Zondag 20 oktoberWandeling Xishuangbanna, naar Jinghong

Eerst lopen we een klein stukje naar beneden, de rest is vrij vlak en totaal lopen we drie uur voordat we bij de lunchplaats aankomen. Een vrij grote plaats met een winkeltje, waar we met z'n allen vier literflessen sprite of iets dergelijks kopen. Die man heeft voor deze week weer genoeg verkocht. Als we zitten te wachten voor de lunch komt de bus al voorrijden. Dat is een meevaller, want wij rekenden op nog anderhalf à twee uur lopen. We eten wat pomelo's die in het vorige dorp van de bomen zijn gehaald en daarna de lunch.
Het duurt vier uur om ons terug te brengen naar Jinghong waar Gerda op ons wacht met koud bier. Hulde! Ze is twee dagen goed ziek geweest. Niet best dus.
We spoelen alle kleding uit, maar na tig-keer spoelen, geven ze nog bruin af. De ergste stank is er van af en we hangen ze voor de fan. Morgen maar even laten wassen.
We zijn blij dat we deze trek hebben gedaan. We hebben het idee dat we nu nog door de oorspronkelijke dorpjes lopen waar men amper toeristen kent. Veel klederdracht is er al niet meer.
We gaan weer bij dezelfde tent als van de week hotpotten. Jan gaat ook mee, zodat we met z'n zessen zijn. We eten weer erg veel, wat dat betreft hebben ze een slechte aan ons. Want de prijs staat vast en wij eten veel meer dan de Chinezen. Daar tegenover staat wel dat wij er bier bij drinken en de Chinezen niet. Het bier is hier niet koud, maar ze kunnen wel wat regelen, want even later is er wel koud bier. Gezellig en lekker.

Maandag 21 oktoberNaar grens met Laos

Om 6:00 uur vertrekken we al met een kleine bus en een vrachtwagentje voor de bagage. De weg is zo slecht dat grote bussen weigeren om te rijden. We doen twee uur over zeventig kilometer. Het eerste stuk gaat nog snel en om 8:00 uur stoppen we voor ontbijt. Martijn koopt een bak soep met momo's voor 2 yuan. Lia heeft nog geen honger en koopt een grote fles cola. We zitten nog steeds op dezelfde kronkelige weg. Er rijden langzame vrachtauto's, bussen en snelle jeepjes. Die laatste halen overal in, ook in bochten. Meestal gaat dat goed. Nu net niet. Met z'n achterkant knalt een jeep tegen de voorzijkant van de bus. Iedereen de bus uit en we moeten wachten op de politie. De auto is de greppel in gereden en daar kruipen vier mensen uit. Er is alleen blikschade en iedereen blijft erg laconiek. Er is geen bereik met de mobiele telefoon en dus wordt de eerste de beste vrachtauto gevraagd om naar de politie te gaan. Een uur later is die er, ze maken foto's en dan kunnen we door rijden.
In Mengla eten we snel een bak noedelsoep en gaan dan weer verder. Niet voor lang, want er wordt aan de weg gewerkt, die helemaal is afgesloten. Niemand weet hoe lang het gaat duren en iedereen zegt wat anders. Er is geen andere weg, dus je moet wel wachten. Vrachtwagens met zand rijden af en aan. Gelukkig is er wel een kruispunt met wat winkeltjes. We kijken wat bij het mahjongen (om geld), veel meer is er niet te doen. Anderhalf uur later kunnen we weer. Niet voor lang, slechts tien kilometer verderop staat het weer stil. Weer wegwerkzaamheden. Een half uur wachten. Als we weer verder kunnen, rijdt de eerste de beste vrachtwagen met een wiel over een muurtje in de greppel en komt overdwars op de weg te staan, zodat niemand er meer door kan. Er wordt met stenen gesleept en bij de eerste poging lukt het al om hem er uit te krijgen. Weer verder. Als we vijftig meter verder de bocht omgaan en we over de hele breedte van de weg mensen aan het werk zien, beginnen we te lachen. Weer wachten. In de volgende bocht staat er weer een auto in de berm, maar die staat maar op een helft, zodat er via een rijstrook gereden kan worden. Even verderop kunnen twee auto's elkaar niet passeren omdat er een berg zand en stenen op de weg ligt en allebei willen ze niet achteruit. Weer verderop is een wegopbreking en men vraagt hoeveel auto's er staan. We maken van de acht wachtende twintig en vertellen dat er buitenlanders bij zijn. Er wordt even overlegd en dan mogen we door. Er staat een bord bij dat de weg van 8-12 uur en van 14-17 uur is afgesloten. Het is nu 16:45 uur en als we eerder waren gekomen, hadden we hier moeten wachten en zouden we de grens ook niet halen. We hebben vandaag tweehonderd kilometer afgelegd in dertien uur.
Om 19:10 uur bereiken we eindelijk de grens, die echter al om 17:30 uur wordt gesloten. De hele rit van vandaag (tot aan Muang Sing in Laos) is dus ook niet mogelijk als alles mee zit. We gaan op zoek naar een hotel en dat is snel gevonden. We zetten de spullen op de kamer, wassen onze handen en gaan op zoek naar een restaurant. Gerda en Lia lopen de keuken in en wijzen wat vlees in de koelkast aan, wat onbestendigs en wat groenten. Er komen zes heerlijke gerechten op tafel en het lauwe bier wordt omgewisseld voor koel. Van het onbestendigs denken we dat het varkensdarmen zijn. Smaakt niet slecht.

