Donderdag 27 maartNaar Diu
Het is vijf uur rijden naar Diu, een eiland voor de zuidkust van Gujarat. Dit was een Portugese kolonie tot het in 1961 door India werd ingenomen. Het wordt nu meer geregeerd vanuit Delhi als Union Territory dan als deel van Gujarat. Vanwege die status valt het niet onder het alcoholverbod.
Onderweg zien we een kudde vrouwelijke 'blue bulls' ook wel nilgal genoemd en een grote vlucht pelikanen.
Op Diu-eiland zitten we in Nagoa Beach in prachtige huisjes. Een groot zwembad met ligstoelen, straat oversteken we zitten op het strand. Het water van het zwembad is heerlijk. We zwemmen daar omdat we daar minder aangestaard worden. Er zwemmen wel veel mannen op dat moment, maar daar trekken we ons niets van aan. Wij vrouwen voelen wel voortdurend alle ogen op ons gericht, maar worden niet lastig gevallen. Een van de mannen maakt stiekem foto's van ons en wij zwaaien naar hem. Dan komt hij alsnog vragen of het mag en wij vinden het goed.
Om 18:00 uur gaan we met z'n vijven wat drinken: Martijn met z'n harem. We hebben een terras op de eerste verdieping op het strand gezien. Het 'dorp' is trouwens niet meer dan een paar hotels, wat winkeltjes en wat restaurants. Het 'echte' dorp is ook erg klein en staat wat verder van de weg. Het Kingfisher-bier kost hier maar 50R voor een fles van 650 ml, een glaasje gin kosten 10R en een Bacardi 30R. Er zit geen belasting op. Bij de 'buren' gaan we eten en we bestellen vis, chili vis zonder chili, garnalen, groente, rijst, brood, een fles witte wijn en wat bier. Kosten 250R (€ 4,10) p.p.
Vrijdag 28 maartDiu
We bezoeken een vissershaventje waar enorme vissen op kleine karren worden geladen. Er worden veel netten geboet. Kleinere vissen hangen overal te drogen. Er worden nieuwe boten gebouwd en er is ook een scheepskerkhof. Vissen worden op grootte gesorteerd en schoongemaakt.
Het personenkerkhof ligt op een heuveltje buiten de plaats en heeft mooi gekleurde familiehuisjes. Binnen staan oranjegekleurde steentjes en elke steen staat voor een overledene.
We gaan naar de vismarkt waar overal hoopjes garnalen, kleine visjes, kleine haaitjes, krabbetjes, e.d. liggen. We kopen vis en grote garnalen voor de lunch.
Het fort is niet zo interessant en de kerk heeft mooi houtsnijwerk. Dan gaan we naar een restaurant waar onze vis in de keuken wordt klaargemaakt. De garnalen zijn geweldig!
We willen een drankpermit voor Gujarat gaan halen, maar dan mogen we alleen twee liter sterke drank p.p. mee vervoeren. Geen bier. We laten het maar zitten.
's Middags relaxen wij bij het zwembad. De rest gaat naar nog een vissersdorpje en de zonsondergang. Wij geloven het wel en genieten van de rust en de zon en het zwemmen. Later drinken we een biertje op het terras aan zee en eten in dezelfde tent als gisteren.
Zaterdag 29 maartNaar Somnath, Sasan Gir
In Somnath is een plaats met een bordes naar de rivier waar men kleine familieceremonies kan houden. Het is er erg rustig.
De tempel van Somnath is een Shiva-tempel die vroeger vaak is ingenomen en vernietigd door moslims en telkens weer opnieuw opgebouwd is door hindoes. Het bevat één van de twaalf heilige Shiva-ikonen. Om 12:00 uur begint een ceremonie en mannen en vrouwen staan in aparte rijen voor het beeld. De muziek begint: een trom, fluit, bellen, klokjes en iedereen klapt in z'n handen. Het is een oorverdovend lawaai dat een kwartier aanhoudt. Daarna mag iedereen naar het beeld om een kort gebed uit te spreken. Ze worden gemaand door te lopen, anders staan ze er morgen nog.
In de vissershaven liggen een heleboel vissersboten, allemaal versierd met vlaggetjes.
