Donderdag 20 juniKinabalu NP
Lia staat om 6:00 uur op om de Mount Kilabalu in zijn geheel te kunnen zien. Er is een man of twintig op het uitkijkplatform. De berg is helemaal helder en de lucht kleurt een beetje. Mooi gezicht. Dat duurt niet lang. Zodra de zon opkomt, een kwartiertje later, verschijnen de eerste wolken weer.
Vandaag gaan we de omgeving van het nationaal park verkennen. Eerst rijden we naar het park zelf waar we de botanische tuin bekijken. Er groeien hier veel orchideeën, waaronder de kleinste ter wereld. Deze is slechts enkele millimeters groot. In een apart deel groeien heel bijzondere orchideeën en grote insectenetende bekerplanten, die wel anderhalve liter water kunnen bevatten. Ook bamboe-orchideeën staan in bloei. We zien een paar kleine vogels. De een is een buulbuul, de ander weet ik niet meer. Er groeien achtentwintig soorten gember.
We komen warempel de Australiërs uit Mulu tegen. Grappig. Ook een Koreaanse familie herkent ons en zegt gedag.
Tijdens een vroege lunch in een lodge zien we een paar mooie spinnen. Daarna rijden we naar Poring Hot Spring. Poring is het Maleisische woord voor bamboe. Een warme zwavelbron van zo'n 60° borrelt hier omhoog. Men heeft hier baden gemaakt waarin gebadderd kan worden; in minder heet water natuurlijk. We doen dat niet, maar lopen naar boven voor de canopy-tour. Deze is totaal anders dan die in Brunei. Geen hoge stalen stellage, maar houten wiebelige planken. Uiteraard met stevige netten aan de zijkanten. Hij is ook niet zo hoog, maar hoog genoeg. Mooie tocht.
We zien een meter lange leguaan over de weg lopen.
Daarna kiezen wij er voor om naar een bloeiende raflesia te gaan kijken. Die zijn zeldzaam en de grootste bloem op aarde, zo'n zeventig tot negentig centimeter in doorsnee. Een knop doet er negen maanden over om open te gaan. Eenmaal open, bloeit hij slechts vijf dagen. We zien drie grote knoppen en één bloem die voor de vijfde dag open staat. Hij begint al te verwelken. Prachtig.
Ook hier worden we herkend door Koreanen. Leuk.
We zijn bijna bij de auto als het begint te regenen. Eenmaal erin wordt het een enorme hoosbui. Het programma voor vandaag is klaar en dus is dat niet erg. Bij een Chinees restaurant kopen we wat blikjes bier die hier de helft kosten dan in de winkel van het resort.
Op ons terras zien we het opklaren en de bergtoppen laten zich ook even zien. Mooi met die flarden mist er onder. Het trekt even later weer dicht en is er alleen mist te zien.
Het tablet is gesneuveld. Helaas. Gelukkig staat het hele verslag al thuis in dropbox.
Om 18:00uur is de berg helemaal zichtbaar. Het wisselt zo snel. Er hangt in de hele buurt een hele zoete geur van bloemen. Een minuut lang horen we vreemd tsjilpend geluid uit een boom komen. Het zijn geen cicaden; wat het wel is, weten we niet.
We eten ’s avonds weer in het restaurant. Een mevrouw van de bediening maakt zich zorgen om ons, we zijn wederom de enige westerlingen, en vraagt of het wel goed gaat. We kunnen haar geruststellen. Bij de winkel zoekt een man een fles wijn uit. Als hij onze biertjes ziet, wil hij die ook.
We zitten nu op 1.250 meter hoogte en veel mensen vinden het hier ‘s nachts zo koud, dat ze onder drie dekens kruipen. Wij vinden het juist lekker.
Vrijdag 21 juniNaar Sepilok
Om 7:00 uur gaan we ontbijten en dan is het al hartstikke druk. We zijn net op tijd vóór twee grote groepen. Een Chinees probeert voor te dringen, typisch Chinees, maar dan kent hij ons nog niet. Hij komt er niet langs. De chauffeur en gids komen net na die groepen binnen en we vertrekken een half uur te laat.
De berg is de hele ochtend helemaal zichtbaar; zonder wolkjes.
