Nepal: Mustang
3 t/m 30 oktober 1999
MUSTANG ligt verscholen achter het Dhaulagiri-massief in het noordwesten van Nepal. Het is een koninkrijk binnen een koninkrijk en heeft slechts 5.500 inwoners. Het gebied is tot 1992 gesloten geweest voor toerisme. Het ligt grotendeels boven de 3.500 meter. Er groeit weinig vanwege de geringe hoeveelheid neerslag. Al eeuwen wordt het graan hier verruild voor het belangrijke zout.
Er komen slechts duizend toeristen per jaar.
Zondag 3 oktoberNaar Kathmandu
We maken dit keer een privé-reis met bekenden. Het idee om naar Mustang te gaan, is ontstaan op een van de vele 'reünies' van de Tibetreis van 1995. Iedereen kende Mustang, had vage plannen in die richting en al snel werd besloten om samen te gaan. Harry is erbij gekomen door Henk. Hij kent ook Dick, Marijke, Eelco en Janny van een vorige reis. Gabriëlle neemt Dirk en Xandra mee. Esther is de enige 'vreemdeling'. Ze is via Himalaya Trekking, die de reis voor ons geregeld heeft, bij ons gekomen.
We lopen deze keer naar het station waar om 7:45 uur de trein naar Schiphol vertrekt. Alles gaat voorspoedig en volgens plan, zodat we ruim op tijd aanwezig zijn. We begroeten iedereen, want het zijn oude bekenden. Esther zullen we in Kathmandu ontmoeten; Gabriëlle, Dirk en Xandra vliegen later naar Nepal en zullen zich pas in Jomsom bij ons voegen.
Op Schiphol staan nog een paar groepen van Himalaya Trekking die ook allemaal naar Kathmandu gaan. Wij hebben bij deze reis geen reisleider, maar een andere van een van de groepen regelt alles voor ons. Het eerste deel doet hij goed, want onze groep krijgt allemaal businessplaatsen naar Brussel (met Sabena). Jammer, dat dit maar zo'n klein stukje is. De rest van het vliegtuig moet het doen met een bekertje water. Wij krijgen een kerrieboterham met kip, drank naar keuze (de champagne staat klaar) en een paar Belgische bonbons.
We vliegen vanaf hier met Biman (Bangladesh) en hebben vooraf al veel verhalen gehoord over vertragingen die op kunnen lopen tot een week. We wachten maar af. In Brussel krijgen vier mensen van onze groep een instapkaart. De rest is nog niet geregeld. Martijn heeft er wel een; Lia niet. In de andere groepen van Himalaya Trekking zijn drie mensen met wel een instapkaart maar zonder stoelnummer. Het komt allemaal goed en met slechts veertig minuten vertraging vertrekken we naar Kathmandu. We maken een tussenlanding in Delhi waar we twee uur moeten wachten. We mogen het vliegtuig uit en bij terugkomst blijkt dat we geen bagagelabel op de handbagage hebben. Ze doen hier erg moeilijk over, maar wij blijven gewoon staan, waardoor alles stokt. Uiteindelijk pakt de beambte een gebruikt labeltje en doet dat er om. Het gaat helemaal nergens om!
Maandag 4 oktoberNaar Kathmandu
In Dacca moeten we maar liefst zeven uur wachten. We zijn wel gaar. Er wordt gezegd, dat ze ons naar een hotel willen brengen, maar er zijn geen bussen. Dus dat gaat niet door. We krijgen wel eten: toost met eieren, sapje, thee en koffie. Uiteindelijk wordt het achtenhalf uur wachten door uitgesteld vertrek. Waarom weten we niet. Er wordt niets verteld; ook niet hoelang het gaat duren. We komen uiteindelijk om 16:15 uur in Kathmandu aan met een vertraging van anderhalf uur. Voor Biman een heel behoorlijke tijd.
In Kathmandu is het drie uur en drie kwartier later dan in Nederland en gelukkig niet zo warm als in Bangladesh. Het zal er zo'n 20º zijn. Wel hangen er erg donkere wolken en het spat een beetje.
We zitten in Amar's Hotel, een kwartier lopen vanaf het centrum. We worden verwelkomd met koffie en thee en we kopen meteen onze eerste fles water. Omdat er voor het eerste stuk van de trek geen permits betaald hoeven te worden en wij dat al wel gedaan hebben, krijgen we 's avonds het diner en de drank in het hotel van HT. Een lekker buffet. Daarna lopen we naar het dakterras en zien een vuurwerk; waarvoor het is, weten we niet, maar Nepal heeft altijd iets te vieren en kent maar liefst honderdvijfenzestig feestdagen per jaar. We zitten nog even bij elkaar op het terrasje als Charles komt vertellen, dat het reisschema is gewijzigd. We zouden a.s. woensdag met de bus naar Beni gaan, maar de communisten houden die dag een landelijke staking en dan gaan er dus geen bussen. We vertrekken daarom een dag eerder en zullen tijdens het eerste stuk van de trek een dag in tweeën delen. We kunnen niet alles een dag opschuiven, anders missen we de andere drie die naar Jomsom zullen vliegen.
Dinsdag 5 oktoberKathmandu
We ontbijten op ons gemak en gaan hierna de stad in. We zijn benieuwd of er veel veranderd is. 't Is even wennen aan het weer (het is warm, het omslagpunt van nat naar droog is een dezer dagen), het getoeter (we hoeven niet voor iedere toeter aan de kant), de herrie, de drukte, het vuilnis op straat, de stank van uitlaatgassen vaak vermengd met wierook dat overal wordt aangestoken. We lopen eerst de verkeerde kant uit, maar uiteindelijk komen we toch op Durbar Square terecht. Het is er drukker dan we gedacht hadden, vooral met auto's, riksja's en tuktuks. We gaan op een tempel zitten en laten alles rustig aan ons voorbij gaan. We gaan naar Thamel, waar we vorige keer gezeten hebben en vinden zonder moeite het hotel en enkele eethuisjes. Ook Lhasa, het Tibetaanse restaurant dat nergens in een boek staat en waar we weer willen gaan eten, zien we op de verwachte plaats. Bij Pompernickel gaan we lunchen. We herinneren ons de bruine bolletjes met tonijnsalade van vijf jaar geleden nog erg goed. Het bestaat nog en is enigszins opgeknapt. De tuin is er ook nog. De bruine bolletjes zijn vervangen door witte baguettes en samen met een grote pot hete citroen smaakt het prima (160 rupees = ƒ 4,80).
We dwalen verder door allerlei steegjes, vol met mensen, auto's, busjes, brommers, riksja's. Veel stof en uitlaatgassen. Overal zien we tempels, stoepa's en offerplaatsen. In bijna elk doorgangetje dat je inkijkt, zie je wel wat. Er wordt veel geofferd, meestal bloemen en wierook. We maken een wandeling door een gebied ten zuiden van Durbar Square. Er zijn hier geen grote tempels, maar wel allerlei kleine. Het is de buurt waar het gewone volk leeft, waar niet veel toeristen komen. We drinken een flesje cola van ƒ 0,30 en wandelen op ons gemak terug naar het hotel. Het weer is goed vandaag. Soms zon (dan is het meteen erg warm), soms bewolkt, maar wel altijd droog. En dat is het belangrijkste.
's Avonds regent het wel, maar niet zo hard. Met z'n zessen gaan we naar Gangri's Suimai waar we soep, steaks en 'sweet and sour' eten. Erg lekker (ƒ 9 met z'n tweeën).
