Woensdag 16 oktoberNaar Jinghong
Een bewolkte dag met af en toe wat regen. Niet koud. Het is weer eens wat anders. Tot nu toe was het vrij saai weer. Blauw, zonnig, warm, weinig wind. Om 6:00 uur vertrekken we voor een lange busreis naar Pu'er en morgen gaan we door naar Jinghong. Totaal zevenhonderd kilometer. De eerste tweehonderd kilometer is over een smalle, bochtige weg door de bergen. Prachtige vergezichten. We hebben een mooie ruime bus met genoeg beenruimte en zitplaatsen en een extra watertank om de remmen te koelen. Na anderhalf uur stoppen we om ons lunchpakket te nuttigen: brood met cake en een hard gekookt ei met zout. Wij hebben echter meer zin in een bak noedels en bestellen die inclusief een schep pepersaus. We doen het ei er in en het smaakt uitstekend. Men is wel bezig met een snelweg, maar die is nog niet af. Hij moet komen te lopen van Bangkok naar Kunming. Laos heeft echter geen geld en China en Thailand gaan dat financieren. Dorpjes met mooie daken, waar de mensen buiten op bedden liggen, soms onder een muskietennet, en ons verbaasd nakijken. Een mannetje op een brommer kijkt ons zo na, dat hij met brommer en al de sloot in rijdt. De openbare wc's zijn erg vies en stinken. Overal wordt gebouwd en zijn er veel arbeiders die oranje caps dragen. Een klein stukje van de autosnelweg is klaar en daar moeten we tol betalen. De oude weg is een mooi en kronkelig, met alleen maar bochten en het is erg druk met langzaam vrachtverkeer dat erg moeizaam te passeren is. De hoogste pas is 1.800 meter en het is alleen maar draaien en kronkelen. De weg zelf is in zeer slechte staat en soms rijden we in één uur slechts zeventien kilometer. Schiet niet echt op. Voor het middageten worden twee hanen gevangen en geslacht. Jammerlijk in het wilde weg in stukken gehakt en gekookt in de soep. Alleen de kop met kam is herkenbaar.
We komen pas om 21:15 uur aan (reistijd ruim vijftien uur over vijfhonderd kilometer) en gaan nog maar een biertje halen. Ze zijn hier in China weer niet koud hoewel ze wel overal koelkasten hebben.
Donderdag 17 oktoberJinghong
In het hotel is alleen Chinees ontbijt. Alleen wij (onze groep), Geert en Jan zijn er. Jan eet ei met gestoomd brood met kaneel en wij een heerlijke bak met noedels. Er staan allerlei schaaltjes bij waarvan we overal wat in de soep doen. Vooral veel knoflook.
Het is 's morgens wat mistig, maar als de zon doorkomt, verdwijnt die snel en is het weer blauw en warm. We vertrekken om 8:00 uur. Onderweg zien we veel thee-, rijst- en rubberplantages. De wiet is gewoon in de berm te vinden. Het gaat lekker vlot vandaag. Om 13:30 uur zijn we al in Jinghong in het hotel. Het is hier erg warm, omdat we weer een stuk lager zitten (zevenhonderd meter). Dat belooft wat voor de komende wandeldagen. We lopen het centrum in op zoek naar cafés en restaurants voor vanavond. Restaurants zijn er hopen en zowaar een enkel café en in een koelkast vinden we zelfs koud bier. Internetten willen we ook, maar we zien niets. Totdat we bij een gordijn komen waar een hoop herrie achter vandaan komt. We stappen er gewoon naar binnen en een paar kleine jochies blijken het café hier te runnen: 2 yuan (€ 0,25) voor een uur.
We zien verschillende mensen met een meer Indiaans/Pakistaans uiterlijk. In het Mei Mei Café drinken we een paar koude biertjes. Het is hier dus wel weer koud. Wij vinden het prima. Daarna gaan we op straat 'hotpotten'. In een brede straat met een nog bredere stoep staan tal van tafeltjes buiten en de meeste hebben een gat in het midden voor de hotpot. Men vindt het prachtig, dat wij, toeristen, hier komen eten. We zien ook geen enkele andere toerist hier. Waarschijnlijk durven die dat niet. De hotpot is voor de helft gevuld met milde bouillon en voor de andere helft met hete. Gerda en Carlo halen aan het 'buffet' allerlei schotels die je kunt vullen met van alles en nog wat. Voor 15 yuan p.p. is het onbeperkt eten. En ook hier is het bier koud. Er is van alles: kip, varkensvlees, pens, vis, paddestoelen, momo's, noedels, allerlei groentes. Fantastisch! Volgens goed Chinees gebruik maken we er een zootje van en gooien/spugen alle graten, botjes en servetjes op de grond. Het heeft veel weg van de hotpot in Xi'an, alleen waren er daar stokjes en hier ligt alles op borden.
