India: Sikkim - Bhutan
7 t/m 29 september 1996
SIKKIM ligt aan de voet van de op twee na hoogste berg ter wereld, de Kanchenjunga, ingeklemd tussen Nepal, Tibet, Bhutan en West-Bengalen. Het is sinds 1975 de tweeëntwintigste staat van India, maar heeft wel een bijzondere positie.Sikkim is 7.325 km² groot (ongeveer een vijfde van Nederland) en heeft circa 400.000 inwoners. De oorspronkelijke bevolking van Sikkim bestaat uit Lepcha (14%) en Bhutia (16%). Het overgrote deel bestaat uit Nepalese immigranten. In de hoofdplaats Gangtok wonen ongeveer 40.000 mensen. Belangrijkste bron van inkomsten: landbouw, export van thee, gember, kardemom, fruit en alcohol.
BHUTAN is een van de meest geïsoleerde landen ter wereld. Dat komt o.a. door de zeer afgelegen geografische ligging in het oostelijke deel van de Himalaya, op de grens van Tibet en India. Bhutan is 47.000 km² groot (ongeveer 1,3 keer Nederland) en er wonen circa 600.000 Bhutanezen en 250.00 Nepalese immigranten. De hoofdplaats Thimphu heeft ongeveer 25.000 inwoners. Belangrijkste bron van inkomsten: landbouw, veeteelt (jaks en koeien), export van hout en ingeblikt fruit. De Bhutaanse koningen hebben alles in het werk gesteld om de eigen Bhutaanse cultuur zo veel mogelijk te vrijwaren van buitenlandse invloeden. Daarom mogen er per jaar niet meer dan vierduizend toeristen Bhutan binnen. Het is de Bhutanezen verboden om naar buitenlandse tv te kijken, alle gebouwen zijn volgens strikte tradities gebouwd en versierd en alle Bhutanezen zijn verplicht om de traditionele kledij uit de vierde eeuw te dragen.
Zaterdag 7 septemberNaar Calcutta (India)
's Morgens om 7:00 uur staan we op en we hebben besluiten om naar het station te lopen, omdat vorige keer de bus lang niet op tijd reed. We halen de trein op ons gemak en om 8:15 uur komen we op Schiphol aan. We kopen een krant om de wachttijd op het vliegveld te doden, maar dat blijkt achteraf niet nodig te zijn.
Omdat we op de kennismakingsborrel zijn geweest, herkennen we de meeste van ons gezelschap. In totaal zijn we met acht vrouwen, zeven mannen en een reisleider, Rudi Serlé. Deze reis maken we met Sawadee.
De laatste komt een half uur te laat, waardoor we pas laat kunnen inchecken, zodat we na de pascontrole niet lang meer hoeven te wachten. Na een colaatje gaan we naar het vliegtuig. We staan om 10:45 uur klaar om te vertrekken, als blijkt dat een passagier er niet is en wel zijn koffer heeft achtergelaten. Die moet er dus uit en men vindt die pas na anderhalf uur. Wij moeten intussen in het vliegtuig blijven en krijgen wat te drinken en een gevulde koek.
Met zeven kwartier vertraging vertrekken we met de KLM naar Calcutta in India. Bij de tussenlanding in New Delhi stappen veel mensen het volle vliegtuig uit en niemand komt er bij. Daarna hebben we de ruimte, maar het is nog maar een uur en drie kwartier vliegen, dus het is de moeite niet om te slapen. Totaal hebben we ruim elf uur gevlogen; er is drieënhalf uur tijdsverschil, zodat we 's morgens om 3:30 uur in Calcutta landen, waar het nu nog 27º is.
Gelukkig zijn onze visa in orde en als we (eindelijk) de pascontrole door zijn, staat onze bagage al klaar. We zijn altijd blij, als alles er weer is.
