Vrijdag 18 juniNaar Gilgit

Het is bewolkt! Dat zijn we niet meer gewend.
De ochtend brengen we al lezend door op de galerij. We hebben het dorp wel gezien en hebben zin in een rustige morgen. Langzamerhand druppelt iedereen binnen. Om 14:00 uur gaan we naar Gilgit. Dit is niet volgens het programma, maar het scheelt voor de lange rit van morgen.
VrachtwagenOmdat het vrijdag is (gebedsdag), is er in Gilgit niets te doen. Alles is gesloten, zegt Kees.We maken een stop bij het Rakaposhi-view-point. Het is nog enigszins bewolkt en de top is niet te zien. De gletsjer wel. Erg indrukwekkend. Ook maken we een stop bij het gedenkteken van de KKH voor de gesneuvelden (vierhonderd aan Pakistaanse kant) tijdens de aanleg.
Na aankomst in het hotel lopen we even het dorp in, maar er is inderdaad veel dicht. Er is niet veel aan en we zijn snel terug in het hotel. Gilgit is nog een stuk warmer, omdat we vandaag duizend meter zijn gedaald en we zitten nu op 1.500 meter. We zetten de tv aan en zien het nieuws op BBC over Kashmir. In Pakistan zijn al 30.000 vluchtelingen. Het is hier toch wel erg dichtbij. Wij zitten in de provincie Kashmir, maar de gevechten zijn in de bergen aan de grens met India. Benieuwd hoe het afloopt.

Zaterdag 19 juniNaar Besham

Vandaag rijden we van Gilgit naar Besham over de KKH. Een lange rijdag. We vertrekken om 7:15 uur en komen om 17:30 uur aan. Het weer is vandaag niet best. Veel bewolking en tegen vijven een onweers-/ regenbui. Misschien maar goed ook, want we komen door het warmste deel van Pakistan. Helaas zien we de Nanga Parbat (8.125 meter) niet liggen door de wolken.
Eerst volgen we de Hunza-rivier. Als we bij de Indus komen, zakken we die af. Bij Shatial zien we rotstekeningen (o.a. boeddhistische figuren) langs de weg. Ze zijn uit de vierde/achtste eeuw na Chr.
We lunchen in Chilas waar het het warmst is door de lage ligging. We zien veel (mooi gedecoreerde) vrachtwagens. Ook veel (net zo mooi gedecoreerde) bussen vol met militairen die op weg zijn naar de strijd om Kashmir. Ook rijden er veel vrachtwagens helemaal beladen met (soms illegaal gekapte) boomstammen.
In Chilas is het erg kaal, er groeit niets meer. Als we weer verder (omhoog) rijden, wordt het weer groener en zien we ook veel bloeiende oleanders. Er zijn steeds minder vrouwen op straat; het wordt steeds strenger islamitisch.
We zitten in het hotel op 600 meter. De stroom (het licht en ook de ventilator) valt af en toe uit. We zijn daar al snel aan gewend en nemen 's avonds altijd een zaklamp mee. Zelfs als we alleen naar het restaurant gaan. En maar goed ook. We zijn de enige met een lamp. Er loopt een zwarte tor op Lia's bed. We zetten hem buiten.

