Zaterdag 9 oktoberWandeling naar Ghasa
Lia zit 's morgens onder de vlooienbulten. Het zijn er zoveel, dat ze niet te tellen zijn.
Om 8:00 uur vertrekken we. De lucht is helder blauw. Het zal een warme dag worden. Hadden we gisteren last van ezels, vandaag zijn het schapen en geiten. Duizenden. Vooral de grote hangbruggen durven ze niet over. Ze moeten er echt overheen getrokken worden. 'Als één schaap over de dam is .... gaat hier ook niet echt op. Soms volgen er een paar aarzelend, maar dan draaien ze halverwege weer om. En aan het eind van de brug staat dan ook nog een groepje enge toeristen. Daar zijn ze ook zo bang voor. Het zijn een stelletje schijters. Er staan een stuk of tien schapen voorop te bibberen en te beven en ze durven er echt niet langs.
In Dana drinken we thee. We hebben prachtig uitzicht op de Annapurna South (7.219 meter). Het is hartstikke helder.
Het lopen gaat goed. We zijn zelfs helemaal niet stijf van gisteren. We lunchen met uitzicht op een grote waterval. Het is een idyllisch plekje. We eten macaroni (zonder tonijn; foutje van Marijke).
De schapen en geiten zijn 's middags nog erger en soms houdt het behoorlijk op. Ze zijn mooi gekleurd. De bruggen durven ze echt niet over. De eerste moet er overheen gesleurd worden. Er wordt aan zijn horens getrokken en het schaap houdt zijn poten helemaal stijf. Er volgt een klein groepje, maar halverwege stopt dat weer en willen ze omdraaien. Ze zijn banger van ons dan van de Nepali; waarschijnlijk ruiken we anders.
't Is een prachtige tocht om te lopen. Erg groen met regelmatig uitzicht op de verschillende besneeuwde toppen. Aan de overkant van de rivier vindt een rotsverschuiving plaats. Af en toe komen we door dorpjes, waar alle kinderen een nieuw woord kennen: namaste pen.
's Middags is het af en toe wat bewolkt. Dat is wel lekker, want vanaf Dana is het klimmen begonnen. Het gaat aardig op en neer terwijl we de rivier Kali Gandaki blijven volgen. Om 16:30 uur komen we in Ghasa aan. We zijn blij dat we er zijn, maar het blijkt een erg lang gerekt dorp waar geen einde aan komt. Onze lodge is de laatste van het dorp: een kilometer verderop en honderd meter hoger. We ploffen neer in de prachtige tuin vol met bloemen. De douche is lauw, maar we knappen er wel van op.
's Avonds eten we pizza met paddestoelen. We zitten op 2.010 meter hoogte.
Zondag 10 oktoberWandeling naar Tukuche
's Morgens is het weer strak blauw; 's middags bewolkt. Het is nog wel wat frisjes, maar als we om 8:00 uur beginnen te lopen, is dat snel over. We krijgen prachtig uitzicht over de verschillende toppen. Het is erg helder en aan alle kanten duiken besneeuwde bergen op. We staan dan ook regelmatig stil om het landschap te bewonderen.
Het wordt drukker op het pad met tegenliggers. Vandaag geen ezels of schapen, maar mensen. Praktisch allemaal Nepali, die het bekijken waard zijn. Ze gaan erg kleurrijk gekleed en ze hebben mooie verweerde hoofden. De vrouwen dragen vaak gouden oor- en neusringen. De dragers sjouwen enorme pakken, sommige hebben grote tonnen op hun rug, waar vijfhonderd liter in kan. De meeste lopen op slippers, sommige op blote voeten; sommige op sport-/bergschoenen. Ze komen van een feest in Muktinath en zijn allemaal op weg naar huis. De hele dag houdt de stroom van Nepali niet op. Het is een werkelijk schitterend gezicht. Aan het eind van de middag loopt het pad langs de brede rivierbedding. Hier kun je het pad goed overzien en zie je de enorme hoeveelheid mensen.