In het dorp willen we geld pinnen, maar dat lukt niet. Er zijn drie banken. Overal staan enorme rijen mensen. De meeste hebben van meerdere personen pasjes bij zich. Het duurt en het duurt. De eerste bank wil een code van onze bank. Nooit van gehoord. De tweede gaat helemaal down, terwijl wij nog niet aan de beurt zijn. Bij de derde blijven beide apparaten hangen vóór er geld wordt uitgespuugd.
We rijden naar Sepilok dwars door de bergen over een hobbelige en bochtige tweebaansweg. Grote vrachtwagens kruipen soms letterlijk omhoog en zijn bijna niet in te halen door de smalle drukke weg. Het is erg groen. In het begin is er voornamelijk jungle, later zien we alleen palmbomen die voor de palmolie geplant zijn.
We stoppen in Telupid, het enige plaatsje onderweg. Hier is één bank met hetzelfde verhaal: lange rijen, meerdere pasjes. Het verschil is, dat we hier wel geld er uit krijgen. Men is hier duidelijk geen toeristen gewend. Degene die er komen, maken gebruik van de openbare wc en gaan dan weer door. Wij wandelen het dorpje door en zien overal verbaasde en lachende gezichten. Iedereen zegt ons gedag. Leuk.
We rijden verder naar Sepilok, dalen af en het wordt weer warmer. We doen er iets meer dan vier uur over; dat is sneller dan met het vliegtuig. We zitten in het Nature Reserve, een luxe resort en ons huisje ligt het verst van de receptie vandaan. Ruim, mooi, overdekt terras met hangmat, daarvoor water met waterplanten, waterjuffers, padden en overal bloeiende orchideeën. Prachtig. We maken een wandeling over het terrein en zien het restaurant annex bar mooi aan het water liggen. Er hangt een bordje met de tekst (ook in het Chinees), dat je stil moet zijn. Chinezen en rolkoffertjes, ze zouden verboden moeten worden.
Daarna zitten en liggen we op ons terras. Goed dat het overdekt is, want ook deze middag valt er een bui. Hij duurt niet lang en al snel is de lucht weer blauw.
We zien kleine kolibries in de bloemen zitten. Leuk.
Als we naar de bar lopen, zwemt er een watermonitor door het water. De bovenkant van zijn kop is blauw en zijn gespleten tong ook. De bar ligt aan het water, dat omgeven is door groen. Er staan ligstoelen en grote loungebanken opgesteld. De laatste vrije bank is voor ons. Overal hangen fans en hoewel er aardig wat mensen zijn, is het heerlijk rustig. Geen Chinees te bekennen. Er zijn trouwens alleen maar westerlingen. Veel mensen eten al om 18:00 uur, maar dat vinden wij te vroeg. Eerst drinken we een paar biertjes.
Vroeg naar bed.
Zaterdag 22 juniSepilok
Om 7:00 uur zitten we op ons bankje voor de lodge. De zon is al warm. Het enige geluid, dat te horen is, is het gezang van vogels en het gekwaak van kikkers. Wat een rust.
Bij het ontbijt zit in de planten naast onze tafel een kolibrie te eten. Prachtig zo dichtbij.
We hebben besloten om naar het orang-oetang-opvangcentrum te gaan. Ondanks het feit, dat we morgen ook al gaan. Maar hoe vaak krijg je de kans? Het centrum ligt op nog geen vijf minuten lopen. Er mogen geen tassen en water mee naar binnen. Dat is voor de makaken, die alles stelen wat los zit. Er zijn kluisjes waar we alles achter slot weg kunt zetten. We lopen over vlonders richting voederplatform. Eerst moeten we echter gaan kijken bij een soort speelplaats achter glas voor de kleinsten. Er is niets te zien en we draaien meteen om. In een boom in de buurt ligt een orang-oetang lui op zijn nest. Een bewaker vertelt, dat er vier orang-oetangs bij het platform zitten. Ondanks dat het nog niet open is, wordt voor ons de poort geopend. De andere mensen moeten doorlopen. We lopen op een houten pad van een meter breed met aan weerszijden een houten leuning We hebben nog geen twintig meter gelopen of er komt een jonge orang-oetang op de rechter leuning onze kant uit gelopen. Wat te doen? We blijven stil staan en drukken ons tegen de linker. De aap passeert ons op een meter afstand. Bij de poort staat een bewaker die de andere mensen op afstand houdt. Als de aap verdwijnt, mogen zij ook naar binnen. Tien meter verderop verschijnt de volgende orang-oetang die midden op het pad gaat zitten. Ook deze klimt op de leuning en passeert ons op korte afstand. Hier een video over het voorval. Bij het voederplatform staan we vooraan. We laten kleine kinderen voor ons staan. Op en bij het platform zitten zeven orang-oetangs, waaronder twee baby's. Wat zijn ze leuk! Ze lopen en kruipen over de kabels heen en weer. De kleintjes zijn erg onbeholpen. Als het fruit wordt gebracht, worden ze nog actiever. Het valt ons op, dat ze zich altijd of aan een kabel of aan elkaar vasthouden. Langstaartmakaken komen ook kijken en willen mee-eten. De rangorde is duidelijk. Eerst de orang-oetangs, dan de grote mannetjesmakaken en daarna pas de kleintjes.
