Nepal - Tibet
1 oktober t/m 6 november 1994
NEPAL is een koninkrijk van totaal 147.000 km² en is daarmee twee keer zo groot als de Benelux. Het is gemiddeld tweehonderd kilometer breed en achthonderd kilometer lang. Het beslaat zowel een deel van Ganges-vlakte als de hoge Himalaya. In hoogte varieert het gebied van 60 meter tot 8.848 meter.
TIBET is een compleet andere wereld. Een wereld van eindeloze vlakten met diepblauwe meren, van nomaden en jaks. Een wereld ook van boeddhisme, van kloosters en van heilige bergen.
Sinds 1949 maakt Tibet deel uit van China.
Zaterdag/Zondag 1/2 oktoberNaar Kathmandu (Nepal)
Om 6:30 uur staan we op, pakken de laatste dingetjes in en vertrekken met de auto naar Driehuis. Joost en Rolf brengen ons van hieruit naar Schiphol.
Maar liefst drie uur van tevoren moeten we hier aanwezig zijn. We zijn met een groepje van twaalf (zeven mannen - vijf vrouwen) plus een reisleidster van Sawadee, de organisatie waarbij we deze reis geboekt hebben. Na de paspoortcontrole gaan we op zoek naar Wilma en Jan, die drie kwartier voor ons naar India zullen vertrekken. Gelukkig hebben we goed afgesproken en vinden we elkaar zonder problemen. Grappig is dat, zo'n ontmoeting op Schiphol.
Ons vliegtuig van Thai Air vertrekt op tijd om 11:25 uur. In Kopenhagen maken we een tussenlanding en moet iedereen een goed uur het vliegtuig uit. Daarna gaan we door naar Thailand (zeven uur tijdsverschil). Het is een prettig ruim, nieuw vliegtuig (MD11). In Bangkok stappen we over en in plaats van vier uur moeten we vijf uur wachten in verband met een mankement aan het vliegtuig. Weer drie uur later zijn we in Nepal. De tijd is vier uur en drie kwartier later dan de Nederlandse wintertijd. Op het vliegveld staat Wilma, onze reisleidster, ons op te wachten.
Het is stralend weer met een temperatuur van 27º.
's Avonds met de hele groep Nepalees wezen eten. Martijn heeft crèmetomatensoep en gebraden kip. Lia krijgt bruine bonen, groenten in een potje en zwarte drab in een ander (dalbat). Alles smaakt prima (ook het bier). Kosten 150 rupees (ƒ 6) p.p. inclusief drank. Lekker goedkoop dus.
Maandag 3 oktoberKathmandu
Wij zitten in hotel Potala Guesthouse midden in Thamel, een deel van de oude stad vol met winkeltjes en restaurants, op loopafstand van de belangrijkste bezienswaardigheden van Kathmandu.
De hele dag verkennen we Kathmandu. Het is net een groot dorp; geen echte hoogbouw. Eerst wandelen we naar Durbar Square. Onderweg hier naar toe zie je zoveel tempels, offerplaatsen, winkels en mensen, dat je ogen en oren te kort komt. Het grote, oude plein staat vol met tempels. De ene nog mooier dan de andere. Na een blik op de Shiva-tempel gaan we naar de Kumari-Bahal, een boeddhistisch klooster (1757) met heel mooi houtsnijwerk. Hier woont de levende godin, de Kumari, die in heel Nepal wordt vereerd. Het is een jong meisje, die ophoudt godin te zijn bij haar eerste menstruatie. We hebben mazzel, dat ze zich (vrij lang) liet zien. Het is strikt verboden foto's van haar te maken.
Een beetje achteraf op het plein staat de Kasthamandap, een uit één boom gemaakte tempel (1596). Er wordt overal veel geofferd en vooral de vrouwen zijn mooi om te zien.
's Middags lopen we naar de Swayambunath, de apentempel (een uurtje wandelen). Op een heuvel ligt het oudste boeddhistische tempelcomplex van de vallei. Hij wordt de apentempel genoemd, omdat er zoveel van die beesten bivakkeren. De ogen die je van vier kanten van de tempel aanstaren, zien er onheilspellend uit, maar ze zijn er om je tegen het kwade te beschermen. Je hebt een mooi uitzicht over Kathmandu. In een van de gebouwen maken monniken muziek en er branden veel kaarsjes.
's Avonds gaan we met z'n zessen bij Third Eye eten, een Indiaans restaurant, waar je op de grond zit. Erg lekker. Veel bier erbij. ƒ 10 p.p.
Dinsdag 4 oktoberKathmandu, Dakhshinkali
Met z'n tienen willen we naar Dakhshinkali. We rijden erheen met drie taxi's om 6:00 uur 's morgens. Het is wel proppen achterin, want er is maar heel weinig been- en hoofdruimte. Eerst gaan we naar Budhanilkantha, ten noorden van Kathmandu. Hier ligt de slapende Vishnu op een opgerolde slang. De koning wordt beschouwd als een incarnatie van Vishnu. Er worden veel offertjes gebracht en er is veel bedrijvigheid. Erg mooi om te zien.
Daarna door naar Dakhshinkali, ten zuiden van Kathmandu. Deze tempel is gewijd aan de vrouwelijke godin Kali (de tegenhanger van Shiva). Er worden dieren, bloemen en rijst geofferd aan de god Shiva om voorspoed af te smeken. De dieren die geofferd worden, moeten een mannelijk jong zijn. Het bloed stroomt er rijkelijk.
Met de taxi's gaan we weer terug naar het hotel. Kosten daarvan: ƒ 10 p.p. voor tweeënhalf uur. Vervolgens slenteren we in de buurt van het hotel rond en bekijken veel winkeltjes.
Na een korte siësta lopen we naar het huidige paleis van de koning, maar hier is helemaal niets te beleven. Daarom gaan we door allerlei kleine, gezellige straatjes weer naar Durbar Square. We willen hier het oude koninklijke paleis (Hanuman Dhoka) bezichtigen. Helaas is dat op dinsdag dicht. We gaan dan nog maar even bij Kumari-Bahal zitten en jawel, de levende godin laat zich weer zien voor het raam. Op weg naar het hotel zien we een mooie tempel, Srigha Caitya Bahal, een boeddhatempel, waar veel schoolmeisjes aan het spelen zijn.
's Avonds eten we met z'n negenen bij KC's: een echte steak met lekkere saus.
Woensdag 5 oktoberKathmandu
's Morgens wandelen we naar Pashupatinath. Dit is een groot hindoecomplex, waar niet-Hindoes niet mogen komen. Vanaf een heuvel er tegenover heb je echter een mooi uitzicht. We zitten eerst te kijken naar alle offers die gebracht worden. Een prachtig gezicht. Enorm veel Hindoes komen hier om zich in de rivier te wassen. De vrouwen allemaal in oranje en paars, de mannen veelal in wit met mooie tulbanden op. Allemaal uit de kleren en wassen maar. Ze gaan niet helemaal bloot. De mannen houden een soort grote witte luier om. Een vreemd gezicht.
