Woensdag 14 septemberNaar Bogor
Via de snelweg rijden we naar de plantentuin van Bogor, waar veel tropische planten uit de hele wereld staan. De tuin is honderdtachtig jaar geleden aangelegd door de Engelsen. In de waterlelievijver zit een kleine krokodil op een blad van een meter doorsnee.
Daarna gaan we door naar Bandung. Onderweg stoppen we bij theeplantages om theepluksters aan het werk te zien. Ze komen hard aangehold. Met theeplukken verdienen ze 68 rupiah per kilo. Met foto's laten maken, verdienen ze iets bij. Van de theeplanten worden alleen de bovenste drie blaadjes geplukt. Dat kan na twee weken worden herhaald. Na twintig jaar is de plant op.
Boven op de Puncakpas lunchen we, waar ze poffertjes en pannenkoeken verkopen. In Bandung eten we 'langs de weg'. Allemaal kleine kraampjes met van alles te koop.
Donderdag 15 septemberNaar Pangandaran
Een lange busrit naar Pangandaran aan de zuidkant van Java. Schitterende uitzichten over de sawa's. Zo'n rijstveld wordt eerst met een hark aan getrokken: een maal in de lengte en een maal in de breedte. Je krijgt dan vierkantjes. Op elke kruising wordt een jong rijstplantje in de grond gestopt. Je hebt twee verschillende soorten. De oude wordt anderhalf per jaar geoogst. De verzorging is minder intensief en de rijpe rijst wordt gesneden met een ani-ani-mesje. En de nieuwe, die tweeënhalf keer per jaar wordt geoogst. De waterstand en de dijkjes moeten zorgvuldig gecontroleerd en bewerkt worden. De rijst wordt met een zeis geoogst.
Onderweg stoppen we bij een plaatsje genaamd Naga. Dit ligt diep in het dal en is alleen met een lange trap te bereiken. Het dorp staat onder een soort van monumentenzorg. Alles is in authentieke staat. Er komen geen bakstenen, golfplaten of spijkers aan te pas. Dat is verboden.
's Avonds krijgen we een privé wayangpoppenvoorstelling. Nou ja privé. Op een gegeven moment zijn er zestig à zeventig illegale toeschouwers. Een grote wayangpoppenspeler heeft ongeveer honderdvijftig verschillende poppen. Deze heeft er zo'n dertig bij zich. De poppen zijn schitterend. De voorstelling is niet veel, omdat je van het verhaal helemaal niets begrijpt. Dit wordt in het Soendanees verteld.
Vrijdag 16 septemberPangandaran
Op zoek naar de raflesia. Een zware wandeltocht van vijf uur door de jungle. Veel klim- en klauterwerk, we lopen door rivieren en springen van steen tot steen. We zien veel verschillende soorten apen, antilopen, reeën, grote vlinders en natuurlijk de raflesia. Het is niet de echte grote soort die ongeveer tachtig à negentig centimeter in doorsnee wordt, maar een iets kleinere, van ongeveer veertig centimeter. De bloemen bloeien maar eens in de drie jaar. Als de knop (helemaal zwart) eenmaal in de plant zit, duurt het acht maanden voordat de bloem opengaat. Als ze net open zijn, kun je ze op vijftig meter afstand ruiken. Op die manier zijn ze te vinden, want ze vallen niet erg op in het oerwoud. De bloem blijft slechts vijf dagen open.
Zaterdag 17 septemberNaar Cilicap, Wonosobo
Om 8:00 uur vertrekt de boot uit Kalipucang, een half uur rijden vanuit Bangandaran. Om 11:45 uur zijn we in Cilicap. Kosten 900 rupiah = ƒ 1,15. De boot heeft een vaste route door brakwaterlagunes en mangrovebossen. Hij wordt gebruikt door de inlandse bevolking die van of naar de markt in grotere plaatsen gaat. Onderweg wordt aangelegd bij kleine op palen gebouwde vissersnederzettingen. Je kunt hem op elke willekeurige plaats aanhouden.
Vervolgens rijden we met de bus de bergen van centraal Java in naar Wonosobo.
Zondag 18 septemberNaar Diengplateau, Borobudur, Yogyakarta
Na een overheerlijk en uitgebreid ontbijt (brood, thee, kaas, ei, banaan, papaja, ananas, jus d'orange) om 6:30 uur gaan we met drie kleine busjes naar het Diengplateau. We hebben mazzel, dat het weer goed is. In het dal is wat bewolking, voor de rest is het stralend. Op het Diengplateau staan de oudste hindoe-tempels in Java. Vijftien jaar geleden lag een deel onder water. Een Nederlander heeft dit meer leeg laten pompen en toen kwamen er veel tempels te voorschijn. Of tempels, het zijn eigenlijk graftombes. Er zijn er maar vijf overgebleven. De rest is door de buurtbewoners afgebroken, waarna de stenen zijn gebruikt voor hun huizen. Vier van de vijf tempels bekijken we. Daarna bezoeken we het museum, dat uitsluitend beeldhouwwerk bevat.
