Jemen

3 t/m 25 april 1994

JEMEN is een islamitisch land verdeeld over Noord- en Zuid Jemen. Pas in 1990 zijn deze delen samengevoegd. Het rijkere noorden is sterk islamitisch, terwijl het zuiden veel meer westerse invloeden heeft ondervonden vanuit de drukke havenstad Aden. In het noorden zijn de vrouwen zeer zwaar gesluierd, helemaal in het zwart, vaak compleet met handschoenen. De mannen dragen daar allemaal een jambia, een kromdolk, en buiten de steden ook geweren. Dit zijn statussymbolen.
Sterke drank is verboden voor alle islamieten. Wel vindt men in Jemen, dat niet-islamieten dat wel mogen gebruiken. Invoer is daarom toegestaan. Op een enkele plaats in Zuid Jemen kun je bier kopen (gebrouwen in Aden). Tijdens de burgeroorlog wordt de brouwerij echter vernield. We zijn nauwelijks anderhalve week thuis of er breekt in Jemen een burgeroorlog uit tussen het noorden en het zuiden. Wij hebben daar helemaal niets van gemerkt.
De regering heeft in het noorden op veel plaatsen weinig tot niets te zeggen. De macht is daar in handen van allerlei stammen.
Een aantal weken voordat wij vertrekken, zijn in Jemen drie Nederlanders ontvoerd en nog niet vrijgelaten. Dit soort praktijken komt wel vaker voor. Het is een middel om de regering te dwingen om bepaalde afspraken na te komen. Een paar maanden later worden ze ongedeerd vrijgelaten. Alle artikelen hierover in de kranten hebben er toe geleid, dat we zowat de enige toeristen in Jemen zullen zijn.

Sana'a, Jemen

RouteJemen

Zondag 3 aprilNaar Sana'a

Om 12:00 uur vertrekken we vanaf Schiphol met de KLM naar Sana'a, de hoofdstad van Jemen. We maken een tussenlanding in Jeddah - Saoedi-Arabië en komen om 21:00 uur plaatselijke tijd aan (een uur later dan in Nederland).
We zijn met z'n achten op weg gegaan. Twee vrouwen reizen met een andere maatschappij en zullen we pas later ontmoeten. Alles bij elkaar dus een groep van tien man (zeven vrouwen) en een reisleider. Fijn, een klein groepje. De reis is georganiseerd door Baobab.
Na een voorspoedige vlucht worden we in Sana'a opgewacht en naar ons hotel Sam City gebracht. Lekker temperatuurtje van zo'n 22º. Het is al donker, waardoor we niet veel zien. Toch gaan we nog even wandelen. Maar we zijn zo moe, dat we om 23:00 uur in bed liggen.

Maandag 4 aprilSana'a

Na een redelijke nachtrust staan we om 7:00 uur op. Het is even wennen aan de warmte en de nachtelijke geluiden. In het hotel ontbijten we lekker met heerlijk brood, tomaten, komkommer, feta, jam en sinaasappelsap.
Daarna gaan we meteen richting 'oude stad', omdat dit het mooiste deel zou zijn. Het is schitterend. Wat een aparte huizenbouw. Toegangspoort tot Sana'a, JemenWe kijken onze ogen uit. Even na de toegangspoort, de Bab Al Yaman, is een plein met allerlei verkopers. We gaan een beetje achteraf op een bankje zitten en genieten een hele tijd van de bedrijvigheid. We komen enkele (drie) leden van onze groep tegen en slechts een handjevol andere toeristen. Dat die er zo weinig zijn, zal wel komen door alle berichten over ontvoeringen (van drie Nederlanders) en schermutselingen tussen noord en zuid. Voor ons is dat wel zo prettig en we hebben erg veel bekijks. De vrouwen zijn hier heel zwaar gesluierd (helemaal in het zwart) en dan vallen wij natuurlijk wel erg op.
We zwerven een tijdje op de markt rond en pingelen hier en daar om geld te wisselen. Op de 'geldafdeling' van de markt staan veel mannen met enorme stapels geld voor zich. Het blijkt dat je voor 1 US$ 64 Yemen Rials (YR) kan krijgen, tegenover de officiële koers van 12 YR. Dat verschil is dus erg groot. We krijgen voor 400 US$ 25.600 YR en dat verdeeld over briefjes van vijftig en twintig. We hebben zo'n enorm pak met geld, dat we gewoon niet weten waar we het moeten laten. De Jemenieten schijnen erg eerlijk te zijn en dat geeft je op zo'n drukke markt toch een veilig gevoel. Dat is wel eens anders geweest!
Na een paar uur slenteren gaan we weer terug naar het hotel voor een siësta. Dat kunnen we goed gebruiken. Het is trouwens aardig warm, 30º, en dat geslenter zijn we niet gewend. We slapen even en nemen het gewijzigde programma voor de volgende dagen door (Shihara gaat nl niet door (jammer!)) en daardoor verschuift alles enigszins.
We dwalen nog wat door de stad en drinken thee in de tuin van het '28 september theehuis'. Theehuizen en restaurants zijn voor islamitische vrouwen niet toegankelijk. Buitenlandse vrouwen mogen er wel in. We trekken wederom erg de aandacht. Thee kost 10 YR per twee glazen (ƒ 0,30); een flesje cola 9 YR (ƒ 0,27) per flesje. 's Avonds maken we kennis met de twee andere meisjes en eten met z'n allen bij een kiprestaurant. Lekkere kip, beetje pittig, bonen en salade, inclusief een drankje ƒ 5. Je moet wel met je handen eten. Maar dat is wel leuk. Het water in de grote steden kun je zo uit de kraan drinken, waardoor je salades e.d. kunt eten zonder meteen last van je darmen te krijgen.