Aan de andere kant van de brug (de arme kant) zien we dat een nieuwe baar wordt gemaakt. Een jonge vrouw wordt gecremeerd. Een heel indrukwekkend gezicht, erg emotioneel ook. We kijken alles bij elkaar zo'n drie uur onze ogen uit.
Langs een dorpsweggetje wandelen we daarna naar de Bodnath, die je al van verre ziet liggen. Deze boeddhistische stoepa is ongeveer vier à vijf eeuwen oud en ongeveer veertig meter in diameter en veertig meter hoog. Het is het belangrijkste boeddhistische heiligdom in de Kathmandu-vallei. Overal vlaggetjes, erg kleurrijk. Veel, vooral Tibetaanse, pelgrims lopen (altijd linksom) de stoepa rond, waarbij ze aan de gebedsmolens draaien en met gebedskralenkettingen en gebedsmolentjes lopen om te bidden.
We komen hier in de buurt in een achteraf klooster terecht. Dat is van binnen heel mooi, bekleed met talloze draperieën, kleden en sjaaltjes. Er staan drie grote boeddhabeelden. Erg indrukwekkend allemaal.
Met de tuktuk laten we ons terug naar het hotel brengen.
's Avonds eten we met de hele groep Tibetaans in restaurant Lhasa. Velen, ook Lia, drinken Chang, warm (Tibetaans) bier van rode gerst, dat je met een rietje moet drinken (lekker). We eten momo's, Chinese dumplings. Het geheel is erg goedkoop: ƒ 4 = 100 rupees p.p.
Donderdag 6 oktoberNaar Zhangmu (Tibet)
Omdat we voor 6:00 uur Thamel uit moeten zijn, er mogen na deze tijd geen bussen rijden in de binnenstad, staan we om 5:00 uur op. We vertrekken op tijd en over een hobbelige weg rijden we richting Tibet. We dalen eerst van 1.300 meter naar 500 af (Dolalghat). In Kodari, de Nepalese grensplaats, eten we in een restaurantje dalbat. Lekker. Daarna wachten we een uurtje op een truck, die ons naar Tibet zal brengen. In het dorp zien we vooral veel schapen. De mensen zijn niet zo bijzonder, toch al anders dan de Nepali.
Eindelijk kunnen we in de open auto. Alle bagage, een aantal Tibetanen/Nepali en wij gaan in de laadbak. We zullen in zo'n twintig minuten ruim vijfhonderd meter stijgen. Eerst over de vriendschapsbrug en daarna over een verschrikkelijk hobbelig en steil zandpad met diepe afgronden. We schudden dan ook heel erg door elkaar. Maar gelachen hebben we wel.
Boven in Zhangmu, is de Tibetaanse grens. Er zijn geen problemen en alles gaat vrij snel. We krijgen alleen geen stempel in ons paspoort. Jammer.
Het hotel in Zhangmu (twintig meter van de grens) zal het smerigste zijn, dat we tegen zullen komen. We hebben de vreselijkste verhalen gehoord voor we op vakantie gingen, maar het valt ons erg mee. We eten in een restaurant naast het hotel. We kunnen kiezen tussen vegetarische momo's en noedels. De momo's zijn er het eerst; de noedels laten wat op zich wachten, omdat de pan met inhoud over de vloer gaat. Uiteindelijk betalen we (inclusief thee en bier) ƒ 3 p.p.
De tijd is in Tibet gelijk aan die in heel China, namelijk twee uur en vijfentwintig minuten later dan in Nepal oftewel zeven uur later dan de Nederlandse wintertijd.
Vrijdag 7 oktoberNaar New Tinggri
Om halfzeven krijgen we ons eerste Chinese ontbijt. Er staat een soort afhaalbuffet met allerlei gerechten: roerei, brood, pinda's, uiengerecht en een soort witte oliebollen zonder smaak. Vervolgens vertrekken we in het donker om halfacht om de vrachtwagens voor te blijven. Als het langzaam licht wordt, beginnen de besneeuwde toppen van de Himalaya-reuzen zichtbaar te worden.
Na veel plasstops en alleen onverharde wegen komen we uiteindelijk omstreeks halftwaalf aan bij de hoogste pas voor vandaag: de Lalung Leh van 5.050 meter hoog. Vanaf hier heb je een schitterend uitzicht over de hoogste bergtoppen zoals de Mount Everest. Het waait hierboven wel behoorlijk, zodat het nogal fris is.
Bij sommige mensen van de groep worden de eerste tekenen van hoogteziekte merkbaar. Gelukkig zullen wij geen last krijgen.
Daarna dalen we langzaam af naar een 'laagvlakte' op 4.300 meter. De lunch wordt in een klein restaurantje langs de weg in Old Tinggri gebruikt. Hier krijgen we rijst met aardappelen en proberen we onze eerste jakthee . De jakthee mag de naam thee eigenlijk niet hebben. Het is een kommetje gesmolten jakboter met warm water en zout. Lekker is anders, maar echt vies vinden we het ook weer niet.
Om halfvijf zijn we in New Tinggri op 4.300 meter waar we overnachten in het Qomolangma Hotel (Qomolangma is de Tibetaanse naam voor de Mount Everest.) We moeten voor het eten vooraf 68 yuan (ƒ 20) betalen en maar afwachten wat we krijgen. We eten met z'n negenen. De anderen zijn ziek. Van die negen zijn er nog eens drie niet lekker (hoogteziekte). Het eten is prima. We zitten aan een echte Chinese tafel met een groot rond plateau in het midden, dat je kunt draaien. Een grote schaal rijst en diverse schalen met verschillende gerechten en veel jasmijnthee. Soep na!
Zaterdag 8 oktoberNaar Xigaze
Na het ontbijt (om 7:00 uur) vertrekken we om 7:30 uur richting Xigaze. Het zal een lange busrit worden over onverharde wegen. De zieken gaan allemaal voorin, wij helemaal achterin, waar het het meest hobbelt. De doorgaande weg gaat wel, maar onderweg zijn ze met de weg bezig en moeten we door de 'berm' naar de weg terug. Heel veel gaten en kuilen. We worden goed door elkaar gehusseld.
Voor Xigaze bereiken we eerst de Jia Tsuo La, de hoogste pas die we met de bus zullen passeren op 5.220 meter. Het uitzicht valt ons na gisteren een beetje tegen. Daarna wordt de weg echt slecht en voor de afslag naar Sakya kunnen we niet verder. Er is wel een spoor, meerdere zelfs, maar te diep voor de bus. Met z'n allen gaan we stenen rapen en gooien die in de kuil. Als de chauffeur het eindelijk waagt, lukt het gelijk. Wel prettig, want we moeten op tijd in Sakya zijn, omdat het klooster om 13:00 uur sluit. Gelukkig komen we hier goed 12:00 uur aan, zodat we alle tijd hebben om rond te kijken. Vooral de Grand Assembly Hall is prachtig om te zien; je mag er alleen niet fotograferen. Bij een monnik kopen we een 'beschermingspot' voor 20 yuan (ƒ 5). Dit is een verzegelde pot met allerlei dingen erin, die je beschermen tegen onheil. Je mag hem niet zo op de grond zetten; er moet altijd iets tussen zitten, anders is de ban verbroken.