Dinsdag 22 oktoberNaar Muang Sing (Laos)

Om 8:30 uur gaat de grens open en lopen we er naar toe. De computer werkt niet en men start de noodprocedure. Met een vrachtwagentje worden we een heel eind verderop gebracht naar de Laotiaanse kant waar we weer papiertjes in moeten vullen. Het gaat redelijk snel. We zetten de klok weer een uur terug: vijf uur verschil met Nederland. We wisselen de yuans in voor kippen en krijgen veel meer dan verwacht. De koers is bijna verdubbeld en we krijgen voor 965 yuan 1.254.000 kippen. Het grootste briefje is 5.000 en dat is € 0,50. Een heel pak dus.
Laos is veel groener dan China, veel meer bomen, bos, vlinders en insecten. Er wonen veel minder mensen en dus zijn er ook veel minder akkers nodig. Zwarte Tai-vrouwHet eerste stuk van de weg is goed: niet zoveel hobbels, wat rechter, geen werkzaamheden en amper verkeer. Af en toe een auto, een koe of een varken. Soms een dorpje. We hebben een klein busje waar we amper inpassen, maar hij rijdt er aardig snel over heen. Onderweg stoppen we voor een lunch en wij stappen een restaurant binnen en de hele groep volgt. Net een kudde schapen. Maar de eigenaar vertelt dat hij over tien minuten dicht gaat, het is dan 12:00 uur, en we kunnen niets meer bestellen. Dat zou in China niet gebeuren. Als daar wat te handelen valt, gebeurt het ook. Trouwens ooit gehoord van een restaurant, dat tussen de middag dicht gaat!
Daarna rijden we een stukje om om drakenbootraces te zien. Er is een of ander festival en de hele streek is uitgelopen. Het regent een beetje maar het blijft warm. De boten vallen wat tegen, niet echt versierd, maar voor de plaatselijke bevolking is het een groot feest. Erg druk is het. We rijden door naar Muang Sing, een dorpje tegen de Chinese grens aan. We zitten in een guesthouse wat verder van het dorp verwijderd. Het zijn simpele houten hutten met vier kamers en twee badkamers en er hangen muskietennetten boven de bedden. We frissen ons wat op en gaan in de bar annex restaurant zitten: een overdekt terras met prachtig uitzicht over groene rijstvelden met daarachter de bergen die deels in nevelen zijn gehuld. Met de zon er op is dat een prachtig gezicht. We bestellen voor het eten weer allerlei gerechten en de vegetarische smaken vandaag het beste: champignons en groente met pinda's. Het weerlicht mooi tegen de bergen.

