Vrijdag 27 februariNaar Bhubaneswar

Eerst rijden we naar Olasingh, een textieldorpje. Een klein haveloos dorpje waar prachtige zijden en katoenen sari's gemaakt worden. Wij kopen een changeant zijden sari waar drie maanden aan gewerkt is. Kost 2000 rupi (€ 32). De lap is zes meter lang en van heel dunne mogga-zijde.
Het is erg warm. We rijden vandaag over een vierbaanssnelweg. Op de weg staan stippellijnen om de banen aan te geven. Toch rijdt iedereen in het midden. Soms rijdt men tegen het verkeer in. Iedereen reageert daar heel relaxed op. Onbegrijpelijk dat er niet meer ongelukken gebeuren.
Vervolgens bekijken we de Khandagiri grotten bij Bhubaneswar.
We bezoeken het stammenmuseum en herkennen de verschillende volkeren met hun kettingen en sieraden. Halverwege valt de stroom uit, waardoor we niet veel meer zien en het zonder ventilatoren erg warm wordt. Ons hotel in Bhubaneswar staat een flink eind uit het centrum. In de buurt zijn geen restaurantjes, wel een stalletje waar we een tweeliterfles cola kopen voor 55 rupi. We gaan even zwemmen op het dakterras van het hotel en worden, uiteraard, aangegaapt door het personeel dat bezig is met een buffet voor een trouwerij klaar te zetten. We willen niet in het hotel eten, dat is te luxe, en besluiten naar de stad te gaan. We nemen een tuktuk voor 60 rupi naar de markt. Overal op straat zijn handeltjes. Het is een enorm uitgebreid gebied. Er zijn zo verschrikkelijk veel kraampjes met allemaal dezelfde waar, dat we ons afvragen hoe ze kunnen overleven. We gaan naar de Park-Inn pub, wat een donker barretje zou moeten zijn. Als we het adres niet hadden gehad, zouden we niet naar binnen gegaan zijn. Het ziet er van buiten gesloten uit, maar dat is niet zo. Het is binnen zo donker dat we onze zaklampen gebruiken om de kaart te lezen. We drinken bier voordat we gaan eten. We bestellen verschillende onbekende dingen. Al de keren dat we dat hebben gedaan, hebben we één keer iets gehad dat niet lekker was. Hier is het ook weer een succes. Petra bestelt een glas wijn en ze krijgt een bodempje, zoals bij cognac. Hij smaakt niet geweldig, maar we hadden ook niet veel anders verwacht. In de tuktuk terug zien we een heleboel trouwerijen. Feestelijk versierde auto's met bloemen en lampen. Een stuk of tien mensen lopen achter de auto en dragen grote verlichte hoofddeksels. Alle trouwerijen zijn hetzelfde. Het zal vandaag wel een bijzondere dag zijn, want we zien er heel veel. De datum en tijd van een trouwerij wordt door een soort huwelijksmakelaar bepaald.