Woensdag 6 oktoberNaar Beni
Vandaag staat de busrit van Kathmandu naar Beni, het beginpunt van de wandeling, op het programma.
Het regent. Het regent de hele dag gestaag door. Hopelijk blijft de bagage op het dak een beetje droog.
Het is zo'n tweehonderdtachtig kilometer en we zullen er zo'n tien - twaalf uur over gaan doen. Zeggen ze. We vertrekken om 7:45 uur. Tegen 11:00 uur belanden we in een file. We weten niet wat er aan de hand is, maar alles staat stil en er komt ook geen verkeer van de andere kant. En dit is de enige weg. Dus keren, van de weg af gaan en omrijden kan niet. Chauffeurs van andere (vracht)auto's en bussen zijn zo asociaal dat ze gewoon in gaan halen met als gevolg dat beide rijbanen vol komen te staan. Als het straks weer gaat rijden, krijg je daar problemen mee. Wij vinden het maar erg vreemd.
't Is nu vier uur verder en we zijn honderd meter opgeschoven. Ondertussen hebben we gehoord dat tweeënhalve kilometer voor ons een landverschuiving heeft plaatsgevonden om 4:00 uur vanochtend. Niemand kan er door. Wel is het af en toe droog en we lopen dan even buiten. Veel is er echter niet te beleven. Verderop is een stalletje waar je iets kunt eten, maar wij behelpen ons met meegebrachte koekjes. Ook komen er steeds jongetjes langs de bus waar je wat kunt kopen. Je ziet aan de buitenkant in welke bus Nepali zitten. Die flikkeren al hun troep zo het raam uit.
Ik denk niet dat we Beni vanavond halen. Hopelijk Pokara wel. Maar wat dan morgen als de landelijke staking is? Gelukkig hebben we een grote bus waarin ieder een bankje voor zichzelf heeft en zitten we niet opgepropt.
Als we na 4,5 uur door kunnen (met horten en stoten) en we eindelijk de landverschuiving passeren, zien we aan de enorme rij aan de andere kant pas goed hoeveel mensen er vast zitten. Hierna staan we ook nog regelmatig stil en pas tegen halfvijf rijden we weer gewoon door. Een oponthoud dus van vijfenhalf uur.
We gaan ergens lunchen, waarvan ze weten dat het snel gaat. En dat blijkt. Lia zit nog niet aan tafel of er staat al een blad met dalbat voor haar neus. Er lopen allerlei kinderen rond ieder met een pannetje met een gerecht. Daaruit wordt alles op je bord bijgevuld. Zogenaamd onbeperkt dalbat eten.
Om 19:45 uur zijn we in Pokara. We moeten doorrijden naar Beni, vanwege de staking morgen. Normaal vier uur rijden (achtentachtig kilometer). Jammer, dat het donker is, want we denken dat het uitzicht erg mooi is. Het laatste stuk van de weg is erg slecht, ook vanwege de regen die gevallen is. Hierdoor duurt het allemaal wat langer. We komen om 1:30 uur aan. We zijn goed gaar. De bus wordt afgeladen en die rijdt meteen terug. We staan zo'n beetje bij elkaar in het donker. Gelukkig is het droog. De bagage is wel wat nat geworden, maar het valt mee. Alleen het toilettasje en wat ondergoed. Dan krijgen we te horen, dat we niet voor 5:00 uur 's morgens het dorp in mogen. We kunnen dus niet naar de lodge. Er wordt wat heen en weer gepraat. Uiteindelijk wordt er ergens een hok vrijgemaakt waar wat planken bedden moeten voorstellen. We gaan hier met z'n vijven liggen. De rest besluiten te wachten tot 5:00 uur. Wij slapen niet best door de herrie, de stank en de beesten.
Donderdag 7 oktoberBeni
We zijn dan ook niet uitgeslapen. Om 9:00 uur staan we op, pakken alles in en lopen naar de lodge waar de anderen slapen. Dat blijkt een groot, comfortabel hotel te zijn met warme douche. Het is droog en soms schijnt de zon (erg warm) en we gaan in de tuin ontbijten. Dan krijgen we te horen dat niet alleen de auto's en bussen staken, maar ook de paarden. En bloc besluiten we om hier een dagje te blijven. Kunnen we lekker uitrusten, in de tuin zitten, op tijd naar bed, kopje hot lemon drinken. Mooi dat we die dag speling hebben. Meer doen we dan ook niet. We genieten van de tuin met bloemen en vlinders en een enkele roofvogel die overvliegt. 's Middags wordt het warm en breekt het wolkendek. Het wordt zelfs stralend blauw. We ontmoeten mensen die 'Around Annapurna' hebben gelopen en die ongeveer twintig dagen onderweg zijn. Zij zien vandaag voor de eerste keer de zon!
De eerst week (tot Mustang) slapen we in lodges en eten in de daarbij behorende restaurants. We kunnen zelf kiezen uit de menukaart. 't Is makkelijk voor de dragers en koks. De gemiddelde prijs voor een hoofdgerecht bedraagt 100 rupees (ƒ 3).
Vrijdag 8 oktoberWandeling naar Tatopani
De eerste wandeldag. Totaal zullen we ongeveer tweehonderd kilometer lopen. We volgen de Kali Gandaki-rivier door het diepste dal ter wereld tussen de Annapurna en de Dhaulagiri.
We voegen de eerste twee dagen samen, zodat we een nacht in Jomsom zullen overnachten, waar de andere drie dan ook zullen zijn.
Himalaya Trekking heeft voor ons drie gidsen, een kok met vier hulpjes en twee paardenmannen met veertien paarden geregeld. Daar gaat de grote bagage op, zodat we alleen met onze dagrugzakjes hoeven te lopen. De net voor de vakantie aangeschafte legerplunjebalen doen goede zaken. Als we zien hoe de paarden met de bagage langs de muren en prikplanten gaan. Om 7:30 uur beginnen we te lopen op 825 meter hoogte. Het weer ziet er goed uit en we besluiten in korte broek te gaan lopen. Dat dat een goed idee is, blijkt later. Grotendeels van de dag is zonnig; soms wat wolken.
Als we ergens regen kunnen verwachten, dan is dat deze eerste week. We lopen vandaag naar Tatopani, z'n twintig kilometer. Best wel een grote afstand voor een eerste dag, want het gaat natuurlijk omhoog en omlaag. Het is erg druk op het pad: er lopen honderden ezels. Deze ene kom je tegen, de andere haal je in, want ze lopen net iets langzamer dan wij. Soms lopen ze in de weg en moet je ze wegduwen. Onderweg zien we veel grote prachtig gekleurde vlinders. Sommige lijken net verdorde bladeren en als ze gaan vliegen, hebben ze aan de binnenkant een heldere blauwe kleur. Schitterend.
Het pad is soms erg modderig en soms erg smal. En als je dan naar beneden glibbert, krijg je af en toe een duw van een ezel die achter je loopt. We horen de hele dag het gerinkel van de bellen die de ezels om hebben. Ook komen er vaak grote kuddes schapen tegen die per kudde gekleurd zijn: blauw, groen, roze. Dat passeren geeft soms problemen want de schapen zijn erg bang en durven er niet langs. We zien ook veel dragers die enorme pakken dragen. Soms komt er een enkele toerist ons tegemoet.
