar Riyad waar we morgen zeer vroeg naar huis zullen vliegen. Voor het inchecken hebben we één incheckcode voor de hele groep. Alleen de Japanse heeft er eentje apart. En precies zij heeft een te zware koffer voor een binnenlandse vlucht. Lia ruilt haar bagage met haar zodat de Japanse niets hoeft bij te betalen. Het gewicht van haar koffer valt binnen het groepstarief. Uiteindelijk zijn duizend buiginkjes haar deel.
De vlucht komt om 17:30 uur in Riyad aan. Drie mensen hebben een vlucht voor 18:00 uur geboekt en gaan dat dus niet halen. De reisorganisatie had aangegeven geen vlucht voor 18:00 uur te boeken. Voor hen wordt een vroegere vlucht geregeld.
De mensen in de eerste klas krijgen koffie uit een mooie blinkende koffiepot ingeschonken. Zo eentje met zo’n tuit die ze hier overal hebben.
Vlak voor Riyad zien we enorme blokken huizen liggen, allemaal dezelfde blokken en allemaal dezelfde huizen.
Om 18:00 uur zijn we op het vliegveld. We vertrekken pas om 01:50 uur. We doden de tijd door naar verschillende WK-wedstrijden te kijken die op grote schermen worden uitgezonden. Onze overgebleven riyals kunnen we inwisselen voor euro’s. Dan houden we nog 19 ryal over. We vinden een zakje chocolaatjes voor die prijs, maar bij de kassa slaan ze hem aan voor 30. Als we er wat van zeggen, krijgen we ze voor 19 mee. Poging tot oplichterij?
Bij het inchecken is er niemand voor ons. Gaat dat even snel.
De vlucht gaat voorspoedig.

Zondag 27 novemberNaar huis
De vlucht via Frankfurt gaat voorspoedig. Om 10:00 uur komen we op Schiphol aan.

Deze reis werd gemaakt met Madventure.

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.