Woensdag 23 oktoberMuang Sing

Jao-vrouwVandaag een wandeling door minderhedendorpjes met een man of acht. Eerst naar Muang Sing om brood te kopen voor de lunch, maar dat kunnen we niet vinden. Er is helemaal niet zo veel te koop en het ziet er arm uit. We kopen een kilo bananen voor 3.000 kippen (€ 0,30). Het eerste dorpje dat we bezoeken is van de Zwarte Tai. Ze zijn niet zwart en hun kleding ook niet. Ze dragen kleurige sjaals die ze opknopen tot een soort tulband en ze willen best op de foto. Er wordt geweven, zowel katoen als zijde. Zijderupsen worden hier gekweekt en de draad wordt gesponnen. We kopen een hoofddoek en we betalen na het afdingen nog maar de helft: € 4. Het afdingen noemen ze hier tamtammen en gebeurt met klappen: elke klap in je handen staat voor 10.000 kippen. Met een pick-up rijden we nog een stukje verder en dan begint de wandeling echt. De eerste twee dorpjes zijn Akha-dorpen, maar die zijn zo goed als verlaten. Alleen wat kinderen zijn er. De rest is aan het werk op de velden. Lao-dorpjeHalverwege het tweede dorp begint het te regenen. En even later te storten. We rennen naar het volgende dorp en schuilen onder een huis, dat zoals altijd op palen staat. In het derde dorp treffen we het beter. Bij het begin zit een oudere vrouw met een prachtige muts in een beek groente te wassen. We bekijken elkaar uitgebreid en ze wil niet op de foto. Dan bedenkt ze ineens dat ze wat te verkopen heeft en rent ze naar haar huis om de waren op te halen. Het enige mooie wat ze heeft, is een hesje met allerlei zilveren gespen, maar die is niet te koop. De rest van het dorp komt ook kijken en als er wat gekocht wordt, mag je ook foto's maken. Een Rode Jao-dorp is het volgende. Deze dragen rode 'vossen' rond hun hals en geborduurde hoofdlappen. Akha-vrouwDe brillen die ze dragen hangen hier aan met een draadje. De kinderen, de hele kleintjes, de baby's, dragen prachtige kapjes met rode pompoenen, kraaltjes, kwastjes en muntjes. We kopen een goedkope versie voor 4.000 kippen en we zijn er blij mee. Door de regen zijn er volop bloedzuigers, waar we niet blij mee zijn en Lia al helemaal niet, want ze moeten haar hebben. Verschillende bloedplekken heeft ze en ze moet regelmatig wat exemplaren van haar schoenen vegen. Het laatste stuk naar het guesthouse lopen we door een heel smal stuk hoog gras en dwars door rijstvelden. Bij aankomst controleren we de schoenen en trekken we onze sokken uit. Bij Martijn is er ook een binnengeslopen die we verdelgen met deet. Jan heeft er maar liefst vijf op zijn benen zitten. De douche is koud, maar toch wel lekker en we worden er in ieder geval schoon van.

Donderdag 24 oktoberNaar Udomxai

Met twee pick-upbusjes gaan we naar Udomxai, smalle bankjes van twintig centimeter diep, stangen in je rug en boven je hoofd, geen uitzicht en open aan de zijkanten. Zeker geen geschikt voertuig voor een rit van acht uur. Om de beurt zitten we voorin waar nog een stoel over is. Het is groen buiten, erg groen. Weinig verkeer: af en toe een busje of een vrachtwagentje. We rijden door een paar dorpjes die er erg arm uitzien. De huizen zijn gemaakt van planken of gevlochten stengels en bladerdaken. Door de kinderen wordt er volop gezwaaid en (nog) niet gebedeld. Erg leuk. Er wordt steeds ook gevraagd om de kinderen niets te geven. Dat gaat een dorpje goed, maar in het volgende zie je dan alweer ballonnen. Wat een eikels, die groepsleden. Tussen de middag ook al: ze weten nooit meer wat ze besteld hebben en bij het afrekenen zijn ze alweer vergeten wat ze gegeten hebben. Daar gaan we dus mooi niet mee eten. De weg is, op het eerste stuk na, veel beter dan verwacht. Slechts een bui van een uur onderweg, waarbij veel regen op Wim drupt. Om 18:00 uur komen we aan in Udomxai.