Dinsdag 5 aprilNaar At Tawila, Al Mahwit

Man met jambia, JemenMet twee auto's vertrekken we om 8:00 uur naar At Tawila en Al Mahwit. Eerst naar At Tawila, bijna twee uur rijden naar het westen. Een prachtig landschap glijdt aan ons voorbij. Wel droog, maar op elke heuveltop een dorpje of een paar huizen. Allemaal in de voor ons vreemde bouwstijl. Al Mahwit is van beneden uit een schitterend wit dorpje dat tegen de berg gebouwd is. In de suq zijn veel winkeltjes en overal prachtige Arabieren. In groepjes laten ze zich makkelijk fotograferen, de mannen tenminste; de vrouwen willen en mogen nooit op de foto. Apart is wat moeilijker. We dwalen het hele dorp rond en klimmen omhoog. We kijken werkelijk onze ogen uit. Zo mooi, zo onwerkelijk. Een andere wereld.
In Al Mahwit eten we in een restaurantje. Wij nemen salta, een stoofpot met rijst, vlees en groente, dat je met brood op moet lepelen. Lekker. Yoghurt na. We zitten in een apart kamertje onderuit gezakt op de vloer.
Vervolgens steken we de straat over en klimmen omhoog naar de oude stad. Er staan huizen die vierhonderd jaar oud zijn. Zo apart. Een Arabier die ons ziet, kan zich niet voorstellen wat wij hier doen. De huizen vindt hij lelijk. Wij denken daar duidelijk heel anders over.
Op de terugweg zie je overal mannen met een dikke wangzak vol met qat. Ook onze chauffeur Ahmed doet er aan mee. Het zijn blaadjes die gekauwd worden door bijna alle Jemenitische mannen (en sommige vrouwen). 's Middags begint dit (soms al 's morgens) en het gaat door tot 's avonds laat. Het is een geestverruimend middel en men blijft er wakker van, zeggen ze.
Onderweg krijgen we ons eerste regenbuitje (we zitten in de auto) en tegen zessen zijn we weer terug in ons hotel.
Om 19:00 uur eten we in restaurant Palestine een bordje spaghetti en een bakje sla. Inclusief drankje ƒ 4,50 voor twee personen. Het eten in een restaurant is erg populair onder de plaatselijke bevolking en gaat razendsnel. Soms sta je na tien minuten al weer buiten.

Woensdag 6 aprilNaar Wadi Dhahr, Shibam, Kaukaban

Oud paleis Dar el Hajar in Wadi Dhahr, JemenOm 8:00 uur vertrekken naar Wadi Dhahr waar een oud paleis (Dar El Hajar) staat van de imam van begin deze eeuw. Het staat op een grote rots en het moet veel inspanning hebben gekost om het te maken. Het gebied is een grote oase. Mooi groen in het verder kale landschap.
We rijden door naar Shibam en bekijken het stadje. Alleen de moskee is wel aardig; de rest valt wat tegen. Na een kopje thee vertrekken we naar Kaukaban, een plaats boven op een plateau. We slapen in het enige hotel van die plaats. Het is een funduk, wat inhoudt, dat je met een aantal anderen op een zaal slaapt en er zijn alleen maar matrasjes. Het is een vroeger huis van de imam geweest.
Tussen de middag eten we lekker: omelet met tomaten, rijst, groenten en pannenkoekcake na.
Later maken we een wandeling van circa drie uur over het plateau. Heel mooie vergezichten met diepe ravijnen. We komen veel schapen met een herderinnetje tegen. Aan het eind zien we heel veel gieren. Met een paar man gaan we daar op af. We kunnen ze tot op ongeveer tien meter benaderen en zien dat ze een ezel te eten hebben.