Dichtbij Sasan Gir logeren we in simpele huisjes, wel met airco en fan gelukkig, want binnen zijn ze erg warm. In het hoofdgebouw is op de eerste verdieping de keuken en we kunnen op het overdekte terras buiten eten. Het is erg warm, maar daar staat een lekker windje.
Aan het eind van de middag gaan we op safari. Eerst een stukje met onze bus en dan stappen we over in twee jeeps en rijden we het park in op zoek naar leeuwen. Dit is de laatste plek waar de Aziatische leeuw voorkomt. Hij is met uitsterven bedreigd en er leven er hier nog een stuk of 350. Het gebied is vrij gecultiveerd en we zien verschillende mensen lopen. Ook zijn er wat huizen en flinke landerijen. We vragen ons af of hier wel leeuwen zijn
We zien van alles en Pradeep weet van elke vogel en beest de naam bij de eerste aanblik: coucal, buizerd, ijsvogel, chital (spotted deer), groene duif, pruimekopparkiet, zwartkop-apen, ooievaar, zwarte ibis, pauwen, sambar-hert. En vooral veel 'common-birds'. Een grapje van ons: elke vogel die wij niet kennen (en dat zijn de meeste) noemen wij een common-bird. 'Look Pradeep, a common-bird'. We stoppen uiteindelijk bij een drinkplaats en met vier jeeps staan we daar en iedereen stapt uit. De portieren worden hard dicht geslagen en iedereen praat en lacht volop. En dan zouden er hier leeuwen moeten komen? De twee andere jeeps houden het al snel voor gezien, maar ze zijn nog niet vertrokken of er komen twee leeuwen aangeslopen. In plaats van dat iedereen de auto's inklimt, gaan ze naar de leeuwen toe. We gaan ook maar mee in de veronderstelling dat de gidsen weten wat ze doen. We kunnen ze tot op vijftien meter naderen. Het is een leeuwin met zoon. De andere twee auto's komen ook snel terug. De leeuwen gaan er lekker bij liggen en wij kijken een poosje toe. Dan moet we weg, want voor het donker moet je het park uit zijn. De toegang tot het park kost US$ 70 p.p., een jeep 1400R en een chauffeur krijgt 200R loon/fooi. Fotocamera's en video's zijn inbegrepen.
Zondag 30 maartSasan Gir
's Morgens gaan we nogmaals het park in. Er zijn veel auto's met lawaaiige schoolkinderen. Misschien dat we daardoor geen leeuwen zien. Wel: krokodillen, mongoeses, jakhals, witoogbuizerd, honigbuizerd, kuifarend op enkele meters afstand, parkieten, apen, chitals en sambars.
Om 16:00 uur rijden we naar een aantal dorpjes in de omgeving. Bij een put worden de buffels gewassen en er naast staat een boom die vol met vliegende honden hangt.
Dhava is een dorpje dat rijk is geworden met de mango's. Het is aan de buitenkant van de huizen niet te zien, maar binnen zijn ze prachtig. In elk geval degene waar wij uitgenodigd worden. Een hele mooie keuken met een groot aantal voorraadpotten. Het hele dorp loopt voor ons uit en binnen de kortste keren staat het hele huis vol met mensen.
Lusala is een dorpje met landbouwers en duidelijk armer. Het is te zien aan de huizen en de kleren. Maar men is net zo aardig en we worden ook binnen genodigd waar we masala-thee op een schoteltje krijgen. De buffels komen de binnenplaats op, krijgen te eten en worden gemolken. De vrouwen dragen hier andere hesjes met een open rug met alleen bandjes op de nek en om het middel. Wel een lange hoofddoek.
Maandag 31 maartNaar Junagadh, Gondal
In Junagadh gaan we eerst naar het museum (50R). Prachtige zilveren stoelen met leeuwenkoppen en hele mooie draagstoelen in zilver en goud. We dwalen een tijdje door het centrum dat een mooi halfrond plein heeft. Melkmannen rijden op de fiets of motor en hebben grote bronzen en zilveren kannen achterop.
We gaan naar het begin van Ginar Hill, een bedevaartsplaats. 10.000 stappen leiden naar de top. We doen dat maar niet, want je moet er ook weer 10.000 terug. We zien de top liggen en dat is ver weg op een hoge pukkel.