Zondag 20 juniNaar Miandam

Het heeft 's nachts aardig gebliksemd en gedonderd. Het schijnt ook aardig geregend te hebben, maar dat hebben we niet gehoord door de fan. Het was wel warm 's nachts. Lia werd regelmatig wakker en was dan helemaal klam. 's Ochtends is het weer opgeklaard en helemaal helder.
We verlaten de KKH en gaan naar Miandam. Deze weg is smaller en slechter dan de KKH. Er is ook veel vrachtverkeer, dat maar langzaam de stijgende weg op rijdt. Het is lastig passeren. We komen in een dorpje en lopen hier wat rond. We zijn in de streek van de Pathanen, die hun eigen gebruiken en taal (pastoe) hebben. Wij hebben vreselijk veel belangstelling. Overal waar een groepslid staat, ontstaat een oploop. Men is duidelijk niet gewend aan toeristen. Er zijn geen lokale vrouwen op straat. Wel veel kinderen die erg kleurrijk gekleed gaan en oude mannen met verweerde gezichten en lange baarden. Sommige baarden zijn gekleurd met henna. Sommige mannen willen wel op de foto, andere niet. We zien ook veel volgepropte pick-ups. Veel mensen erin, erop en eraan. KinderenEen flesje cola kost 10 rupee (ƒ 0,40). Zowel de pick-up's als de vrachtauto's (sommige met de zwarte vlag van de shi'ieten) en de (ook volgepropte) bussen zijn en blijven een prachtig gezicht.
We stijgen naar 2.140 meter en gaan over de Shangla-pas. Op de pas vragen Corrie en Lia twee mannen toestemming voor een foto. Ze zien er prachtig uit met hun weelderige baarden: een zwarte en een rode (henna). Als de foto's gemaakt zijn, toveren zij ook een toestel te voorschijn en willen een foto maken van ons. Lachen. Hierna dalen we af naar de Swat-vallei. We lunchen onderweg in een eenvoudig truckerscafé. Het is er erg druk. We krijgen het gewone recept aan eten; alleen dit keer geen bestek; je moet met het brood (tandoori-nan) en je handen eten. Inclusief cola: ƒ 2,80.
In Miandam zitten we in een hotel met grote kamers op een hoogte van 1.820 meter. Het is er dus weer frisser en het is ook weer betrokken. Dat schijnt hier vaak te gebeuren. We hebben tv op onze kamer en kunnen straks naar de finale van het wk-cricket kijken. Dat wordt gespeeld in Birmingham en gaat tussen Australië en jawel, Pakistan.
We hebben vanaf het terras (en vanuit onze kamer) mooi uitzicht op de Swat-vallei. Deze vallei is heel anders dan de Hunza-vallei. Hij is vrij breed, veel glooiender, veel groener, veel beboster. Het klimaat is ook aangenamer. We zitten buiten op het terras om 15:30 uur en zien het steeds donkerder en dreigender worden. Ook rommelt het in de verte. Tegen vieren begint het te regenen en rommelt het werkelijk aan een stuk door. Even later begint het te stormen en te gieten.
Pakistan wordt in de cricketfinale helemaal weggespeeld.

Maandag 21 juniMiandam

's Nachts twee keer wakker geworden: een keer van een knetterende donderslag en een keer van een imam.
We gaan winkelen in Bahrein, een dorpje op een uur rijden afstand. Onderweg zien we meisjes met mooie potten op het hoofd. Hier komen veel Pakistaanse toeristen en er zijn dan ook veel winkeltjes. Je ziet amper vrouwen. De paar die er zijn, zijn zwaar gesluierd. De vrouwen van onze groep dragen allemaal een sjaaltje en sommige zijn zelfs helemaal op z'n Pakistaans gekleed. Maar hoe je er ook bijloopt, je wordt van alle kanten uitgebreid aangestaard.
Pakistaanse vrouwIn een klein winkeltje kopen we een vrouwengewaad voor 400 rupee. Het is fel paars met geelgeborduurd. Het bedekt het grootste deel van het lichaam en er is alleen een gaasje om door te kijken. Je snapt alleen niet dat ze zoiets van synthetische stof maken. Het is zo al zo warm. De enkele vrouwen die we zien, lopen er zo bij.
Aan de overkant van de rivier zien we meer vrouwen lopen. We gaan daar naar toe en drinken een colaatje en zien verschillende vrouwen voorbijkomen. Als we verder lopen, zien we dat ze uit een soort 'vrouwencafé' komen. De poort gaat even open als er een meisje naar binnen glipt en zien we een heleboel vrouwen. Jammer genoeg wordt de deur snel dichtgeslagen.
Op de terugweg stoppen we bij een forelkwekerij en kopen hier onze lunch, die in het hotelrestaurant klaargemaakt zal worden. Omdat we met het eten pas om 15:30 uur klaar zijn, komt er niets meer van wandelen. Het is nl alweer helemaal dichtgetrokken en het rommelt in de verte. Het duurt dan ook niet lang of het regent.

