Dinsdag 3 maartNaar Udaygiri en Ratnagiri - Dhenkanal – Joranda
Om 7:30 uur zijn we al weer op weg. Einddoel voor vandaag is Dhenkanal. Eerst stoppen we bij de boeddhistische ruïnes van Udayagiri en Ratnagiri. Udayagiri is het grootste boeddhistische complex in Orissa. Er is een klooster opgegraven met de naam Madhavapura Mahavihara. Het complex ligt aan de voet van een heuvel. Men is nog druk bezig het complex op te graven en restaureren. Indrukwekkend is de trapbron die nog steeds gebruikt wordt. Naast de kloosters is er een stoepa te zien. De bloeitijd van het klooster was van de 7e tot de 12e eeuw. Een mannetje loopt met ons mee en opent een hek voor ons. Aan het eind willen we hem een fooi geven. Hij ziet één briefje van 10 rupi, maar de andere ingevouwen briefjes ziet hij niet. Hij zegt dat het niet genoeg is (only ten?). Jammer voor hem, want we stoppen het geld weer in onze portemonnee.
Over het verkeer blijven we ons verbazen. Zonder claxon ben je hier nergens. Op de snelweg, het enige verschil is dat er meerdere banen zijn, houdt niemand zijn baan. Alles krioelt door elkaar. Hoewel er een middenberm is zien we regelmatig spookrijders. Het lijkt wel of iedereen dood wil.In Ratnagiri staan twee grote kloosters en een stoepa. Er zijn hier veel mooie beeldhouwwerken en een schitterende toegangspoort te zien.
In Dhenkanal overnachten we in het gastenverblijf van het paleis van de koning. Hij komt hier zelf ook nog regelmatig, maar hij heeft meerdere huizen. Het paleis is groot, luxe en staat vol met porselein en boeken. We krijgen als welkomstdrankje kokosnoten en daarna thee. Er hangt een grote opgezette olifantenkop op een prominente plaats aan de muur. Onze kamers zijn enorm ruim, met een kleedruimte die bijna net zo groot is als de slaapruimte en een enorme badkamer.
We vertrekken na de thee naar Joranda, de zetel van de Mahatma cultuur. Oprichter was Mukunda Das alias 'Mahima Swami'. De religie heet 'Satya Mahima Dharma' wat betekent 'Het ware pad van onbeschrijfelijke genade'. In de Sunya-tempel wonen saddhu's. De primary’s (hoogste rang) dragen alleen een schaamlap van boomschors. Een echte saddhu zal nooit om iets vragen. Er lopen een paar kleine saddhu's rond van een jaar of acht, die hier al twee jaar zijn. Ze komen altijd op eigen initiatief. Deze jongetjes willen wel erg graag op de foto, hoewel ze het niet vragen. Ze vragen dan of het toestel aan staat. De deur van de tempel gaat één uur per dag open. De tempel wordt dan gezegend. We zijn nu op dat moment hier, tegen het eind van de middag. Eerst wordt de grote klok geluid en daarna komen de saddhu's met trommeltjes aangelopen, waar ze op slaan. Het is een enorm lawaai. Ze bidden, al knielend en languit op de grond liggend, terwijl de primary’s met grote kwasten rondlopen en gewijd water rondstrooien. De priesters hebben heel lang haar, zowat tot de kuiten, dat ze in een grote wrong om hun hoofd winden. Als de deur van de tempel weer dichtgaat, maken ze nog een aantal rondjes met z'n allen rond de tempel, begeleid door de trommels.
's Avonds eten we in de 'dining hall' van het paleis, waar we een koningsmaal krijgen. Zoals overal gaat alles weer in een rap tempo. Binnen het uur zijn we klaar met het driegangenmenu. Er wordt uitgeserveerd en telkens wordt gevraagd of je nog meer wilt. Heerlijk gegeten en erg leuk voor een keer.
Woensdag 4 maartNaar Satakosia N.P.
Heerlijk ontbijt in de grote tuin van het paleis. Het is nu nog een heerlijke temperatuur, maar later wordt het erg heet. Na het ontbijt krijgen we een rondleiding door het paleis, met uitzondering van de privévertrekken. Er zijn plannen om de overnachtingsmogelijkheden uit te breiden en een zwembad aan te leggen.
