Vrijdag 20 septemberNaar Chimmy Lakang, Punakha-dzong

Het water in de rivier blijkt zo schoon, dat je dat gewoon kunt drinken. Dat is wel handig met het tanden poetsen. Rudi gaat zwemmen, maar dat is ons toch te gortig; het is behoorlijk koud. We zitten heerlijk buiten in de zon te ontbijten. Het is een warme dag met alleen maar zon. Gelukkig staat er 's middags een windje, zodat het wat minder warm lijkt.
Met de bus rijden we een stukje terug naar een oud klooster op een berg, een vruchtbaarheidsklooster. Het heet Chimmy Lakang en is gebouwd in 1499. Er is een speciaal beeld waar om zegeningen voor kinderen gevraagd kan worden. De mannen kunnen er dobbelen en als je dertien gooit, is dat heel gunstig. Iedereen gooit twaalf wat goed is, terwijl tien minder is. We wandelen door een dorpje en rijstvelden terug naar de bus en rijden vervolgens naar de camping voor de lunch. Die is erg uitgebreid en de 'big lama' zit ons op te wachten met drankjes, gekoeld in de rivier. De 'big lama' is Dendup Tshering, de Bhutaanse regelneef van de reisorganisatie. Niet te verwarren met Tshering Dendup, onze Bhutaanse gids. Ze noemen elkaar Dendup.
Phunakha-dzong, BhutanDaarna schrijft iedereen z'n ansichtkaarten. We hebben er tot dan toe amper tijd voor gehad.
Tegen drieën vertrekken we naar de Punakha-dzong waar we eerder al langs gereden zijn. Dit fort is gebouwd in 1637 en ligt bij de kruising van twee rivieren: de Mochu en Phochu (de moeder- en de vaderrivier). De dzong is regelmatig verwoest, de laatste keer door een watervloed van een doorgebroken stuwmeer. Men is nog steeds hard bezig met het restaureren. Een echt monnikenwerk, als je die houtsneden ziet. Zo veel en zo mooi. Fotograferen is verboden, maar omdat het morgen een publieke dag is en wij er dan niet zullen zijn, mogen we even vlug wat foto's maken.
Terug bij het tentenkamp nemen we een douche (warm uiteraard), drinken thee met koekjes en bier met nootjes. Met o.a. (rode) rijst, bami, vlees, salade, soep, brood en groente eten we heerlijk. We gaan vroeg naar bed, want we zijn best wel moe.

Zaterdag 21 septemberNaar Wangdiphodrang, Thimpu, festival

FESTIVALS
In Bhutan vinden jaarlijks vele Boeddhistische festivals plaats die van heinde en verre honderden Bhutanezen trekken. De religieuze festivals bieden de bevolking de mogelijkheid om hun geloof te versterken en zegeningen te ontvangen. Het is ook een gelegenheid om oude vrienden weer eens te zien en gezien te worden. Daarom dragen de mensen hun mooiste kleren en juwelen en brengen ze veel te eten en te drinken mee.
De monniken roepen met indrukwekkende dansen, getooid in prachtige kostuums en maskers de daden van Padma Sambhava in herinnering door allerlei gebeurtenissen uit te beelden. Door het opzwepende ritme van de trommels raken de monniken in diepe extase. Tussen de voorstelling door vermaken clowns het publiek. Deze clowns zijn de enige in Bhutan die de spot mogen drijven met de religie. Met gekke bekken en schuine moppen maken ze de monniken en dansers belachelijk.
Wij zien de volgende dansen:
De 'dierendans' (Dametsi Ngacham) (in Wangdiphodrang).
Dit is de bekendste dans en is ontstaan in de zestiende eeuw in het Dametsi-klooster in Oost-Bhutan toen een heilige een visioen kreeg van Guru Rinpoche's hemel. De dansers dragen gele gewaden en dierenmaskers. De overwinning van het boeddhisme over de kwade geesten wordt gevierd.
De 'dans van de vreeswekkende goden' (Tungam) (in Wangdiphodrang).
De dansers zijn gekleed in brokaat en dragen maskers van vertoornde, angstaanjagende goden. Gewapend met een rituele dolk executeren en verdrijven de dansers een kwade geest.
De 'zwarte-hoedendans' (Shanag) (in Thimphu).
De dansers beelden tantrische leermeesters met bovennatuurlijke kracht uit. De dansers nemen bezit van het dansgebied om de kwade geesten uit te bannen en de grond te zuiveren van hun voetstappen. Door op trommels te slaan, verkondigen ze de overwinning op de kwade geesten.
De zwarte hoeden komen slechts eenmaal per jaar te voorschijn en worden de rest van het jaar in speciale dozen bewaard, zodat de magische kracht bewaard blijft. Zo worden ze bijvoorbeeld met linten vastgebonden, omdat ze anders weg zouden vliegen.
De plaatselijke bevolking, Bhutan Om 6:00 uur staan we op, omdat we naar het festival in Wangdiphodrang gaan. Alle kloosters zijn alleen te bezichtigen met een permit. Het is de eerste keer, dat het Sawadee gelukt is om die voor dit klooster te krijgen. En dat terwijl er vorige keren niets te doen was. Omdat het moeilijk is een permit te krijgen, zijn er amper toeristen. Het is er wel hartstikke druk met Bhutanezen. Iedereen zit om een centraal gelegen vierkant plein. Veel kinderen vooraan. Wij, de toeristen, moeten daarvoor gaan zitten. Eigenlijk erg gênant, maar we hebben wel prima zicht. Er komt geen enkel verweer van de bevolking. Die zien het als een eer, dat buitenlanders hun festivals willen bezoeken.
De dansen, uitgevoerd door monniken, zijn fantastisch. Wat zien ze er verschrikkelijk mooi uit: hele mooie gewaden en prachtige maskers. Tot twaalf uur zitten we te kijken naar het dansen en naar de plaatselijke bevolking. Die nemen hele tassen met eten en drinken mee en eten dat daar op. De zooi gooien ze gewoon op de grond. Wij eten buiten de dzong op het gras tussen de Bhutanezen. Heel gezellig.
Daarna rijden we naar Thimphu. Onderweg komen we de koninklijke familie tegen in meerdere auto's: de koning (de 43 jarige Jigme Singye Wangchuck), zijn vier vrouwen (zussen) en zijn gevolg. De auto's hebben als nummerbord 'Bhutan 1', 'Bhutan 2', enz. Grappig.
Dierendans, BhutanDans van de vreeswekkende goden, BhutanOm 16:00 uur zijn we in de hoofdstad en we worden bij de weekendmarkt afgezet. Daar zijn mannen bezig met boogschieten, de nationale sport. Ze schieten ruim honderd meter ver en zien al van tevoren waar de pijl terechtkomt. Een goed schot wordt al dansend gevierd.
Op het veld ernaast is een voetbalwedstrijd bezig en er is een kunstmarkt. Ze hebben mooie thangka's, maar die zijn duur: 3.900 ngultrum (ƒ 200). Wij willen een masker kopen, die variëren van 1.000 tot 2.500 ngultrum. Het verschil in kwaliteit is goed te zien. We kijken ook bij de gewone winkels rond en besluiten tot de aankoop van een zwart masker van hout. Er staat een prijs op van 1.100 ngultrum. Martijn vraagt wat hij moet kosten en de verkoper zegt 850. Uiteindelijk betalen we er 700 ngultrum voor (ƒ 35). Hopelijk komt hij een beetje heel aan in Nederland.
Na een snelle douche, gaan we in een restaurant eten. De 'big lama' vond de lunch/picknick tussen de middag beneden zijn stand en vindt dat we een uitgebreid diner verdiend hebben. Dat is het ook en we kunnen er van alles gratis bij drinken. Vooral de cognac en de whisky op het eind gaan hard.