Tijdens de lunch gaat Wilma naar de 'wc' en laat ze een belangrijk adressenboekje in het gat vallen. Verschillende mensen helpen met peuren in het riool en het boekje komt warempel uit de stront te voorschijn. Het blijkt later nog goed leesbaar te zijn.
Onderweg naar Xigaze rijden we door een schitterend berglandschap. Het is wel kaal, maar de bergen hebben prachtige kleuren. Op een hoogte van 4.150 meter groeien zelfs een paar bomen. Onderweg passeren we een pas: de Tsuo La op 4.500 meter. Er liggen veel strooibriefjes die mensen uit het raam van de auto gooien.
's Avonds in Xigaze eten we met z'n elven. Wilma weet een lekker restaurant, maar na lang zoeken, moet ze toegeven, dat ze het niet meer kan vinden. Bij navraag in een winkel worden we naar de buren gestuurd. We lopen een gangetje door en komen in een klein kamertje. Er staat een ronde tafel en met z'n allen kunnen we er net omheen. Ze spreken geen woord Engels, alleen Chinees. In zo'n geval loop je gewoon naar de keuken en wijs je aan wat je in je eten wilt hebben. Zij maken er dan wel wat van. Wilma doet dit voor ons en we krijgen een vreselijk lekkere rijsttafel met veel thee. Heel knus en gezellig.
Zondag 9 oktoberNaar Shalu, Gyangze
Ontbijt in het hotel, compleet met lekkere yoghurt. Daarna vertrekken we naar het Tashilhunpo-klooster (1447). Dit wordt al eeuwenlang bewoond door Panchen Lama's.
De Maitreya Hall is gebouwd in 1914 en er huist een zesentwintig meter hoge boeddha. Hierin is tweehonderdnegenenzeventig kilo goud verwerkt. Het gebouw met het gouden dak is de graftombe van de vierde Panchen Lama, gebouwd in 1962. Het lichaam ligt in een zilveren stoepa. Het volgende gebouw is voor de zesde Panchen Lama en het laatste voor de negende (1993). Deze laatste tempel is gebouwd met allerlei spullen die Tibetanen tijdens de culturele revolutie mee naar huis hebben genomen, bewaard en teruggegeven bij de herbouw.
Op een veld binnen het complex worden Tibetaanse dansen opgevoerd. Veel monniken zitten eromheen. Het is prachtig om te zien. Veel pelgrims lopen de pelgrimsroute om de tempel heen. Alles wat er blinkt, is goud. In de zon doet het soms pijn aan je ogen.
Daarna rijden we door naar Shalu. Vroeger was dit hèt centrum voor paranormale studies en het staat bekend om verhalen over 'uittredende en vliegende' monniken. Er is een grondige verbouwing gaande. Het klooster heeft veel oude thangka's met mandala's. In de laatste tempel mogen we fotograferen. Hier zijn enorm veel nisjes met allemaal boeddhabeeldjes. De 'rode' is Amitabna, de boeddha van het eeuwige leven.
Vervolgens rijden we naar Gyangze.
Maandag 10 oktoberGyangze
Op ons gemak wandelen we naar de stoepa. Gyangze is een leuk plaatsje waar nog veel paard en wagens zijn. De Kumbum (Pango-chorten) is gebouwd in 1440 in Nepalese stijl. Het is de grootste stoepa in Tibet. Ook het Palkor Choide-klooster bekijken we uitgebreid. Voor 30 yuan ( 7,50) mag je fotograferen. Er is zoveel te zien, haast niet te beschrijven. Een grote ruimte met banken met monnikspijen, een echte geelkap, enorme beelden, veel draperieën. Prachtig allemaal.
Op weg naar de uitgang, nemen we een kijkje in een keuken waar jakthee in grote karnen wordt gemaakt. We krijgen thee aangeboden. Erg leuk.
Daarna doen we inkopen voor de lunch van vandaag: kaakjes, cakejes, blikjes fris, appels en wortels. De rest van de middag luieren en lezen we wat.
We zien een Tibetaan die zijn tong tegen ons uitsteekt. Dat is in Tibet de manier van groeten.
Dinsdag 11 oktoberNaar Lhasa
Weer een lange busrit: van Gyangze naar Lhasa, de hoofdstad van Tibet.
Onderweg passeren we eerst de Karo La pas (5.010 meter). Je hebt prachtig uitzicht op de gletsjers van een 7.223 meter hoge berg. Daarna rijden we lange tijd langs het Yamdrok Tso, een meer van 678 km² op 4.441 meter hoogte. De witte bergtoppen steken schitterend af tegen het saffierblauwe water van het meer. Tijdens de picknick aan de rand van het water komt er een schaapskudde voorbij.
Daarna rijden we weer hoog de bergen in naar de Kyoga La pas (4.800 meter). Aan de ene kant heb je een prachtig uitzicht over het Yamdrok Tso met op de achtergrond de bergen; aan de andere kant zie je de vallei waarin Lhasa ligt.
Het laatste stuk naar Lhasa rijden we zowaar op een asfaltweg. We zijn wel blij, dat het gehobbel eindelijk afgelopen is.
Woensdag 12 oktoberLhasa
We zitten in Lhasa in hotel Tibet, een groot Chinees hotel op een half uurtje lopen van het centrum.
Na het ontbijt lopen naar het Potala-paleis. Hier woonden alle Dalai Lama's, ook de veertiende voor zijn vlucht naar India. Hij woonde in het bruine gedeelte. In het witte woonden monniken. Het gebouw is van de zeventiende eeuw en men heeft er vijftig jaar over gedaan om het dertien verdiepingen hoog te bouwen. Er liggen negen gebalsemde Dalai Lama's.
Veel pelgrims bezoeken het paleis. Je mag een klein gedeelte bezichtigen. Via de grote trappen ga je omhoog. Binnen en op het dak is veel bladgoud, jade en edelstenen. Overal staan beelden die door de pelgrims aanbeden worden. Velen lopen met een grote kandelaar met jakvet, dat ze in de vele offervuurtjes laten lopen. Er is een enorme bibliotheek over allerlei zaken van eeuwen her.
Daarna wandelen we naar het culturele museum, een park met een vijver met mooi uitzicht op de Potala.
Vlakbij is de Barkhorbazaar. Dit is een pelgrimsroute om de Jokhangtempel (700 na Chr.) van achthonderd meter. Veel pelgrims lopen deze route (altijd linksom) compleet met gebedsmolen.
