Donderdag 21 novemberAru

Vroeg in de ochtend komen we bij Aru aan. Dit is een van de meest afgelegen Molukse eilanden en erg moeilijk te bereiken.
Het is zonnig en we zien op alle stukken land en eilandjes alleen maar bossen. Zo ver je kunt kijken. Het is de bedoeling om dwars door de Aru-eilanden via het Manumbai-kanaal door te steken naar de andere kant. In het zuiden is het overal te ondiep, hier in het noorden willen ze het gaan proberen. De schipper volgt de aangegeven vaargeul op de GPS, maar de routekaart blijkt niet goed te zijn. Aru Dorp, MolukkenDe bodem is natuurlijk allemaal zand en de vaargeul wil dan nog wel eens wijzigen. Het duurt dan ook niet lang, voordat we vastlopen. We kunnen niet meer voor of achteruit. Vroeg in de middag zal het vloed zijn en wie weet, lukt het dan. Vissersbootjes die in de buurt liggen, komen langs en we kunnen een speedboot huren. Samen met de eigen boot varen we naar het dichtstbijzijnde dorp, Dusinamalau.
DDe boot legt aan bij een houten pier. Via een trap van houten stengels met hele grote treden klimmen we op het vaste land van Aru. Meteen komen er wat mannen op ons af die een praatje maken. Dan volgen kinderen en later wat vrouwen. Iedereen loopt op blote voeten. Eerst gaan we naar de burgemeester om te vragen of we welkom zijn. We mogen het dorp wel in, maar het omliggende bos niet. De burgervader is geen spraakzaam man en we komen er niet achter waarom niet. We hadden daar willen gaan wandelen en gaan zoeken naar de paradijsvogel, die op dit moment zijn veren is verloren, maar toch mooi schijnt te zijn. We lopen het dorpje rond en krijgen alle kinderen, en dat zijn er heel wat, achter ons aan. Ook de volwassenen lopen uit, die vaak hele kleine kindjes bij zich hebben. Die kleinste zijn bang van ons en beginnen te huilen als je naar ze lacht. Er komen hier zelden toeristen. Op de hele Aru-eilanden zijn geen hotels en er is geen regelmatig vervoer naar toe.
Martijn wordt uitgelachen vanwege zijn lengte. Overal staan kleine houten, krakkemikkige huisjes met houten rolluiken. En enkel huis heeft ruiten, maar die zijn dan weer gebroken. Er staat een grote, goed uitziende kerk. Iedereen is druk met het kijken naar ons, met de was, met de vis schoonmaken, met hangen, met niks. Allemaal zijn ze even vriendelijk, maar een stuk onderdaniger dan de Papoea's.
We varen terug naar de Matahariku en worden vanaf de pier door alle kinderen uitgezwaaid. Hier doen ze dat wel; de Papoea's keken alleen maar.Aru Raam, MolukkenDe boot is niet vlot en er zijn grote boomstammen aan de zijkanten gebonden om omvallen tegen te gaan. We huren weer een boot en zetten nu een eigen motor daarin, zodat die wat sneller gaat. We willen naar Waikuai, dat een stuk verder het binnenland in ligt. Met twee boten varen we daar in een uur heen. Het is heel erg warm en iedereen zit met pet met klep, zonnebril, shirt met lange mouwen in de open boten. Door de beweging staat er wel een lekker windje, maar je moet je wel bedekken anders verbrand je levend.
Ook hier stromen meteen mensen nieuwsgierig toe. In een boom bij de 'haven' zit een kaketoe. Onderweg hadden we al een visarend gezien. Leuk.
We willen een junglewandeling gaan maken en vogels spotten. Er worden twee gidsen met grote kapmessen geregeld en op het moment, dat we gaan lopen, begint het te spetteren. Binnen tien minuten is het weer omgeslagen van zonnig naar hele donkere wolken. Het regent harder en het onweert wat. We schuilen onder de overdekte veranda bij de school en wachten op beter weer. De plaatselijke jongens voetballen op het plein en trekken zich helemaal niets aan van de regen. Na een drie kwartier is het weer droog. Eén groepje gaat meteen terug met een boot, de rest gaat wandelen. De meesten haken snel af als we zien, dat we tot onze kuiten door het water moeten banjeren. Daar hebben we geen zin in, want onze schoenen krijgen we dan nooit meer droog. Wij gaan terug met de tweede boot en wat enthousiastelingen gaan verder.
Aru Steiger, MolukkenWij zitten dit keer in de prauw en worden door en door nat van het opspattende water en zijn dan ook blij, als we terug zijn op de Matahariku. De boot ligt enigszins scheef en het water is zo laag, dat je een rondje om de boot zou kunnen lopen. In sommige hutten zijn problemen met de airco, niet bij ons, maar dan moetje die maar niet de hele dag aan laten staan. De hutten zijn vrij klein en als je binnenkomt en meteen de airco aanzet, is het binnen vijf minuten koel.
We nemen snel een douche en spoelen het zeewater uit onze kleren en hangen die buiten op het dek.
Het plan is om vannacht als het de hoogste vloed van de dag is, te vertrekken voor de tocht dwars door de eilanden. We mogen kiezen wat we daar willen doen: varen op kleine zijriviertjes of wandelen door de jungle op zoek naar vogels. Met de meerderheid van stemmen wordt voor wandelen gekozen.
Vanavond weer een mooie zonsondergang, maar hij haalt het bij lange na niet bij die van de eerste avond.
De tafel boven op het dek is net gedekt als het begint te regenen. Alles wordt weer opgeruimd en naar beneden gebracht. De regen duurt niet lang.

