Dinsdag 2 februari Naar Yudanaka
Een stralende, zonnige, koude dag vandaag.
We ontbijten eerst weer bij de bakker, checken vervolgens uit en lopen naar de overkant naar het station.
Eerst de trein naar Utsunomiya waar we een half uur moeten wachten. Daar passeert een trein met een enorm hoge snelheid. Ook komt een dubbeldekker langs waar veel schoolkinderen in zitten, die naar ons zwaaien en uit bento-boxen zitten te eten. In de trein naar Omiya zien we dicht bij Tokyo in de verte de Fuji liggen. Op elk perron staan mannen in gele pakken de treinen te controleren. Ze hebben kaarten in de hand met de treintijden en kijken of de treinen op tijd vertrekken en precies bij de goede plek op de perrons stoppen. Bij elke uitgang staan op het perron strepen die de wachtrij aanduiden en iedereen gaat netjes in die rij staan. In Utsunomiya is alle sneeuw verdwenen, maar op het traject Omiya-Nagano ligt veel sneeuw en ook de bomen zijn helemaal wit. Het is hier een wintersportgebied, dat op ongeveer 1000 meter hoogte ligt. De trein rijdt ongeveer 250 kilometer per uur.
In Nagano liggen allerlei verschillende treinlijnen en we gaan op zoek naar de Dentetsu-lijn voor het laatste stukje naar Yudanaka. Deze lijn is niet inbegrepen in de JR-pas en we moeten hier aparte kaartjes voor kopen. Alles staat zeer goed aangegeven. Het is wel een stukje lopen en dus sjouwen met onze bagage. Zoals overal in Japan rijdt ook deze trein netjes op tijd. Het zijn luxe treinen met ruime plaatsen. In Yudanaka worden we opgehaald door de hoteleigenaar. We hadden de aankomsttijd een paar dagen geleden naar hem gemaild. De achterste bank is neergeklapt voor de bagage en daarnaast zijn er maar vier stoelen voor vijf mensen. Paul en Lia zitten zowat bij elkaar op schoot; het is maar een klein stukje. Het sneeuwt heel licht.
De kamers zijn nog niet klaar en we besluiten om meteen naar de makaken te gaan. De eigenaar brengt ons weg en geeft ons een busschema voor de terugweg. Vanaf de parkeerplaats is nog een half uur lopen naar Jigokudani Yaen-Koen, de plaats waar de apen zitten. Een kleine trap (alweer) moeten we op, het grootste deel is een meter breed vlak pad, dat grotendeels met sneeuw is bedekt. Jigokudani is een warmwater-onsen, een natuurlijk bad met water van 42°. In de winter vinden de makaken het heerlijk om daarin te badderen. Ze hangen aan de rand, zitten en liggen op warme stenen, vlooien elkaar. Kleintjes kleumen dicht tegen de moeder aan. Ze zijn prachtig met hun rode gezichten. Die knallen er echt uit. Sommige hangen verheerlijkt met hun ogen dicht in het warme water. Je ziet ze genieten.
Op het land zitten ze met een paar tegen elkaar aan om warm te blijven. We zien vooral vachten met her en der een rood gezicht. De apen trekken zich niets van de mensen aan en lopen soms vlak langs ze heen. Ze zijn helemaal aan mensen gewend. Zo zitten ze met een heel stel in het water, zo zijn ze ineens allemaal weg. Blijkt, dat er iemand ze op gezette tijden bijvoedert. Zodra ze dat horen, vliegen ze op het eten af. Hier een videoverslag.
Japanners kunnen het niet laten om naast de apen te gaan zitten en daarmee op de foto te gaan. Selfie sticks zijn verboden.
Met de bus gaan we terug. Boven de chauffeur hangt een elektronisch bord, dat de prijs aangeeft. Hoe verder we komen, hoe duurder het wordt. Je moet gepast betalen door briefjes en/of munten in een gleuf te stoppen. Er is ook een gleuf om een munt in te stoppen waarmee je wisselgeld kunt krijgen. We worden afgezet bij het treinstation, een kwartiertje lopen naar het hotel.