Het landschap verandert langzaam. Eerst oerwoud, nu komen er steeds meer naaldbomen en wordt het al kaler. Ook zijn er meer Tibetaanse invloeden: we zien de eerste gompa's en gebedsvlaggen.
Om 16:30 uur komen we in Tukuche aan op een hoogte van 2.485 meter. Al bij al een prachtige dag.
Maandag 11 oktoberWandeling naar Jomsom
's Morgens gewoon om 6:30 uur op, ontbijt om 7:15 uur en vertrek om 8:00 uur. Vanwege de eerder genoemde wijziging lopen we vandaag niet naar Kagbeni, maar stoppen we in Jomsom (2.713 meter). Slechts vier uur lopen. Het is 's morgens bewolkt, maar als we vertrekken is het alweer grotendeels opgeklaard en de zon schijnt al snel. Het pad is vandaag vrij vlak, weinig klimmen en dalen. Er komen nog steeds mensen uit Muktinath, maar niet meer zoveel als gisteren. Wel erg veel toeristen. Daar wordt het nu wel druk mee. We krijgen prachtig zicht op de Nilgiri.
Marpha is de appelplaats van de streek. Die appels zijn wereldberoemd hier in de buurt. Er zijn grote boomgaarden die de hele streek van appels voorziet. We bezoeken hier het Tibetaanse klooster, dat we van binnen mogen bekijken. Het ziet er mooi uit. Ook het uitzicht over de plaats met z'n veel gebedsvlaggen is prachtig.
In Jomsom zitten Gabriëlle, Dirk en Xandra op ons te wachten. Zij zijn gisteren komen vliegen en hebben vandaag een acclimatiseringdag. In het restaurant van het hotel wordt bijgepraat en het is erg gezellig.
's Middags posten we de kaarten voor thuis. Sinds gisterenmiddag waait het flink. Dat schijnt hier altijd zo te zijn. De wind komt ook altijd uit dezelfde richting. Voorlopig hebben we 'm nog mee.
De rest van de dag doen we niet zo veel. We rusten lekker uit. Kumar, onze gids, komt vertellen dat je in Mustang niet mag video-en. Eerdere berichten waren dat je 100 US$ per camera moest betalen (voor foto's niets). Hij is achter de permit aangegaan voor de video, maar het is hem niet gelukt. Het mag gewoon niet. Je moet je camera bij het chequepoint inleveren en na afloop krijg je hem terug. Er wordt gewaarschuwd tegen illegaal filmen: als je wordt betrapt, wordt je camera ingenomen en krijg je hem niet terug. Martijn kan met zijn camera ook foto's maken; misschien vinden ze dat goed.
Dinsdag 12 oktoberWandeling naar Kagbeni
Vandaag maar een klein stukje naar Kagbeni, dat op 2.810 meter ligt. We zijn vier uur onderweg inclusief pauzes. Het is een vrij vlak stuk en het loopt makkelijk. Kagbeni is de toegangspoort tot Upper Mustang. Als we 's middags in het dorpje wat ronddwalen, lopen we tegen een stopbord aan. Je mag hier alleen voorbij met een permit. We bezoeken het klooster, dat vijfhonderdtweeëntwintig jaar oud is. Er is geen geld van restauratie en daarom is het waarschijnlijk sinds kort opengesteld voor toeristen. Toegang 100 rupees.