Onderweg pauzeren we regelmatig om wat te drinken en om 13:00 uur stoppen we in Tiplijang voor een lunch. De waterprijs loopt hier al op. In Beni betaalden we 25 rupees; hier is het al 45 rupees. We eten tomatensoep met (erg veel) knoflook. We drinken liters thee met suiker. Die zit er altijd al in. Je moet 'black tea no sugar' bestellen. Anders krijg je thee met melk en suiker; soms met zout.
Na anderhalf uur gaan we weer verder. Er zijn geen ezels meer. Zagen we 's morgens alleen wat witte toppen boven de wolken uitsteken, 's middags zien we de Nilgiri South (6.765 meter) helemaal helder liggen. Met de erg groene rijstvelden op de voorgrond is het een schitterend gezicht.
Om 17:45 uur komen we eindelijk in Tatopani aan. Het is een erg lange wandeling geweest. Het is gelijk ook de langste, geloof ik. We zitten op een hoogte van 1.190 meter.
Zaterdag 9 oktoberWandeling naar Ghasa
Lia zit 's morgens onder de vlooienbulten. Het zijn er zoveel, dat ze niet te tellen zijn.
Om 8:00 uur vertrekken we. De lucht is helder blauw. Het zal een warme dag worden. Hadden we gisteren last van ezels, vandaag zijn het schapen en geiten. Duizenden. Vooral de grote hangbruggen durven ze niet over. Ze moeten er echt overheen getrokken worden. 'Als één schaap over de dam is .... gaat hier ook niet echt op. Soms volgen er een paar aarzelend, maar dan draaien ze halverwege weer om. En aan het eind van de brug staat dan ook nog een groepje enge toeristen. Daar zijn ze ook zo bang voor. Het zijn een stelletje schijters. Er staan een stuk of tien schapen voorop te bibberen en te beven en ze durven er echt niet langs.
In Dana drinken we thee. We hebben prachtig uitzicht op de Annapurna South (7.219 meter). Het is hartstikke helder.
Het lopen gaat goed. We zijn zelfs helemaal niet stijf van gisteren. We lunchen met uitzicht op een grote waterval. Het is een idyllisch plekje. We eten macaroni (zonder tonijn; foutje van Marijke).
De schapen en geiten zijn 's middags nog erger en soms houdt het behoorlijk op. Ze zijn mooi gekleurd. De bruggen durven ze echt niet over. De eerste moet er overheen gesleurd worden. Er wordt aan zijn horens getrokken en het schaap houdt zijn poten helemaal stijf. Er volgt een klein groepje, maar halverwege stopt dat weer en willen ze omdraaien. Ze zijn banger van ons dan van de Nepali; waarschijnlijk ruiken we anders.
't Is een prachtige tocht om te lopen. Erg groen met regelmatig uitzicht op de verschillende besneeuwde toppen. Aan de overkant van de rivier vindt een rotsverschuiving plaats. Af en toe komen we door dorpjes, waar alle kinderen een nieuw woord kennen: namaste pen.
's Middags is het af en toe wat bewolkt. Dat is wel lekker, want vanaf Dana is het klimmen begonnen. Het gaat aardig op en neer terwijl we de rivier Kali Gandaki blijven volgen. Om 16:30 uur komen we in Ghasa aan. We zijn blij dat we er zijn, maar het blijkt een erg lang gerekt dorp waar geen einde aan komt. Onze lodge is de laatste van het dorp: een kilometer verderop en honderd meter hoger. We ploffen neer in de prachtige tuin vol met bloemen. De douche is lauw, maar we knappen er wel van op.
's Avonds eten we pizza met paddestoelen. We zitten op 2.010 meter hoogte.
Zondag 10 oktoberWandeling naar Tukuche
's Morgens is het weer strak blauw; 's middags bewolkt. Het is nog wel wat frisjes, maar als we om 8:00 uur beginnen te lopen, is dat snel over. We krijgen prachtig uitzicht over de verschillende toppen. Het is erg helder en aan alle kanten duiken besneeuwde bergen op. We staan dan ook regelmatig stil om het landschap te bewonderen.
Het wordt drukker op het pad met tegenliggers. Vandaag geen ezels of schapen, maar mensen. Praktisch allemaal Nepali, die het bekijken waard zijn. Ze gaan erg kleurrijk gekleed en ze hebben mooie verweerde hoofden. De vrouwen dragen vaak gouden oor- en neusringen. De dragers sjouwen enorme pakken, sommige hebben grote tonnen op hun rug, waar vijfhonderd liter in kan. De meeste lopen op slippers, sommige op blote voeten; sommige op sport-/bergschoenen. Ze komen van een feest in Muktinath en zijn allemaal op weg naar huis. De hele dag houdt de stroom van Nepali niet op. Het is een werkelijk schitterend gezicht. Aan het eind van de middag loopt het pad langs de brede rivierbedding. Hier kun je het pad goed overzien en zie je de enorme hoeveelheid mensen.
Het landschap verandert langzaam. Eerst oerwoud, nu komen er steeds meer naaldbomen en wordt het al kaler. Ook zijn er meer Tibetaanse invloeden: we zien de eerste gompa's en gebedsvlaggen.
Om 16:30 uur komen we in Tukuche aan op een hoogte van 2.485 meter. Al bij al een prachtige dag.
Maandag 11 oktoberWandeling naar Jomsom
's Morgens gewoon om 6:30 uur op, ontbijt om 7:15 uur en vertrek om 8:00 uur. Vanwege de eerder genoemde wijziging lopen we vandaag niet naar Kagbeni, maar stoppen we in Jomsom (2.713 meter). Slechts vier uur lopen. Het is 's morgens bewolkt, maar als we vertrekken is het alweer grotendeels opgeklaard en de zon schijnt al snel. Het pad is vandaag vrij vlak, weinig klimmen en dalen. Er komen nog steeds mensen uit Muktinath, maar niet meer zoveel als gisteren. Wel erg veel toeristen. Daar wordt het nu wel druk mee. We krijgen prachtig zicht op de Nilgiri.
Marpha is de appelplaats van de streek. Die appels zijn wereldberoemd hier in de buurt. Er zijn grote boomgaarden die de hele streek van appels voorziet. We bezoeken hier het Tibetaanse klooster, dat we van binnen mogen bekijken. Het ziet er mooi uit. Ook het uitzicht over de plaats met z'n veel gebedsvlaggen is prachtig.
In Jomsom zitten Gabriëlle, Dirk en Xandra op ons te wachten. Zij zijn gisteren komen vliegen en hebben vandaag een acclimatiseringdag. In het restaurant van het hotel wordt bijgepraat en het is erg gezellig.
's Middags posten we de kaarten voor thuis. Sinds gisterenmiddag waait het flink. Dat schijnt hier altijd zo te zijn. De wind komt ook altijd uit dezelfde richting. Voorlopig hebben we 'm nog mee.
De rest van de dag doen we niet zo veel. We rusten lekker uit. Kumar, onze gids, komt vertellen dat je in Mustang niet mag video-en. Eerdere berichten waren dat je 100 US$ per camera moest betalen (voor foto's niets). Hij is achter de permit aangegaan voor de video, maar het is hem niet gelukt. Het mag gewoon niet. Je moet je camera bij het chequepoint inleveren en na afloop krijg je hem terug. Er wordt gewaarschuwd tegen illegaal filmen: als je wordt betrapt, wordt je camera ingenomen en krijg je hem niet terug. Martijn kan met zijn camera ook foto's maken; misschien vinden ze dat goed.