We willen eerst koffie drinken en zien al snel een theesalon die ook koffie verkoopt. We krijgen een Engelse kaart en kiezen voor koffie met chocolade- en cheesecake. Lekker.
Bij de supermarkt kopen we wat drankjes die we mee naar het hotel nemen.
In het Bozanso Hotel krijgen we kamers in Japanse stijl. Dat wil zeggen: de bedden zijn matjes op de grond, wanden van rijstpapier, een apart kamertje met een zitje, een lage tafel met een mooie doos met kopjes en thee en een thermoskan heet water. Wij hebben nog een aparte kamer met twee echte bedden, maar die gebruiken we niet. Bij binnenkomst moeten de schoenen uit en ga je verder op je sokken. Je moet je schoenen zo neer zetten, dat je er zo in kunt stappen als je ze nodig hebt. Er staan weer andere sloffen in de wc. Die heeft een verwarmde bril en is meteen ook een bidet en heeft een sproeier voor je billen. In een kastje staan sloffen die je aantrekt als je naar de onsen (warm bad) gaat. Het hotel heeft dus een onsen, een gemeenschappelijk warm bad. Eén voor heren en één voor dames. Vanavond gaan we dat uitproberen. We hebben nog geen idee hoe ons daar te gedragen. Een bad nemen is erg aan regeltjes gebonden.
We drinken een biertje in ons alkoofje, terwijl we het verhaal schrijven en foto’s bekijken.
Om 18:30 uur gaan we eten bij de Japanner. Men eet hier vroeg; om een uur of zeven. Schoenen uit natuurlijk en we zitten in kleermakerszit aan de lage tafel. Dat houden we natuurlijk niet lang vol, we strekken onze benen uit onder tafel (helemaal fout) en leunen tegen de muur (ook niet goed). Wij maken er als buitenlanders maar een zootje van. Elke tafeltje heeft een eigen televisietoestel.
We bestellen vier gerechtjes, cola voor Paul en voor de andere drie een karafje warme sake. Die is erg warm en we krijgen er drie kleine kommetjes bij. We krijgen o.a. yakitori met zes verschillende soorten stokjes, dimsums van kip, loempia’s en een vis. We zetten alles in het midden en smikkelen er met z’n allen van. We gaan over op bier en krijgen halve liters kirin. Het wordt ondertussen erg druk. Het is niet groot, drie kleine lage tafels, een grote lage tafel en stoeltjes aan de bar. Het zit vol en het personeel loopt zich het vuur uit de sloffen. Wij willen nog wat bestellen, maar kunnen niet hun aandacht trekken. Dan herinneren we ons, dat ze ons in het begin gewezen hebben op een bel aan de muur. Dat werkt en we bestellen nog wat hapjes. Het duurt even voor die komen, maar dat vinden we niet erg. Het is een gezellige tent en we genieten. We zijn ¥ 10.000 kwijt. Een fooi geven is niet gebruikelijk in Japan.
In het hotel gaan we de onsen uitproberen. In onze kamer kleden we ons uit en trekken kimono’s aan (xl-formaat), pakken een grote en een kleine handdoek en trekken de te kleine slippers aan. In het voorpaal trek je alles uit en ga je verder met het kleine handdoekje van 50 bij 20 centimeter. In de volgende ruimte zijn douches. Je pakt een klein krukje en gaat je zittend wassen en goed afspoelen. Daarna steek je voorzichtig je grote teen in het bad, die meteen verschrompeld van het zeer warme water. Het bad is zo groot, dat je in rond kunt zwemmen. Martijn zit in het mannenbad; Lia in het vrouwenbad. Beide zijn ze helemaal alleen. Het kleine handdoekje neem je mee. Je kunt dat op de rand van het bad leggen of op je hoofd, zoals de Japanners doen, en is bedoeld om je gezicht mee af te deppen. Het mag niet in het water komen. We blijven een minuut of tien zitten stoven en douchen daarna weer. Eenmaal terug op de kamer zien we er allebei uit als roze biggetjes.