Donderdag 7 aprilShibam

Agaam, een soort hagedis, JemenNa het ontbijt wandelen we naar beneden naar Shibam. Een smal pad loopt driehonderd meter pal naar beneden, terwijl het met de auto zeven kilometer rijden is. Van hieruit vertrekken we met de auto's naar Hababa, een klein mooi stadje. Met een kleine jongen als gids dwalen we door de plaats. Er zijn twee cisternen (waterbekkens) waar de vrouwen water komen halen. We kunnen stiekem een paar foto's nemen. De kinderen hebben punthoofddoekjes, een raar gezicht. Die kinderen laten zich graag fotograferen.
Vervolgens rijden we door naar Thilla, een stadje met weer een andere bouwstijl. We zien verschillende mannetjes op ezels. Een heel leuk gezicht.
De lunch gebruiken we in een hotel, dat vroeger een huis van de imam is geweest (alweer). Bijna boven in het gebouw liggen we lui achterover te eten op mooie vloerkleden.
Daarna maken we een drie uur durende wandeling door de sawa's. Het weer zit ons erg mee. Heen is het zonnig en dalen we af; terug, omhoog, is de zon verdwenen. Een fijne wandeling. We zitten nog maar net in de auto's of we krijgen een enorme plensbui met verschrikkelijk grote hagelstenen op ons dak. Fijn, als je een steile helling op moet en de ruitenwissers doen het niet! Als we in de funduk aankomen, ziet alles helemaal wit van de hagel. Het is meteen frisjes.

Vrijdag 8 aprilNaar Sada

Eerst gaan we terug naar Sana'a waar we een papier moeten halen waarop staat dat we naar Hajjah zouden gaan, terwijl we naar Sada willen. Dat mogen we niet zeggen, als ons er om gevraagd zou worden. De doorgang zou ons geweigerd worden. Dit in verband met de ontvoering van drie Nederlanders twee weken hiervoor. De verschillende controleposten laten zich allemaal om de tuin leiden en wij kunnen ongestoord naar Sada. Man, JemenWe zijn hier de enige toeristen. Van anderen horen we later dat iedereen teruggestuurd is.
Onderweg drinken we natuurlijk de gebruikelijke kruidnagelthee en maken we een plaspauze (in restaurants zijn geen wc's aanwezig).
In Amran stoppen we, waar we door de straatjes wandelen. De huizen zijn een mengeling tussen de huizen in het zuiden (van steen) en de huizen in het noorden (van leem). Deze zijn dus half om half.
Eenmaal in Sada aangekomen, zetten we snel de spullen in onze kamer en rijden we met z'n allen naar het centrum, waar we uitgebreid op de lemen stadsmuur rondwandelen. Je hebt vele mooie doorkijkjes. De huizen zijn weer van een ander soort. Sommige uitkijktorens, zoals die van de legereenheid lijken wel gezichten. Veel huizen hebben een poepschacht. Ga je naar de wc, dan wordt de plas van de poep gescheiden afgevoerd. De poep komt op een grote hoop en wordt later weer gebruikt als brandstof. Men heeft ooit geprobeerd in zulke huizen moderne wc's te maken, maar doordat de plas dan niet meer langs de lemen muren komt en hier dus niet meer intrekt, drogen de muren uit en verbrokkelen deze huizen. Vernieuwing is niet altijd vooruitgang!
Met z'n tweeën zoeken we 's avonds een restaurantje dicht bij het hotel. We mogen in de keuken alles uitzoeken, omdat wij de eigenaar niet verstaan en de eigenaar ons niet. Wij kiezen vlees, bonen, gebakken aardappeltjes en water. We krijgen ook nog warm brood, rijst, salade en thee. En dat alles voor de prijs van 200 YR (ƒ 6,50). Het is bovendien erg lekker. We hebben net het eten voor onze neus, als bijna iedereen van de groep langs komt en ook hier gaat eten. Grappig.
Bijna iedere avond zal in ieder hotel het licht wel een keer uitvallen. Dat schijnt gewoon te zijn en overal staan kaarsen klaar.