Wij gaan op een stoepje zitten met prachtig uitzicht op al die mensen. Heerlijk. Bij een van die kraampjes kopen we een paar Tibetaanse sloffen voor 145 yuan (ƒ 35). Heel mooie sieraden verkopen ze er ook.
Daarna bezoeken we de Jokhangtempel zelf. 's Middags is deze geopend voor toeristen. Je mag dan foto's maken, maar lang niet alles is geopend. Vanaf het dak heb je (alweer) een mooi uitzicht op de Potala. 's Avonds gaan we met z'n tweeën eten. Zij kennen alleen maar Chinees. Met handen en voeten bestellen we rijst met Chinese kool met (heel veel) knoflook en ei met tomaat. Pilsje erbij: ƒ 6 p.p. Het wordt trouwens enorm druk met plaatselijke bevolking, die allemaal momo's eten.
Donderdag 13 oktoberLhasa
Om 6:00 uur staan we op om bij zonsopgang de Lingkhor te lopen. Dit is de grote pelgrimsroute van acht kilometer. We beginnen bij de wrijfmuur waar veel pelgrims lichaamsdelen of kledingstukken langs de muur wrijven om zo kracht op te doen. Daarna lopen we achter de Potala om achter de pelgrims aan. Die ligt er heel mooi bij, weerspiegelend in het water. Al snel blijkt dat we met een kortere route bezig zijn, die alleen om de Potala heen loopt. Wij lopen dan maar richting Jokhangtempel en gaan op een stoepje in de zon zitten om warm te worden.
We lopen ook nog even naar binnen, maar voor (blijkbaar) de mooiste ruimte staat een rij van ruim honderd meter. Dat laten we maar zitten. Weer een rondje Barkhor.Lia koopt een zilveren hanger. Flink gepingeld. Van 250 yuan krijgen we hem uiteindelijk voor 100 (ƒ 25). Ook nog een paar zilveren kraaltjes (twaalf voor ƒ 2,50) om oorbellen van te maken. Later zitten we uitgebreid op het terras (met uitzicht op het plein), waar langzamerhand de hele groep zich verzamelt. Met de bus (1 yuan - ƒ 0,25 per rit ongeacht de afstand) laten we ons naar het Drepungklooster brengen, zes kilometer. ten noordwesten van Lhasa. Dit is gesticht in 1416 en is een van de tien kloosters die zijn overgebleven van de 2.700 die Tibet telde voor de Chinese invasie en de culturele revolutie. Vroeger woonden er 10.000 monniken.
We zien maar een klein deel van het Drepungklooster. Eerst komen we per ongeluk in de keuken terecht, waar men enorme kookpotten in gebruik heeft. We mogen er filmen en fotograferen.
Als we verder lopen, horen we geklap en gemurmel. We kijken over een rand naar beneden in een tuin en zien veel monniken debatteren. Ze doen dit met handgeklap en veel overdreven gebaren.
Verder dan het volgende gebouw komen we niet. Er is hier nl een vuurputja bezig. Op de buitenplaats in de schaduw zitten zes monniken. Voor hen een vuur met daar achter een oude monnik. Dat is waarschijnlijk Gesh-la la Rimpa, een heel bekende onder de Tibetanen en zelfs onder de Chinezen. Tijdens de culturele revolutie is hij gevangen genomen door de Chinezen. Hij kon zijn lichaam zo regelen, dat hij met een minimum aan eten en drinken in leven kon blijven. De Chinezen hadden zo'n respect voor hem, dat ze hem vrij hebben gelaten. Hij komt nog maar zelden naar buiten en geeft amper audiënties. Het is dan ook heel bijzonder. Wilma is erg jaloers, dat ze dat heeft gemist.
Gesh-la la Rimpa zit op een verhoging en heeft een schitterend hoofddeksel op. Hij gooit van alles in het vuur dat twee monniken hem aanreiken. Dat varieert van takken tot rijst en kruiden. Bij elke nieuwe schaal of bos beginnen de zes monniken telkens dezelfde woorden te murmelen. Het is zo'n fascinerend gezicht, dat we drie kwartier zitten te kijken. Soms zitten we er alleen, soms komen er wat Tibetanen, die even kijken en dan weer vertrekken. Het is adembenemend.
Vrijdag 14 oktoberLhasa
We wandelen wat in Lhasa rond. Eerst achter de Potala langs. Bijna rond heel het gebouw staan rijen gebedsmolens, werkelijk honderden. In de buurt is een markt met veel fruit, groenten, vlees: alle delen van kop tot staart worden verhandeld. Het is er erg druk.
Daarna zitten we uitgebreid op het dakterras waar we noedels en patat eten. Nog een rondje Barkhor, waar we een gebedskralenketting kopen (ƒ 2,50) en een paar kleine kraaltjes. Op het terras drinken we een biertje, onderweg naar het hotel kopen we water en met de bus gaan we terug naar het hotel. We pakken alles om voor de trek die de dag erna zal beginnen.
Zaterdag 15 oktoberNaar Ganden, wandeling naar Samyé
's Morgens vertrekken we eerst met de bus naar het Gandenklooster, gesticht in 1409. Men is hier begonnen met de restauratie van de verwoestingen van de culturele revolutie. Ze schijnen hard bezig te zijn; vorig jaar stonden er slechts twee gebouwen. Wij kijken bijna twee uur rond. Er zijn vertrekken waar vrouwen niet in mogen.
Met de bus rijden we anderhalf uur verder en om 14:15 uur zien we onze jaks, drijvers en koks voor de vijfdaagse wandeltrek. Wij beginnen om 14:30 uur te lopen, terwijl onze spullen op de jaks worden geladen. We hoeven vandaag niet zoveel te stijgen en het loopt dus vrij makkelijk, ondanks de hoogte: we gaan van 4.100 meter naar 4.400. We wandelen ongeveer tweeënhalf uur.
De temperatuur is wel prettig: een lekker zonnetje, wel veel wind, waardoor het koud wordt als je stil staat. Op een redelijk vlak terrein stoppen we en worden alle tenten opgezet: tweepersoonstenten, een grote keukentent en een kleinere waar wij met z'n allen kunnen zitten (thee-, koffiedrinken, eten). Vroeg naar bed (20:30 uur) en goed ingepakt gaan we slapen. Het valt ons 's nachts wel mee: in de tent wordt het niet kouder dan 2,9º.
Zondag 16 oktoberWandeling naar Samyé
Om 7:45 uur staan we op. Het is wel koud, omdat wij in de schaduw van de bergen staan. Na het ontbijt (brood, omelet, kaas, jam, koffie, thee) vertrekken we om 8:45 uur. Er staat zo'n acht uur wandelen op het programma. Het is een licht glooiend landschap, maar door de hoogte kom je toch niet snel vooruit (omhoog). We zullen vandaag tot 5.045 meter stijgen (volgens de hoogtemeter van Martijn).