We bekijken de crematieplaats, een begraafplaats met een paar oude tombes, het fort en de markt. Ook bezoeken we een fabriekje waar sari's bedrukt worden. Hier gaat het niet op de oude traditionele manier met knoopjes leggen maar met printblokken. Hele lange lappen liggen op een tafel. Twee mannen lopen aan beide kanten met een mal met verf tussen hen op de tafel. Ze strijken een laagje verf op het doek en schuiven dan een stukje op. De hele lap wordt zo verschillende keren met verschillende kleuren verf behandeld, zodat een patroon ontstaat. Hier worden goedkope sari's voor de lokale handel bedrukt.
We overnachten in het gastenverblijf van het maharadjapaleis in Gondal. Prachtig. We hebben een enorme kamer, een kleedkamer en een hele grote badkamer. Voor onze kamer op de eerste (en bovenste) verdieping ligt een gigantisch terras.
We gaan even de plaats in en bekijken het paleis en de markt. Op de markt zijn we snel uitgekeken en we nemen een tuktuk terug naar het hotel. Onze chauffeur is hier, zo te merken, nog nooit geweest en kijkt opgetogen en zeer nieuwsgierig om zich heen. Ze mogen alleen het terrein op als ze gasten moeten wegbrengen. Met een leeg karretje krijgen ze geen toegang.
Gopal, onze chauffeur, maakt elke dag de bus schoon en deze wordt ook van buiten gewassen. De velgen en de banden worden afgesopt.
Dinsdag 1 aprilNaar Dasada
We bezoeken eerst een medicijnfabriek. Heel primitief worden drankjes gemixt en pillen gedraaid. Met de hand wordt een grote klomp medicijn tot balletjes ter grootte van een gehaktbal gedraaid. Machinaal maakt iemand anders daar staafjes van en weer iemand anders maakt, ook machinaal, van die staafjes pilletjes.
De weverij is helaas gesloten. Gisteren was de laatste dag van het boekjaar, vandaag wordt de balans opgemaakt en heeft iedereen een vrije dag.
Bij een grote plas water zitten honderden kraanvogels, tientallen pelikanen, wat flamingo's, reigers en ibissen.
Een dorpje even verder heeft een tempel die er erg modern uitziet. Iedereen kan daar gratis thali krijgen. Voor óns wordt een kleedje uitgespreid, de rest moet op de grond zitten. Bijna alleen maar mannen eten er. Verschillende mannen komen langs met grote potten en pannen en scheppen daarvan wat op je bord. Iedereen zit naar ons te kijken. Toeristen komen hier niet. Tot nu toe hebben we in Gujarat alleen die paar bij het festival gezien, verder niemand. We doneren wat roepies.
Hier is de laatste mogelijkheid tot Bhuj om geld te pinnen.
We kijken en slenteren wat door het dorp dat veel blauwe huisjes heeft, die niet zo goed in de verf zitten. Maar het is overal schoon, ook de straten. Achter een open poort denken we bankwerkers te zien, maar het zijn diamantslijpers. Men zit daar zomaar zonder bewaking. Nou zijn de diamantjes wel erg klein, maar toch, het blijven diamanten. We zien ook de wasplaats, maar daar is niet veel aan.
Het programma is iets gewijzigd en we gaan niet naar Ahmedabad maar rechtstreeks door naar Dasada vanwege een festival. In Dasada hebben we huisjes in een grote tuin met grote kikkers, pauwen, patrijzen en lotusbloemen. En een mooi open restaurant met loungebanken. En toeristen! Er zit een groepje Belgen. De toeristen die naar Gujarat komen, komen uit Rajasthan en gaan dan naar de Kutch. Dat ze hier meer toeristen gewend zijn, is te merken aan de dorpjes die we gaan bezoeken. Met twee jeeps rijden we daar naar toe. Zodra we aankomen, worden de bedden met sieraden vol gelegd. De vrouwen zien er hier weer kleurrijker uit en ze hebben mooie kettingen, oor- en neusringen. Ook sommige mannen, vooral ouderen, hebben prachtige gouden knoppen in hun oren. Om ze niet het idee te geven dat we alleen maar foto's willen maken, kopen we een ketting voor 100R. Iedereen van de groep koopt wel iets.