Het is er best druk, maar je hebt geen last van die mensen. Het maakt eigenlijk niet uit hoeveel er staan te kijken. De meeste blijven een kwartiertje en houden het dan voor gezien. We kijken een uur lang onze ogen uit. Tien orang-oetangs, een mooi aantal.
De hangmat ligt weer lekker en van uit hier zien we allerlei vogels voorbij komen. Zoals een kleine paradijsvogel met een lange witte staart, een donkerblauwe ijsvogel en verschillende kolibries. Ook de watermonitor komt nogmaals langs zwemmen. De regen horen we minuten van te voren aankomen. De bui duurt wat langer dan gisteren, maar tegen zessen wordt het droog.
Het weer blijft zo vochtig, dat Lia’s gewassen haar niet wil drogen.
In de bar ontmoeten we mensen die we in Kuching hebben gezien. Die zitten in een ander resort en komen hier eten. Gezellig zitten babbelen. Afhankelijk met hoeveel personen je een grote fles bier, 650 ml, bestelt, krijg je andere glazen. Wij kringen beide een klein Tigerglas. Gisteren hadden we kleine pulletjes, terwijl iemand alleen een grote pul krijgt.
Zondag 23 juniNaar Bilit
We worden opgepikt en met onze gids gaan we eerst naar het orang-oetang-opvangcentrum. Eerst naar de babyspeelplaats waar we gisteren niets zagen. Nu zitten er vijf kleintjes te spelen. Ook deze zijn vrij om te gaan en staan waar ze willen. Meestal blijven ze hier in de buurt. Ze worden gevoederd, maar ze hebben niet veel belangstelling voor het eten. Op weg naar het voederplatform van de grotere dieren zien we een neushoornvogel vliegen, de grootste die er in Borneo zit. Net als gisteren loopt er een kleine orang-oetang op het hek naast het pad. Mooi. Op het platform komt er maar eentje op het eten af en zij gaat met de rug naar ons toe zitten. Dat is het voor vandaag. Ook geen makaken te zien. We zijn heel blij, dat we gisteren zijn geweest en er zo veel gezien hebben. Ook zijn we blij, dat we gisteren niet naar de berenopvang zijn geweest. Dit grenst aan de apenopvang en daar gaan we nu naar toe. Een verrassing voor ons, want het staat niet in het programma. Hier zitten sunbears, Maleise honingberen, een van de kleinste berensoorten.
We zien er zeven, een paar kleine, een paar middelmaten en een grote. Mooi.
Dan rijden we naar Bilit. Onderweg zien we alleen palmbomen. Bilit is een klein dorp en we steken hier de brede bruine rivier over naar het Rainforest Resort. We krijgen een koud drankje en de lunch staat al klaar in de vorm van een buffet.
We hebben een huisje tussen bomen. Beetje jammer, dat ze er geen bloemen hebben geplant. Daar komen immers vogels op af. We installeren ons en gaan op het ruime overdekte balkon liggen in de twee hangmatten die hier hangen. We smeren ons in met anti-mug, want we voelen de eerste prikken al. Snel komt de bui van vandaag over. Even later volgt een tweede. Van 16:00 tot 18:00 uur maken we een boottocht over de Kinabatangan-rivier. Wij zitten met vijf gasten en twee gidsen in één boot. Die gidsen zien alles en aan geluiden kunnen ze vertellen welke vogels het zijn. We zien veel: vele groepen neusapen, vaak met kleintjes. Ze zitten regelmatig dicht bij de kant in een boom. Een orang-oetang met een kleintje. Die blijft in de buurt van een doerianboom waarvan de vruchten nu rijp zijn. Kort- en langstaartmakaken met heel veel kleintjes. Mutslangoeren, ook eentje met een kleine die vreemd genoeg fel oranje gekleurd is, terwijl de ouderen zilvergrijs zijn. Die is makkelijk terug te vinden, denken we dan. Al die apen springen van tak naar tak, van boom naar boom. Ze zijn zeer actief. Ze slapen hoog in de bomen, bang als ze zijn voor pythons. Ook zien we drie verschillende soorten neushoornvogels, een havikarend, een Brahmaanse wouw. Een mooie tocht en gelukkig is het droog gebleven.