Na twee uur bereiken we al de lunchplaats. De langzaamste komt drie kwartier later dan de eerste. Na twee uur lunch (brood, ei, appel, chocolade) gaan we weer verder. Klaaske gaat op de jak, zodat de rest van de groep 's middags redelijk bij elkaar blijft.
Het is goed koud. Gelukkig schijnt meestal de zon, anders is het niet om uit te houden met die harde wind die we pal van voren hebben. Als je stil staat, moet je eigenlijk meteen een plaatsje uit de wind zoeken, maar dat is niet altijd mogelijk. Bijna iedereen is dan ook verkouden. Wij ook. Ondanks dat, komen we toch goed boven. We hebben een prachtig, weids uitzicht. Vaak moeten we door riviertjes en beekjes, waarvan velen met ijs zijn afgezet. Een keer moeten we met blote voeten door de rivier omdat het water te hoog staat voor de schoenen. We denken dat we een hartverzakking krijgen, zo koud is het water. Het zit zowat tegen het vriespunt aan.
Reeds om 15:00 uur zijn we op de plek van bestemming. De kooktent staat er al; de rest zal spoedig volgen, terwijl wij voor pampus liggen.
Bij theetijd gaat een kilo kaas rond, die Anthony heeft meegekregen.
Maandag 17 oktoberWandeling naar Samyé
Het is 's nachts erg koud: 's morgens om 7:00 uur meten we 4,4º in de tent. Wij schatten dat het daarbuiten 10º vriest omdat het windstil is; anders zou het nog kouder aanvoelen. Wij hebben allebei een matje, daarover heen een dikke deken, dan wij met thermokleding in een lakenzak in een slaapzak, Martijn nog een dubbele deken en allebei een extra slaapzak. Alleen 's morgens bij het omkleden, is het frisjes, brrr.
We beginnen deze ochtend naar de hoogste pas toe te lopen. Het is een klim: van 5.045 meter naar 5.234. Op die hoogte valt dat niet mee. We lijken wel een stelletje bejaarden, zoals we naar boven klimmen. Daarna lopen we bijna alleen nog naar beneden naar een volgende pas op 5.050 meter.
Na de lunch moeten we vaak riviertjes over steken. Op een gegeven moment wordt dat te erg, trekken de jaks verder en gaan wij wat hoger de bergen in lopen. Dat betekent wel wat meer op en neer, maar daarnaast heb je prachtig uitzicht op het dal met z'n door de herfst gekleurde rode en gele struiken.
We kamperen langs een rivier, vlak bij een nomadentent. We hebben zeven uur gelopen (incl. pauzes) en zitten op een hoogte van 4.400 meter. Vannacht dekken we ons net zo toe als gisteren.
Dinsdag 18 oktoberWandeling naar Samyé
Omdat we minder hoog zitten, vriest het minder ( 0,6º) in de tent. Het is vandaag een relatief eenvoudige wandeling. Vrijwel geen beekjes meer (er zijn meestal bruggetjes). Vooral 's ochtends zijn er veel plaatsen met ijs op het water en op de rotsen. 's Middags is het in de zon lekker warm. Dit komt ook omdat we nu op 3.810 meter aangekomen zijn. We kamperen aan dezelfde rivier, maar deze is ondertussen behoorlijk breed geworden.
We hebben vandaag weer zo'n zeven uur gelopen.
Bij de thee hebben we salami, bierworst en pinda's (door de groep meegenomen).
Woensdag 19 oktoberWandeling naar Samyé
Het laatste stuk van de trek is een vrij vlak zand-/stenen pad naar Samyé. We lopen ongeveer vijf uur. Goed 14:00 uur zijn we weer in de bewoonde wereld, waar ze zelfs bier verkopen. Dat kunnen we natuurlijk niet laten staan. Op het grote plein drinken we dat op. Daarna bezoeken en bekijken we het klooster. Dit is het eerste boeddhistische klooster en werd voltooid in 779. Op het plein zijn veel pelgrims die met vrachtauto's worden aan en afgevoerd.
Een stukje achter het klooster ligt een groot grasveld met bomen. Hier is onze laatste campingplaats. Het is er wel erg drassig.
Donderdag 20 oktoberNaar Zétang
Na het opruimen, moeten we ruim een uur wachten op de truck die ons naar de boot zal brengen. We gaan in een open vrachtwagen over hobbelig terrein. De helft moet staan en zich goed vasthouden. Het landschap gaat langzamerhand over in duinen, waardoor het erg stoffig wordt.
De boot is een simpele houten bak waar alles en iedereen in moet. We steken de Brahmaputra over in een half uur. Het is koud door de wind. We zien afgeladen bootjes vol met pelgrims.
Aan de ander kant staat de bus weer te wachten en vertrekken we naar Zétang, in het oosten. De weg begint goed, asfalt, maar al snel wordt duidelijk dat er hard aan de weg wordt gewerkt. Ze sluiten dan de hele weg gewoon af en je moet maar zien hoe je verder gaat. Andere wegen zijn er niet. Door de 'berm' dus. Vol met rul zand, kuilen, hobbels, enz. Verschillende auto's proberen de zandduinen en lopen daar vast. Wij blijven maar een keer steken. Gelukkig is er een grote truck bij ons die ons los kan trekken. Wij moeten wel allemaal de bus uit en een stuk lopen.
In Zétang hebben we een goed hotel waar we erg lekker kunnen eten.
Vervolgens bezoeken we onze laatste kloosters in Tibet. Eerst naar Yongbulagong. Dit ligt prachtig op de top van een berg, net een luchtkasteeltje. Dit is het eerste paleis in Tibet voor de eerste koning Nyatri Tsanpo. Er zijn veel pelgrims die bovenin khora lopen en daarbij onder een 'heilige' kast met oude geschriften kruipen.
Daarna gaan we door naar het Changzhusi-klooster. Dit is gesticht tijdens de regering van Songtsen Gampo. Volgens de overlevering heeft hij een mythische vogel gevraagd een draak te verslaan. Het land stond daarvoor onder water. Na de dood van de draak is het land opgedroogd en als dank heeft hij hier een klooster gebouwd. Het is erg vervallen en men is volop bezig met restaureren. Bovenin hebben ze een prachtig kleed waarop met 20.000 (!) parels een afbeelding is gemaakt. Prachtig.
