Zondag 25 augustusAmbon-stad

Als ontbijt krijgen we wit brood met hagelslag.
Met z'n allen hebben besloten er een rustig dagje van te maken. We huren een busje met chauffeur en trekken erop uit. Eerst naar Waai, waar heilige palingen leven. Tegen betaling worden die beesten met behulp van een rauw ei uit hun holen gelokt. Het stelt niet zoveel voor.
Hierna krijgen we de verwerking van sago uitgelegd. Dat is op de Molukken het nationale gerecht in plaats van rijst. Het lijkt veel op brood, maar het smaakt een beetje naar spaanplaat.
Vervolgens rijden we door naar Liang en liggen hier op het strand en zwemmen. We hebben verschrikkelijk veel bekijks van de plaatselijke bevolking. Het is er vrij druk, omdat het zondag is. Iedereen zit er in z'n gewone kleren en staart ons de hele tijd aan. Je denkt dan, dat dit hen na een poosje wel zal gaan vervelen, maar ze blijven kijken totdat we terug naar het hotel gaan.

Maandag 26 augustusNaar Jayapura (Irian Jaya)

RouteIrianJaya

Om 10:00 uur vertrekken we naar het vliegveld voor de vlucht naar Jayapura op Irian Jaya. Helaas om 1:35 uur geen vliegtuig te zien en we kunnen dus niet weg. Terwijl we zitten te wachten, verschijnen ineens Erica Terpstra en Ria Beckers. Die blijken uit Irian Jaya te komen in verband met een europarlementair referendum.
Goed 15:00 uur kunnen we eindelijk vliegen. Met een Fokker-28 die wij bijna helemaal voor ons alleen hebben. Gek is dat. In Sorong op Vogelkop maken we een tussenlanding. Dit 'vliegveld' is een landingsbaan op een eilandje. Verder is er niets. Wil men verder, dan moet men eerst de boot nemen.
Het vliegtuig stroomt nu wel vol en er is bijna geen plaatsje meer onbezet. We maken ook nog een tussenlanding op het eiland Biak. We krijgen bij iedere vlucht en na iedere tussenlanding een wit kartonnen (lunch)doosje. Het wordt spannend of we Jayapura zouden halen, want er is geen verlichting op het vliegveld (vertelt Carla). Toch vertrekken we tegen het donker. En jawel, in een jaar tijd hebben ze verlichting aangelegd en kunnen we keurig landen. We logeren in Sentani Inn. We hebben geen sleutel, geen handdoeken, geen licht in de mandikamer en een bed te weinig. Om het matras van het andere bed zit een touw gebonden, zodat het (te grote) matras in het bed blijft liggen. Lichtelijke puinhoop.

Dinsdag 27 augustusSentani

Een vrije dag in Sentani, nodig om de permits voor de Baliemvallei te regelen. Wij hebben daarvoor geen formulier gekregen, maar dat blijkt geen probleem te zijn. Hét probleem zijn Jaap en Bert, de eeneiige tweeling. Wat zij al zo vaak hebben meegemaakt, gebeurt nu ook: ze worden gewoon voor één aangezien, hoewel er toch twee aanvragen en twee keer twee pasfoto's zijn. Maar dat mag niet helpen. Later horen we, dat Sam, onze gids, voor het eerst een blanke tweeling heeft gezien. We besluiten, dat Jaap illegaal mee zal gaan.
Met Johan en Martin huren we een bemo. Dit is een soort openbaar busje die een bepaalde route rijdt en die iedereen kan aanhouden. Als hij de goede kant opgaat, kun je mee. Er geldt een vaste prijs.
In Abepura moeten we overstappen. In Jayapura gaan we naar een bank en wandelen wat. Er is niet zoveel te beleven. Wel moet je goed oppassen waar je loopt, want er zitten enorme gaten in de stoep.
Met een bemo rijden we naar Hamadi, waar allerlei souvenirstalletjes staan. De mensen zijn aardig en niet opdringerig. De Papoea's zien er heel anders uit dan de andere Indonesiërs. Het begint helaas te regenen. De eerste regenbui in deze vakantie! Gelukkig is het snel voorbij. Daarna wandelen we naar het strand, waar overblijfselen uit de oorlog (tanks e.d.) te zien zouden zijn. We worden vergezeld door een horde schoolkinderen die ons de weg wijzen. Onderweg komen we een aantal mensen tegen die nog Nederlands spreken, waar we een babbeltje mee maken. Op het strand is alleen een berg schroot te zien.
Op de terugweg worden we door de schooljuffrouw uitgenodigd om even binnen te komen. Ze wil graag onze adressen. Ze is in 1960-1963 in Posterholt in Nederland bij de zusters op school geweest. Ze spreekt dan ook heel goed Nederlands. Als we een foto van haar jongste kleindochter maken, begint deze als een gek in de rond te dansen, omdat zij is uitverkoren voor de foto.
Met een bemo gaan we terug naar het hotel, waar we inmiddels een geheel ander slot in de kamer hebben gekregen mét sleutel.
's Avonds eten we in een door anderen aanbevolen restaurant, dat buiten het dorp ligt. We moeten wel vroeg weg, omdat er na negenen geen bemo's zouden rijden. Gelukkig stopt de eerste de beste en worden wij erbij gepropt. Ik geloof, dat we er met z'n veertienen in zitten.