We worden opgewacht door Rudi en met een bus naar het Heera International Hotel gebracht. Onderweg en op het vliegveld zien we heel veel oude, gammele zwart met gele taxi's staan en rijden. Prachtig. Tijdens de rit naar het hotel worden we stil van alle slapende mensen die we zien. Sommigen op een stretcher, sommigen met een dekentje, maar velen alleen met een doek om op te liggen. En het zijn er zo veel! We hebben al heel wat gezien, maar dit hebben we nog nooit meegemaakt.
Zondag 8 septemberCalcutta
Om 10:00 uur worden we in de ontbijtruimte van het hotel verwacht. Daar krijgen we o.a. te horen hoe we de dag in Calcutta zullen kunnen doorbrengen. We krijgen een plattegrond en wat aanwijzingen en met Kees en Rob vertrekken we te voet naar Victoria's Memorial. Vanwege de zondag is het niet zo heel druk en zijn alle winkels gesloten. Wel zijn er verschillende stalletjes open. We zien o.a. een man die een reclamebord met de hand aan het schilderen is en gammele houten steigers.
Als we bij het Victoria's Memorial aankomen, begint het te plenzen, zodat we besluiten om het van binnen te gaan bekijken. Hiervoor scheen de zon en was het goed warm en was er een vochtigheid van 96%. Het maakt eigenlijk niet uit of het regent: je wordt altijd nat.
Het gebouw is mooi van binnen met veel koepels, een prachtige wenteltrap naar een omloop en verschillende schilderijen van Queen Victoria. Als we uitgekeken zijn, is het weer droog en we willen naar de Kali-tempel lopen. We hebben een plattegrond, maar die blijkt niet gedetailleerd genoeg. Het is verder weg dan we denken en we moeten het verschillende keren vragen. Ook andere groepsleden die we tegenkomen, hebben daar last van.
In de buurt van een achterbuurt blijkt het dan toch te zijn. De tempel heeft een prachtige versierde koepel met veel kleuren. Vooral met de zon er op is hij erg mooi. We wandelen daar een tijdje en we zien allerlei kleine bedrijfjes die o.a. offers van bloemen maken. Het geheel doet ons enigszins aan 'Kathmandu in het klein' denken.
We wandelen een stuk verder en na een colaatje (13 rupees, ƒ 0,60 de twee) besluiten we tot een taxi terug naar het hotel. Onze taxi rijdt op een meter en we moeten 22 rupees betalen (ƒ 1,10). Voor niets dus, want het is best een flink stuk rijden. We komen aan in Ripon Street en laten ons bij nummer 99 eruit zetten. We moeten bij 115 zijn, een kippeneindje. Denken we. We kunnen het echter niet vinden. Bij 105 houdt de straat op en het verlengde is een andere straat. We vragen het een paar keer en lopen een paar keer heen en weer. Na een half uur weet eindelijk een meisje ons de goede kant op te sturen. Het verlengde van de straat is een klein stukje verderop.
We houden uitgebreid siësta onze ac-kamer. Het verbaast ons, dat we de hele dag amper toeristen tegen gekomen zijn. Bij navraag blijkt, dat Calcutta totaal geen toeristenplaats is. In het buitenland staat hij (terecht) als een arme, vieze stad bekend. Dat schrikt toeristen af.
's Avonds eten we met z'n allen bij het hotel Indiaans. Rijst met lamsprutje en brood (nan) met kip-curry. Allebei een liter water erbij (bij gebrek aan bier). Kosten ƒ 4,50 p.p.
De hele groep krijgt een keuzeprogramma voor de laatste dagen voorgelegd. Of (zoals het programma vermeld) in Calcutta blijven. Of naar een wildpark met veel malariamuggen en tijgers (drie uur bussen, twee uur varen, ƒ 125 extra). Of naar het strand (vijf uur bussen, ƒ 75 extra). De meerderheid kiest voor Calcutta. Wij ook. Vooral de reistijd die je kwijt zal zijn, staat ons niet aan.