Vrijdag 21 oktoberNaar Lhasa
Vroeg (7:00 uur) vertrekken we voor de tweehonderd kilometer lange rit naar Lhasa. We zullen pas 's middags om 16:00 uur aankomen. We moeten het eerste stuk weer dezelfde weg nemen als de dag ervoor. Met heel veel moeite komt de bus door het rulle zand. Als we eindelijk dat stuk achter de rug hebben, rijden we op de smalle weg. Hier zijn ze bezig en overal op de weg liggen bergen stenen. Het gevolg is, dat er maar een auto tegelijk over de weg kan. Dat gaat goed totdat er een vrachtauto een lekke band krijgt en die zijn wagen gewoon op de weg moet laten staan. Daardoor komt alles muur- en muurvast te zitten. Wij zitten twee auto's achter die vrachtauto en als we uiteindelijk verder kunnen, doen er zo'n uur over om uit de rij te komen. Anderen, zeker de tegenliggers, zullen er veel langer staan. Er wordt door niemand gekankerd of gevloekt! Verder hobbelen we vreselijk veel. Alles bij elkaar een rit om nooit te vergeten.
Drie kwartier rijden onder Lhasa eten we bij een restaurant de heerlijkste momo's die er in Tibet te krijgen zijn, gevuld met groente en vlees. Met z'n dertienen werken we er honderdvijftig naar binnen. Kosten incl. thee 90 yuan (ƒ 1,75) p.p.
In Lhasa aangekomen gaan we met de bus nog even naar het Jokhang-plein, lopen voor de laatste keer de Barkhor en op het dakterras drinken we een pilsje. Het blijft een fascinerend gezicht, al die pelgrims. We hebben het idee, dat velen geen verkeer gewend zijn, want vaak steken ze zonder op of om te kijken de straat over, wat gelukkig alleen maar tot kleine ongelukjes leidt.
's Avonds genieten we met z'n allen van het afscheidsdiner op kosten van Sawadee. Weer allerlei schotels krijgen we en de rijst als altijd het laatst als de rest bijna koud is. Rare gewoonte. We gaan vroeg naar bed (21:30 uur), want we moeten om 2:30 uur op om naar het vliegveld te gaan.
Zaterdag 22 oktoberNaar Kathmandu (Nepal)
Precies 3:00 uur in de morgen vertrekken we naar het vliegveld. We hebben gehoord, dat het vliegtuig overboekt zou zijn, dus moeten we vroeg aanwezig zijn om zeker te zijn van een plekje. We komen om 4:30 uur aan als tweede groep. Het wordt een zeer ordentelijke rij. Dringen is er (bijna) niet bij. Een enkeling probeert voor te kruipen, maar die wordt door Jan en alleman teruggefloten. Het gaat er verder allemaal erg Chinees aan toe: erg langzaam dus. Het interesseert ze geen bal en ze werken erg inefficiënt. Het vliegtuig zou volgens schema tussen 8:30 uur en 10:30 uur vertrekken! Het wordt echter 11:00 uur. Als we eenmaal in het vliegtuig zijn, gaat het erg snel. Sommige mensen zitten nog niet op hun plek of we vertrekken al. Iedereen is ondertussen goed gaar.
Na de lunch vliegen we over de Mount Everest. Wij hebben mazzel dat we aan de rechterkant zitten en Martijn zit zelfs bij het raam. Het is een fascinerend gezicht om over de Himalaya te vliegen; zo weids met al die besneeuwde bergtoppen van meer dan 8.000 meter. Schitterend gewoon. Erg prettig is ook, dat het praktisch onbewolkt is.
Na vijf kwartier landen we in Kathmandu (Nepal) en nemen afscheid van acht medereizig(st)ers. Die gaan gelijk door naar huis en hebben nog een lange reis voor de boeg. Eelco en Janny gaan naar Chitwan en wij vervolgen onze weg via Kathmandu naar Pokhara, voor onze tweeweekse verlenging.
We gaan meteen naar Pompernickel voor een lekker bruin broodje met tonijnsalade en hete citroen. 't Is heerlijk zitten in de tuin. Daarna gaan we shoppen in Thamel, maar het is zaterdag en vele winkels zijn dan dicht. Toch kopen we nog redelijk wat: ieder een lange broek (ƒ 8 per stuk), Lia een jak-T-shirt (ook ƒ 8), wat kaarten en badges voor Martijn z'n jas en het plakboek. We gaan vroeg eten: 's morgens om 2:30 uur opgestaan en in Nepal is het weer twee uur en een kwartier vroeger,. Alles bij elkaar is het een erg lange dag geworden. Lekker bij KC's eten we een groot stuk vlees met groenten en een gepofte aardappel met een fles bier uiteraard ƒ 13 p.p.
Zondag 23 oktoberKathmandu
Tegen negenen nemen we een tuktuk en voor 80 rupees (ƒ 3,20) laten we ons naar Patan brengen. Dit is een van de drie koningssteden en wordt ook Lalitpur genoemd. Het is in het noorden met Kathmandu vergroeid. Ook hier vind je een Durbar Square met het koninklijk paleis en talloze andere tempels. Het paleis en de Taleju-tempel zijn echter gesloten en kunnen we niet bekijken.
We lopen naar het noorden en komen uit bij de 'gouden tempel', Hiranya Varna Mahabihar ook wel Kva Baha genoemd. De tempel van het klooster bevat heel veel goud en heeft mooie houten verwerkte ramen. Het is prachtig om te zien.
Via de Durbar Square wandelen we naar het zuiden op zoek naar de Macchendranath-tempel. Als we die met veel moeite vinden, valt die wat tegen. De Tanga Baha vinden we niet. Vervolgens naar Uku Baha, een van de oudste kloosters. De bijbehorende Mahabouddha Baha kunnen we ook niet vinden.Vlakbij Durbar Square eten we op een dakterras een lekkere sandwich. We hebben uitzicht op veel vrouwen die bezig zijn graan te drogen en het kaf van het koren te scheiden. Op een nog hoger dakterras hebben we tenslotte uitzicht over heel Kathmandu. In de verte zien we de Swayambunath op de heuveltop liggen.
Met een tuktuk rijden we voor dezelfde prijs terug naar Thamel. Hier halen we het T-shirt van Martijn. Dat wilden we gisteren kopen, maar toen was het niet in voorraad en zou het speciaal geborduurd worden. We kopen wat lekkere dingen voor morgen, voor als we naar Pokhara zullen gaan.
In de hotelkamer leggen we alle spullen op het bed en verdelen dat over de twee koffers: een blijft er in Kathmandu met alle warme spullen en de broek van Martijn, waarin hij een grote winkelhaak gemaakt heeft. Zonde!
Maandag 24 oktoberNaar Pokhara
Om 5:45 uur staan we op. De bus naar Pokhara vertrekt om 7:00 uur en we moeten een half uur van te voren aanwezig zijn. We rijden met een toeristenbus, omdat de gewone bus er veel langer over doet. Het zou zeven uur gaan duren (de minimumtijd horen we later). Wij hebben mooie plaatsen, helemaal voorin naast de chauffeur. Het is ongeveer tweehonderd kilometer naar het westen. De weg is vrij slecht, meestal geasfalteerd (als je goed kijkt zie je dat), maar met sommige stukken zijn ze bezig. Hij is ook vrij smal, zodat passeren problemen geeft. Al bij al verloopt de tocht voorspoedig en om 14:15 uur stopen we in Pokhara. We nemen een taxi naar hotel Sitera, omdat dat het enige is, wat we weten. Geen naam van de reisleider, geen adres, niets. Hier aangekomen, blijkt dat men wel een Sawadeegroep verwacht, maar op ons is niet gerekend. We nemen maar een kamer en wachten de komst van de groep af.