Zaterdag 9 aprilSuq At Talh

Om 9:00 uur vertrekken we naar de Suq At Talh. Dit is een smokkelmarkt ten noorden van Sada. Vanuit Saoedi-Arabië wordt van alles aangeboden. Grote geweren, pistolen, handgranaten en kogels kun je te kust en te keur kopen.Vrouwenmarkt, JemenEr zijn veel auto's zonder nummerbord. Deze zijn illegaal ingevoerd en er wordt geen belasting over betaald. Aangezien de diverse stammen hier meer macht hebben dan de regering, gebeurt er niets mee.
Er is een aparte vrouwenmarkt, waar de vrouwen gekleurde manden verkopen. Er mag niet gefotografeerd worden. Maar met een beetje geduld en een telelens lukt het toch wel, zonder dat de vrouwen het in de gaten hebben.
Verder is er veel te zien. Jambia's worden er gemaakt, schoenen, kleding, veel kruiden, koffie, kamelen, geiten. Sommige mannen willen niet op de foto, anderen weer heel graag. Soms met geweren, die gedragen worden als statussymbool.
Na de siësta gaan we weer wandelen. Eerst rijden we met een auto een stuk de wadi in en lopen dan naar boven naar een oud fort. Het is nu 'bewoond' door een legerafdeling. Het is erg vervallen. We mogen het van binnen bekijken. De baas heeft waarschijnlijk een goede dag, want het mag niet altijd. Van bovenaf heb je een prachtig uitzicht over de groene wadi 'Abdin. Hier vandaan lopen we in drie uur helemaal terug naar het centrum van Sada. Hier kopen we een kopje thee, de goedkoopste die we tot nu toe hebben gedronken: twee kopjes voor 5 YR (ƒ 0,15) en laten ons daarna met de 'taxi' (ook 5 YR) naar ons hotel brengen. De taxi's zijn vrachtauto's die je kunt aanhouden door je hand op te steken. Gaan ze jouw kant op, dan je kun meerijden, samen met andere passagiers. Er wordt een vaste prijs betaald. Bussen zijn er niet.
Het eten is weer goedkoop: 200 YR ƒ 6 voor z'n tweeën.

Zondag 10 aprilSada

Man, Jemen's Morgens rijden we met de taxi naar de weekmarkt, de suq, van Sada. We wandelen er een tijd rond en uiteindelijk kopen we bij de zilversmeden een paar oorbellen van 550 YR (ƒ 18) en een oude jambia. Deze is heel mooi met veel zilver (US$ 60). Wel duur, maar dat maakt niet zoveel uit. Je mag hem wel uitvoeren, maar niet invoeren in Nederland.
Na de thee, het eten en de siësta staat er weer een middagwandeling op het programma. Omdat we met een kleine groep zijn, kunnen we kiezen tussen een lichte en een zware. We kiezen eensgezind voor de laatste. Met de auto's gaan we richting Saoedi-Arabië en dan de hoogste berg op. We zullen uiteindelijk van 2.030 meter tot 2.480 stijgen. We doen er vijf kwartier over. Het is veel klim  en klauterwerk. Vooral op het eind is er een heel eng stukje. Maar alles gaat goed en we hebben een schitterend uitzicht over het onherbergzame, ruige gebied. Prachtig. Met z'n zevenen zijn we boven. Drie gaan naar de burcht, de rest blijft wat achter.
Om 18:15 uur komen we weer beneden bij de auto's aan en dan blijkt dat twee vrouwen nog niet terug zijn. En om 18:30 uur zal het donker worden. Met veel geschreeuw krijgen we contact en gelukkig komen ze op het allerlaatste moment te voorschijn. Ze waren enigszins verdwaald.
Op weg hier naar toe, zaten we in een flinke regenbui, maar tijdens het wandelen was het droog. Eenmaal weer op weg terug naar Sada komen we in een zandstorm. Je ziet geen hand voor je ogen. De auto's zonder licht zijn dan een groot probleem.
Met z'n allen gaan we ergens eten en dan begint het weer te gieten. De temperatuur lijdt er niet onder.
Uitgeput vallen we in slaap na de pittige wandeling.

Maandag 11 aprilNaar Sana'a

Kind, JemenIn het oosten zijn in de heuvels pre-islamitische rotstekeningen te vinden. We wandelen hier ongeveer een uur rond en gaan dan terug naar Sana'a. Onderweg stoppen we bij het dorpje Al Jawf. Deze buurt staat bekend om z'n roodgele beschilderingen van de huizen. Heel apart. De kinderen met hun felle kleding maken er een erg kleurig geheel van.
Het is erg warm. In de namiddag begint het te regenen en als we in Sana'a aankomen, zijn sommige straten in riviertjes veranderd. We slapen in een oud herenhuis, dat nu als funduk ingericht is. Het ligt in het oude gedeelte van de stad. Vanuit onze kamer (met vijf bedden) op de vierde verdieping hebben we een prachtig uitzicht.

Dinsdag 12 aprilNaar Manacha

In de vroege ochtend maken we vanaf het dak van de funduk wat foto's. Na het ontbijt vertrekken we naar Manacha. Dat ligt op 2.200 meter en heeft mooie berghellingen met terrassen. Na de siësta rijden we naar het stadje Al Hadjara. Er zijn mooie beschilderde woontorens te zien. Het is weer wat toeristischer en dat is weer even wennen. De kinderen roepen voortdurend 'What's your name' enz. Je wordt daar wel moe van. Vanuit Al Hadjara lopen we in een klein uur terug naar Manacha.
's Middags drinken we whisky en grand marnier, dat door de groep is meegenomen.