Dinsdag 12 oktoberWandeling naar Kagbeni
Vandaag maar een klein stukje naar Kagbeni, dat op 2.810 meter ligt. We zijn vier uur onderweg inclusief pauzes. Het is een vrij vlak stuk en het loopt makkelijk. Kagbeni is de toegangspoort tot Upper Mustang. Als we 's middags in het dorpje wat ronddwalen, lopen we tegen een stopbord aan. Je mag hier alleen voorbij met een permit. We bezoeken het klooster, dat vijfhonderdtweeëntwintig jaar oud is. Er is geen geld van restauratie en daarom is het waarschijnlijk sinds kort opengesteld voor toeristen. Toegang 100 rupees.
Kagbeni is een dorpje met slechts tweehonderd inwoners. We zijn er dan ook snel doorheen. Bovendien waait het vrij hard. Terug in hotel Annapurna nemen we voorlopig de laatste (warme) douche. We hebben zowaar een eigen badkamer met douche en wc. Het heeft wel wat in om warm water uit de kraan te krijgen, maar dan is het ook lekker heet. Tussen de middag ontstaat er wat verwarring bij de lunch. Het is gebruikelijk dat wij zelf alles opschrijven in het grote boek en dat afgeven bij de keuken. Wij schrijven tonijnsalade op en de kokkin komt terug met het boek. Ze spreekt niet zo goed Engels dat we elkaar begrijpen. Zij zegt dat er geen tonijnsalade gemaakt kan worden zonder brood en salade. Wij snappen het niet en vragen wat er niet is. Er is echter tonijnsalade, brood en salade. Wat is dan het probleem? Wij hebben alleen tonijnsalade opgeschreven, terwijl we ook de rest willen hebben. Dat had zij weer niet begrepen.
De kinderen en de mensen spreken een aardig woordje Nederlands. Heel grappig hoe ze soms met Nederlandse woorden op de proppen komen.
Er is hier geen elektriciteit, dus zitten we 's avonds gezellig om de olielamp. Lia eet als toetje appelfritters. Heerlijk.
Woensdag 13 oktoberWandeling naar Chele, Mustang
Vandaag is de dag: we gaan Mustang in. We moeten ons eerst laten inschrijven en iedereen moet het register tekenen. Na een half uur kunnen we op weg. Er moet hier altijd verplicht een liaison officier mee die permits moet regelen. Wij hebben die van ons Snuiter genoemd, zodat we over hem kunnen praten zonder dat hij het door heeft. De officier van een andere groep die we een paar keer tegen komen, noemen we Snuf.
We gaan gelijk een stuk omhoog. De hele dag zal het op en neer gaan. Niet erg omhoog en niet erg omlaag. We lopen vlak langs de rivier. Vaak gaan we omhoog over erg smalle paadjes, die vol met los gruis liggen. We lopen vlak langs de afgrond die erg steil en erg diep is. Uitkijken dat we niet wegglijden. Soms is het erg steil naar beneden.
We gaan van 2.810 meter naar 3.070 meter. We zijn amper op weg of de voorsten komen teruggerend. Op een hoger geleden stuk berg lopen geiten en schapen die stenen naar ons gooien. Ze veroorzaken losse (soms flinke) stenen die naar beneden kletteren. We kijken het even aan en als het wat rustiger is, rennen we dat stuk.
We krijgen adembenemend uitzicht te zien. Prachtig uitzicht over de bergen, de rivier en hier en daar een dorpje. Het is erg ruig. Vooral de kleuren van de rotsen zijn prachtig. Vreselijk mooi gekleurd: rood, wit, grijs.
We lunchen in de buurt van Tangwe. Er zijn hier een paar schuurtjes waar de kok uit de wind soep en thee kan klaar maken. We krijgen champignon-creme-soep en eten de zelf meegebrachte lunch op. Bij het ontbijt hebben we chapati's met kaas gemaakt, een rol koekjes, een stuk chocolade en een appel ingepakt.
Het waait erg hard vandaag. Vanaf tienen begint dat steeds en het duurt tot het donker wordt. Mustang staat bekend om de wind die altijd uit het zuiden komt, en de droogte. Het regent er nauwelijks. Het enige water is het smeltwater van de bergen. Iedereen zit 's avonds dan ook onder het zand. Dicht bij Chele slaan we de tenten op. De haringen gaan moeilijk de grond in. Voor de rest zijn de tenten makkelijk op te zetten. In de grote tent krijgen we thee en popcorn. Af en toe is er een windvlaag en dan zien we het zand door de tent stuiven. We hebben het idee dat het vandaag wel mee valt en dat het nog erger zal worden.
De plaatselijke bevolking is op het land bezig om de oogst binnen te halen. Regelmatig zien we mensen (ook kinderen) met grote bossen stro. Met lange latten wordt dat platgeslagen door de mannen. De vrouwen scheiden het kaf van het koren met rieten manden.
We hebben van 8:15 uur tot 16:15 uur gelopen (vijfenhalf uur echt gelopen).
's Avonds eten we bij kaarslicht patat, pasta en groente. Lekker. We gaan op tijd naar bed voor we zelf koud worden.
Donderdag 14 oktoberWandeling naar Geling, Mustang
We krijgen elke ochtend thee op bed en een kommetje warm water. Dat is in Mustang de enige mogelijkheid om ons te wassen.
Er zit 's morgens ijs aan de buitenkant van de tent, terwijl het binnen 10,8º werd. Na een uitgebreid ontbijt gaan we weer op pad. Het wordt een zware dag: een pas van 3.700 meter en twee van 3.950 meter.
Het gaat gestaag omhoog. De uitzichten zijn fenomenaal. Grote canyons, dorpjes, sneeuwbergen. Het groen begint enigszins te kleuren in herfsttinten en daardoor wordt het nog mooier. Op een mooi stukje gaan we even rusten, wat eten en drinken (op 3.600 meter). We hebben prachtig uitzicht over de besneeuwde Himalaya met op de voorgrond de grillig gevormde rotsformaties en boven de bergen de blauwe lucht. Het waait zowaar nog niet. We zitten heerlijk in de warme zon te genieten. We lopen nog steeds in T-shirt.
's Middags moeten we weer een pas over: de Jemdo-pas op 3.945 meter. Het uitzicht en de bergen blijven prachtig. We krijgen er geen genoeg van. We dalen een klein stukje en lopen dan weer omhoog naar de Shyammochen-La op 3.950 meter. Eenmaal boven om 14:30 uur begint het te waaien. Gelukkig niet zo hard. Als we later in de schaduw van de bergen komen te lopen, wordt het frisjes.Om 16:30 uur komen we op de overnachtingplaats aan (in de buurt van Geling). Snel worden de tenten opgezet en dan is de thee al klaar. Dit keer met kroepoek. Om 18:30 uur eten we nasi, aardappelen met sesam, wortelen en broccoli. Lekker. Fruitsalade toe. Iedereen vult zijn waterfles met gekookt water. Zo heb je 's nachts een lekkere warme kruik en 's morgens koud drinkwater. We slapen op een hoogte van 3.745 meter.
Vrijdag 15 oktoberWandeling naar Tsarang, Mustang
's Nachts was het 5,9º in de tent. Al vroeg schijnt de zon op de tenten, zodat ze even kunnen drogen.