Zondag 22 septemberNaar Tashicho-dzong, festival, wandeling

Bij het ontbijt krijgen we van de 'big lama' muntjes van Bhutan. Die zijn gewoon niet te krijgen en zijn amper in omloop. Het is altijd leuk om er wat te hebben.
Daarna rijden we naar de weekendmarkt en kijken wat rond bij de gebruiksvoorwerpen en sieraden. Het is allemaal vrij duur en we kopen niks, want er zitten niet echt mooie dingen bij.
Zwarte-hoedendans, BhutanWe gaan naar de Tashicho-dzong waar ook een festival bezig is. We hebben mazzel, want de zwarte-hoeden-dans wordt uitgevoerd, terwijl die pas voor morgen op het programma staat. Misschien komt dat door de aanwezigheid van de Je Khenpo, de hoogste lama van Bhutan, die bovenin in een versierd raam zit.
Op het moment dat de jokers optreden, valt er een flinke regenbui. Paraplu's zijn verboden op het kloosterterrein. Tijdens de zwarte-hoeden-dans is het gelukkig droog. De kostuums zijn schitterend en het is een wervelende dans. Twee uur lang duurt hij, precies de tijd die we bij het festival aanwezig zijn. We genieten erg van het spektakel. Als we weggaan, begint de dierendans die we al in Wangdiphodrang hebben gezien. We zijn echt op het goede moment hier.Boogschieten, Bhutan We lunchen in Thimphu en rijden naar het beginpunt van de vierdaagse wandeling. In het begin schijnt de zon en het is daardoor meteen goed warm, ook omdat we omhoog lopen: van 2.500 meter naar 3.685 meter. In vier uur zijn op de plaats van bestemming. We lopen goed door, want het begint te regenen en door de laaghangende bewolking hebben we geen uitzicht. Onderweg nemen we twee keer theepauze en bijna bij het kamp bezoeken we een oud kloostertje. Het ziet er heel sfeervol uit, niet met al die felle kleuren zoals in andere tempels het geval is.
De tenten en de bagage zijn al lang met de paarden gebracht en staan reeds opgezet. De Bhutanezen hebben het op zich goed en weigeren daarom om dienst als drager te doen. Dat is hen te min. Vandaar die paarden. In de stromende regen komen we aan en we gaan met z'n allen in de grote tent zitten. Dat past net en daardoor wordt het snel vrij warm.
Het grasveld is erg zompig en alles wordt vochtig. Tegen negenen gaan we naar bed, nadat er een stemming is geweest over het vervolg van de trek. De meeste kiezen voor de makkelijke route 'om de berg heen' in plaats van 'erover heen'. Ons maakt het niet uit en wij stemmen blanco.