Woensdag 13 aprilManacha

Een wandeling van acht uur staat er op het programma. Om 8:00 uur vertrekken we naar het dorp waar we inkopen doen voor de lunch en drankjes kopen voor onderweg. Om 8:30 uur gaan we echt op pad.
Al Kahil, JemenIn een uur klimmen we omhoog van 2.230 meter naar 2.530 naar Al Kahil. Bekaf zijn we. Op het 'adelaarsnest', een overhangende rots, heb je een schitterend, weids uitzicht over de omgeving. In de verte zie je de andere dorpjes liggen, die we vandaag zullen bezoeken.
Na dit dorp splitst de groep zich. Drie zijn er niet zo lekker, onder wie Martijn die over moet geven. Zij gaan met een meegenomen gids terug en met z'n zevenen lopen we verder omhoog naar Al Jabal, dat op 2.730 meter ligt. Dit pad is iets minder steil dan het eerste en valt daarom wel mee. Boven zoeken we een lekker plekje in de schaduw van een paar bomen en hier eten we en houden we siësta. Nadat we het dorp hebben bekeken, lopen we alleen maar vlak of naar beneden.
We bereiken een leuk dorpje waar overal vrouwen stiekem naar ons gluren, vanaf daken, uit raampjes. Grappig. Het laatste dorp, Al Khadi, ligt al een stuk lager en na de nodige pauzes bereiken we om 16:30 uur ons hotel in Manacha. We zijn wat blij, dat we onze schoenen uit kunnen trekken en na een lekkere koude douche, staat de thee klaar.
Gelukkig is Martijn weer beter en had achteraf gezien best wel meegekund. We nemen een whisky met de mensen van onze slaapzaal van de funduk. Het is erg gezellig. Na het gezamenlijke diner is er een muziekgezelschap. Als we horen, dat we op het laatst mee moeten dansen, gaan we weg. De muziek klinkt niet geweldig.

Donderdag 14 aprilNaar Khamis, Al Hodeidah

Martijn is jarig. Aan het ontbijt zingen we voor hem.
Vandaag gaan we naar de Rode Zee, waardoor we circa 2.200 meter zullen moeten dalen. Onderweg stoppen we bij de donderdagmarkt van Khamis: de Suq Al Khamis. Er is hier een doorwaadbare plaats in de rivier, waar honderden mensen uit de omgeving handel komen drijven. We zien veel kamelen en auto's door het water gaan. Er zijn hoedenmaaksters/verkoopsters en parfummakers. Een mooie markt, maar het is er bloed  en bloedheet. We zitten in de Tihama, de kuststrook, die hier om bekend staat. De vrouwen dragen geborduurde jurken en hoge hoeden.
In Al Hodeidah is het ook zo warm, maar hier staat een lichte bries. We wandelen over de markt, maar er is helemaal niets aan. Binnen het uur zijn we terug en rusten en lezen de rest van de dag in onze ac-kamer.
Het eten is minder in hoeveelheid en toch moeten we 530 YR betalen (duur). Het is wel lekker.

Vrijdag 15 aprilNaar Hodeidah, Al Kocha

Markt Bait El Fakki, JemenWat een warme dag!
We bekijken 's ochtends de vishaven en  markt van Hodeidah. Veel grote vissen, mooie kleurige boten. Alles wordt verpakt met grote brokken ijs.Daarna gaan we naar de grote weekmarkt Bait El Fakki. Een mooie markt met heel veel schapen en geiten. De vrouwen hebben decolletés wat wel wat vreemd staat, omdat de schouders wel bedekt moeten zijn.
Na de lunch rijden we door naar Zabid, de oude universiteitsstad. Een van de herenhuizen van een vermogend man mogen we van binnen bekijken. Verder is het eigenlijk te warm om wat te doen. Daarna gaan we door naar Al Kocha aan de Rode Zee. Het laatste stuk van de weg is verschrikkelijk slecht en de hele hete wind blaast de auto in. Onderweg moeten we bijna een half uur op de andere wachten (kapotte uitlaat) en dat met 41,5º in de schaduw (die er niet is, alleen in de auto).
Gelukkig is er in Al Kocha een koelere wind. We zitten in het toeristenhotel, ver weg van de eigenlijke plaats. Dat houdt in, dat we in badpak/bikini aan het strand kunnen gaan liggen. De zee is erg zout en de zon niet meer zo heet (16:30 uur). Gelukkig hebben we weer ac-kamers.

