Donderdag 12 septemberNaar Pemayangtse
We vertrekken met de bus naar Pemayangtse in West-Sikkim om 8:15 uur. Het is ongeveer honderdtachtig kilometer en we zullen er om 17:15 uur aankomen.We rijden eerst in Gangtok naar het Guru Lakhang-klooster. Dit is een van de grootste scholen in Sikkim voor jonge monniken en voor de ouderen is een universiteit voor Nyingma-studies gebouwd. Er zou vandaag een hoge lama komen en daarom is er waarschijnlijk geen tijd om ons rond te leiden; we krijgen geen sleutel. Wel zien we in een grote ruimte veel monniken in mooie gele gewaden. Ze zitten een grote som geld te tellen die even daarvoor gedonateerd is. Wij kunnen mooi door de open ramen kijken, zoals sommige kleine monniken ook doen. We hebben geen idee wanneer de monniken met hun gebeden zullen beginnen en op een gegeven moment gaan we maar weg.
Onderweg stoppen we een paar keer bij uitzichtpunten, maar de bergen met sneeuw zien we niet. We lunchen in Rãbongla, een uit de hand gelopen Tibetaans vluchtelingenkamp, waar vooral Bhutia-mensen wonen.
Even verderop bezoeken we het Kungragling-klooster. Dit is het enige Bonpo-klooster in Sikkim. We mogen alles (ook binnen) fotograferen, waar we dankbaar gebruik van maken.Over de slingerweg vervolgen we onze weg naar Pemayangtse waar we om 17:15 uur aankomen (in de regen). Overdag heef het al even gestort, maar nu miezert het een beetje. We zitten op zo'n 2.000 meter. We gaan snel naar het Pemayangtse-klooster, dat helaas dicht is. Even later komt er wel een monnik naar buiten met een tafeltje vol met kaarsjes. We gaan morgen terug.
In het hotel eten we Chinees. Het is wel lekker, maar gewoon en zeker niet de prijs waard die er voor gevraagd wordt: 135 rupees p.p. Normaal betalen we zo'n beetje 50-60 rupees per maaltijd. Belachelijk duur dus. Ze weten natuurlijk dat je geen andere keus hebt.
Vrijdag 13 septemberNaar Darjeeling (India)
Voor het ontbijt gaan we terug naar het Pemayangtse-klooster. Het ligt er mooi tussen de bergen. We kunnen zelfs een beetje sneeuw zien. Er zijn drie etages vol muurschilderingen en houtsnijwerk. We kijken er lang rond en gaan dan terug voor het ontbijt.
Daarna wandelen we naar het oudste klooster van Sikkim: het Sanga Choling-klooster. We hebben mazzel dat het prachtig weer is: lekker zonnig en niet al te heet. Daardoor zitten er niet al te veel bloedzuigers. Als het regent, is het niet te doen door de glibberige paadjes. Bovendien zou het dan stikken van de bloedzuigers. Met dit weer is het een mooi pad naar boven. We komen door een klein dorpje. In het klooster mogen we ook binnen fotograferen. We hebben prachtig uitzicht over de bergen, maar iedereen loopt naar z'n schoenen te kijken of er bloedzuigers op zitten. Die zijn er wel, maar niet zo veel en we kunnen ze ervan af halen, voordat ze onze benen bereiken. Dan zijn hoge schoenen toch wel prettig.De hulp van de chauffeur komt naar boven rennen om te vertellen, dat de weg naar Darjeeling is afgesloten. Er zou een aardverschuiving zijn geweest. Dat betekent een omweg van zo'n zes uur en dus aankomst in Darjeeling rond middernacht. Balen dus. We lopen snel weer naar beneden, maar al bij al vertrekken we toch nog een uur later dan eigenlijk de bedoeling was. We rijden eerst terug naar de meldpost van West-Sikkim. De chauffeur wil toch proberen om langs de landverschuiving te komen. Hij heeft gehoord dat een auto met vierwielaandrijving er door is gekomen en dan moet het hem ook lukken. Als we daar aankomen, blijkt echter dat er een stuk van de weg is weggeslagen. Omdat waarschijnlijk het smalle overgebleven stuk niet zo stevig meer is, waagt de chauffeur het er niet op. Daarom rijden we om, niet zoveel als we eerst dachten, maar toch een aardig stuk. Er zijn maar drie grensovergangen naar West-Bengalen. En de grens waar eerst over wilden gaan, zal 's avonds om 18:00 uur dicht gaan en dat halen we niet. Die andere grensovergang blijkt wat dichterbij, maar de chauffeur is er nooit geweest en kent de weg niet. In elk dorp wordt de weg gevraagd. Er zijn bovendien wat problemen met de remmen, maar om 19:00 uur bereiken we heelhuids de grens van Sikkim met West-Bengalen. Zonder problemen komen we de grens over en aan de andere kant eten we wat: dal bhat en rijst met kip-curry.
Daarna nog drie uur bussen naar Darjeeling. We rijden een berg op met alleen maar haarspeldbochten. Jammer, dat het donker is, want zo hebben we geen uitzicht. Eenmaal in het hotel, vallen we als een blok in slaap.
Zaterdag 14 septemberNaar Tonglu, wandeling
Na een hete douche pakken we de spullen om voor de trek. We laten meer dan de helft in het hotel achter. We kopen een fles water en stappen in de bus. Even verderop in Darjeeling stoppen we bij het Toy-train-station, waar de locomotieven staan.