We vertrekken zoals gewoonlijk om 8:00 uur. Al snel komt de eerste pas in zicht: de Tamagaon-gompa op 3.945 meter. We merken wel dat de uren van gisteren nog in onze benen zitten. Na de lunch in Ghemi wacht de tweede pas: de Tsarang La op 3.920 meter. Onderweg passeren we de langste mani-muur van Nepal. Tsarang is de overnachtingplaats op 3.520 meter. Het is wel een aardig dorp. We zitten op het terrein van de zuster van de koning. Die man daarvan vertelt dat 's winters de helft van de bevolking naar India, Pokara en Kathmandu vertrekt vanwege de kou en om handel te drijven. Wat ouderen blijven over en zorgen voor het vee. In het huis drinken we thee met popcorn. De gidsen zetten ondertussen de tenten op. Wat een luxe. Hierna wandelen we nog even het dorp in en bezoeken het Charang Darjee Dhen Gumba. Deels oud; deels nieuw. Het klooster ligt prachtig in de zon tegen de besneeuwde Himalaya. 's Avonds eten we, jawel, boerenkool met worst.
Zaterdag 16 oktoberWandeling naar Lo Manthang, Mustang
's Nachts was het 5,3º in de tent. Vandaag wordt het een korte dag om te lopen. Maar goed ook, want iedereen zit er een beetje doorheen. Het lopen op zich gaat goed, alleen voor 'berg op' hebben we geen puf meer. Toch moeten we eerst de rivier oversteken; wat een daling en klim betekent van zo'n honderd meter. Nu moeten we nog een pas over van 3.900 meter. Van hieruit hebben we een geweldig gezicht over Lo Manthang, de hoofdstad van Mustang met de (deels besneeuwde) bergen op de achtergrond. Dit ligt op 3.750 meter hoogte. Ze steken fel af tegen de immer blauwe lucht. De zon brandt goed, maar door de wind is het koud op de top. We blijven dan ook niet lang en dalen af naar de stad. Nou ja, stad. Er wonen duizend mensen.
We zijn nog maar net gearriveerd als de eerste verkopers uit het dorp hun kleedjes neerleggen met daarop hun waren.
Na de lunch zetten we snel de tenten op en gaan op verkenning uit. Lo Manthang heeft een grote stadsmuur waarbinnen alles afspeelt. Ook een koninklijk paleis staat er. Kamperen binnen de stadsmuren is verboden; we staan er net buiten. We dwalen door de nauwe straatjes en zien allemaal kleine deuren. Martijn past er helemaal niet door. Er stroomt ook een riviertje (dertig centimeter breed) door de plaats. We gaan eerst op zoek naar het postkantoor, want we willen van hieruit wat kaarten versturen. Maar het is zaterdag en dan is alles dicht.
Morgen is het wel open.
Als we op een pleintje komen, zien we verschillende mensen lekker in de zon zitten. Als ze de landkaart (met plattegrond van Lo Manthang) in onze handen zien, moeten we dichterbij komen en iedereen wil de plaatjes aan de buitenkant bekijken. We laten ze rustig kijken en na een poosje maakt Martijn wat foto's met de videocamera. Als hij die aan alle mensen laat zien op het schermpje, komen er steeds meer mensen en allemaal vinden ze het prachtig. Ze vragen er geen geld voor, terwijl we gewaarschuwd waren, dat we soms wel 100 rupees zouden moeten betalen.
Op ons gemak wandelen we terug naar de camping en rusten lekker uit met de bedoeling morgen weer terug te komen. Een paar uurtjes rust kunnen we wel gebruiken.
's Avonds krijgen we taarten: groentetaart met patat en aparte warme groente en appeltaart na.
Zondag 17 oktoberLo Manthang, Mustang
We ontbijten op ons gemak buiten. Weer krijgen we een taart: een soort cake. Lekker. Er zitten nu al verkopers en een wil Martijn z'n schoenen erg graag hebben. Martijn wil wel ruilen tegen een souvenir, maar bij nader inzien zijn z'n schoenen te groot. Lia's schoenen zijn meer zijn maat, zegt hij. In Mustang zijn wel schoenen te koop, maar die verslijten erg snel. Daarom willen ze graag westerse schoenen. Lia's schoenen moeten echter meer opbrengen, omdat die veel nieuwer zijn. Hij heeft echter niet veel souvenirs die wij zouden willen hebben. De ruil gaat dus niet door.
We dwalen nogmaals op ons gemak door de straten van Lo Manthang en maken nog wat foto's. We kopen postzegels en doen de kaarten op de bus. Benieuwd wanneer ze aankomen (op 1-12-1999). Een paar vrouwtjes wil graag dat Martijn een foto van ze maakt met de videocamera, zodat ze dat terug kunnen zien. Ze willen niet gewoon op de foto. Na het ontbijt wordt het schaap geslacht dat we al eerder in een hoekje hebben zien staan. Het is weer eens een feestdag en wel zo een, dat er veel beesten geslacht worden. Tijdens de lunch krijgen we schapencurry.
's Middags is iedereen lekker lui en doen we niet zoveel. In het hokje waar we 's avonds eten staat gelukkig een olielamp, zodat het hier snel warm wordt. Het wordt koud door de wind die 's middags opsteekt. Die gaat weer liggen als het donker wordt.
Maandag 18 oktoberWandeling naar Ghar-gompa, Mustang
't Is zowaar bewolkt en dat zal het een paar uurtjes blijven. Als ontbijt krijgen we telkens wat anders: toast, pannenkoeken, gebakken brood met kaas, taart. Vandaag is de pap aan de beurt. Gelukkig staan de spullen voor de lunch er ook al, zodat Lia daarvan kan eten. Zij eet geen pap.We gaan terug, wat inhoudt dat we vanaf vandaag de zon in het gezicht hebben en de wind van voren. Omdat een paar er helemaal doorheen zit en de meeste verkouden zijn dan wel erg hoesten, besluiten we een makkelijkere route terug te nemen dan die op het programma staat. Dan hoeven we minder te klimmen en te dalen en zijn er minder wandeluren. Niettemin staat voor vandaag de hoogste pas van de vakantie op het programma (4.350 meter). Als we eenmaal weer aan het lopen zijn, gaat het wel weer. Wederom hebben we prachtig uitzicht. Het pas is niet steil en loopt geleidelijk op. Net voor de lunchplaats moeten we, zoals gewoonlijk, weer afdalen voor een rivierbedding en dan weer omhoog. Denk je dat je er bijna bent.
De Ghar-gompa tussen Marang en Lo Ghekar heeft nieuwe felgekleurde vlaggen die van verre al opvallen. Het geheel ligt in een oase van geel gekleurde bomen. In de verte is de Annapurna zichtbaar. De wind valt mee. Na de lunch ligt iedereen voor pampus in de zon. Er zit totaal geen fut meer in. We zitten wel op 3.910 meter hoogte. Eigenlijk niks gek dus.
We willen graag het Ghar-gompa klooster bekijken, maar dat ligt weer 65 meter hoger. We hebben niet zoveel puf, maar we doen het toch maar. En daar krijgen we geen spijt van. De gompa uit 1325 is prachtig van binnen. Allemaal kleine stenen nisjes met gebeeldhouwde figuren. De ruimte erachter mogen we ook bekijken. Hier staan talloze kaarsjes, waardoor hierbinnen alles maar dan ook alles pikzwart is geworden. Er zijn een paar stukjes schoongemaakt die prachtig gekleurde figuren laten zien. Er staan buiten veel terra gekleurde gompa's met vlaggen erop. Die steken prachtig af tegen de bergen met hun besneeuwde toppen. We hebben een weids uitzicht. Schitterend.