We slapen prima.
Woensdag 3 februari Yudanaka
Het is helder en zonnig, hoewel het ook een beetje sneeuwt. In de verte zien we prachtig besneeuwde bergen liggen.
We gaan eerst op zoek naar ontbijt, dat we niet in het hotel kunnen krijgen. Bij gebrek aan een open eetgelegenheid doen we inkopen bij de supermarkt: verschillende broodjes en een bakje mie die in de magnetron wordt opgewarmd. Gelukkig hebben ze ook een koffieapparaat en we nemen alles mee naar het naast gelegen treinstation waar we in de warme wachtkamer alles opeten. We voelen ons een beetje zwervers. Voordeel van het station is, dat er allemaal folders liggen met o.a. een plattegrond van het dorp met daarop een ATM aangegeven. We hadden er al wel eentje gevonden, maar die was alleen voor Japanse passen.
We gaan weer terug naar het hotel, waar ieder van ons door de eigenaar als Paul wordt aangesproken. Bij de boeking zijn twee namen opgegeven en we denken, dat ze niet weten hoe Martijn uit te spreken en dat we daarom allemaal Paul heten.
We laten ons nogmaals wegbrengen naar de aapjes. Ze zijn nog net zo leuk als gisteren. Het is vandaag wat heiiger dan gisteren. We kijken er ruim een uur rond en lopen dan terug richting bus. Daarvoor is een uitspanning waar we koffie gaan drinken. Er rijden niet zo heel veel bussen en als we de koffie op hebben, moeten we ruim een uur wachten. We besluiten terug te gaan lopen. Dat is niet zo heel ver, omdat we toch van plan waren om bij Shibu uit te stappen. De weg loopt naar beneden en lopend zien we meer dan met de bus. Shibu is een kleine plaats met smalle straten, oude houten huizen, openbare badhuizen en een heleboel onsen. Heel leuk. Bovenaan een trap zien we een tempel die we ook nog even bezoeken. Er staan verschillende beelden buiten waar men geld heeft geofferd. Dat ligt gewoon bij die beelden. Dat zou in Nederland niet kunnen. Hier zou het binnen de kortste keren verdwenen zijn. Hier kan dat gelukkig nog.
In een kleine supermarkt kopen we bakjes met noedels en mandarijnen. Op de hotelkamer wordt warm water gebracht en kunnen we een poosje relaxen. Veel tijd hebben we daarvoor tot nu toe niet gehad.
Alle eettentjes zitten in de buurt van het station, een kwartiertje lopen voor ons. We gaan eten bij de Thai. Op de muur staan pijlen, maar het is niet meteen duidelijk waar we moeten zijn. Uiteindelijk moeten we een poortje open maken, door een smal straatje en vinden dan de deur. We zijn er om 19:00 uur, het moment, dat de tent opengaat. De uitbaters zijn net een tel later en wurmen zich langs ons heen om de deur open te maken, het licht aan te doen en de kachel aan te zetten. Het is een klein tentje met drie tafels en wij zijn de enige gasten. We maken een keuzen uit het plaatjesmenu en gaan er eens goed voor zitten. We drinken Singha-bier en cola (Paul). Het duurt even voor het eten komt, maar dat is wel prettig. We hoeven niet binnen een kwartier weer buiten te staan. We krijgen o.a. padhai, varkensnekjes en tom yam-soep, die erg pittig is, maar ook erg lekker.
We lopen terug naar het hotel. Het is erg helder met een prachtige sterrenhemel en het is goed koud. Het vriest al aardig.
We kleden ons om in de kimono’s en gaan wederom naar de onsen. Gerard houdt Martijn gezelschap, Lia is weer alleen. Bij de dameskant is het water vandaag iets te warm en daardoor niet zo aangenaam. Na afloop voelen we ons erg schoon, zien er weer uit als kreeften en slapen als een blok.