Als die uiteindelijk arriveert, weet de reisleidster van niets. Ze verwacht, dat wij bij een andere groep ingedeeld zijn, die morgen zal arriveren. Het lijkt er op, dat we gewoon bij de verkeerde groep in het verkeerde hotel zitten!
's Avonds eten we bij Beam-Beam. Het is lang geleden, dat het eten zo slecht was.
Dinsdag 25 oktoberPokhara
Goed 8:00 uur vertrekken we al, want dan zullen de bergen nog niet in de wolken liggen. We lopen naar het meer en zien de Macchapuchare en links daarvan de Annapurna-Zuid en Annapurna I. Het is een mooi gezicht, maar eigenlijk hadden we meer verwacht.
Na het ontbijt in de tuin van de Boomerang, wandelen we naar het dorp. Het is allemaal vrij uitgestrekt en er is niks te zien. Na bijna een uur komen we bij de Bindu Basini-tempel, een hindoetempel waar veel kippen en andere dingen worden geofferd. Het is er vrij druk. Daarna richting bazaar. Het zijn vrijwel alleen huishoudelijke spullen die verkocht worden: weer niks bijzonders dus. Daarna gaan we op zoek naar de Mahendra-brug, waar het beginpad zou liggen van de klim naar de Kanhu Donda Hill (1.560 meter); van daaruit zouden we een mooi uitzicht op de Annapurna-keten hebben. Dat willen we morgenochtend heel vroeg gaan doen.
Na een lekkere clubsandwich met twee biertjes (en vier plakken gebakken nan) houden we boven op ons dakterras siësta.
's Avonds horen we dat we inderdaad verkeerd zitten. Deze hele Sawadeegroep (vijftien man) gaat mee raften, van die andere slechts vijf. Met ons en de reisleider erbij, zijn we dan slechts met z'n achten. Dat vinden wij wel zo prettig.
's Avonds eten we lekker bij de Tibetaan (momo's en sukayaki).
Woensdag 26 oktoberPokhara
We wandelen niet naar de Kanhu Donda Hill, want het is 's morgensvroeg al bewolkt.
Na telefonisch contact met Richard, onze nieuwe reisleider, verhuizen we naar het andere hotel, Green View. Ze hebben hier een fijne tuin en lekkere hete citroen.
We gaan wat wandelen in de buurt van de dam. Daar is een gammele houten brug waar we het water over kunnen steken. Van hier uit zou je een prachtig beeld hebben over de bergen, maar na de eerste ochtend liggen die alleen maar in de wolken en zien we ze niet meer.
Verder is er helemaal niets te doen en zitten we in de tuin te lezen en te luieren.
's Avonds tijdens het eten bij KC's regent het even.
Donderdag 27 oktoberPokhara
's Morgens is het helemaal bewolkt. We lopen naar het dorp (het vakantiedeel) in een half uur. Het weer klaart later enigszins op en de zon zal schijnen tot 14:30 uur. We bekijken wat winkels, drinken een vers ananassapje en zitten wederom in de tuin van het hotel.
Vrijdag 28 oktoberNaar Trisuli
We zien een glimp van de bergen in de verte als we om 6:30 uur zouden vertrekken naar het beginpunt van het raften op de rivier de Trisuli. Het wordt 7:00 uur voor we werkelijk gaan met een grote bus. Richting Kathmandu stoppen we weer in de bekende plaatsjes en om 13:00 uur zijn we op de plaats van bestemming. De tenten staan er al; geen van allen afsluitbaar, wat wel een beetje vervelend is. Aan de rand van de snel stromende rivier baden we pootje en lezen wat. 's Middags krijgen we thee met warme popcorn.
Niet zo goed geslapen door de harde ondergrond. In Tibet waren we beter gewend.
Zaterdag 29 oktoberTrisuli
Om 8:00 uur zou de raftboot komen, maar die arriveert pas tegen elven. Het wachten is niet zo leuk, maar dat is snel vergeten als we eenmaal op het water zitten. We hebben met z'n allen een boot en we zullen de hele dag ook geen andere zien.
Het is een erg opgelapte boot en voor we vertrekken moet hij al twee keer geplakt worden. In het begin zijn we bang, dat het te tam zou worden, maar dat valt mee. Bij een grote versnelling gaat de bemanning eerst kijken of we er wel door konden, dat is een spectaculaire.
Alles bij elkaar is het erg leuk met een lekkere lunch. We zijn wel pas laat op de plaats van bestemming. De zon is dan al onder, waardoor we het erg koud krijgen in onze natte plunje.
Zondag 30 oktoberTrisuli
De vorige avond laat is er een nieuwe raftboot aangekomen met een senior leider (van eenentwintig jaar). Het is een nieuwere, stevige boot zonder al te veel verstellingen.
Vooral in de ochtend zijn er een paar mooie versnellingen achter elkaar, sommige erg lang. Soms word je goed nat, maar dat mag de pret niet drukken. Wij vinden het erg leuk. Gelukkig werkt het weer mee. 's Morgens is het bewolkt, maar dat klaart iedere dag tegen tienen op, zodat het tijdens het raften niet te koud is.
Deze ene nacht hebben we een hele smalle, kleine tent.
Maandag 31 oktoberNaar Chitwanpark
We moeten tot halftwaalf wachten voordat de bus komt. Tot die tijd lezen we. Dit is de eerste (en tevens enige) dag dat we geen zon te zien zullen krijgen.
Met de (toeristen)bus gaan we naar Tadi Bazar in het Chitwanpark. Hier stappen we over in een truck en worden we naar Farmers House gebracht, waar we in huisjes verblijven. Tijdens een kleine lunch besluiten we voor US$ 55 p.p. een all-in pakket te nemen. Dit houdt in het eten, kanoën, olifantenrit, vogels kijken, fietsen en entreegeld voor het nationaal park.
Na een lauwe douche gaan we naar een olifantenkamp. Daarvoor moeten we door een rivier waden. Onderweg krijgen we te horen, dat in de buurt een neushoorn zit. Dat blijkt inderdaad en vanaf vrij korte afstand kunnen we hem goed zien. Dat is vrij uniek, want lopend zie je ze zelden. Bij het olifantenkamp hebben ze veel olifanten, een met een kleintje van zes maanden. Erg leuk om te zien. Op de terugweg moeten we weer door het water en ongeveer een half uur lopen. Het is allemaal de moeite waard.
