Woensdag 14 maartNaar Pathein
Bij het ontbijt hebben we dezelfde 'personal assistent' als gisteren en hij weet nog precies wat we drinken en hoe we onze eieren willen hebben. Ook hier hebben alleen de keuze uit ei of jam. Wel altijd fruit. Er zitten hele grote vissen in het meer die op de mensen af komen en gevoerd willen worden.
KuYe woont niet zover van deze weg af, in Pugyi, en wil graag zijn familie bezoeken. Hij ziet die maar een paar dagen per jaar. We slaan een zandpad in dat nog net geschikt is voor een personenauto. Bij een brug vertellen twee manen dat die niet veilig is en hij ziet er inderdaad niet best uit. We rijden een stukje terug en dan door de rivierbedding. Dat gaat goed, maar we belanden op een zeer stoffig karrenpad. De sporen worden steeds dieper en het verbaasd ons dan ook niet dat we vastlopen en ook een lekke band hebben . Van alle kanten komt er hulp opdraven. De auto wordt hoog opgekrikt en onder de banden worden klompen klei gelegd. Met wat duwwerk en nog meer klei rijdt KuYe een onbeplante akker op. Dat gaat goed en zo bereikt hij weer de goede weg. Snel daarna zijn we in het dorp. Het is groot en er wonen meer dan 20.000 mensen. Vanuit Bagan heeft KuYe opgebeld dat hij zou komen. Dat telefoontje komt bij het telefoonkantoortje dat slechts twee lijnen voor het hele dorp heeft. De familie wordt begroet alsof hij ze een half uur geleden nog gezien heeft. Veel familie en vrienden komen aanlopen en KuYe brengt de oudste van de familie een donatie. We krijgen allerlei eten, er wordt speciaal bier voor ons gehaald en KuYe heeft bestek meegenomen. Zelf eet men hier met de hand. We maken een wandeling door het dorp en over de markt waar KuYe van alle kanten wordt begroet. Hij geniet er van. Hij onderhoudt zijn hele familie, inclusief broers en zussen met hun families, ooms en tantes, en naar Birmaanse maatstaf hebben ze het behoorlijk goed. In de tuin hebben ze een pomp met water om schoon te maken; het drinkwater wordt bij het klooster gehaald.
Als we terugkomen, is zijn vader, die monnik is, ook gearriveerd. We hebben nog wat brilletjes over en geven die aan KuYe's vrouw die onderwijzeres is. Alle aanwezigen gaan met een brilletje naar huis en sommige zijn daar heel erg blij mee.
Nu zien we eigenlijk pas goed hoe jong de mensen er uit zien. KuYe's vrouw geven we niet ouder dan vijftien jaar, maar ze heeft een zoon van zeventien
Ze zijn ook allemaal even klein en tenger gebouwd.
We rijden dezelfde weg terug en gaan nu wel over de slechte brug. Wij lopen er voor de zekerheid maar over en zien inderdaad een heel stuk erg slecht wegdek. KuYe is blij als hij aan de overkant is. Bij het eerstvolgende dorpje wordt de band geplakt, want je kunt hier niet zonder. De wegen zijn vrij slecht. Niemand rijdt aan de rechterkant van de weg. De meeste rijden in het midden vaak slingerend om het beste stukje weg te pakken.
In Pathein zitten we net buiten het centrum. We lopen daar in een half uurtje naar toe om te eten. Het eerste beste restaurant gaan we binnen, een barbecuerestaurant. Als het personeel ons zien staan, wordt er meteen de enige Engels sprekende ober bijgehaald. Die komt aangerent en hij vindt het prachtig. We bestellen varkensvlees, een stuk kip, kippensaté en aardappeltjes. Alles is al voorgebakken en hoelang het daar buiten al ongekoeld staat, weten we niet. Biertje erbij. Het is druk en veel gasten bestellen net als wij, af en toe een hapje. We nemen een fietstaxi terug naar het hotel. De fietser spreekt geen woord Engels, maar we willen wel graag vooraf weten wat de prijs is. We laten een biljet van 500 kyat zien, maar dat is teveel, zegt hij. 300 kyat is genoeg (€ 0,15). Hij moet echter zwaar trappen, twee van die dikke toeristen en we geven hem 500 kyat. De brede grijns van de fietser blijft ons lang bij.
Donderdag 15 maartNaar Chaung Tha
Eerst gaan we naar het centrum van Pathein, dat aan de rivier ligt. Er varen veel bootjes van en naar de overkant vol met mensen, fietsen en goederen. Wij zijn hier de bezienswaardigheid en iedereen staart ons aan. De kinderen zwaaien en de vrouwen giebelen als wij 'mingalabar' zeggen, het Birmees voor hallo.
We gaan nog maar eens een pagode in, de Shwemokhtaw Paya, maar deze is meer van hetzelfde. De markt is zo vroeg al erg druk. Veel bananen en heel veel gedroogde vis. In de straten zien we vooral fietsers, heel veel fietsers, een enkele brommer, geen auto's.
KuYe weet een kleine parasolfabriek en daar kopen we twee katoenen parasols die helemaal met de hand gemaakt en beschilderd zijn. Ze zeggen dat ze waterdicht zijn. Dat waterdicht maken kost 5 dagen. 4000 kyat per stuk.