We rijden naar Tikarpada bij de Satkosia kloof, een groot natuurpark aan de Mahanadi rivier. Kamperen is maar een paar maanden mogelijk, omdat tijdens de moesson de hele kloof volloopt en het water meters stijgt. Er staat een 'tentenkamp' op een zandbank in de rivier. Tien tenten op een rijtje met daarachter tien kleine wc/badtentjes. Het laatste stuk naar het tentenkamp is erg hobbelig. Er staat wel veel wind, maar het is een warme wind. Dus voelt dat alleen maar warmer aan. Wij zijn zo'n beetje de laatste groep die hier kampeert. Het kamp wordt na deze week afgebroken en komt nooit meer terug. Ook de dorpen die binnen het park staan, worden ontruimd en afgebroken. Dit alles om de tijgers die hier zitten vrij spel te geven. Zo hopen ze die te redden. 's Middags maken we een rondrit door het park in de hoop wild te zien. Naast de tijgers zijn hier ook olifanten. Behalve een gids, gaan er ook twee mannen op een brommertje mee. Bij een uitkijkplatform praten ze veel en lopen ze maar heen en weer. Vinden ze het gek dat we geen beesten zien. Wij kijken het met verbazing aan. Zij stellen voor dat we dieper het park in gaan naar een ander platform. Wij stellen voor dat de brommer weggaat en dat de rest z'n mond houdt. De brommer gaat inderdaad weg, maar het platform blijkt twee uur hobbelen verder te zijn. Een erg slechte weg. Af en toe zien we wat mensen in huizen, een paar apen, een grote vogel, een reuzeneekhoorn en een sambar, die de weg oversteekt. Dat is de hele, wat magere, oogst. Bij het platform aan een plas zien we niets en al snel is het donker. We hobbelen terug en zijn helemaal gaar als we bij de tenten terug zijn. Vanmiddag heeft Kisu in een dorpje twee biertjes voor ons gekocht. We hebben ze voor we vertrokken 'koud' gezet door ze in een natte sok te stoppen en ze uit de zon en in de wind te zetten. Ze zijn prima te drinken. We krijgen thee met gebakken garnalen als snack. Later eten we lekker buiten. Het is na zonsondergang een heerlijk temperatuurtje geworden. Het eten is elke dag anders. Wel elke dag dezelfde basis: rijst, chapati en dal, maar altijd met verschillende andere gerechtjes.
Donderdag 5 maartNaar Sonepur
We worden tegen zessen wakker van het licht en de fluitende vogels. Het is lekker fris buiten, we kunnen net in een T-shirt zitten. Het is wat heiig en het waait nog niet. We gaan twee uur varen met een boot op de rivier, maar men vindt vandaag één uur het maximum. Waarom wordt niet echt duidelijk gemaakt, maar het schijnt dat de natuur niet meer als een uur geluidsoverlast kan verdragen. De boot maakt heel veel herrie. We stoppen vijf minuten bij een reuzeneekhoorn, maar de ijsvogels varen we op grote afstand voorbij. We zien een sambar en een krokodil. Ze krijgen geen fooi.Als ontbijt krijgen we roti, koude aardappel in de schil, rauwe ui, hete rode saus en bananen. Een beetje vreemd, maar wel lekker. Onderweg op een markt kopen we de traditionele trouwhoeden en ketting voor 200 rupi. We vertrekken naar Sonepur waar we om 15:00 uur aankomen. Om 13:30 uur hebben we een lunch, weer een rib uit ons lijf: € 0,45 per persoon voor rijst, dal, vier soorten groente en vis.
We wandelen door het dorp, een klein stoffig plaatsje. We zitten in het beste hotel uit de buurt, maar is niet veel bijzonders. We kijken bij wat pottenbakkers en bij een tempel aan de rivier. We hebben zowaar een mooie zonsondergang. Je hebt hier een mooi overzicht over de rivier. We gaan met z'n allen eten in een restaurant een paar honderd meter verderop. Wij bestellen allerlei verschillende gerechtjes. Zij (gidsen, chauffeur) alleen rijst met schapencurry. Wij zijn tevreden, zij niet. Ze hadden alleen botjes met heel weinig vlees en een hele hete saus. En als Indiërs zeggen dat het heet is...... Jitu wil bier voor ons regelen, maar dat mag eigenlijk niet. Je mag het niet in het openbaar schenken als er kans bestaat dat er kinderen binnenkomen. Die mogen dat niet zien. Zo vertelt Jitu, dat hij weet dat zijn vader wel eens alcohol drinkt, maar dat hij hem nog nooit heeft zien drinken. Uiteindelijk schenkt Jitu in de keuken onze glazen vol en doet er een servetje omheen voordat hij ze op tafel zet.