We eten spaghetti met aardappelen en groente. Saroma toe.
Dinsdag 19 oktoberWandeling naar Chemi, Mustang
Vanaf de Ghar-gompa gaan we weer op weg. We zien wel wanneer we stoppen.
't Is een prachtige route. We verbazen ons erover dat het uitzicht elke dag weer zo anders is. Vandaag veel rode rotsen die prachtig afsteken tegen de gele bomen, de witten bergen en de blauwe lucht. In de rotsen zitten veel gaten. Wanneer die gemaakt zijn en waarvoor weet niemand. Ze schijnen vroeger bereikbaar te zijn geweest toen het water veel hoger stond.
We beginnen de dag met een pas van 4.180 meter, hierna is het voornamelijk naar beneden. We lunchen in Chemi op 3.690 meter. De dag is goed begonnen, zoals altijd. Maar langzamerhand komt er meer bewolking. En als we aan het lunchen zijn, begint het zowaar te regenen. Regen! In Mustang! En dat terwijl de kans daarop 0,0 is. We besluiten hier te blijven, omdat de pas die we over moeten niet meer te zien is door de (regen)wolken. In de spetters worden de tenten snel opgezet. Op zich valt het allemaal wel mee. Af en toe wat spetters; echt nat word je er niet van. Door de laaghangende bewolking wordt het 's nachts minder koud (7º).
's Avonds eten we hutspot met worst. Als altijd krijgen we er apart een groenteprutje bij. Dit keer een soort snijbonen en een erwtenprutje. Ook is er elke avond een koolsalade.
Woensdag 20 oktoberWandeling naar Shyammochen, Mustang
Hoger in de bergen heeft het 's nachts gesneeuwd. We zien duidelijk verschil met gisteren. Gelukkig is het bij ons droog gebleven.
Als ontbijt krijgen een soort vispastei. Erg lekker. Hierna gaan we weer op weg. Vandaag twee passen van zo'n 4.000 meter; een meteen en een 's middags na de lunch. Het weer wordt minder. Er is meer bewolking en daardoor kouder. Bovendien staat er een fris windje dat we nu tegen hebben. Op de heenweg liepen we altijd in T-shirt; nu in ieder geval een trui en soms een jas. Nog steeds zijn er prachtige uitzichten. We lunchen in Geling bij een familie binnen. Ze hebben altijd een mooie kamer met banken tegen de muren en wat gelakte kastjes die als tafel dienen. Overal hangen dezelfde platen aan de muur. Met een aantal gaan we nog even bergop om een gompa te bekijken. Een steil pad. Het klooster is wel aardig. Ze wijzen ons naar een iets hogere gompa en vertellen erbij dat daar allerlei oude dingen te zien zijn. We lopen een nog steiler paadjes op en boven blijkt, dat alleen de mannen naar binnen mogen. Waarom weet niemand. Er is ook niets bijzonders te zien. Weer terug bij de lunchplaats, gaan we gelijk weer op weg voor het laatste stuk van vandaag. Meestal stoppen we op het hoogtepunt en wachten daar tot iedereen weer bij elkaar is. Maar het waait er koud en we lopen meteen door naar Shyammochen, waar we overnachten. We gaan eerst thee drinken (met kroepoek). Even later begint het zachtjes te regenen. We eten nasi en patat met pindasaus. Iedereen smult er van. Fruitsalade toe. Als we terug naar de tent lopen, is de regen overgegaan in natte sneeuw.
Donderdag 21 oktoberWandeling naar Chele, Mustang
Geweldig! Er ligt tien centimeter sneeuw. Het ziet er allemaal schitterend uit. Als we ons net na zessen de tent uitwurmen, heeft de zon juiste de hoogste toppen in vuur en vlam gezet. De sneeuw valt hier elk jaar, maar pas in december. Ook de ijsafzetting op de tenten van de afgelopen dagen is meestal veel later. Het is dit jaar vroeg winter.
We vegen de sneeuw met de theekoppen van de tenten, zodat ze als de zon eenmaal zover is, kunnen drogen. Na het ontbijt met ijsbergtaart (ronde cake met een berg slagroom) wordt de tijd gedood met een sneeuwballengevecht. Dit verbroedert.De liaison officier hebben we ondertussen omgedoopt tot Lazy Officer, omdat hij lui is. Hij doet niets, wil niet in een tent slapen vanwege de kou, eet alle strepsils op, levert teveel commentaar in de keuken (waar hij altijd zit, want ons kan hij niet verstaan), loopt constant in de weg tijdens de wandelingen en last but not least: hij praat veel te veel. Kortom hij irriteert ons. Esther heeft hem stil gekregen, door hem te vertellen dat we ook voor de stilte naar Nepal zijn gekomen. Kumar gaat voorstellen om zo'n officier voortaan maar thuis te laten, omdat hij eigenlijk niets toevoegt aan deze reis.
Als de zon achter de bergen tevoorschijn komt, wordt het meteen warm. Jassen gaan uit; even later volgen de truien. De tenten drogen snel en worden ingepakt als ze droog zijn. Al met al vertrekken we zo anderhalf uur later dan gepland.
Het is een prachtig gezicht. Het is ook vreemd; sommige bomen zijn nog gewoon groen en dan ligt er sneeuw op. Het pad is het grootste deel goed te lopen. In de zon smelt de sneeuw erg snel. En omdat het hier zo droog is, trekt het water snel de grond in.
Door de sneeuw lopen we in T-shirt, zo warm is het. Als we op de eerste pas komen (Jemdo-pas op 3.945 meter) waait het ook niet en is het warm. Het is een schitterend plaatje. Aan alle kanten zien we besneeuwde bergen, gebedsvlaggen en beneden in de verte akker en bomen met gele herfstbladeren, terwijl wij in de sneeuw staan. Lekker zonnetje erbij. Er cirkelen een paar roofvogels rond. Er worden talloze foto's gemaakt incl. een groepsfoto met de zelfontspanner. Soms lopen we over modderige afdalingen, als we door de rivieren moeten; soms over glibberige, smalle paadjes. We dalen snel af en slechts een half uurtje later lijkt het wel herfst: veel afgevallen bladeren en verkleurde bladeren en er ligt geen sneeuw op het pad. Tijdens de lunch is het lekker warm en we zitten naast geel gekleurde bomen. We kunnen ons nauwelijks voorstellen dat we vanochtend sneeuwballen gooiden. Als we verder afdalen naar Chele (3.110 meter) wordt het echt warm en er staat helemaal geen wind. Zo zijn we vandaag van winter naar herfst naar zomer gelopen. Een vreemde gewaarwording.
De afdaling naar Chele is echt spectaculair. Prachtige gele rotswanden, diepe afgronden, diepe kloven, de witte bergen in de verte, af en toe een dorpje met geelgroene bomen. We genieten volop.
We zetten voor de laatste keer de tent op; de laatste overnachting in Mustang. Als laatste toetje krijgen we chocoladevla met een toefje slagroom. 's Avonds is het bewolkt, maar het blijft droog.
Vrijdag 22 oktoberWandeling naar Kagbeni
De laatste dag in Mustang. Weer een stralende dag met alleen maar zon. We laten de tenten staan, zodat ze kunnen drogen. Een van de gidsen blijft achter en breekt ze af als ze droog zijn.