Zaterdag 16 aprilNaar Taïz

Na een uurtje aan het strand gelegen te hebben, vertrekken we om 9:00 uur naar Taïz. Pas vlak hiervoor wordt de wind koeler en iedereen is blij, dat we de Tihama achter ons laten.
Halverwege maken we een stop op het smokkelaarkruispunt Afhankelijk van het aanbod, kun je een bestelling plaatsen. Wij kunnen kiezen uit bier (Amstel en Deens bier), whisky en wodka. Wij kopen dertig blikjes (à ƒ 2,40) die we 's avonds voor Martijn z'n verjaardag zullen trakteren. De anderen laten zich ook niet onbetuigd. De smokkelwaar wordt met een brommer opgehaald.
Na een late lunch in Taïz, bezoeken we de Al Ashrafiya-moskee. Dit is de enige moskee in Jemen waar niet-moslims naar binnen mogen. Hij is in de veertiende eeuw gebouwd. Vanaf de minaret hebben we mooi uitzicht over Taïz.
Veel vrouwen zijn minder gesluierd, alleen met hoofddoek en een jurk over een Turkse broek. Het ziet er allemaal wat kleuriger uit.
's Avonds nodigen we iedereen uit om een borrel te drinken vanwege de verjaardag. Paul heeft voor gebak gezorgd, wat iedereen erg leuk vindt. De groep heeft een cadeautje gekocht: een boeketje geurige bloemen (passievruchtengeur) en een mooie sarong. Wij zorgen voor de drank: whisky, bier, cola, marinda en citroensap. Ook Ahmed en de andere chauffeur zijn er. Ahmed is erg ongelovig en wil stiekem wel whisky bij de cola; de andere chauffeur mag dat niet zien.


Zondag 17 aprilTaïz, naar Al Janad, Jibla

We bezoeken het voormalige paleis van imam Ahmad, dat na de coupe in 1961 het 'museum van de anti-revolutie' wordt genoemd. De situatie is precies zo gelaten, zoals deze op 26 september 1961 werd aangetroffen. Wij vinden het een enorme bende (heel veel kleren). Jemen is natuurlijk een arm land en had arme imams, maar je kunt best wat zooi opruimen.
Moskee van koningin Arwa, JemenDaarna naar Al Janad, waar de oudste moskee van Jemen staat. Hij is gebouwd vòòr 632 voor Chr. en is tenminste zo oud als de grote moskee in Sana'a. We mogen er in op onze sokken en de dames moeten een hoofddoek dragen. De echte gebedsruimte mag je als niet-moslim nooit in.
Later rijden we door naar Jibla. Hier leveren we eerst Eusebio af bij het ziekenhuis waar Nederlandse doctoren werken. Hij klaagde 's morgens over diarree, maar onderweg is hij zo beroerd geworden, dat het ziekenhuis een goede oplossing lijkt.
Wij wandelen ondertussen in de bergen in de omgeving van Jibla. We hebben mooie vergezichten en we komen allerlei mensen tegen. Erg leuk.
Weer terug in Jibla bezoeken we de oude stad met als hoogtepunt de moskee van koningin Arwa. Verscheidene mensen zijn aan het bidden, maar die mag je niet fotograferen. Wij worden door een aardige buur uitgenodigd om bij hem op het dakterras thee te drinken. Van daaruit heb je schitterend uitzicht in de moskee, terwijl de mensen beneden niets in de gaten hebben. De vrouwen worden uitgenodigd om in de mooie kamer met mevrouw kennis te maken. Er liggen mooie tapijten op de vloer en wat kussens; aan de muur hangt een klok; veel meer is er niet. De mannen van onze groep krijgen haar niet eens te zien. Leuk!
Terug op het uitgangspunt, blijkt dat Eusebio niet met ons mee mag. Men wil hem verder onderzoeken en 's avonds zullen we meer horen. Hij blijft 's nachts bij Nederlanders.

Maandag 18 aprilNaar Aden

Gelukkig is Eusebio weer zover opgeknapt van zijn indigestie, dat hij met ons verder zal reizen. Een auto wacht op hem, terwijl de rest met Ahmed als reisleider verder gaat. Dat verloopt uitstekend. We maken een foto  en een theestop. In Aden (Zuid Jemen) bekijken we het museum, klein, maar wel aardig. Daarna gaan we naar de waterbekkens, die droog staan. Er is niet veel aan.
We logeren in hotel Cresent. Dit is een oud Engels koloniaal hotel, maar helemaal niet onderhouden: vergane glorie. Als ze het op zouden knappen, zou het schitterend zijn. Men doet in Jemen alleen niet aan onderhoud. Erg jammer. Buiten kijken we uit op een sportschool, waar jongetjes aan het judoën zijn.
Met Ahmed eten we 's middags in een typisch Jemenitisch restaurant: kip, salade, rijst, water uit de kraan en lekker met je vingers eten. 's Avonds in het hotel eten we weer kip.
Hoewel Aden aan zee ligt (in het hotel kamer met zeezicht), is het door de wind die er staat, toch niet zo warm. Dat valt ons erg mee. In de bar drinken we 's middags bier: een halve liter voor 75 rial (ƒ 2,50). Bier uit de brouwerij van Aden. 's Avonds bij het eten bestellen we dat maar weer. Lekker!