Dinsdag 22 juniNaar Peshawar

We vertrekken om 7:30 uur; zowaar een half uur eerder dan afgesproken. We gaan naar Peshawar. Het verkeer wordt steeds drukker en de chaos op de weg steeds groter. Men rijdt erg hard en passeert en voegt in wanneer het ze uitkomt. Als de weg rechts beter is, rijden ze rechts in plaats van links. Als er een tegenligger komt, gaan ze op het allerlaatste moment naar links. Vooral het passeren is vaak nippertje. Meestal gaat het wel goed. We zien maar één ongeluk.
Doordat het druk is en de weg volgens de chauffeurs ieder jaar slechter wordt, duurt het allemaal wat langer dan gepland. Na de Malakandpas (900 meter) zakken we verder naar beneden en wordt het land vlak. En warm tot heet.
We passeren allerlei dorpjes en blijven onze ogen uit kijken. Vooral naar de (zeer weinige) vrouwen. Maar alle bedrijvigheid is leuk. Vooral de volle busjes: daar kan ongeveer veertig man in. Als ze een beetje proppen lukt meer dan vijftig ook nog wel. Ook weer veel vrachtauto's met hout en een paar met stro. Die zijn minstens vier meter breed en steken twee meter uit. Het ziet er niet uit.
Op het heetst van de dag ('t is niet anders te plannen) maken we een stop bij Takht-i-Bahi, de beste en meest complete ruïne van een boeddhistisch klooster (eerste/zevende eeuw na Chr.). Het is begin van deze eeuw verwoest en later weer gereconstrueerd. Het ligt tegen een heuvel geplakt en wij moeten een hele hoop trappen op en dat met een temperatuur van zo'n 40º. We kopen een plattegrond en kunnen ons zo een voorstelling maken hoe het eens geweest moet zijn. Mooi. Als we weer beneden zijn, zijn we doorweekt.
Om 15:00 uur komen we in Peshawar aan. Van de week was het er nog 47º; nu iets minder, denken we.
We gaan de stad in met een tuktuk. We hadden in het hotel de prijs al zo'n beetje gehoord en met 25 rupee gaan we akkoord. We laten ons naar de Saddar-markt brengen. Kees heeft de vrouwen van de groep aangeraden niet alleen de stad in te gaan (geldt ook voor de mannen), een hoofddoekje te dragen en alles te bedekken. Lia vindt lange mouwen veel te warm en wikkelt zich alleen in een sjaal die ook haar armen bedekt. Op de markt lopen echter veel vrouwen met blote onderarmen, dus dat is geen probleem meer. Wel draagt iedereen een hoofddoek. En dat is knap warm. Buiten de markt lopen ook wel vrouwen zonder hoofddoek en hier doet Lia hem dan ook af. We geloven niet, dat iemand er aanstoot aan neemt. De mannen kijken toch wel uitgebreid, zelfs als je helemaal ingepakt bent in totaal vormeloze kleren. Het maakt niets uit.
Een flesje cola kost hier maar 8 rupee (ƒ 0,32).
Het Pakistaanse eten zijn we zat. Het is wel lekker, maar elke dag hetzelfde: brood, rijst, kippenprutje, groenteprutje, dal, komkommer met tomaat en ui. Vlakbij de markt zit een Hongkong-chinees en hier eten we. Lekker varkensvlees (sweet and sour) en teppan met ananas. We zijn net aan het eten als ook Dave en Chris binnen komen. Terug naar het hotel nemen we weer een tuktuk. We houden er een aan en we zijn het snel eens over de prijs. Waarschijnlijk omdat een andere ook al was gestopt. Dan is er nog het probleem waar we heen moeten. De chauffeur heeft nog geen idee. We hebben een kaartje van het hotel in het Engels en in het Arabisch, maar dat zegt hem niks. Na een paar keer vragen, komt alles goed en worden we voor het hotel afgezet. We spoelen het zweet en stof van ons af en kijken, zoals gewoonlijk, of er geen beesten in het bed zitten. Al weer niet.