Het eten 's avonds vindt iedereen erg lekker. Ook is er weer bier aanwezig (wel lauw), een lekkere afwisseling na al die thee van de voorgaande dagen. Er is geen elektriciteit en de olielamp die we krijgen, werkt niet. Gelukkig hebben we nog onze eigen kaars.
Dinsdag 1 novemberChitwanpark
's Morgensvroeg zakken we met een kano de rivier af in circa een half uur. We zitten met z'n vieren in een kano. Onderweg zien we een mooie grote ijsvogel, een zeearend, een reiger op de rug van een buffel en heel veel zwaluwen.
Daarna wandelen we drie uur in het Chitwanpark. Op zoek naar neushoorns, maar die zien we niet. We vinden dat niet zo erg, want ze zijn erg gevaarlijk.
Na de lunch doen we sightseeing op een olifant. Dit is vreselijk mooi. We hebben samen een olifant; de meeste moeten er met z'n drieën op. Andere dieren hebben geen angst voor olifanten, zodat je die erg dicht kunt benaderen. We zijn nauwelijks op weg of we zien al twee pantserneushoorns. Van erg dichtbij. We kijken er mooi bovenop. Daarna gaan we verder door de bush. We zien grote herten met enorme geweien op slechts een paar meter afstand. Tevens zijn er vrouwtjesreeën en damherten. Die laatsten verdwijnen erg snel. Ook een neushoornvogel zien we vliegen. Het geplas van de olifant door water is erg leuk. Een olifant is erg wild en wil niet luisteren. Die steigert en trompettert dat het een lieve lust is en we zien hem een stuk rennen. Van de temmer krijgt hij harde slagen op z'n kop om hem te laten luisteren. We zijn blij dat het onze olifant niet is.
Na afloop drinken we een koud pilsje, terwijl we vanaf onze verhoging de zon onder zien gaan.
Een leuke dag, alles bij elkaar. 's Avonds is er een dansvoorstelling.
Woensdag 2 novemberChitwanpark
Om 6:00 uur vertrekken we om vogels te bekijken.
We zijn maar nauwelijks op weg of we zien een luipaard in de velden zitten. Hij rent gelijk hard weg. Een mooi gezicht.
Verder zien we verschillende wilde pauwen, zwarte ooievaars en mooie oranje vogeltjes. Niet echt spectaculair. De rest van de ochtend zitten we lekker in de tuin in de zon en doen niks.
's Middags gaan we fietsen. Die vallen op zich wel mee, maar doordat ze niet de goede maat hebben, krijgt iedereen toch wel ergens last van. We zullen vier uur fietsen.
In het begin veel hindernissen door water, slechte paadjes. Later wordt dat beter. Het is een mooie tocht naar een 20.000 (?) merengebied. We zien er lang niet zoveel, maar wel de grootsten. Die zijn werkelijk prachtig: mooie natuur, maar ook veel vogels (meer dan 's ochtends): zwarte ooievaars, een kleine soort reiger (kwak), waarvan er erg veel in een boom zitten. Onderweg komen we alweer een neushoorn tegen. Veel parkieten en roofvogels vliegen voorbij.
's Avonds krijgen we een echte Nepalees buffet: rijst, groenten, dalbat, kip-curry, salade en kroepoek.
Donderdag 3 novemberNaar Kathmandu
Van Chitwan rijden we weer naar Kathmandu. We doen er ongeveer vijf uur over, maar omdat we pas om 11:00 uur vertrekken, hebben we niks aan deze dag. In Kathmandu zitten we in hotel Ganesh, iets verder van het centrum weg. Wij gaan snel de stad in, wisselen geld (zwart) en kopen een paar dingen: een kaars voor Gerda, thee voor Herman, Caat, Jacq en Annelies, voor ons ieder een lange broek en een T-shirt van Lhasa-Tibet. Onze achtergebleven bagage halen we op uit het Potala Guesthouse.
Het Newaarse nieuwjaar (1115) oftewel Nepal Samvat wordt gevierd, een jaartelling die uit het land zelf afkomstig is. Daarnaast heb je nog verschillende andere tellingen. Het wordt ook wel het kaarsfeest genoemd. 's Avonds staan er overal kaarsjes en er wordt vuurwerk afgestoken. De kinderen zingen langs de deuren en vragen snoepjes. Het feest duurt een paar dagen.
Vrijdag 4 novemberKathmandu
Met de taxi (200 rupees, ƒ 8) rijden we naar Bhaktapur, de derde koningsstad zo'n zestien kilometer ten oosten van Kathmandu. Eerst bekijken we het Durbar Square uitgebreid. Het oude paleis heeft een rijk bewerkte gouden poort, de Sundhoka.
Op het Taumadhi-plein is eigenlijk meer te zien. Dit plein is omringd door oude Newaarse woonhuizen. De Nyatapola-tempel is de grootste tempel van Bhaktapur, meer dan dertig meter hoog. De twee aan twee opgestelde beelden flankeren de trap naar de tempel. Elk volgend figuur is tien keer zo sterk als het vorige. Legendarische worstelaars, olifanten, leeuwen, mystieke griffioenen met leeuwenklauwen en tantrische godinnen houden de wacht.
In café Nyatapola drinken we hete citroen. Dit gebouw was ooit het onderkomen van een lokale godheid. Van hieruit heb je een mooi uitzicht op het plein.
We wandelen naar de Tacapal-wijk. Het middelpunt hiervan is de Dattatreya-tempel, met een mooie ingang met twee grote beelden. De pottenbakkersplaats wordt niet als zodanig gebruikt, omdat men druk is met de graanoogst. Jammer. Aan de zijkant van het Pujarimath, zijn mooie pauwenvensters te zien. In Bhaktapur is geen verkeer in de oude stad, dat maakt het erg gezellig.
Met de taxi weer terug naar Kathmandu en we laten ons op Durbar Square af zetten. Onderweg zitten we vast in een file. Vanwege nieuwjaar hebben veel mensen vrij en met de verkiezingen voor de deur, gebruiken ze deze dagen voor propaganda voor hun partij. Hele optochten, van vooral motoren, worden er gehouden. Ook rijden er trolleybussen.
In Kathmandu gaan we nog even naar de Kumari kijken en (uiteraard) verschijnt ze weer (dit keer voor het slaapkamerraam). Geen gek gemiddelde: vier keer kijken en vier keer zien.
Daarna door naar het hotel voor een biertje.
Zaterdag 5 novemberNaar huis
's Morgens kijken we nog even wat winkels, maar veel zijn er gesloten, vanwege nieuwjaar/zaterdag.
Ons geld maken we op aan nog een theezakje en een paar blikjes cola.
Om 11:00 uur worden we met de taxi naar het vliegveld gebracht, waar om 13:55 uur ons vliegtuig naar Bangkok vertrekt. Van hier om 1:00 uur 's nachts (anderhalf uur te laat) via Zürich naar Amsterdam. Aankomst op Schiphol op 6 november 1994 om 8:45 uur.
Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.