Een niet zo lange en moeilijke wandeling terug naar Kagbeni staat vandaag op het programma. Het is dezelfde weg als de heenweg. Maar omdat de zon nu anders staat en we de andere kant oplopen, geeft het toch een heel ander beeld.
's Middags zijn de paadjes weer erg smal en de afgrond erg diep en steil. We gaan meer op en neer dan we herinneren van de heenweg; de lastige stukken zijn we alweer vergeten. Het waait wat harder dan de afgelopen dagen. Op zich is de wind ons erg meegevallen. We waren gewaarschuwd dat de wind erg straf zou zijn. Door de wind komt op zo'n smal paadje een stenenlawine naar beneden. We vinden het niet veilig, want sommige stenen zijn erg groot. We draaien om en kunnen een klein stukje terug naar beneden. We lopen een deel door de rivierbedding; hier kan dat gelukkig. Even later moeten we steil omhoog om weer op het pad te komen. Het pad gaat weer lekker op en neer langs de rivier en om 15:00 uur komen we weer in Kagbeni aan. We logeren in dezelfde lodge als de vorige keer en ook in dezelfde kamer. Na een heerlijk colaatje (de eerste in tien dagen) nemen we een warme douche (ook de eerste in tien dagen). Hier knappen we erg van op.We moeten weer een lijst maken van wat we 's avonds willen eten. De hele staf wordt 's avonds door ons getrakteerd. Als altijd eten ze dalbat. Het valt ons mee dat ze bij ons willen zitten; meestal zijn ze te verlegen. Eelco vertoont z'n kunsten en neemt namens de groep afscheid van de keukenploeg en een paardenjongen.
Zaterdag 23 oktoberWandeling naar Muktinath
Esther, Dirk en Xandra gaan meteen door naar Jomsom. De rest wandelt naar Muktinath. De hele weg gaat omhoog (drie uur lang) en in die tijd klimmen we zo'n achthonderd meter. Het is een prachtig pad met mooie vergezichten en prachtige herfstbomen. Het eerste deel is vrij steil; de rest gaat geleidelijk omhoog. Na de lunch gaan we het nog honderd meter hoger gelegen gompacomplex bekijken. Het is een bedevaartplaats zowel voor boeddhisten als voor hindoes uit heel Nepal en India. Er is een eeuwig brandende vlam boven een stroompje water. Deze combinatie samen met lucht is erg heilig.
Het dorp is erg toeristisch. De meeste mensen komen vanaf de andere kant en lopen 'Around Annapurna'.
's Middags bekijken we de souvenirstalletjes en de mensen die binnen komen wandelen. Later wordt er druk jahtzee gespeeld.
Zondag 24 oktoberWandeling naar Jomsom
De laatste wandeldag. Iedereen is het ook een beetje zat. We hoeven vandaag alleen maar naar beneden en daarom wordt er flink gerend. Het is een stukje verder dan gisteren, want we gaan naar Jomsom. 's Middags eten wij in het Hil-ton restaurant en daarna lopen we door de rivierbedding die vol met stenen ligt. Voor de eerste keer hebben we vrij harde wind (en stof) tegen. Soms vallen er stenen van de berg. We zijn blij als we om 14:45 uur het Moon-light hotel in Jomsom bereiken. We krijgen allemaal de permitkaart van Mustang die vol met stempels staat.
Maandag 25 oktoberNaar Pokhara
Vandaag vliegen we naar Pokhara. Dat is tenminste de bedoeling. Het mag niet te hard waaien, want dan kan het vliegtuig niet landen. We vliegen om 9:55 uur met Cosmic-air en omstreeks die tijd komt meestal de wind. Voor negenen zijn we al op het vliegveld waar we in twee minuten naar toe gewandeld zijn. Er is geen x ray en aan de bagage wordt wat gevoeld. Dan mogen we de wachtruimte in. Om 9:30 uur landt er een vliegtuig, maar dat is nog niet de onze. Even later roept een Nepalees, dat onze vlucht is geannuleerd wegens een technisch mankement. Of we ons maar even willen melden aan de balie. Hier krijgen we te horen, dat er in ieder geval vandaag niet meer gevlogen wordt. Balen. Gabriëlle, Dirk en Xandra moeten eigenlijk weg, want die vliegen morgen alweer door. En wij willen ook, want in Jomsom is niets te beleven. We staan er wat besluiteloos bij als iemand komt melden, dat we wel een helikopter kunnen huren. Dat betekent wel US$ 95 p.p. extra. En er kunnen maar negen personen mee. De drie willen meteen en wij ook. We willen hier helemaal niet blijven en bovendien moet je maar afwachten of je morgen wel weg kunt, want de geplande vluchten zijn volgeboekt. Uiteindelijk besluit iedereen te gaan (dus twee vluchten) en daar krijgen we geen spijt van. Het is een schitterende vlucht langs de Dhaulagiri en de Annapurna. Lia mag voorin zitten en heeft prachtig uitzicht. De bergen zijn helder behalve vlak bij Pokara. Het is mooi om te zien hoe de helikopter zo'n bergpas overgaat.
In Pokara zitten we in hotel Motherland vlakbij het meer. Na een verkwikkende douche gaan we naar restaurant Boomerang dat we ons van vijf jaar geleden herinneren. Er is niets veranderd en we gaan in de schaduw van een paar bomen zitten. We zitten aan het meer en hebben uitzicht op de Macchapuchare. Heerlijk. Het is hier een stuk warmer en geen wind. We zitten nu op 880 meter. 's Avonds eten we bij Hungry Eye. We zijn voor het laatste met z'n allen wij elkaar. Eindelijk drinken we een biertje.
Dinsdag 26 oktoberPokhara
We gaan weer wandelen. We geloven het zelf niet. De Macchapuchare ligt er goed helder bij en die willen we gaan bekijken vanaf de bergen aan de overkant van het meer. We gaan met de taxi (100 rupees) een eind het water om. Dan lopen we naar boven naar het Tibetaans boeddhistisch klooster. Het pad is vrij vaag en soms helemaal niet te zien. We zien het klooster meestal wel liggen en houden maar een beetje die kant aan. Soms vragen we de weg. Na een uur zijn we boven en onze inspanning wordt beloond. We hebben schitterend uitzicht over Pokara, het meer en de bergen erachter. Ze liggen al wel wat in de wolken, maar de toppen zijn helder. Een prachtig, weids uitzicht. De tocht naar beneden is makkelijker doordat we het juiste pad vinden.
We eten weer wat bij Boomerang voordat we om 14:00 uur afscheid nemen van Gabriëlle, Dirk en Xandra. Ze hebben een andere vlucht en moeten al vertrekken. Daarna houden we siësta.
Vervolgens gaan we op zoek naar een gebedsmolen. We weten ondertussen wat we willen hebben en wat die ongeveer moet kosten. We vinden een mooie en willen de damesmaat; de heren is te groot, de toeristen te klein. Ze vragen 1.600 en uiteindelijk nemen we hem mee voor 800 (ƒ 24).
's Avonds eten wij de Tibetan Tea Garden. Die herinneren we ons ook nog van de vorige keer en is lekker dicht bij het hotel. Iedereen gaat mee. We zitten gezellig in de tuin bij kaarslicht. We eten o.a. momo's en een Tibetaanse pizza. We hebben heel wat pizza's gegeten deze vakantie, maar deze komt op nr. 1. Heerlijk en uitstekend gevuld.