Zaterdag 28 februariBhubaneswar

Een hele dag tempelbezoeken. Eerst een ontbijtbuffet, lekker uitgebreid. We wachten buiten, terwijl Kisu wordt opgeroepen om de auto voor te rijden. We zien hem aan de overkant van de weg staan. En hij rijdt vervolgens de auto voor. Er is standsverschil in India. Officieel is er geen kastenstelsel meer, maar in de praktijk... Kisu is in onze groep de minste en dus onderdanig. In de restaurants is de bediening echter weer minder als hij en blaft hij de mensen commando's toe. Daar is men overigens erg goed in, een mindere afblaffen. Iedereen kent zijn plek. We gaan vandaag allerlei tempels af in en rond Bhubaneswar en Jitu weet er vreselijk veel over te vertellen.
De Raja Rani heeft de mooiste beeldhouwwerken. De 64-Yogini-tempel op de oever van de heilige Bhargavi rivier in Hirapur is erg apart en afwijkend van alles wat we gezien hebben. Mukteswar, OrissaBij de derde tempel, de Mukteswar-tempel, worden Petra's schoenen gestolen. Je moet je schoenen altijd buiten de tempel achterlaten en die doe je weer aan bij het verlaten van de tempel. Bij elke tempel liggen dan ook een hele stapel schoenen. Hoe vaak hebben we dat al niet gedaan. Het is hier niet druk, maar bij terugkomst zijn Petra's schoenen verdwenen. Lia heeft echte vrouwelijke schoenen en maat 39, te groot voor de vrouwen hier, maar die maat 37 van Petra’s teva’s kunnen ook de mannen aan. De schuiten van Martijn passen niemand en zijn dus veilig. Stelen van schoenen en dat bij een tempel... Jitu heeft dat ook nog nooit meegemaakt. Een vergissing is ook niet waarschijnlijk, want onze schoenen wijken te veel af van die de Indiërs dragen. Bij een enkele tempel wordt een donatie gevraagd. Men laat een schrift zien met de gegeven donaties, vaak 100 of 200 rupi. 10 Rupi is echter voldoende en wordt ook meestal gegeven. In het schrift wordt vervolgens een '0' achter de gift gezet, zodat het lijkt of er veel meer gegeven is. De Lingaraj-tempel is niet toegankelijk voor niet-hindoes. Je kunt echter op een platform een blik op het terrein werpen. Ook hier verschijnt iemand met een donatieboek. Dit gaat ons toch iets te ver, je mag de tempel niet in, maar je mag wel doneren. Jitu geeft ons later gelijk, het geld wordt waarschijnlijk alleen maar besteed aan alcohol. Petra koopt bij de plaatselijke Bata nieuwe schoenen voor 250 rupi. Het zijn wel herenschoenen, maar ze lopen lekker. We kopen een horlogebandje voor 120 rupi en een riem voor 60 rupi. Het kost allemaal niets.
Terug in het hotel gaan we in de bar wat drinken. Tot 19:00 uur is het 30 % korting op de drankjes, staat er buiten op een bord. We drinken wat bier en cocktails. Bij het afrekenen blijkt de korting alleen op het bier van toepassing te zijn en hebben ze een dure cocktail gerekend in plaats van een goedkope die we besteld hadden. De rekening gaat terug. De manager moet geraadpleegd worden om de rekening aangepast te krijgen. Uiteindelijk is hij wel een stuk goedkoper, maar nog niet volledig naar onze zin. Gelukkig hebben we de fooi achter de hand om onze onvrede te uiten. De fooi krijgen ze dus niet. We besluiten in het restaurant van het hotel te gaan eten, heel chique met verwarmde borden. De prijs valt mee en het eten is heerlijk.

Zondag 1 maartNaar Bhitarkanika

We rijden vandaag naar het noorden, naar het natuurpark Bhitarkanika. In de buurt daarvan ligt het plaatsje Auli, waar de mensen voornamelijk van rijstbouw leven. Veel lemen huizen zijn versierd met tekeningen van rijstwater. Het ziet er grappig uit. Er lopen verschillende mannen rond met een kaal hoofd. Dit betekent dat er kortgeleden iemand in hun familie is overleden. In andere dorpen zien we een soort zandbanken voor de huizen. Daarin ligt de voorraad rijst. Hoe groter de heuvel, hoe meer rijst, hoe groter de welvaart. Een soort bank voor de deur, waaraan de potentiële huwelijkskandidaten een rijke familie kunnen uitzoeken.
In Chandabali lunchen we. Het eten wordt op tafel gekwakt en de prijs-kwaliteit verhouding valt erg negatief uit. We vinden het te duur en de bediening onverschillig. De ober zegt bij het afrekenen geen wisselgeld te hebben. Als we daarop ons geld achterhouden, heeft hij ineens wel wisselgeld. Volgens ons was hij uit op een grotere tip dan normaal. Nu krijgt hij helemaal niets.Zwartkop-ijsvogel, Orissa Om 14:00 uur stappen we op de boot om in drie uur naar het natuurpark te varen. We nemen alleen een klein rugzakje mee met het hoognodige. Via een brede rivier met wat reigers, kieviten, vliegende vissen, gaan we naar het park. Jitu moet onderweg onze permits regelen en dat kost wat tijd. De boot ziet er krakkemikkig uit, maar doet het goed. Hij maakt alleen een boel lawaai. In het park zitten prachtige ijsvogels.Eco-kamp, Orissa Er zitten acht verschillende soorten hier en we zien er zeven! Alleen Martijn ziet de bek van een krokodil boven het water uitkomen; de rest kijkt net een andere kant op. We leggen aan bij een uitkijktoren en kijken mooi over de bomen heen. Ook nu geen mooie zonsondergang. Het is misschien de verkeerde tijd van het jaar. Het ECO-kamp ligt verderop en we komen in het donker aan. We moeten vanaf de boot een kilometer lopen door een donker bos en zijn blij dat we onze zaklampen bij ons hebben. We zitten in een tentenkamp met vaste tenten net buiten het park, waar iedere tent een eigen badkamertje met douche en wc heeft. Er staan drie bedden in, elektrisch licht en ligstoelen voor de deur. Buiten staat een olielamp. Gezellig. Het eten is inclusief. Wederom krab, rijst, dal, groente en brood. Vroeg naar bed, want we moeten morgen vroeg op.