Kagbeni is een dorpje met slechts tweehonderd inwoners. We zijn er dan ook snel doorheen. Bovendien waait het vrij hard. Terug in hotel Annapurna nemen we voorlopig de laatste (warme) douche. We hebben zowaar een eigen badkamer met douche en wc. Het heeft wel wat in om warm water uit de kraan te krijgen, maar dan is het ook lekker heet. Tussen de middag ontstaat er wat verwarring bij de lunch. Het is gebruikelijk dat wij zelf alles opschrijven in het grote boek en dat afgeven bij de keuken. Wij schrijven tonijnsalade op en de kokkin komt terug met het boek. Ze spreekt niet zo goed Engels dat we elkaar begrijpen. Zij zegt dat er geen tonijnsalade gemaakt kan worden zonder brood en salade. Wij snappen het niet en vragen wat er niet is. Er is echter tonijnsalade, brood en salade. Wat is dan het probleem? Wij hebben alleen tonijnsalade opgeschreven, terwijl we ook de rest willen hebben. Dat had zij weer niet begrepen.
De kinderen en de mensen spreken een aardig woordje Nederlands. Heel grappig hoe ze soms met Nederlandse woorden op de proppen komen.
Er is hier geen elektriciteit, dus zitten we 's avonds gezellig om de olielamp. Lia eet als toetje appelfritters. Heerlijk.
Woensdag 13 oktoberWandeling naar Chele, Mustang
Vandaag is de dag: we gaan Mustang in. We moeten ons eerst laten inschrijven en iedereen moet het register tekenen. Na een half uur kunnen we op weg. Er moet hier altijd verplicht een liaison officier mee die permits moet regelen. Wij hebben die van ons Snuiter genoemd, zodat we over hem kunnen praten zonder dat hij het door heeft. De officier van een andere groep die we een paar keer tegen komen, noemen we Snuf.
We gaan gelijk een stuk omhoog. De hele dag zal het op en neer gaan. Niet erg omhoog en niet erg omlaag. We lopen vlak langs de rivier. Vaak gaan we omhoog over erg smalle paadjes, die vol met los gruis liggen. We lopen vlak langs de afgrond die erg steil en erg diep is. Uitkijken dat we niet wegglijden. Soms is het erg steil naar beneden.
We gaan van 2.810 meter naar 3.070 meter. We zijn amper op weg of de voorsten komen teruggerend. Op een hoger geleden stuk berg lopen geiten en schapen die stenen naar ons gooien. Ze veroorzaken losse (soms flinke) stenen die naar beneden kletteren. We kijken het even aan en als het wat rustiger is, rennen we dat stuk.
We krijgen adembenemend uitzicht te zien. Prachtig uitzicht over de bergen, de rivier en hier en daar een dorpje. Het is erg ruig. Vooral de kleuren van de rotsen zijn prachtig. Vreselijk mooi gekleurd: rood, wit, grijs.
We lunchen in de buurt van Tangwe. Er zijn hier een paar schuurtjes waar de kok uit de wind soep en thee kan klaar maken. We krijgen champignon-creme-soep en eten de zelf meegebrachte lunch op. Bij het ontbijt hebben we chapati's met kaas gemaakt, een rol koekjes, een stuk chocolade en een appel ingepakt.
Het waait erg hard vandaag. Vanaf tienen begint dat steeds en het duurt tot het donker wordt. Mustang staat bekend om de wind die altijd uit het zuiden komt, en de droogte. Het regent er nauwelijks. Het enige water is het smeltwater van de bergen. Iedereen zit 's avonds dan ook onder het zand. Dicht bij Chele slaan we de tenten op. De haringen gaan moeilijk de grond in. Voor de rest zijn de tenten makkelijk op te zetten. In de grote tent krijgen we thee en popcorn. Af en toe is er een windvlaag en dan zien we het zand door de tent stuiven. We hebben het idee dat het vandaag wel mee valt en dat het nog erger zal worden.
De plaatselijke bevolking is op het land bezig om de oogst binnen te halen. Regelmatig zien we mensen (ook kinderen) met grote bossen stro. Met lange latten wordt dat platgeslagen door de mannen. De vrouwen scheiden het kaf van het koren met rieten manden.
We hebben van 8:15 uur tot 16:15 uur gelopen (vijfenhalf uur echt gelopen).
's Avonds eten we bij kaarslicht patat, pasta en groente. Lekker. We gaan op tijd naar bed voor we zelf koud worden.