Vrijdag 18 oktoberWandeling Xishuangbanna
We hebben wederom gekozen voor de zware wandeling. Deels omdat we dat wel kunnen, deels vanwege de indeling van de beide groepen. Met de bus rijden we eerst in twee uur naar het zuidwesten in het Menghum-gebied in Xishuangbanna. We stoppen bij een Akha-dorpje, waarvan er verschillende hier in de buurt zijn. De vrouwen zijn mooi, maar lang niet zo mooi als de Akha in Noord-Thailand. Kleine kinderen dragen wel prachtige petjes met veel munten, kralen, versiersels, strikjes, schelpen e.d. maar die mogen niet op de foto. Sommige vrouwen wel. Ze roken lange pijpjes en hebben grote klossen in de oren en veel kettingen om de hals. Ze spreken geen Chinees.
We beginnen te wandelen op 1.335 meter om 11:30 uur. Onze rugzakjes zijn zwaar vanwege al het water dat we mee moeten nemen, want onderweg is er nl niets te koop. We gaan vrij steil omhoog en klimmen driehonderdvijftig meter in korte tijd. Gerda haakt vrij snel af, waarschijnlijk door de brandlucht waar we door heen moeten lopen. Geert gaat haar op de bus terug zetten en wij lopen ondertussen door naar een volgend Akha-dorp, waar Geert ons al weer inhaalt. Een gids haalt tijdens het wandelen een grote honingraat uit een bijennest. In het dorp wonen prachtige Akha-vrouwen en veel kinderen. Over en weer zitten we elkaar aan te staren. We praten wel met elkaar, maar verstaan doen we het niet. Maar dat mag de pret niet drukken. Het is een mooi landschap met uitzicht op de rijstterrassen. We zien veel prachtig gekleurde vlinders, libelles en grote mieren. Het hoogste punt van de wandeling is 1.685 meter. Tijdens de lunch krijgen we rijst met verschillende groentes, worst, ei en vlees, kopje thee toe. Daarna lopen we naar een volgend Akha-dorp, waar we zullen overnachten. Via 1.395 meter zitten we dan 1.485 meter.
Het was zonnig en warm, maar tijdens de lunch begint het te betrekken en we zijn bang voor regen. Maar het waait over en even later schijnt de zon weer. In de huizen woont men op de eerste verdieping. Beneden wonen de beesten. Die dorpjes zijn allemaal hetzelfde: wat huizen, geen winkels, geen bedrijfjes, geen wc's, veel scharreldieren, en alle mensen komen naar ons kijken. De wc is ergens in de bosjes onder toeziend oog van de plaatselijke bevolking. Je went er wel aan.
Er worden twee kippen geslacht voor het diner. Tijdens het eten begint het te regenen en te onweren. Bij de tweede flits valt het licht uit en dat komt ook niet meer goed. We redden ons met zaklantaarns en stukjes brandend hout. Er zijn vier dekens in het huis en dat vinden wij toch wat weinig voor negen mensen. Er wordt her en der wat aangesleept en uiteindelijk zijn er zes matrassen en negen dekens. Alles wordt tegen elkaar geschoven en we doen het er maar mee. We gaan naar bed en de plaatselijke mensen blijven bij het vuur zitten roken, rochelen, snorkelen en praten. Later wordt het echt donker.
Zaterdag 19 oktoberWandeling Xishuangbanna
Nog in het donker wordt het vuur al weer opgestookt. Als ontbijt krijgen we een soort krentenbrood en om 8:15 uur beginnen we te lopen. Het eerste stuk is vrij vlak en al snel begint het te stijgen en dalen. Het weer is goed: droog en bewolkt. Het is een prachtig landschap: mooie vergezichten, veel groen, veel mooie vlinders, insecten, torretjes, bloemen. Regelmatig horen we cicades een soort krekels die een enorme herrie maken maar daar mee stoppen als wij passeren. Ook vinden we paddo's oftewel oesterzwammen die de gidsen plukken voor het avondeten. Al vroeg zijn we op de plaats van de lunch, een Lahu-dorp. Weinig mensen dragen traditionele kleding, ze zijn erg arm, vies, veel scharrelkoeien, -varkens, -kippen. Na het eten regent het soms. Voor ons maakt het niet uit: we zijn toch al doorweekt. Het is een prachtige tocht, soms erg glibberig door de regen. Voor de rest is het goed te doen. Volgens het programma is het zestien kilometer; volgens ons minder. Om 15:30 uur komen we in het overnachtinghuis aan. Een vrij groot dorp met allemaal dezelfde huizen, die er grauw en donker uitzien. De enige kleur in zo'n dorp komt van de kleding die men draagt. En ze hebben bier. Geen cola en water, maar wel bier. Carlo neemt meteen de bestelling op en na de thee, die ook prima smaakt (vol met blaadjes) smaakt het bier nog beter. We trekken droge kleding aan en hangen alles bij het vuur te drogen totdat we naar een andere kamer moeten, omdat ze het vuur nodig hebben om te koken. Na het eten komen een paar zangeressen, de beste van het dorp. Het wordt druk en op de gang staat het ook vol. Sigaretten, snoepjes en rijstwijn gaan rond. Het zingen en de muziek is niet om aan te horen. Dansen kunnen ze wel leuk. De mensen zijn geen toeristen gewend. Die komen hier zelden en dat is aan alles te merken. Het hele dorp loopt uit en we worden van alle kanten aangestaard.