Dan rijden we naar Chaung Tha, een badplaats aan de kust. We hebben een luxe resort en krijgen een ruime kamer in een bungalow, beneden met een zitje. We lopen wat rond, verkennen het strand waar veel kleine krabbetjes en kleine blauwe kwallen zijn. Tegen vieren gaan we zwemmen in het zwembad en laten ons opdrogen in schaduw van een paar palmbomen. We liggen op houten stoelen met kussens tussen het zwembad en het strand. We bestellen handdoeken bij de bar die even later gebracht worden. Er zijn vrij veel mensen, allemaal Birmezen, veel met kinderen. De meesten gaan gekleed het water in. Wij voelen ons dan ook best wel bloot en wij zijn de enige die op de strandstoelen liggen. We gaan lunchen bij PK met vissoep en sardientjes in tomatensaus. Het is hier niet duurder dan elders. 's Middags is het rustig op het strand. Aan het eind van de middag wordt het drukker. Veel fietsers (!), vliegers en zwemmers. We eten ´s avonds bij Beach Paradis, een visrestaurant, met o.a. heerlijke garnalen in tempura en gefileerde vis. Er staat een lekker windje en er zijn zelfs wat wolken. De zon zakt langzaam als een rode bal tussen de palmbomen door in zee.
Vrijdag 16 t/m maandag 19 maartChaung Tha
Het ontbijtbuffet is erg uitgebreid met vooral Birmees eten. En dus zitten we ´s morgens om 8:00 uur aan de noedelsoep, die je zelf samenstelt uit verschillende bakjes. Ook eten we gebakken rijst, garnalen of inktvis in tempura, groente, salade, fruit en wat ondefinieerbare dingen. Uit de salade vissen we eerst de groene pepertjes. Er zijn Birmezen die modern willen doen, die dragen een korte broek, hebben 'coupe soleil' en eten toast met jam.
Tot 11:00 uur en na 16:00 uur is het druk bij het zwembad en op het strand, of liever gezegd in zee. Want men zwemt, baadt pootje en speelt met autobanden. Op het strand liggen ze niet. Daar zijn veel verkopers van rieten hoeden, garnalensatéverkopers, vliegerverhuuders, fietsers, wat paarden en fotografen. De mensen gaan gekleed te water.
In het hotel is het druk met mensen, maar nog steeds zijn wij de enige niet-Aziaten. Het personeel is ons erg behulpzaam en staat steeds klaar voor meer koffie en thee, toast, eieren, wat we maar willen. Al het personeel dat maar een beetje Engels spreekt, biedt ons wat aan. Grappig.
Het waait soms vrij hard, maar op ons terras zitten we grotendeels uit de wind en uit de zon. Die is wel erg warm, zeker als het windstil wordt. Bij het zwembad maakt iedereen foto's van iedereen. Een mevrouw komt met twee kleine dochters op ons af: of zij met ons op de foto mogen.
We eten 's avonds bij Pearl waar het erg lekker en vrij goedkoop is. Voor de volgende dag bestellen we een kreeft bij de oude baas. Hij is de enige die een paar worden Engels spreekt. Ook hier staan geen prijzen op de kaart. De volgende dag moeten we een half uurtje wachten op de kreeft, die nog gehaald wordt. Hij wordt in een krant gebracht en voorzichtig uitgepakt en aan ons getoond. Hij leeft nog en klappert met z´n scharen. Hij kost slechts € 8.
Dinsdag 20 maartNaar Yangon
We rijden terug naar Yangon in vijf uur. We eten daar in de Groene Olifant waar alleen toeristen zijn en waar het eten prima is.
We gaan nog even naar de Bogyoke-markt die we gemist hebben in het begin van de reis. Maar we vinden het niets bijzonders.
's Avonds nemen we KuYe mee voor een afscheidsdiner. Hij weet een restaurant met een heerlijke tuin. Wij vinden alles best, want alles wat hij ons tot nu toe heeft aangeraden, is prima. Hij staat er alleen op om zijn eigen eten te betalen. We schrijven een stukje in zijn schrift en geven hem een fooi en een oranje muts, die hij in Kalaw kan dragen. Hij staat hem belachelijk, vindt hij zelf ook.
We nemen een laatste biertje op het terras van het hotel.
Woensdag 21 maartNaar huis
We ontbijten uitgebreid met o.a. kaas, worst, yoghurt en croissantjes. De eieren zijn op. Ons laatste beetje geld geven we aan KuYe. Iemand van de plaatselijke reisorganisatie begeleidt ons naar het vliegveld, overhandigt ons een T-shirt en een foto die gemaakt is bij aankomst. We moeten US$ 10 p.p. luchthavenbelasting betalen. De bagage wordt doorgelabeld naar Amsterdam. In Kuala Lumpur moeten we onszelf nog inchecken. Om 12:15 uur vertrekt de vlucht naar Maleisië. Aankomst 16:25 uur. Het giet hier en er is zeven uur tijdsverschil met Nederland. We vertrekken om 23:45 uur naar Amsterdam.
Donderdag 22 maartNaar huis
Aankomst 05:55 uur.
Amerikaanse dollars zijn nodig voor het vliegveld ($ 10 p.p.), zonefees en sommige pagodes en musea. Soms kun je betalen in kyats, maar dat is af en toe lastig en soms rekent men een hele slechte koers.
Totaal hebben wij US$ 65 p.p. uitgegeven, de rest in euro's.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij en een videoverslag.
Dit was een voor ons georganiseerde reis door Koning Aap.