Maandag 9 septemberNaar Gangtok (Sikkim)
Het vliegtuig naar Bagdogra zou 's morgens vertrekken, maar dat is, geloof ik, vol (Indian Air). Daarom vliegen we 's middags om 13:30 uur met Damania Airways. Helaas heeft dit vliegtuig wat vertraging, zodat het uiteindelijk 15:00 uur is, voordat we de lucht in gaan. Het zou niet zo erg zijn geweest als we daarna niet nog vijf uur moeten rijden. We kunnen een gratis snack en een drankje krijgen vanwege de vertraging. Het vliegtuig is vrij leeg, zodat iedereen aan een raampje kan gaan zitten. We krijgen we diverse bekertjes met drank en een doosje. Bij het doosje een warme hap. Lekker. Het is een uur vliegen en in de wolken is er flink wat turbulentie.
We landen om 16:00 uur en een kwartier later zitten we al in de bus. Dat gaat lekker snel. Weer zit het vervoer niet mee. We horen, dat er ergens een landverschuiving heeft plaatsgevonden en dat we er waarschijnlijk niet door kunnen. De weg op zich valt mee: hij is vrij redelijk zonder al te veel kuilen. Alleen wel erg smal. Inhalen en tegenliggers zijn wat moeilijk.
Bij de grens van Sikkim moeten we zo'n tien minuten wachten (vrij kort volgens Rudi) en besluiten we om meteen te gaan eten. Erg lekker, alleen is de bouillon van de miesoep vrij pittig. We kunnen eventueel daar blijven slapen, maar bij de grensposten weten ze een omweg voor ons, waar we een permit voor krijgen. En aangezien het helder weer is, wagen we het er op. Het is nl een onverharde weg. De omweg is vijfentwintig kilometer: anderhalf uur rijden.
Uiteindelijk gaat alles goed en om 0:30 uur komen we in Gangtok, de hoofdstad van Sikkim, aan. Het is intussen zachtjes gaan regen. Binnen vijf minuten zit iedereen op z'n kamer. We moeten nog even handdoeken en wc-papier regelen en we liggen er net in, als er geklopt wordt: een jongen met een kan water. Daar hebben we op dit moment geen behoefte aan en we vallen uitgeput in slaap.
Dinsdag 10 septemberGangtok
Er is een gezamenlijk ontbijt om 9:00 uur. Het is erg uitgebreid met pap, cornflakes, toost, gekookte en gebakken eieren, jam, ananas- en mangosap en koffie en thee.
Om 10:00 uur vertrekken we met de bus naar het Rumtek-klooster. Het is een nieuw klooster (uit 1960), gebouwd voor de zestiende karmapa, die uit Tibet is gevlucht. Het klooster is gebouwd in Tibetaanse stijl en er wonen meer dan driehonderd monniken. Rudi vertelt ons uitgebreid over gewoonten en gebruiken. Heel interessant. Achter het klooster staat een hal waar de zestiende karmapa begraven ligt. Het ziet er allemaal zeer goed verzorgd uit.
We brengen een bezoekje aan de drukkerij. Samen met Thea laten we Rudi pingelen voor twee oude niet meer gebruikte letterborden en twee boekjes. We krijgen ze ieder voor 250 rupees (ƒ 12,50) en we zijn er erg blij mee.
In het klooster eten we o.a. gebakken mie en momo's. Heerlijk.
Met de bus rijden we naar Gangtok terug, waar we bij de Lall-markt worden afgezet. We zwerven daar heerlijk een hele tijd rond. De mensen zijn erg aardig; ze zeuren niet en kijken ons aan alsof we van een andere planeet komen. De hele dag zien we geen andere toeristen. Een ongekende luxe. Daarna slenteren we wat door de straten en trappen in de buurt van de markt, gaan op een stoepje rond zitten kijken en kopen een cola. We lopen door naar het hotel, waar we lekker warm douchen en even wat lezen. Dan gaan we weer naar de Lall-markt, waar we met z'n elven tongba (chang) drinken. In een bamboepot zit gefermenteerde gerst. Daar schenk je heet water op en met een bamboerietje wordt dat gedronken. Je gooit er telkens opnieuw water bij. Het smaakt een beetje naar glühwein. Met z'n allen gaan we ergens eten. Voor 'sweet and sour pork', pork nasi en twee liter bier zijn we ƒ 7,50 kwijt. Het kost werkelijk helemaal niets. Van een dronken man krijgen we nog een fles bier, die we natuurlijk opdrinken.