We bezoeken een Gelucpa-klooster, dat we snel bekijken. Vervolgens rijden we door naar Maneybhanjyang, het dorpje waar de driedaagse trek zal beginnen. Om 10:55 uur beginnen we te lopen op 1.970 meter. Het eerste stuk gaat bijna verticaal omhoog, vaak met treden, soms ook niet. Daarna wordt het wat vlakker. Vaak kunnen we hele stukken afsteken, maar dat zijn wel paadjes die vrij steil omhoog gaan. In het begin schijnt even de zon, later begint het te regenen.
De lunchpauze is om 14:30 uur als iedereen in een huisje is gearriveerd. Het blijkt, dat we illegaal in Nepal in zijn. Grappig, er is nergens iets van een grenspaal te zien. We krijgen heerlijk eten: een gebakken iets, lekkere aangemaakte aardappelen en tonijn met ui. Veel thee en koekjes erbij. Het gaat erin als koek.
Na de lunch (het regent zachtjes) zien we een prachtige regenboog. Als je goed kijkt, zie je een tweede. Na een half uur zijn we reeds bij de lodge. We twijfelen eraan of we er zijn, want we verwachten het dorpje Tonglu. Het blijkt, dat die lodge heel Tonglu is. We zitten op 3.030 meter, zodat we 1.060 meter geklommen hebben in drieënhalf uur (exclusief lunchpauze).
Er is voor ons besloten, dat we in lodges zullen slapen in plaats van in tenten. Het is nl nog regentijd en met die regen, de bloedzuigers en niet al te beste tenten, vinden wij dat helemaal niet erg.
We hangen snel onze T shirts te drogen, maar ik geloof niet, dat dat zal helpen. Er zijn verschillende grote kamers met een aantal bedden. We zoeken er een paar uit en als onze bagage aankomt die met een jeep wordt gebracht, spreiden we ons bedje. We drinken thee met rum die Rudi meegebracht heeft.
Als het helder weer zou zijn, zouden we prachtig uitzicht hebben. Maar het trekt af en toe helemaal dicht en daarnaast is het vrij heiig. Met z'n allen eten we uitgebreid, doen wat spelletjes en gaan vroeg naar bed.
Zondag 15 septemberWandeling
Om 5:45 uur krijgen we thee op bed. Even later horen we dat er zicht op de bergen zou zijn. Wij er snel uit. En inderdaad: prachtig uitzicht. Het blijkt ongeveer de helft van de bergen te zijn, maar wij vinden het zo al heel mooi. Langzamerhand wordt het zicht steeds beter en om 8:00 uur liggen de toppen van de Kanchenjunga in de zon te blaken. Een prachtig gezicht.
Na het wassen (buiten) met een kommetje met warm water, het ontbijt en de ochtendgymnastiek vertrekken we voor de eenentwintig kilometer naar Sandakphu, dat op 3.600 meter ligt. Op het startpunt ijkt Martijn de hoogtemeter opnieuw op 3.070 meter (volgens de gids is dat de juiste hoogte). We lopen eerst echter naar beneden door verschillende dorpjes terug naar 2.585 meter. Het loopt prima. Moeten we naar beneden, dan schijnt telkens de zon. Gaan we omhoog, dan is het bewolkt.
Het eerste stuk gaat wat op en neer. Na een kopje thee in een dorpje (2 peas = ƒ 0,10) moeten we een flinke klim maken naar Kalpokhari. De laatste komen ongeveer anderhalf uur na de eersten aan. Drie mensen zijn met de jeep meegereden. We willen buiten lunchen in de zon, maar de eerste druppels vallen als we net ons bord hebben vol geschept. Gelukkig kunnen we in een of andere slaapzaal zitten. Maar goed ook, want het begint met toch een partij te regenen en te onweren. Even voor drieën wordt het wat minder en we besluiten om te vertrekken voor de laatste acht kilometer. We zitten op 3.030 meter en moeten dus nog zeshonderd meter omhoog. We komen weer door verschillende dorpjes en over smalle paadjes. Telkens kunnen we een short cut nemen over zo'n paadje. Dit stuk kunnen er vijf mensen met de jeep mee. Om die plaatsen wordt gevochten (niet door ons natuurlijk). We lopen vrij veel trappen en het grootste deel van de weg in de regen. Eerst zachtjes, maar het laatste stuk gaat het steeds harder. Goed 16:30 uur zijn we er.
We slapen weer in een lodge en we trekken allerlei droge spullen aan, zoeken een bed uit en hangen alles te drogen. Vrij snel is er koffie en thee en wij hebben een flesje brandy. Dat gaat er grif in, want erg warm is het niet.
Na de uitgebreide maaltijd met o.a. momo's, de 's morgens geslachte kip en bami gaan we buiten onze tanden poetsen. We zien een onbewolkte lucht met een schitterende sterrenhemel, compleet met melkweg. Zo helder hebben we hem nog nooit gezien. Als het zo zou blijven, zouden we 's morgens een prachtig zicht hebben op de Himalaya met o.a. de Mount Everest.
We gaan vroeg slapen, want we zijn moe en beide hebben we een verkoudheid opgelopen.