Dinsdag 19 aprilNaar Wadi Hadramaut, Seiyun

Vrouw met madhalla, puntmuts, Jemen

Om 4:00 uur (!) moeten we op, want tegen 7:00 uur zal het vliegtuig naar Riyan vertrekken, een plaats aan de zuidkust, verder naar het oosten. Met een 'coaster' gaan we naar het noorden, naar de Wadi Hadramaut. We rijden door een bergachtig woestijngebied met heel af en toe een dorpje en een paar bomen. Veel tafelbergen.
Het is een vermoeiende tocht van 8:30 uur tot 19:00 uur over een hobbelende weg. Tijdens de middagpauze eten we in een restaurant waar iedereen op de vloer zit. De mannen zitten er op een aparte manier bij: ze wiebelen een beetje kinderlijk met hun armen om hun benen.
We maken een uitstapje naar Al Haja-rayn, een plaats aan een oude handelsroute die langs een rotswand is gebouwd. De vroegste gegevens zijn uit de tiende eeuw. De stad heeft prachtig bewerkte zilveren deuren. Heel mooi om te zien.
Op weg naar Seiyun zien we onderweg verschillende zwaar gesluierde vrouwen met hele hoge punthoeden, madhalla's. Ze willen niet op de foto. De vrouwen hebben echt alleen de ogen onbedekt. Zelfs het stukje van het voorhoofd naar de neus is bedekt.

Woensdag 20 aprilSeiyun, Shibam

Vrouw, Jemen's Morgens bekijken we Seiyun uitgebreid. Het voormalige paleis van de sultan (op een heuvel) is nu het etnografisch en archeologisch museum. Ze hebben er aardige dingen, zoals een wiegje met een gat in de bodem, zodat de plas zo in een potje kan lopen.
We bezoeken een soort werkplaats met ambachtelijke beroepen. Een vrouw heeft prachtig geborduurde (trouw)jurken te koop. We kunnen haar tijdens de verkooppogingen mooi fotograferen.
Tijdens de lunch in een park zie je overal gezinnetjes en groepjes mannen zitten picknicken.
Daarna gaan we naar Shibam, beroemd om zijn hoogbouwarchitectuur. De wolkenkrabbers zijn helemaal van leem. Waarschijnlijk is Shibam in de derde eeuw gesticht en is sinds die tijd voortdurend bewoond geweest. De meeste hoogbouw dateert uit de zestiende eeuw.Shibam, JemenWe mogen het oude paleis van de sultan, dat gerestaureerd wordt, van binnen bekijken.
We klimmen naar een heuveltop waar we schitterend uitzicht over de wadi hadden. De zonsondergang valt tegen door de vele bewolking.
Als we 's avonds van het eten terug lopen naar onze barak, mottert het een beetje. Dat hadden we midden in de woestijn niet verwacht.

Donderdag 21 aprilNaar Tarim

Al Mahdharmoskee, JemenMet de bus gaan we naar Tarim, verder naar het oosten. Onderweg stoppen we bij een graf in de bergen met veel trapjes. Het graf is de Al Muhajir Tomb van Ahmed Ibn Isa en is 1.200 jaar oud. Het is nu een pelgrimsplaats, speciaal voor vrouwen. Vroeger was dit het religieuze centrum van de soennieten (orthodoxe moslims).
In Tarim zien we de Al Mahdharmoskee met zijn vijftig meter hoge minaret. We mogen ook hier een voormalig paleis van de sultan bezoeken. Er zijn mooie glas-in-loodramen en prachtige plafonds. Een van de plafonds is helemaal bedekt met spiegels. We hebben een mooi uitzicht over Tarim. Later rijden we naar de begraafplaats in Al Aynnath, waar heel veel graven en verschillende koepels staan. Onderweg stoppen we bij kalkbranderijen. Wat is dat een smerig werk.
Weer terug in Tarim, gaan we naar ons hotel Kasar el Kubar, een paleisje met zwembad. Het is een mooi gebouw met allerlei verschillende maten kamers. We treffen het erg goed: wij hebben een poort met daarachter een gang waar de deuren van de slaapkamer en de (grote) badkamer op uitkomen. Er zijn vier (hele kleine) balkonnetjes. Sommige mensen hebben alleen een kamer waar net twee bedden in passen en moeten een gemeenschappelijke douche gebruiken.
Als we bij het zwembad zitten, worden we verrast op een zandstorm.