Vrijdag 6 maartSonepur
Om 7:00 uur vertrekken we met een bootje naar een eiland in de rivier. Het is een stille boot, omdat we voortgeduwd en gepeddeld worden. Heerlijk rustig en ontspannen. We krijgen op het eiland het ontbijt opgediend. We leren eerst van een krant bakjes vouwen. Hier kan de gepofte rijst in. We pellen pinda's, die we bij de rijst gooien. Samen met een ei, banaan en druiven is dat een traditioneel Indiaas ontbijt. We bezoeken de Lankesvari-tempel, die op een rots midden in de rivier staat. Tijdens de moesson stijgt het water zo ver dat alleen het bovenstuk boven water uit komt. Nu moeten we alle trappen op.We lunchen in hetzelfde restaurant als gisteravond. Goed en goedkoop eten. Alleen hebben ze metalen deuren die over de marmeren vloer krassen. En de deuren gaan vaak open en dicht. Niet om aan te horen. Om 16:00 uur gaan we naar het textieldorp Vaidyanathpur. Hier gebruiken ze de klosjestechniek bij het weven. Prachtige zijden sari's maken ze, maar we hebben er al één en weten niet wat we er mee moeten doen. We vinden het dan ook zonde dat ze de sari's toch aan ons gaan tonen. In principe heel goedkoop, maar we hoeven er geen. Wat omzichtig geven we aan dat we niet hoeven en kunnen dan de demonstratie verlaten.
We hebben ondertussen al een week geen andere toerist meer gezien. De laatste was een groepje in Bhubaneswar. We worden hier in het dorp enorm aangestaard. Het dorp loopt helemaal uit. De hele kleintjes zijn bang voor ons. Er is een enkeling die een paar woorden Engels spreekt. Als verrassing heeft Jitu voor 's avonds een cultureel iets georganiseerd. Het blijkt een groepje te zijn dat muziek maakt. Ze treden op in de hele regio en schijnen erg bekend te zijn. Achter in een winkeltje is een kamertje en daar is het optreden. Ze hebben er duidelijk veel plezier in. Wij ook, want ze zijn erg goed. Ganesh speelt tabla, Satya en Kaibalya zingen. Satya speelt tijdens het zingen op een soort liggende accordeon (Tanzen und flute staat erop).
Na de voorstelling eten we een stuk buiten de stad. Gelukkig eten hier meer mensen, zodat we niet alleen zitten. Er is niet veel keus, zelfs de rijst is op, maar wat er is, is heel erg lekker: roti met dikke dal en kurma paneer. Het bier zit dit keer in aluminium bekers en mag daarom geschonken worden (je kunt niet door de bekers kijken). Het is de enige koude drank, dus dat is mooi meegenomen. Hier is ook geen bestek voor ons, dus eten we met de handen (alleen rechterhand), net als de Indiërs. Als je ziet hoe de borden en glazen worden afgewassen en gedroogd, dan verbaast het ons dat we nog niet ziek zijn geworden (zullen we de hele reis niet worden ook). We eten voor een record laagtebedrag: het eten kost slechts 80 rupi (€ 1,20) voor drie personen.
Zaterdag 7 maartNaar Kantilo
We ontbijten op de kamer van Jitu en Kisu, omdat het hotel geen ontbijtgelegenheid heeft. Ze hebben van alles geregeld en het is prima. Ze hebben zelfs ergens op straat thee geregeld! Dan gaan we op weg naar Kantilo. In Bauda (ook wel Boudh) bezoeken we de stervormige Ramanath-tempel, gewijd aan Siva uit de 9e eeuw.
Onderweg zien we een optocht van vrouwen met potjes op hun hoofd en daar weer een kokosnoot op. Wat mannen bespelen een trommel. Wat verderop zit een groepje vrouwen op de grond om Saturnus (voor zaterdag) te eren. Een priester zit in het midden kokosnoten, fruit en bloemetjes te offeren. De vrouwen 'schellen' af en toe. Een mooi gezicht en gehoor.We lunchen weer eens met kip, meestal eten we vegetarisch of met vis. Dit is wel weer lekker. In Kantilo is een overnachtingsplek, waar ambtenaren gebruik van kunnen maken. Doen ze dat niet, dan kunnen bijvoorbeeld toeristen daar blijven slapen. Omdat het morgen een feestdag is, zou er wel eens een ambtenaar kunnen komen. We mogen de tenten in de tuin opzetten. We kiezen er echter voor om helemaal in de natuur te kamperen. Er zit langs de weg een groep Indiërs een enorme pot te koken en onze begeleiders willen daar pal naast gaan staan. Gelukkig krijgen we ze zover dat we 100 meter doorrijden. We zetten de tenten op in de schaduw van de bomen. Het blijft echter warm. Kantilo blijkt één groot koperslagersdorp te zijn. Iedereen doet een bepaald element van de bewerking. Ze maken naast de gewone potten en pannen prachtige beelden. Alleen zijn ze veel te zwaar om mee te nemen. Op de markt doen we boodschappen voor het avondeten. Lia en Petra kopen cola, Martijn en Jitu regelen bier en whiskey, brood, aardappelen en nog wat zaken. Bij de campingplaats zijn al een pompoen en tomaten gekocht. Kisu maakt er op zijn ene pitje een heerlijke maaltijd van. Daarna treedt hij weer op en blijven we nog gezellig napraten.