Woensdag 23 juniPeshawar

's Morgens maken we een excursie naar de Khyberpas. Deze heeft een belangrijke rol gespeeld op de handelsroutes vanuit India via Pakistan naar Afghanistan en Perzië.
We hebben hiervoor een permit nodig en een gewapende militair voor de veiligheid. Het permit is snel geregeld. Daar staat in dat het verboden is foto's te maken van militaire objecten en van vrouwen. We komen door verschillende dorpjes waar het zeer levendig is. Prachtig. Er zijn ook diverse tribes-dorpen waar de overheid niets te zeggen heeft en waar volop geweren e.d. te koop zijn. We zien veel vluchtelingenkampen waar allemaal Afghanen wonen. Die zijn gevlucht sinds de oorlog met de Russen en kunnen moeilijk terug. Ze hebben hier hun eigen gemeenschap en we zien hele kolones vrachtauto's die hen bevoorraden.
Er zou ook een trein rijden, maar op een gegeven moment zien we het spoor en daar kan hij toch echt niet over heen.
PeshawarOp de pas zelf (1.100 meter) staat een bord dat vreemdelingen niet verder mogen. We stappen uit en kijken uit over Afghanistan. Het is meer het idee, dan dat er werkelijk veel te zien is. Op de terugweg zien we een stoet van eenentwintig kamelen. Mooi.
Bij het hotel kopen we maar weer eens anderhalve liter cola. Nog nooit in een vakantie hebben we zoveel cola op. Thuis drinken we het nooit. Maar ja, je moet toch wat als er geen bier is.
's Middags gaan we de oude stad in . Het is een zeer levendige, exotische markt en beslaat een hele wijk en bestaat uit meer dan honderden winkeltjes. Veel smalle straatjes met nog meer smalle steegjes. Vanuit bijna heel West-Azië komt men hier naar toe om te handelen. Je ziet allerlei verschillende soorten mensen. Wat nog het meest opvalt, is dat er, op onze groep na, niet één toerist is. Niet een.
We zien o.a. de kloktoren, moskeeën en tempels. Het aantal vrouwen op straat valt ook wel mee. Sommige zwaar gesluierd, andere minder. Gelukkig zijn de straten zo smal, dat je altijd in de schaduw loopt. Ook nu zweten we nog volop. Het is warm!
De geldwisselaars zitten midden op straat. Wel ligt het geld in een glazen kastje, maar de stapels zijn goed te zien. In de buurt drinken we een cola en Martijn raakt in gesprek met een paar mannen. Een gaat er op 1 1 2000 naar Mekka. Te voet en te paard door Afghanistan denkt hij er een half jaar over te doen. Insha'allah. Martijn krijgt een bakje kulfi aangeboden: moghul-stile pistache-ijs.
's Avonds eten we in Peral Continent, een groot chique hotel. We genieten hier van ons laatste avondmaal. Ze hebben veel salades, warme schotels en last but not least: een werkelijk prachtige toetjestafel. Verschillende mooi opgemaakt taarten en puddingen. En lekker veel fruit. Kosten ƒ 20 p.p. incl. drankjes.

Donderdag 24 juniNaar Islamabad

Omdat gisteren veel groepsleden het museum wilden bezoeken, maar dat om een duistere reden gesloten was, doen we dat nu eerst. Entree 5 rupee (€ 0,20). Niet zoveel bijzonders. Er zijn wel aardige dingen bij, maar nergens wordt verteld, waar het vandaan komt.
Dan rijden we met de bus naar Islamabad (Rawalpindi ligt er aan vast). Het is de snelweg tussen Peshawar en New Delhi, aangelegd door de Engelsen toen Pakistan (en Bangladesh) nog bij India hoorde. We zitten regelmatig stijf op onze stoelen en vrezen ieder moment de grootste ongelukken te zien gebeuren. Die manier van rijden! Niet te geloven. Het is grotendeels een tweebaansweg en er rijden veel langzame vrachtauto's. En die worden gewoon ingehaald. Ook als het niet kan en in onoverzichtelijke bochten. Op werkelijk het allerlaatste moment proppen ze zich tussen twee auto's of de tegenligger gaat de berm in. Wonderbaarlijk gaat alles goed en komen we heelhuids in de hoofdstad aan.
We bezoeken de Shah Feisalmoskee, groot (plaats voor 100.000 man) en modern. De kosten van het gebouw (50 miljoen US$) was een cadeau van koning Faisal van Saoedi-Arabië. De vrouwen mogen na lang smeken even de gebedsruimte van de vrouwen in (het is gebedstijd). Hier kijken we neer op de mannenruimte. De mannen krijgen geen toegang.
Langs allerlei regeringsgebouwen en ambassades rijden we over de brede straten naar een hotel waar we een paar dagkamers hebben. We nemen een douche en trekken de schoonste kleren aan. In het restaurant eten we een heerlijke clubsandwich met de gebruikelijke fles water. Om 16:00 uur gaan we met z'n allen naar Kees' kamer. Van de Pakistaanse reisorganisatie hebben we een grote doos gekoeld (Murree-)bier gekregen. Leuk.
Het is vandaag drukkend warm. Erg warm, meer dan 40º. In Islamabad begint het te waaien, onweren, regenen. Tijd om naar huis te gaan.
Tegen vijven worden we opgehaald om naar het vliegveld te gaan. We vliegen met een aftandse Bac-1-11. De eerste stijgpoging wordt afgebroken wegens een technisch mankement. De tweede poging vijftien minuten later gaat goed. We vliegen in anderhalf uur naar Karachi met Aero Asia. Hier moeten we langs allerlei checkpoints en om

Vrijdag 25 juniNaar huis

00:30 uur plaatselijke tijd vliegen we met de KLM rechtstreeks naar Amsterdam. Met z'n tweeën hebben we vier stoelen, dus we slapen ook nog wat. We komen zowaar een half uur te vroeg aan in Amsterdam (5:25 uur).

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.

Dit was een reis met Baobab, nu Sawadee.