Vrijdag 22 aprilNaar Marib

Om 4:30 uur vertrekken we met drie terreinwagens met vierwielaandrijving. Onder begeleiding van een bedoeïenengids trekken we over de oude wierookroute de Wadi Hadramaut uit, dwars door de woestijn naar Marib in Noord Jemen. Het is een hele mooie tocht met afwisselend rotsen en duinen. Onderweg stoppen we bij een bedoeïenenhuis. Je mag er niet fotograferen, maar ze parkeren de auto's zo, dat je met wat moeite het toch wel voor elkaar krijgt.
In Marib mogen we niet alleen de stad in, omdat dit het gebied is, waar de tribes actief zijn. Voornamelijk in deze buurt worden ontvoeringen gepleegd. (De drie Nederlanders zitten in de buurt gevangen.)

Zaterdag 23 aprilMarib, naar Sana'a

's Morgens bekijken we uitgebreid Marib. In 800 voor Chr. heeft men een grote dam gebouwd. Aan de noord  en zuidkant zaten sluizen. Het water in het reservoir was bedoeld voor irrigatie. Meer dan duizend jaar werd een gebied van zesennegentig km² bevloeid. Er woonden toen tussen de 30.000 en 50.000 mensen. In 570 is de dam voorgoed weggespoeld. Veel stenen van de oude sluizen worden door de bedoeïenen gestolen, die ze gebruiken voor huizenbouw. Niemand houdt ze tegen. Eind 1980 is een nieuwe dam gebouwd.
In 1960 is tijdens de burgeroorlog de oude stad door de Egyptenaren gebombardeerd. Er zijn alleen ruïnes overgebleven.Waterpijp, JemenVervolgens bezoeken we de Awwam-ruïnes (ook bekend als Mahram Bilqis), gebouwd in 400 voor Chr. en de tempel van Bilqis. Deze laatste heeft vijf pilaren van de 'tempel van de maan'. De zesde pilaar is gebroken. Bilqis is de Jemenitische naam voor de legendarische koningin van Sheba, die koning Soloman in de tiende eeuw voor Chr. bezocht. Er zit waarschijnlijk nog heel wat onder het zand verborgen.
De hele dag hebben we in iedere auto een man van het leger meegenomen om ons te beschermen. Als we 's middags naar Sirwah gaan, wordt het echt menis. In die streek worden veel ontvoeringen en berovingen gepleegd. De soldaat gaat er eens goed voor zitten en onze chauffeur haalt een pistool onder de bank vandaan, dat hij bij zich steekt. Als we in de buurt van de plaats komen, staan er twee mannen langs de weg en de chauffeur remt gelijk af. Er is echter niets aan de hand, maar het maakt het allemaal wel spannend.
Sirwah was de hoofdstad van het koninkrijk van Sheba voor de constructie van de dam in de achtste eeuw voor Chr. Het is duidelijk, dat de hoofdstad van plaats veranderd werd, omdat de wadi te klein was voor het aantal inwoners. Het is nu alleen maar een ruïne.
Via de bergen klimmen we de bergen in naar Sana'a (van 1.000 meter naar 2.200). De laatste rit van de rondreis zit erop.
's Avonds eten we met z'n allen bij de Libanees Al Bustan als afscheid van de groep/reisleider. We krijgen verschrikkelijk goed te eten. Veel voorgerechtjes met verschillende sausjes en daarna een mixed-grill. Heel lekker en gezellig.

Zondag 24 aprilSana'a

Op onze laatste dag gaan oud-Sana'a weer in. De hele suq wandelen we nog zo'n beetje door. Het is er erg druk en gezellig. Veel rommeltjes. We kopen een aardewerk huisje gekocht (500 YR - ƒ 15), van het soort zoals je ze in Jemen ziet. Het is helaas niet meer zo'n mooi weer. Eerst is het stralend blauw, maar al snel begint het te betrekken. Maar het blijft droog. Na de siësta gaan we weer naar de suq om onze laatste rials op te maken. We kopen een T-shirt voor Lia, want Martijn z'n maat hebben ze natuurlijk niet. De rest willen we opmaken aan fotorolletjes, maar ze hebben geen Fuji. De laatste rials wisselen we in bij Claske, die nog zou blijven.
Om 22:30 uur 's avonds vertrekt het vliegtuig naar Amsterdam. Na anderhalf uur maken we een tussenlanding in Jeddah en daarna echt naar huis. Gelukkig zonder vertragingen.

Maandag 25 aprilNaar huis

's Morgens om 6:10 uur landen we op Schiphol en om 8:00 uur zijn we weer thuis.

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.

Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).