Woensdag 27 oktoberNaar Kathmandu
Om 6:00 uur worden we opgehaald bij het hotel (Nepali-tijd). Terwijl we staan te wachten, komt er een jochie langs met broodjes. We nemen allebei een heerlijke verse, nog warme cinnamon-rol (à 15 rupees = ƒ 0,45).
Uiteindelijk komt de bus en rijden we naar het busstation. Hier komt hij verder vol en vertrekken we volgens plan om 7:00 uur. De reis gaat voorspoedig en we komen om 14:00 uur in Kathmandu aan. Een behoorlijk snelle tijd gelukkig. Hier krijgen we te horen dat het hotel vol zit (met allemaal Himalaya Trekkers) en we worden naar een ander hotel gebracht. Iets dichter bij het centrum.
Er schijnen problemen te zijn met de vlucht van Kathmandu naar Dacca. Misschien moeten we wel eerder weg en wordt het erg lang wachten op Dacca-airport. We zien wel.
We gaan weer Thamel in: winkeltjes kijken. Het is er erg druk. Vooral met toeterende auto's en motors die veel uitlaatgassen produceren. We eten een lekkere steak in het Everest Steakhouse. Aan te bevelen! In Thamel sluiten alle winkels, want de toeristen gaan eten. Dicht bij het hotel is een markt voor de eigen bevolking met fruit, groente en vlees en hier is nog volop leven.
Donderdag 2 oktoberKathmandu
's Morgens lezen we bij het hotel dat onze vlucht naar Dacca ongewijzigd is. Dat wil zegen dat we om 18:05 uur vliegen. Sommige moeten al om 6:30 uur vertrekken. We boffen; we kunnen beter op een terrasje in Kathmandu zitten dan in Dacca. We nemen een tuktuk voor 100 rupees naar de Pashupatinath, een hindoecomplex vijf kilometer verderop. We zitten gefascineerd te kijken naar alles wat zich hier afspeelt. Veel mensen met offertjes, veel gebeden, verscheidene verbrandingen, zowel aan de arme als aan de rijke kant. Ook is er een babypakje.
We lopen Jan en Ina (collega's) tegen het lijf, waar we morgen pas mee afgesproken hebben. Zo klein is Kathmandu nou toch ook weer niet. We babbelen even en bevestigen de afspraak voor morgen.
We blijven een hele tijd zitten en lopen dan langzaam over een pad naar de Bodnath. Deze boeddhistische stoepa is ongeveer vier à vijf eeuwen oud en ongeveer veertig meter in diameter en veertig meter hoog. Het is het belangrijkste boeddhistische heiligdom in de Kathmandu-vallei. Je ziet hem al van verre liggen, helemaal ingebouwd. Het is een kleine wandeling en als snel staan we er pal voor. We bewonderen de grootheid en de kleurrijkheid. We gaan eerst naar het Stupa-view restaurant waar we hete citroen drinken. Van hieruit ligt het grootste deel van de Bodnath echter in de schaduw en we speuren naar de overkant voor een ander terras. Daar drinken een cola en nemen we een broodje en de nodige foto's. De Bodnath steekt mooi af tegen de blauwe lucht en sneeuw op de achtergrond. We zien de smog over stad hangen. We slenteren langzaam langs alle winkeltjes en nemen een taxi naar Thamel. Het is nog steeds erg warm, zeker op de 1.500 meter waarop we hier in Kathmandu zitten. We slenteren verder op zoek naar Tibetaanse doeken met de blauwe oneindige knoop. Dat is een gelukbrengend en heilig teken in Tibet. We kopen er drie voor 810 rupees.
Langzaam lopen we terug naar het hotel. Onderweg kopen een literfles water voor 18 rupees en anderhalve liter cola voor 50 rupees. In het hotel gaan we op onze verdieping op het terras siësta houden. Nu kan het nog in de zon. Over twee dagen zijn we thuis in de herfst.
Als we heen wandelen voor het eten is in een groot deel van de stad de stroom uitgevallen. In de buurt waar wij zitten met z'n smalle straatjes en ongelijke stenen en veel kuilen in de weg, is het erg oppassen. Sommige winkels hebben een noodaggregaat, sommige doen het met kaarsjes.
Vrijdag 29 oktoberKathmandu, naar Dacca (Bangladesh)
Om 8:00 uur ontmoeten we Jan en Ina bij het Lai-lai hotel. Bij Pompernickel gaan ontbijten en vertellen we elkaar de ervaringen van de afgelopen weken. Hierna lopen we nog een keer door Thamel en gaan op Durbar Square op een tempel in de zon zitten. Na de lunch laten we ons in een fietsbetjah naar het Amar's hotel brengen. We hebben nog wat geld over. De grote bagage is hier ondertussen ook gebracht. Vanwege de problemen met de vlucht naar Dacca, gaan we extra vroeg naar het vliegveld. Dan staan we straks als eerste in de rij en is de kans het kleinst dat we niet mee kunnen. Het grote wachten begint. Om 15:00 uur zijn we op Kathmandu-airport (plaatselijke tijd). De vlucht naar Dacca gaat voorspoedig, maar dan stokt het. In Dacca krijgen we te horen, dat er geen vliegtuig beschikbaar is voor morgenochtend 8:00 uur (een vertraging van acht uur). Met een bus worden we naar een hotel gebracht. We vangen onderweg een glimp op van Bangladesh. Het is donker, wam en vochtig. Op de grote weg zijn aparte rijstroken voor de betjahrijders.
Tegen 22:30 uur roepen ze ons voor een diner: soep, nasi met groente en (hete) kip, banaan. Lekker. Hierna gaan we slapen. Als het goed is (en dat horen ze pas rond middernacht), gaan we 's morgens weer weg.
Zaterdag 30-10 oktoberNaar huis
We worden inderdaad om 6:00 uur gewekt en we gaan met een bus naar het vliegveld. Hier liggen de paspoorten, tickets en instapkaarten al klaar De vlucht gaat verder goed. Het voordeel is, dat we nu een dagvlucht hebben en daardoor uitgeruster in Nederland aan zullen komen. Om16:00 uur plaatselijke tijd landen we in Brussel. Onze bagage was doorgelabeld naar Amsterdam, maar ligt hier wel op de band. Op en top Biman. Eens maar nooit meer.
Er wordt geïnformeerd en om 19:00 uur gaat er een vlucht naar Amsterdam. Die zit echter al vol. We kunnen in de (enorme) rij gaan staan voor de Sabena-balie, onze beurt afwachten en dan nog maar zien of er misschien nog een vlucht is waar we mee kunnen. Wij nemen de trein wel. We kopen een kaartje à ƒ 45 met de eurocard en de trein vertrekt na vijf minuten. In Brussel Noord en Rotterdam stappen we over. Het eerste stuk zitten we in de eerste klas coupé, maar worden niet weggestuurd. Andere buitenlanders ook niet; de Belgen wel. Totaal doen we er met de trein drie uur en een kwartier over. Om 21:45 uur zijn we thuis.
Waterprijs per liter | in rupees |
Kathmundu | 18 |
Beni | 25 |
Tatopani | 45 |
Tiplijang | 50 |
Ghasa | 60 |
Kalopani | 70 |
Jomsom | 50 |
Kagbeni | 70 |
Muktinath | 90 |
Dit was een door Himalaya Trekking voor ons georganiseerde reis.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.