Vervolgens rijden we met de busjes naar borrelende zwavelbronnen waar de modder de grond uitkomt. Een stank!
We zien een paar kinderen met speciaal in elkaar gedraaid haar. Lang geleden was er eens een koning die dat deel van het plateau vervloekt heeft met dat resultaat. Het is een voorrecht als een kind dergelijk haar heeft. Het komt alleen in dit deel van het land voor. Op een bepaalde leeftijd zullen de kinderen een gunst aan de ouders vragen. Dit kan variëren van een zak snoep tot een brommer. Als de ouders aan dit verzoek voldoen, zullen de kinderen hun haar laten knippen. Het gedraaide haar komt dan niet meer terug. Voldoen de ouders echter niet aan het verzoek en laten de kinderen hun haar knippen, komt het wel terug. Raar, maar waar. We zien een meer, dat van kleur verandert. Veel geel en groen in het water. We wandelen van het Diengplateau naar beneden in circa twee uur. Op de aankomstplaats beneden is het hele dorp voor ons uitgelopen. Het lijkt wel of we in een optocht lopen. De kinderen zijn bang. Ze zeggen 'hallo', maar een handje durven ze niet te geven.
Daarna richting Borobudur. Geen tempel, maar eigenlijk een groot verhaal met beeldhouwwerk, dat het leven van Boeddha voorstelt. Het is gebouwd tussen 750 en 850 en teruggevonden in 1815 onder vulkaanas. Veel beeldden van Boeddha zijn vernield door de Islamieten.
Een tempel in Mendut bekijken we, waar binnenin drie schitterende beelden staan, waarvan een van boeddha in ongewone houding (hij is altijd afgebeeld in kleermakerszit). Aankomst in Yogyakarta om ongeveer 18:00 uur.
's Avonds gaan we met betjahs naar het centrum. Levensgevaarlijk: hartstikke donker en de betjahs zijn niet verlicht. Gelukkig gaat het goed. Je geneert je eigenlijk dood. Zo'n man moet bijna anderhalf uur fietsen waar wij 2.000 rupiah (ƒ 2,50) met z'n tweeën voor kwijt zijn. Maar ik geloof, dat we nog teveel betaald hebben.
Maandag 19 septemberYogyakarta
De grote dag. Met de betjah laten we naar het station brengen voor de afspraak met Chris en Anneke, die samen een wereldreis aan het maken zijn. Ruim van tevoren hebben we in Yogyakarta afgesproken om elkaar te ontmoeten. We zijn allemaal te vroeg en kunnen elkaar makkelijk vinden. Een prettig weerzien. Eerst gaan we snel naar het kraton, want hier is vanochtend een gamelan voorstelling. Dan naar een cafeetje waar we eten en drinken tot laat in de middag. Alle cadeautjes worden uitgepakt die wij van de hele familie hebben meegekregen. We krijgen van hen een masker. De rest van de middag en avond wordt er enkel gekletst en ervaringen uitgewisseld.
Dinsdag 20 septemberYogyakarta
's Morgens brengen we de foto's weg. Chris en Anneke komen om 9:00 uur ontbijten. Later in een winkel bij de markt kopen we vier wayangpoppen voor 30.000 rupiah (ƒ 37). 's Middags kijken we alleen maar foto's. Omdat we zo lang bij het hotel zitten en drinken, krijgen we gratis thee met twee verschillende soorten koek. 's Avonds eten we bij 'tante Lies'.
Woensdag 21 septemberNaar Blitar
Om 5:30 uur staan we op voor een lange rit naar Blitar. Eerst bekijken we vlakbij Yogyakarta naar de tempels van Prambanan. Ze zijn mooier dan de Borobudur, veel mooier beeldhouwwerk. Vervolgens gaan we naar Solo. Hier bezoeken we de kraton, waar vrouwen aan het dansen zijn op gamelanmuziek. Vervolgens moet de lange rit naar Blitar beginnen. Emile en Immelien zijn echter de weg kwijt en daardoor komen ze anderhalf uur te laat bij de bus, zodat we in het donker in Blitar aankomen. We krijgen voor het wachten van hen een drankje. Bij een plaatselijke Chinees eten we.