Vrijdag 22 novemberNaar Kei

Om 3:00 uur is het hoogtij en dan wordt de boot los getrokken. Het gaat nog niet zo makkelijk, maar uiteindelijk lukt het dan toch. Met de hulp van de plaatselijke bevolking die de vaargeulen goed kennen en zeggen dat er op het hele traject een geul is van minimaal vijf meter diep willen we vertrekken. Maar als snel wordt de hele poging opgegeven en we gaan om de noord varen. En dus zitten we de hele dag op zee op weg naar de Kei-eilanden, 24 uur varen.
Ook vandaag krijgen we een fantastische zonsondergang te zien. En wat deze nog bijzonderder maakt dan de eerste dag, zijn de tientallen dolfijnen die rond de boot zwemmen en omhoog springen. Waanzinnig mooi.
Voordat de maan opkomt, zitten we in een pikdonkere nacht met een schitterende sterrenhemel. Het is aardedonker.

Zaterdag 23 novemberKei

De dag begint met een regenbui, maar na het ontbijt is dat weer voorbij. Voor degene die willen, is er vandaag een Indonesisch ontbijt. Lekker nasi met natuurlijk een ei. Er zijn ook mangistans, vers ananassap, en espresso-koffie. De hele dag door kunnen we gratis water, fris, fruit en koffie halen.Kei Markt, Molukken’s Morgensvroeg leggen we aan bij Elat, de hoofdplaats van het eiland Kei Besar. De kapitein gaat eerst weer naar de burgemeester en dan worden wij aan land gebracht. Het is een vrij grote plaats; relatief gezien dan. Er zijn asfaltwegen, auto's, brommers en ruiten in de ramen. Er komen zelden toeristen; er zijn geen hotels, en dus gaapt iedereen ons aan. Een enkeling spreekt een paar woorden Engels. Ook hier is iedereen weer erg vriendelijk. We wandelen het dorpje door. De huizen zijn bont gekleurd, wat een leuk gezicht is. De markt is klein met wat groente, vis en kleding. Het personeel van onze boot is op de wal om boodschappen te doen.
Weer terug op de boot liggen we met een cola op de voorplecht in de strandstoelen. Heel Kei Besar ziet er groen uit. Alleen maar bossen te zien en soms een huis. Aan de andere kant zien we Kei Kecil liggen. Ook groen, maar een stuk vlakker. Op Besar liggen nog 'bergen' van een paar honderd meter hoogte.
Als lunch krijgen we soto ayam. Elke dag eten we wat anders en altijd is het lekker.
Kei Vis, Molukken's Middags gaan we met de bootjes naar het strand tegenover Elat en gaan een poosje snorkelen. Er is niet zo heel veel te zien. Op het strand lopen hele kleine schelpdiertjes in allerlei kleuren. Sommige zijn maar een paar millimeter groot.
Als we terug op de boot komen, worden de plasjes water door de bemanning achter ons op geveegd. Die mensen zijn de hele dag bezig. Als het droog is, liggen er matjes en handdoeken op de ligstoelen. Als het regent, worden de matjes weggehaald, het bovendek gesloten, op het benedendek plastic zijkanten naar beneden gehaald en het water van het dek geveegd. Er zijn verschillende soorten bemanning. De een is voor onze service, de ander voor de bediening van de boot, voor het onderhoud, de techniek. Iedereen heeft zijn eigen taak. Als onze afstandsbediening van de airco is verdwenen, loopt Eric op een bepaalde man af, die hem inderdaad in zijn zak heeft zitten. Eric vertelt, dat die man altijd alles in zijn zakken stopt. Dus als hij wat kwijt is, gaat hij naar die man toe. Grappig.
Vandaag geen mooie zonsondergang. We varen naar de zuidkust van Kei Kecil en liggen voor de nacht daar in de baai.