Maandag 2 maartNaar Chandabali

Na een haastig ontbijt gaan we om goed 5:00 uur op pad. We gaan het park in. ‘Geen rode shirts’ zei Jitu gisteren toen we al in de boot zaten. Laten we die nu toevallig allemaal aan hebben. We moesten op het laatste moment een klein tasje samenstellen en hebben er snel wat spullen in gegooid. Alleen Martijn heeft toevallig ook een gele bij zich. Petra krijgt het witte shirt van Jitu en Lia heeft nog een blauwe omslagdoek bij zich. We steken met de boot de rivier over en gaan daarna wandelen.Ochtendmist, Orissa Het is alleen, zeker in het begin, een beetje mistig, waardoor we niet zo veel zien. Een paar spotted deers, jungle hens (boskippen), een wild zwijn, een paar apen en een stel maraboes. Boven op een platform zien we een specht die door een loerie-achtige uit zijn boom wordt gejaagd. We zien prachtige spinnenwebben met dauwdruppels erin. We zijn via een pad een eiland overgestoken en aan de andere kant ligt de boot weer op ons te wachten. We gaan op het dak zitten en varen dicht langs de kant. We zien heel veel ijsvogels. De een wat kleiner, de andere wat groter, maar allemaal mooi gekleurd. Ook veel reigers, zandlopers, lelielopers, kwikstaartjes en een ibis. Een kleine krokodil schiet voor de boot het water in. Even verder ligt een grote in het water met z'n kop net zichtbaar. Ondertussen is de zon gaan schijnen en wordt het weer behoorlijk warm. Terug op het land zien we een man op z'n blote voeten een kokospalm inklimmen. Een touw slaat hij om de stam en trekt zich dan omhoog. Veel vruchtvlees zit er niet in de noten. We zien een watermonitor, een soort varaan, die door vogels verjaagd wordt. Ze houden in het bezoekerscentrum van het park een paar krokodillen, waaronder een zeldzame witte, die er niet wit uitziet. De verzorger heeft een emmertje met krabben, waar de krokodillen op af komen. Zo kunnen we zien hoe de krokodillen eten.Watermonitor, Orissa Eerst pakken ze de krab, spoelen hem schoon en onder veel gekraak wordt hij verorberd. We zien nog meer vogels, eekhoorns, herten en grote vlinders. We drinken in het restaurant een colaatje (vier flesjes voor 60 rupi). We douchen, maar dat heeft amper zin. Binnen tien minuten zweten we weer net zo hard. We liggen nog even voor onze tent in de schaduw uiteraard, want daar is het het lekkerst door het beetje wind dat er staat. Om 13:00 uur gaan we weer terug naar Chandabali. Op de terugweg zien we geen bijzondere dingen meer.
We zitten in het enige hotel van de plaats. Het is oud maar schoon. Als er wc-papier en een tweede handdoek wordt gebracht, wordt er weer gedraald voor een fooi. Ze moeten gewoon zorgen dat alles in orde is en krijgen niets! Dat fooien geven zijn we ondertussen wel goed zat. Vaak hebben we geen idee wat we moeten geven. Niet te weinig, maar ook niet te veel. Van Jitu worden we ook niets wijzer. Die zegt alleen maar 'what you wish'. We willen in het hotel buiten voor de deur op het gangpad gaan zitten, maar moeten van de manager naar het dakterras. Veel oude troep staat daar, maar we hebben wel uitzicht op de rivier. We bestellen thee en bier. De thee komt snel, maar het bier niet. Omdat het donker wordt, gaan we toch voor onze kamers zitten, waar buiten licht brandt. Het bier komt en de ober vraagt of we ook fingerchips willen. Het duurt zeker drie kwartier voordat die komen, maar ze zijn wel lekker.