Woensdag 28 augustusNaar Wamena, wandeling Baliemvallei

's Morgens gaan we naar het vliegveld voor de vlucht naar Wamena in de Baliemvallei. Er is geen weg, zodat vliegen de enige mogelijkheid is om daar te komen. Er is geen alcoholische drank verkrijgbaar en het is ook verboden om het mee te nemen. Het schijnt, dat Papua New Guinea een groot drankprobleem heeft en dat wil men hier voorkomen. Op sommige plaatsen wordt wel illegaal drank gestookt.
Het is afwachten of de vlucht doorgaat, omdat men puur op het zicht moet vliegen. Geen radio, geen radar, niets. Papoea, Irian JayaAlleen vaak mist of wolken in de vallei en dan kunnen ze landingsbaan niet zien en wordt er teruggevlogen naar Jayapura. Gelukkig gaat het wel door. Het is een mooie vlucht, vooral het laatste stuk door het dal, langs de bergen. We landen in Wamena, dat op een hoogte van 1.700 meter ligt en zien op het vliegveld onze eerste Dani's.
's Morgens gaan we naar de markt, waar veel Papoea's met peniskokers en rieten rokjes lopen. Een mooi gezicht, maar de mooiste Papoea's vragen wel geld voor een foto (100 rupiah = ƒ 0,10).
Vervolgens rijden we met bemo's een stuk naar het zuiden. Wat een weg, soms een halve rivier, dan zitten we bijna vast in de modder en we hobbelen vreselijk.
Na een uurtje zijn we in Sugokmo, het uitgangspunt van een vijfdaagse wandeling en we beginnen te lopen in gezelschap van dragers en een kokkin. Een brede, vrij goede weg die uitstekend te bewandelen is. Hij gaat echter snel over in smalle paadjes. Onderweg regent het heel eventjes. We moeten over een 'brug' over een landverschuiving: vier boomstammen die erg doorzakken en meedraaien als je er over heen loopt. Bovendien zijn ze erg glad. Een paar meter lager stroomt water.
Even verder komen we in een dorpje, Kurima, waar de bevolking bezig is om te leren stemmen (dit in verband met de verkiezingen van het volgende jaar). Het wordt helemaal uitgelegd. Er zijn drie verschillende gekleurde briefjes, die staan voor de drie partijen. In een van de briefjes moet men een gaatje maken (precies in het midden) en daarna alle briefjes in drie bussen stoppen. 't Wordt gecompleteerd met een rollenspel.
Een kwartiertje en een stevige klim verder, komen we bij een Duitse missiezusterpost, waar we zullen overnachten (Polimo). Deze wordt bemand door een Duitse en een Nederlandse zuster, die nu in Nederland is. We hebben veel belangstelling van de bevolking van het dorpje in de buurt, o.a. een paar mooi uitgedoste peniskoker-Papoea's, die we natuurlijk op de foto willen hebben.
Lekker thee drinken en eten. 's Avonds regent het flink.

Donderdag 29 augustusWandeling Baliemvallei

Goed 8:00 uur gaan we op pad voor een lange wandeling. 't Zal deze dag de zwaarste worden. We vertrekken vol goede moed en het is heerlijk wandelweer: geen zon, geen regen, prettige temperatuur, wel een vrij modderig pad, waarbij je goed moet uitkijken waar je loopt. Veel grote stenen en soms is het pad een complete rivier. Af en toe een fikse klimpartij.
Papoea, Irian JayaPapoea, Irian JayaOp een gegeven moment komen we bij de gevaarlijkste hangbrug van deze reis. We mogen er maar een voor een op en we moeten over de staaldraad in het midden blijven lopen en opletten op rotte planken. Onder de brug stroomt de wilde, brede Baliemrivier. Gelukkig komt iedereen heelhuids aan de overkant.
Er volgt een pittige klimpartij. Onderweg komen we veel Papoea's tegen die allemaal vriendelijk gedag zeggen. (In hun taal is het letterlijk 'dag'. Heel grappig.) Een groepje mannen is zelfs uitgedost in oorlogstenue. Officieel zijn de stammenoorlogen en het kannibalisme verboden, maar ongetwijfeld zullen er zeker nog vechtpartijen plaatsvinden.
De lunch is langs de kant van de weg en we worden gadegeslagen door verschillende Papoea's. De kinderen zijn erg blij met de lege waterflessen. Dan begint het helaas te regenen, eerst zachtjes maar allengs harder. Niet zo leuk, je geniet niet zo van het uitzicht en de paden worden verschrikkelijk modderig. Op het laatste lopen we tot onze enkels in de modder (vermengd met drek) te dabben. Bij aankomst in het dorp Hitugi op 2.000 meter hoogte kunnen we mandiën bij de schoolmeester: ijskoud maar toch lekker.
Helaas regent het nog steeds, zodat het even duurt voordat we het dorpje kunnen verkennen. In de tussentijd komt de bevolking wel naar ons toe. We kopen een pijl en boog voor ƒ 4.
Tegen de avond klaart het op en wandelen we wat rond. De kinderen verzamelen zich en beginnen uitgebreid voor ons te zingen. Heel erg leuk. Ze zijn wel wat verlegen. We laten ze wat kaarten van Nederland zien, wat ze erg leuk vinden. Wij leren ondertussen om op onze vingers tot vijfentwintig te tellen, net als zij (verder kunnen ze waarschijnlijk ook niet tellen en wordt het 'veel'). Het is wel verwarrend, want het is niet hetzelfde als bij ons: als je hier bijv. drie vingers opsteekt, is het twee.
De hele nacht regent het verder. Dat belooft wat voor morgen.