Woensdag 11 septemberPhodang
Om 8:15 uur vertrekken we voor een tocht naar de kloosters Phensong en Phodang in Noord-Sikkim. Als snel komen we bij het Tashi-view-point met een redelijk uitzicht. De besneeuwde bergen krijgen we helaas niet te zien, maar het is wel zonnig en lekker warm.
Onderweg naar de kloosters stoppen we in een dorpje waar vijf jaar geleden een weg dwars door heen is aangelegd. Daar wonen originele bewoners van Sikkim, de Lepcha's, in rieten hutten. We wandelen er een poosje rond en lopen vervolgens een eind de weg af waar de bus ons later oppikt.
Goed 11:00 uur komen we bij het Phodang-klooster aan. Het is een arm klooster wat vooral te zien is aan de huizen voor de monniken. Het is gebouwd in 1740. Meteen bij aankomst op het terrein, horen we trommelgeroffel. Als we dichterbij komen, is het gemurmel van de monniken, deksels en een belletje te horen. We gaan de tempel in (nadat we, zoals altijd, onze schoenen hebben uittrokken) en lopen snel door naar de ruimte waar het geluid vandaan komt. We mogen zowaar naar binnen en zitten een hele tijd te kijken naar vier monniken die allerlei rituelen uitvoeren (een puja). De rest van het klooster bewaren we voor als we terug komen van de wandeling naar het Labrang-klooster. Daarvoor moet je een half uurtje omhoog klimmen. Het hek is dicht, maar met behulp van twee planken klimmen we er overheen. Er staan veel gebedsvlaggen voor. Het klooster is gesloten en we lopen er wat omheen o.a. dwars over het gras. Dat hadden we dus niet moeten doen, want iedereen krijgt last van bloedzuigers. Bah! We branden ze eraf en ondertussen is er iemand met een sleutel op komen draven. We bekijken zowel beneden als boven alles uitgebreid. Goed 14:00 uur zijn we terug bij Phodang en gaan daar nog even binnen kijken.
Daarna zoeken we een restaurant om wat te eten. Eindelijk vinden we er een, maar die zit zo goed als vol. Maar dat is geen probleem, de meeste van ons kunnen in de huiskamer zitten en met z'n zessen zitten wij op de bedden in de slaapkamer. Wij bestellen momo's: een grote en wat kleine. Met cola en lemon en een kopje thee smaken die weer uitstekend. Ondertussen komen er wat monniken binnen die met voetballen een trofee hebben gewonnen. Ze hebben er een boek bij en willen graag een donatie van ons. Uit de fooienpot reiken we 100 rupees uit, waar ze erg blij mee zijn.
Omdat het intussen al 16:00 uur is, besluiten we om Phensong maar te laten voor wat het is en om in Gangtok naar het Enchey-klooster te gaan. Er zijn hier vooral veel kinderen die de gezangen aan het oefenen zijn. Grappig. Jammer, dat het verboden is om in de meeste kloosters te fotograferen.
Terug in het hotel nemen we een douche met hindernissen. Soms komt er geen water uit, soms allerlei uitbarstingen, soms koud, meestal warm. Na het douchen gaan we met z'n allen in het hotel eten. We hebben het 's morgens allemaal al besteld, zodat we het een beetje op tijd krijgen. Dat lukt aardig, alleen weten sommige mensen niet meer wat ze besteld hebben.