Het restaurant heeft geen muren en is dus vrij toegankelijk voor dieren. Een vleermuis vliegt in en uit en ’s nachts houden makaken zich hier op. Het restaurant is speciaal voorzien van zware etensborden, opdat de apen die niet mee kunnen nemen. We mogen ’s nachts niets buiten op de veranda laten staan.
Maandag 24 juniBilit
Voor het ontbijt maken we weer een boottocht. ’s Morgens zitten er meer vogels dan apen, maar dan moet het wel zonnig zijn en dat is het niet. Er zitten ook nu hele groepen neusapen en makaken. Toch ook nog wat vogels: zeearenden, ijsvogels, een mooi neushoornpaartje in een boom, overvliegende neushoornvogels en twee zwartrode hapvogels (Black-and-red Broadbill). Ook zien we een krokodil. Op het eind spettert het een paar druppels, de zon komt niet door.
We varen een smalle kreek in, alleen bevaarbaar tijdens hoog water, en komen op het Ox-bow-meer. Dit groeit langzaam dicht door waterhyacinten.
Terug bij de lodge gaan we ontbijten. We hebben het idee, dat we er al een halve dag op hebben zitten, maar het is pas 9:00 uur.
Om 10:30 uur gaan we naar de Gomantong-grotten. Eerst het kleine stukje varen naar het dorp en dan nog twintig minuten met de auto. In deze grotten wonen miljoenen vleermuizen en salanganen, een soort gierzwaluwen. Die maken hier nestjes die zeer gewild zijn in China om hun medische werking. Er zijn zwarte en witte nestjes. De zwarte worden gemaakt van speeksel en veren. De witte zijn van puur speeksel. Het speeksel droogt op en de nestjes worden hard. Er worden slechts acht vergunningen uitgegeven om die weg te halen. Dan mag niet als er gebroed wordt. Omdat het klimaat binnen de grot niet gezond is, werken die mannen maar een paar weken per jaar. Het stinkt er verschrikkelijk. Alle guano/shit van duizenden jaren ligt in bergen in die grot. Miljoenen kakkerlakken, torren, krabbetjes, duizendpoten en wie weer wat voor meer kruipende beesten scharrelen door de shit. De hele berg zie je bewegen van het gewriemel. Opvallend is de oranje kleur van de kakkerlakken. We dragen helmen om te voorkomen, dat de uitwerpselen op ons vallen. Om ons heen vliegen heel wat beesten. Het looppad en de reling zitten onder de zooi. Het pad is helemaal glibberig en je kunt je ook niet vasthouden. Wat een lucht hangt hier. Gelukkig zijn er buiten kraantjes om onze schoenen af te spoelen. De shit laat gelukkig makkelijk los.
We zijn bijna terug als we een groepje rode langoeren (Red Leaf Monkey) in de bomen zien stoeien. Die hebben we nog niet eerder gezien.
Tegen de avond maken we wederom een boottocht. Alle boten gaan de ene kant, wij de andere. We zijn heerlijk alleen. Nu zien we ooievaars, bijeneters, ooievaarsbekijsvogels, neushoornvogels en allerlei apen die van boom naar boom springen. Een groep makaken met kleintjes laat ons heel dichtbij komen. Met alle kleintjes, vrouwtjes en mannetjes met de grote neuzen zien we meer dan honderd neusapen. Het mannetje is mooi van lelijkheid.
Het is vandaag zowaar droog gebleven, afgezien van een klein beetje miezer, en de zon hebben we niet gezien.
In het restaurant moet iedereen blootsvoets lopen. Voor de wc’s ligt een rijtje slippers.